Inschrijven in het kadaster

 

De enige manier om altijd onomstotelijk te kunnen aantonen dat jouw boot van jou is, is door hem in te schrijven in het kadaster. Dit kan ook bij een schip in aanbouw, zowel door een werf als in eigen beheer. Voordeel is dat mocht de werf failliet gaan terwijl jouw schip daar staat, het schip niet meegaat in de failliete boedel van de werf, omdat het aantoonbaar jouw eigendom is. Bij een stalen schip, zoals dat van ons, kan het registratienummer meteen definitief aangebracht worden. Bij polyester schepen wordt een plaatje op het schip gelijmd, dat niet zonder beschadigen te verwijderen is. Het aanbrengen van het nummer kostte ons in 2002  € 120 euro en de registratie van het teboekstellen van ons ‘zeeschip in aanbouw’ € 15,90. Zodra het schip technisch vaarklaar is, dit is het geval als je ermee op de motor kunt varen, wordt het schip als afgebouwd schip te boekgesteld. We betalen dan nog ongeveer € 200. (Omdat in onze boot het registratienummer meteen definitief kon worden aangebracht, kostte het te boekstellen van ons schip in aanbouw dus eigenlijk maar € 15,90). We hebben dan meteen een meetbrief en een zeebrief, zodat we nooit meer de maar twee jaar geldige vlaggenbrief en ICP van de ANWB hoeven aan te vragen.

 

Mochten we de boot ooit willen verkopen dan moet dit net als bij een huis via een notaris of beëdigd scheepsmakelaar. Dit zijn we de eerste dertig jaar niet van plan (althans Ank niet), maar als onze boot gestolen en doorverkocht wordt en de koper is te goeder trouw, dan blijft het schip toch ons eigendom.

 

Op de onderstaande foto’s is te zien hoe met pen en liniaal het nummer op de boot geschreven wordt. Vervolgens wordt met een beitel het nummer er in gehakt. En tenslotte ziet het er uit als op de laatste foto.