2011: A dream come true, more adventures ahead... Archive

Zaterdag 24 December 2011 Boot in Curaçao, wij in Nederland
We wensen iedereen Fijne Kerstdagen en een Gezond en Gelukkig 2012 onze mede-cruisers wensen we goede winden en een behouden vaart! Eind januari zullen wij onze reis hervatten en zal de website weer regelmatig geactualiseerd worden.

Vrijdag 9 December 2011 Boot in Curaçao, wij in Nederland
Als we opnieuw in het ziekenhuis zijn, schrik ik van de achteruitgang van Ad. Dennis is met zijn moeder en zus druk in de weer om alles te regelen voor zijn komst naar huis. Hij zal het niet meer meemaken. ’s Avonds verliest Ad het bewustzijn in het bijzijn van zijn gezin en schoondochter. De laatste uren heeft hij het erg benauwd gehad. De volgende ochtend overlijdt hij. De longkanker heeft gewonnen. Onze hele reis heeft Ad ons bijgestaan via de korte golf zender. Hij stuurde spullen op en reed heel Nederland voor ons door om zaken te laten repareren. We zullen zijn vertrouwde PA3AD nooit meer horen. We zullen onze (schoon)vader missen. Op de zender zal het stil zijn. Hij was er altijd en zal er nu nooit meer zijn en hoe groot dat gemis is, kunnen we ons nu alleen maar een klein beetje voorstellen.

Donderdag 8 December 2011 Boot in Curaçao, wij in Nederland
Heerlijk horizontaal liggend bereik ik slapend Nederland. Dit is beter dan business-class. Zonder ruimbagage ben ik supersnel buiten. Ik verras mijn ouders van achteren die netjes bij uitgang vier staan te wachten. Wij zitten al in de trein voor de eerste koffers op de band liggen. Eenmaal in Dordrecht ga ik direct door naar mijn schoonvader Ad. Hij ligt inmiddels in het ziekenhuis. Ik tref hem goed bij kennis aan. Vanaf zijn borst tot aan zijn tenen is zijn lichaam opgezet van het vocht. Zijn gezicht ziet er normaal uit, al is het wel wat witter. “We kunnen nog wel samen Kerst vieren,” schat ik de situatie rooskleurig in. Dennis en Désirée (zus van Dennis) zijn verbaasd over deze opleving. Zij zeggen dat het vandaag een stuk beter gaat dan de afgelopen dagen.

Woensdag 7 December 2011 Curaçao, Spaanse Water: boot klaarmaken en mezelf voor vertrek
Nog een halve dag ben ik bezig met schoonmaken, eten sorteren en koffer inpakken. Om één uur komt Peter van de Rosanna mij halen. Hij brengt me naar het vliegveld. Daarna gaat alles heel snel. Voor ik het weet ben ik ingecheckt, door alle controles heen en zit ik in een leeg vliegtuig. De rijen voor mij, achter mij en naast mij zijn zo goed als leeg. Van de vier middelste stoelen doe ik de leuningen omhoog, stop ik de gordels in de ruimte tussen de stoelen en installeer ik me met drie kussens en twee fleece-dekens.

Dinsdag 6 December 2011 Curaçao, Spaanse Water: boot en mezelf klaarmaken voor vertrek
Al vanaf half zeven ben ik in de weer met de boot goed vastleggen. Ik voer elke lijn en elke spring dubbel uit. Waarschijnlijk is dit onzin, want als ik over de steiger loop met een volle waszak, zie ik de meeste boten zo nonchalant vastliggen alsof het hier nooit hard gaat waaien. In de middag komt Karine van de Alcatraz mij helpen met het schoonmaken van het bijbootje en het aan boord dragen daarvan. ’s Avonds kan ik de nodige zaken van mijn to do lijst schrappen. In de haven heb ik geen internet, maar als zendamateurs kunnen Dennis en ik via Echolink met elkaar praten. En dat is af en toe erg handig. Welke zekeringen moest ik nou uitzetten en welke juist niet? Om twee uur ’s nachts schiet ik wakker. Ons bijbootje heeft een opblaasbaar vloertje en een losse tube voor extra stevigheid. Deze heb ik niet aan boord gelegd. Gedachten schieten door mijn hoofd. Die zijn natuurlijk weggewaaid en liggen nu ergens aan de rand van het Spaanse Water. Ik heb nu geen bijbootje meer om ze te gaan zoeken. Ik ga mijn bed uit en tot mijn grote verbazing en opluchting liggen ze nog gewoon op de steiger. Dat ik die niet gezien heb, toen ik terug kwam van de wasmachine of de douches.

