15 – 26 augustus 2025
Richting het zuiden

Deze week wordt er een stevige noorderwind voorspeld. We zitten lang te dubben of we nog wel door kunnen steken naar Shetland en er is een reële kans dat we ook nog te maken krijgen met de naweeën van orkaan Erin en durf ik dat wel? Ons voorval midden op de Noordzee staat me nog helder voor de geest.
We houden het weer scherp in de gaten en varen ondertussen steeds wat zuidelijker.

In Alesund ontmoeten we Robin en Sammy, een jong ambitieus stel uit België dat in Tromso heeft overwinterd in hun zeilboot en ze willen nu in twee maanden op Lanzarote zijn. Ze verdienen de kost door geregeld betalende gasten mee te nemen voor een avontuurlijke vakantie. Echt leuk om te zien hoe enthousiast zij zijn en genieten van hun leventje. (Mencia Adventure Sailing)
Na een dagje rust varen we naar de kaap Statt van Stadlandet. Precies op de kop is een natuurlijke ingang en wat dieper landinwaarts ligt een mooie ankerplek die voldoende beschutting zou moeten bieden tegen het ruige weer nu op zee. Er staat nog steeds een stevige bries maar we vinden het wel een leuk idee om hier te overnachten op het meest westelijke puntje van het Noorse vasteland.
Terwijl we het nog prima naar onze zin hebben op zee en in de golven gaan we toch naar bakboord uit. Vanavond kunnen we dan op tijd naar bed en dat is ook niet verkeerd.

We liggen achter twee grote pieren en tussen hoge bergen. De diepte is niet meer dan een paar meter en de ankergrond houdt goed. Hier zo rustig en achter deze bergen de onstuimige zee. We voelen de geborgenheid van deze bijzonder beschutte plek.

Dan varen we door naar het haventje bij Rognaldsvag op Reksta. Aanvankelijk hebben we hier nog de hoop om naar Shetland te zeilen. Ik kook alvast wat maaltijden vooruit en Dennis ruimt het bijbootje op, maar de wind trekt zelfs wat aan en hier valt dan ook het besluit dat we het niet gaan doen. Een aan de windse koers met tot ruim 30 knopen wind (windkracht 7) vinden we te gortig en Dennis wil het graag leuk houden voor mij. We vinden dit allebei erg jammer maar van deze klots- en kotskoers wordt niemand blij zo denken we. We besluiten in dagtrips af te zakken naar het zuiden.

In de plaatstelijke super doen we wat boodschappen. De eigenaar heeft er een keurig winkeltje van gemaakt. Hij helpt ons wel even met het afrekenen, want zo zegt hij, dat doen de reguliere klanten hier altijd zelf. We mogen zelf aangeven wat we willen betalen voor de w.c. en de douche, de bijdrage is voor de gemeenschap en of we nog tijd hebben voor een kopje koffie. Natuurlijk!
Hij neemt ons mee naar de ruimte achter de winkel die iets weg heeft van een clubgebouw annex woonkamer. Het heeft een prachtig uitzicht over de haven, de aanlegplaats voor de ferry en de oceaan. We hebben het over van alles en nog wat en ook wordt het eilandleven besproken en de aankomende verkiezingen.

Hans Jacob vertelt dat de basisschool in 2013 moest sluiten omdat ze onder de norm kwamen en sindsdien trekken jonge gezinnen weg. De gemeenschap doet er van alles aan om die weer aan te trekken, maar toch schat hij dat 80% van de woningen leeg staat en nu als tweede huis is gaan dienen.

De plaatselijke school is inmiddels een gemeenschapsgebouw en voor 85.000 euro door de eilanders opgeknapt. We moeten er zeker een kijkje gaan nemen volgens Hans. En dat doen we.
Zoals zo vaak moet ik altijd even bij een schooltje naar binnen gluren, zeker bij dit soort dorpse gebouwen. We zien kleine lokalen, inmiddels met een andere functie. Op een krijtbord staat nog een mooie afscheidsboodschap aan de gemeente😒. Er is een mooi buitenspeelgebied met een nieuw uitdagend speeltoestel. Ietsje verder op de berg ligt een geinige glijbaan. Om te glijden moet je eerst een eindje de berg opklimmen. Het moet voor kinderen heerlijk zijn om hier hun jonge jaren door te brengen. In gedachten zie ik ze al rennen, spelen en lachen.
We hebben met de eilanders te doen. Het eiland vergrijst in een rap tempo. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Deze dorpse samenleving maakt nog wat stuiptrekkingen. Het is muisstil hier. We hebben geen kind gezien…

