Van Marianne krijgen we tal van tips voor het vervolg van onze tocht. In haar ‘achtertuin’ ligt in het Folgefonna Nationale park en de Fonna gletsjer.
We kunnen hem zelfs al zien liggen op de top van het gebergte achter haar huis. Dennis is er 16 jaar geleden ook geweest met Anneke. Toen kon je nog tot aan de gletsjermond lopen. Daar willen we heen! We varen een dag lang door het Hardangerfjord naar Sundal. Daar leggen we Bodyguard aan een steiger die door de scouting in elkaar geknutseld lijkt te zijn. Ook de elektriciteitsvoorziening laat onze haren al overeind staan nog voordat de stekker erin zit.

Het eerste deel van de hike naar de gletsjer loopt naar het grote gletsjermeer en is goed begaanbaar. Dat is fijn, maar we weten dat we nog honderden meters moeten klimmen. Dennis belooft mij al een minder geplaveid pad verderop. Na een paar kilometer zijn we er. Het uitzicht over het meer is sprookjesachtig. In de verte zien we de gletsjer al liggen. We blijven er even hangen en eten er onze lunch op.

Wanneer we onze weg vervolgen wordt het pad gelijk al wat ruiger en is het hiken ook al een stuk stoerder. We lopen vele meters omhoog om vervolgens ook weer omlaag te lopen. Dag hoogtemeters! Het pad is nog goed te onderscheiden maar de stenen zijn al best groot en we moeten goed opletten waar we onze voet neerzetten. Regelmatig stoppen we om het uitzicht te bewonderen.


Het meer kleurt mooi groenig op. Het water is spiegelglad. We kunnen enkele meters diep kijken. Wanneer we aan het einde van het meer zijn rusten we uit op de delta die de stroming heeft gemaakt. Het is een grote witte vlakte met grote en kleine keien en af en toe wat zand. Het geheel wordt op meerdere plaatsen doorkruist door stroompjes. We proberen ons voor te stellen hoe het er in het voorjaar hier uitziet wanneer het smeltwater van de berg stroomt. Zal dan wel een hele heksenketel zijn.
Het water is ijskoud. Ik wil erin springen maar baal ervan dat ik mijn handdoek vergeten ben.

Het derde deel van de hike wordt het zwaarste stuk. We gaan nu de hoogte in en al rap is het zo hoog en lastig begaanbaar dat we ons vasthouden aan de boompjes of op handen en voeten verder klauteren. Tot we op een gegeven moment ons afvragen of het pad wat we volgen wel juist is. Dennis herkent het niet meer. We zoeken wat verder en we klauteren vrolijk de berg op tot het echt doodloopt. Zo gaan wij die gletsjer nooit bereiken! We besluiten de drone de lucht in te sturen om het juiste pad terug te vinden. Omdat de drone hier niet goed kan landen is dit het moment om de ‘aircatch’ te oefenen. Dennis brengt de drone op een bepaalde hoogte vlak voor mijn neus en ik pak hem vast zonder dat mijn vingers korter gekaasschaafd worden.

Het pad is iets onder ons. We klauteren terug. Back on the track! Maar makkelijker wordt het niet. De rotsen worden steeds groter en gladder. De gletsjer lijkt nog heel ver weg. Wanneer we wat later op de grote stenen vlakte staan en ik al een keer goed uitgegleden ben, laten we de drone nog een keer zijn werk doen. De gletsjer is nog heel ver weg. De drone vliegt zelfs in zijn maximale hoogte- en afstandbeveiliging!

We komen tot de conclusie dat ons doel niet haalbaar is. De gletsjermond is, zo blijkt later, de afgelopen jaren honderden meters opgeschoven door de opwarming van de aarde! Daarnaast wordt niet alleen het gebied onbegaanbaar ruig, er wordt ook wat regen voorspeld en we willen niet over de rotsen gaan terwijl ze nat zijn. Dat is vragen om glijpartijen met alle gevolgen van dien.

We vinden het niet leuk maar geven toch op. Al met al was het een prachtige avontuurlijke tocht met mooie vergezichten en adembenemende natuur en heel veel pauzes. Ja, wij zijn duidelijk geen 18 meer. 😕

‘s Avonds zijn we pas rond 21:00 uur terug op Bodyguard. We kunnen geen pap meer zeggen en zijn doodop. Gelukkig hebben we een prakkie in de koelkast staan en mikken dat in de magnetron.

Graag willen we Midzomernacht in Bergen doorbrengen. Er zijn tal van festiviteiten en de traditie is dat er een groot vuur, een bonfire ontstoken wordt. Maar het is nog ruim 65 mijlen varen. De hele dag hebben we geen zuchtje wind de goede kant op. De motor gaat aan en blijft aan.


Het is al lang avond wanneer we het genoeg vinden. In een mooi kommetje gooien we het anker uit. Dan maar geen bonfire vanavond. We leren hier al goed om de dag te nemen zoals hij komt. Juist wanneer we lekker buiten zitten met ons opgewarmde prakkie horen we een gierend geluid boven ons hoofd. Het blijkt dat we in de aanvliegroute van het vliegveld van Bergen liggen…
De volgende dag gaan we na een frisse duik en het ontbijt weer verder en terwijl we gisteren geen wind hadden, hebben we het vandaag juist wel. Ze voorspellen een dikke bries later op de dag. We hopen die voor te zijn en flapperen heerlijk naar Bergen.

Terwijl we de haven in zicht hebben klinkt er van binnen een grote knal. We schrikken ons de pleuris! Wat nu weer! Het blijkt dat de magnetron niet zeilvast was gezet en hij is naar beneden gevallen. Overal ligt glas. We kijken elkaar moedeloos aan. Een kleine handeling had dit kunnen voorkomen.
Bergen

Bergen is een leuke en mooie stad. Het weer is er heerlijk zonnig wanneer we aankomen en dat is echt mazzel hebben in de natste stad van Europa. Het regent hier gemiddeld 300 dagen per jaar. Ondanks dat het zondag is en de normale winkels allemaal dicht zijn is het er erg bedrijvig. Er zijn veel toeristen op de been en alles wat daar een beetje aan kan verdienen is druk bezig. Zo is er een vismarkt niet ver van onze ligplaats waar zelfs walvissenvlees verkocht wordt. Ook kun je er een maaltijd eten in de pop-up restaurantjes. Het sfeertje in de stad is heel gezellig.

(Omgerekend is deze krab bijna 200 euro per kilo.)
De grote actie van de volgende dag is een andere magnetron scoren. We kijken zelfs op de Noorse marktplaats. Uiteindelijk kopen we er een in een elektronicazaak in Bergen.
We relativeren het voorval maar weer in de overtuiging dat we bereid zijn om te gaan met tegenslagen om avonturen te beleven.
Leave a Reply