Maandag 5 December 2011 Curaçao, Spaanse Water: bezoek van Dennis’ collega
Dennis’ collega Marcel en zijn vrouw Marg zijn op vakantie op Curaçao. Ze komen bij mij aan boord lunchen. We zitten net aan het stokbrood met tomatensoep en franse kruidenkaas als de telefoon gaat. Het is Dennis. Of ik Skype wil opstarten. Hij klinkt ernstig. Marcel draait in het gangboord onze richtantenne de goede kant op. Hij richt hem keurig op de struiken die ik hem heb aangewezen. “Mijn vader gaat steeds harder achteruit,” meldt Dennis, “Wanneer kun jij hier zijn?” Ik heb nog wel even nodig om de boot in orde te maken om lange tijd achter te laten. “Boek maar een ticket voor overmorgen,” antwoord ik. Marcel en Marg varen met de dinghy mee naar de haven om een box voor de Bodyguard te regelen. Even later varen opnieuw het Spaanse Water over om de boot in de haven te leggen. Als bijna gediplomeerd duikers zijn Marcel en Marg in de weer om met de duikfles de stootwillen op te pompen. De boot ligt voorlopig goed en ik breng de behulpzame collega van Dennis en zijn vrouw weer naar de auto. Ik Skype bij ‘Sammies’ dat de boot in de haven ligt. Dan draai ik het gas van ons 5 pk Yamaha-tje open en scheur in zes minuten terug naar de haven. Over de heenweg met z’n drieën deden we bijna twintig minuten. Eenmaal aan boord ben ik moe en helemaal plakkerig van het zweet. Als een race tegen de klok douche ik me in de kuip. Links en rechts sla ik muggen op mijn lijf dood. Zonder af te drogen duik ik door het muskietennet naar binnen. Afdrogen, even liggen, eten, to do lijst voor morgen maken en slapen.

Woensdag 30 November 2011 t/m 4 december 2011 Curaçao, Spaanse Water: Schuren en lakken
In de ochtend ben ik aan het werk: houtwerk schuren en lakken, boodschappen doen, boot schoonmaken en/of de was doen. In de middag ga ik rusten en met Karine in de Caracasbaai zwemmen. Dat zwemmen geeft nog steeds een vakantiegevoel. Helaas moet Dennis dat even missen in het koude Nederland. Als de boot niet te veel draait, heb ik internet en kunnen we met elkaar skypen. Soms kunnen we even naar elkaar kijken, maar meestal is daar de verbinding te slecht voor. Het blijft raar dat Dennis al gaat slapen als ik nog moet beginnen met avondeten. ’s Avonds kook ik voor mezelf of ik schuif bij bekenden aan. Ik vrees dat ik steeds vaker zelf moet gaan koken, want de Panache, de Colombe en de Northwind zijn inmiddels vertrokken.

Dinsdag 29 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: inbreken en afwassen
Nina en Lennert zijn allebei aan het werk. “Zullen we de afwas voor hen doen?” stel ik aan Annet voor. Gisterenavond zijn we zonder af te wassen van boord gegaan en ik heb daar altijd een hekel aan als je terug komt van je werk en je moet dan eerst afwassen voor je kunt gaan koken. Annet gaat meteen water koken en gewapend met een thermosfles heet water, theedoeken en afwasborstels gaat het afwasteam op pad. Het openen van het luik is even lastig en we voelen ons allebei inbrekers. ’s Avonds stuurt Nina een sms-je om te bedanken voor de afwas. Ik had het juist ingeschat. Bij hele precieze mensen moet je zoiets, denk ik, niet doen.