‘s Avonds hebben Dennis en ik de grootste lol in het faciliteitengebouwtje van de haven onder de winkel. Het is niet alleen wachtruimte voor de ferry, er blijkt in de doucheruimte een heus bad te zijn! Ofschoon het niet groot is willen we daar wel in! We vragen ons af of we er samen in kunnen zitten. Het bad heeft aan de voorkant een metalen afdekplaat, maar niet aan de zijkanten. Dennis inspecteert de poten en volgens hem moet het bad ons gewicht kunnen dragen.
Het is even goochelen met al onze armen en benen maar het lukt om, weliswaar allebei klem maar wel romantisch samen in het bad te zitten. Niet lang daarna stroomt het warme water over ons lijf.
En terwijl we daar saampjes gelukzalig liggen te badderen en af en toe wat weldadig warm water bijvullen zien we dat er geen overloop in het bad zit. Dan maar de stop eruit. Nu blijkt dat het water de vrije loop over de badkamervloer heeft. Het stroomt er met liters overheen! Oeps! Ik zie nergens een afvoerputje. Oei! Ik probeer uit het bad te komen en ga maar eens een kijkje nemen. Het blijkt dat de afvoerbuis niet goed bevestigd zit en door roest niet goed terug te schuiven is. Hebben wij weer! Wat nu? Ineens snappen we waarom er een dweil in de hoek staat.
Dan komt Dennis op het idee om de afvoer met een doekje af te dekken zodat het water wegsijpelt in plaats van met grote overdruk ineens. Dat werkt!

Wanneer Dennis er na een half uurtje al genoeg (kramp?) heeft gaat hij eruit en is er weer volop ruimte voor meer warm water voor mij! Ik badder nog een tijdje in het water. Heerlijk! Ik graai mijn e-reader uit mijn tas en probeer niet in slaap te vallen. Dennis wacht rustig in de wachtruimte van de ferry. Ik was natuurlijk wel zo slim om zijn e-reader ook mee te nemen. Hij laat mij rustig mijn prinsessenmomentje hebben maar is toch is hij blij wanneer ik er uit kom. We lopen samen terug naar de boot. De wind is flink aangetrokken en voelt guur en koud aan, tijd voor het winterdekbed.
Wanneer ik de volgende dag naar het winkeltje loop om melding te maken van de defecte afvoer van het bad, is Hans nergens te bekennen. De winkel is gewoon open en zoals het bordje al zegt, pak wat je nodig hebt en reken zelf maar af.

De volgende dag varen we dus zuidelijker en niet naar Shetland. We hebben een dikke bries in de rug en zeilen enkel op een gereefde genua, met een mooie snelheid van ruim 6 knopen per uur. Tegen de avond zoeken we op de kaart naar een mooi plekje op de route en vinden dan in een inham op het eiland Fedje. Echter lukt het ankeren niet goed. Het anker houdt niet en het is al donker wanneer we verschillend plekken hebben geprobeerd en besluiten tegen een kaaitje aan te gaan liggen. Hopelijk komt er vannacht of morgenvroeg niet toch nog een vissersboot de plek opeisen… Dat blijkt niet het geval te zijn, maar er komt wel een oude man naar ons toe. Hij blijkt de eigenaar te zijn van het voormalige bedrijf wat hier was. Of we niet hadden kunnen vragen of we hier mochten liggen.

Wanneer we vertellen dat het gisterenavond niet lukte om te ankeren en we pas laat aan de kaai gingen liggen ontdooit hij. Ook deze Noor spreekt supergoed Engels. Hij heeft in die schuur ook een boot, ook zelfgebouwd, ook de wereld mee bevaren. En ineens hebben we een mooi gesprek met een bijzondere man van bijna 90 jaar oud. Hij lijkt uiteindelijk bijna blij te zijn om met ons een babbeltje te maken. Nee, hij spreekt niet zoveel mensen meer. Zijn vrouw is vorig jaar overleden…..

En zo varen we van Fedje naar Kolbeinshamn

Ineens valt het op. De begroeiing is hier anders. In dit gebied minder bergen, meer heuvels, veel groen, begroeide eilandjes. Soms vraag ik me af hoe zo’n boom kan overleven op de rotsige ondergrond.

Nu we toch de mogelijkheid hebben om nog een keer naar Marianne te gaan vinden we dat ook wel heel erg leuk om te doen. Op vrijdag 22 augustus denken we er te kunnen zijn. Marianne vindt het erg leuk dat we weer langs kunnen komen en haar zoons Iver en Werner zijn er ook.