Maandag 28 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: kaasfondue
Even de kant op gaan is er niet meer bij als je alleen aan boord bent. Er blijft niemand aan boord dus ik moet alles afsluiten. Twee luiken dicht doen en de kajuitingang afsluiten. Normaal deed Dennis dat en pakte ik intussen de boodschappentassen en verwisselde ik de vuilniszak. Eén van ons pompte het bootje op (hij lekt een beetje) en terwijl de één de pomp opborg, deed nummer twee het bootje te water. Het bootje hangen we tegen diefstal naast de boot aan een vallijn. Nu moet ik dat allemaal alleen doen. Gelukkig planeert ons bootje als ik er alleen in zit, anders zou ik de bus nog missen. In de avond vaar ik met mijn ‘boardmade’ pastasalade naar de Rosemary. Lennert en Nina organiseren een kaasfondue. Het is erg gezellig en direct na de kaasfondue jaagt een tropische bui ons naar binnen, waar het al snel een sauna wordt, als Nina ook nog pinda’s gaat roosteren.

Zondag 27 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: naar Hato

Dennis vliegt naar Nederland

Samen met Tom en Karine van de Alcatraz neemen ik afscheid van Dennis op het vliegveldje. Hij vliegt naar Nederland. Wij brengen de middag met vrienden van Tom en Karine op het strand van Santa Cruz door. Door de regen is het water vol blubber. We eten patat bij de Grote Berg. Men zegt dat hier de lekkerste patat van het eiland is en het is inderdaad heerlijk. Het is maar goed dat we patat gegeten hebben, want het duurt nog lang voor we weer aan boord zijn. We stranden met lekkende transmissie olie. Je kunt dat spul hier bij een Chinees supermarktje kopen, maar het stroomt er net zo hard weer uit. We krijgen van de autoverhuurder een lift naar de boot.

Zaterdag 26 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: zeilen drogen, zwemmen en koffer inpakken
Gisteren zijn we in de regen met natte zeilen aangekomen. In de ochtend zijn we bezig met zeilen drogen en de high aspect fok in de zeilzak doen. ’s Middags zwemmen we in de Caracasbaai. Vreemd om hier weer te zwemmen. ’s Avonds gaan we naar Zanzibar. Jacques en Annet geven op deze chique locatie hun afscheidsborrel. Het is onvoorstelbaar hoeveel cruisers hier een auto hebben. Simon, Shelley en wij zijn de enige zonder eigen vervoer. We lopen met z’n vieren terug.

Vrijdag 25 November 2011 Van Bonaire, Kralendijk naar Curaçao, Spaanse Water
Om zeven uur hijsen we aan de mooring liggend het grootzeil en varen weg. Voor de wind met de stroom mee gaat de reis stuk sneller dan de andere kant op. Halverwege krijgen we een onweersbui over ons heen en neemt de wind van een gezellige windkracht vier toe tot een dikke zeven. We zagen hem aankomen en voor de zekerheid hadden we een rif gezet en de fok deels ingerold. Na de bui, zitten we gezellig te keuvelen als plots het grootzeil met een vaart overkomt. Ik bereid me voor op een enorme klap, maar die komt niet. De bakstag vangt het zeil op als een bedje. Toch maar weer een bulletalie gezet. Om twee uur varen we in de regen over het Spaanse Water, laten we ons anker vallen in een ankergebied wat verder van de dinghysteiger, maar met wat meer zwaairuimte. Straks alleen aan boord, heeft de zwaairuimte prioriteit boven minder ver met het bijbootje. In mijn eentje ga ik toch planerend over het water. We gaan meteen door naar de stad om in te klaren. Precies twee weken geleden, klaarden we hier uit. Ik dacht dat ik toen voor het laatst -misschien wel voor de laatste keer in mijn leven- over de pontjesbrug liep. Nu loop ik er twee weken later alweer overheen. Hoe anders kan het gaan in het leven. We komen weer in de haven als het Happy Hour al begonnen is. Het is raar om hier weer te zijn. Aan de ene kant is het heel vertrouwd, aan de andere kant hadden we hier al afscheid van genomen. We worden door iedereen hartelijk begroet.