We worden uitgenodigd om de ‘vrijdag wraps’ mee te eten. Dat blijkt een Noorse traditie te zijn, dus we vallen met onze neus in de wraps😋, één van mijn lievelingskostjes. Het wordt weer een gezellige avond en omdat we niet heel veel haast hebben ontbijten we er de volgende dag ook.
Niet iedereen is blij met onze komst. Wanneer we de volgende dag wakker worden blijkt dat we zijn bekogeld met… tja, kijk zelf….

Na het ontbijt gaan we een wandeling maken. Marianne heeft hier een lap grond wat zo groot is dat je er gemakkelijk kunt verdwalen. Zij mag dus voorop.

We lopen een heel eind en kunnen op een gegeven moment in de verte de Folgefonna gletsjer zien liggen. Wat is dit gebied mooi zeg!

Zaterdagmiddag varen we door naar Skudeneshamn. We willen er ankeren en de volgende dag vroeg weer verder, maar het anker houdt niet. De rotsen zijn hier echt kaalgeslagen door de golven van de oceaan. Dan toch maar het stadje in en dat blijkt erg mooi te zijn. We zien veel witte huizen en andere gebouwen. Er is zelfs een drijvend saunahutje. Dat lijkt ons wel wat. Jammer genoeg blijkt deze volgeboekt.


Na een rustige start op zondag varen we de Boknafjorden over. Dat blijkt nogal een eind te zijn. Pas na ruim 23 mijlen (ongeveer 40 km) zijn we weer een beetje in de buurt van het land. De kust is hier heel anders. Hier is het meer een glooiend heuvellandschap. We zien akkers en weilanden en overwegend witte huizen en gebouwen. De Noorse rode, gele en grijzige kleur is hier minder aanwezig.
De wind is nog steeds erg krachtig. We varen met de wind in de rug en gaan met een vliegende vaart het water over. De genua over bakboord, het grootzeil over stuurboord. Af en toe zien we ruim 8 knopen op de teller.
Tot de wind in de namiddag echt aantrekt. We reven nog wat meer, maar op een gegeven moment loopt Bodyguard toch bijna uit zijn roer en gaat als een galopperend paard over de golven. Dennis gaat even over op handsturen om de grote correcties van de stuurautomaat op de steeds groter wordende golven te vermijden. Ik vind dit wel even spannend omdat ik de krachten van de wind en de boot inmiddels goed ken. Je moet echt goed weten wat je doet om te voorkomen dat je een speelbal wordt van de wind en de golven.
We besluiten de komende kaap met deze windkracht 8 niet te ronden en ik maak een route naar Egersund. Terwijl Dennis stuurt, vliegen we erheen. Eenmaal achter de rotsen is het een stuk rustiger gelukkig en lukt het ons weer om een prachtig ankerplekje in de luwte te vinden.

Via Egersund belanden we op maandagavond 25 augustus in Farsund. Het is een mooi stadje. In het zuiden zien we steeds grotere en luxueuze huizen, vaak wit en van hout.

Na Egersund varen we langs kaap Lista naar Farsund. We hebben op deze dinsdag 26 augustus de bijna perfecte zeildag. We halen een gemiddelde van ruim 5 knopen, er is weinig deining en de zon schijnt overvloedig. Het is heerlijk rustig zeilen, al had de wind wel ietsje meer mogen zijn. Alhoewel, vandaag geen grote windstoten en volop tijd om heerlijk te lezen tijdens het zeilen. Wat heeft de zee toch veel gezichten. Geen dag is hetzelfde.
De weg naar Farsund is een slalom tussen de rotsen door. Het is wederom prachtig. Nu we zo zuid zijn en de noorderwind op is, besluiten we dat we hier wel een paar dagen kunnen verblijven. Het is heerlijk en we genieten volop. We bestellen gelijk een ‘To good to go’ bij de plaatselijke bakker wat ons een dag later een tas vol heerlijke lekkernijen oplevert.

In de gemeentelijke haven van Farsund maken ze het ons wel heel makkelijk. We hebben er elektriciteit en water naast de boot, evenals gratis douches, toilet, wasmachine en droger. Zelfs de supermarkt is naast de boot!


Het begint tot ons door te dringen dat we over ongeveer een maand al terug moeten zijn in Nederland. Het geeft wat onrust. We willen nog zoveel en we hebben het zo naar ons zin. Ergens moet er een knopje om, maar we hebben het nog niet gevonden😁
De gevaren route