Donderdag 24 November 2011 Bonaire, Kralendijk: Change of plans
Dennis moet onverwacht naar Nederland. Terwijl ik de boodschappen haal, boekt Dennis zijn vlucht. We gaan terug naar Curaçao. Op Bonaire betalen we tien dollar per dag aan een mooring en als de wind draait, moet je de haven in. Het Spaanse Water is een stuk beschutter, gratis en er liggen meer kennissen voor mij als achterblijver. We maken de boot vaarklaar, tanken water. Het water is op Bonaire de helft zo duur als op Curaçao. “Ga jij even uitklaren, dan maak ik het eten klaar,” zeg ik aan het eind van de middag tegen Dennis. Dennis heeft hemel en aarde moeten bewegen om zonder mij te mogen uitklaren en op voorwaarde dat we morgenvroeg vertrekken, is het gelukt.

Woensdag 23 November 2011 Bonaire, Kralendijk: duiken
Dennis oefent met Helena de PADI-duikoefeningen onder water rondom de boot. Ik zwem een rondje om de boot, maar het stroomt te hard om onbezorgd een stuk te zwemmen. Het regent de hele dag, maar voor de verandering wordt het niet erg vochtig binnen. In de ochtend regent het zo hard dat een cruiseschip een extra rondje vaart voor hij gaat aanleggen. Ik doe dat ook wel, bij ons duurt het aanleggen dan vijf minuten extra. Het cruiseschip is meteen een uur achter op schema. Aan het eind van de middag lopen we over de boulevard richting centrum. Bij de snackbar hebben we trek in patat, maar we moeten natuurlijk wel gezond eten. We gaan terug naar de boot, maken een koolsalade en gaan gewapend met een pan vol salade, borden, bestek, drinken en eigen mayonaise opnieuw naar de snackbar wandelen. Op een bankje genieten we van onze vette hap, terwijl we naar een vertrekkend cruiseschip kijken. Als het een eind op weg is, lijken de vele lichtjes wel een complete drijvende stad.

Dinsdag 22 November 2011 Bonaire, Kralendijk: naar kapper en happy hour
Het is tijd dat mijn haar geknipt wordt. Na een slechte ervaring op Dominica vind ik dat een beetje spannend. Ik kom terecht bij een winkel die knippen, massages en pedicure-werk aanbiedt. De Colombiaanse vrouw laat mij een geplastificeerd A4-tje zien als ik vraag: “Quanta costa?” Dames knippen 27 dollar, lees ik. Ik twijfel. 27 dollar is best veel, maar meer kappers heb ik in Kralendijk niet gezien. Blijkbaar ben ik lang genoeg stil, want plotseling wijst de vrouw op het tarief voor mannen: 18 dollar en daar doet ze het ook wel voor. Oké deal. Dit keer kom ik netter de kapperszaak uit dan ik er in ging. Zes weken met een petje op lopen, zoals in Dominica is nu niet nodig. ’s Avonds neemt Helena ons mee naar een strandtent naast de haven. Haar buren, twee Canadezen schuiven bij ons aan. De Canadezen passen op de 60 voeter van een rijke familie. Ik vraag haar of ze een wasmachine aan boord heeft. Die heeft ze gelukkig niet. Ik kijk haar niet begrijpend aan. Als er een wasmachine aan boord is, verwachten de eigenaren en hun familie twee keer per dag schone handdoeken en elke dag schone lakens. Zij boffen nu met een huidige werkgever. Het hele jaar zitten ze betaald op een zestig voeter, doen wat onderhoud en 30 dagen per jaar vaart de familie een stukje mee en verzorgen zij de catering en de vaart. De Canadees vertelt lyrisch over zeilen over de Great Lakes. Volgens hem moeten we er in het voorjaar vanaf New York over de Hudson en de kanalen naar toe met de mast plat. De zomer op de grote meren doorbrengen: zoet water, kleine stadjes, supervriendelijke mensen, weinig cruisers en geen mist. Dan de boot laten overwinteren en het voorjaar daarop via de Lawrence river naar Canada en daar de zomer doorbrengen. Het spreekt ons wel aan. We‘ll see.

Maandag 21 November 2011 Bonaire, Kralendijk: Boodschappen doen
We halen boodschappen en dobberen een beetje rondom de boot. ’s Avonds kijken we naar onze tweede dvd deze reis: Shawshank Redemption. Een man zit twintig jaar onschuldig in de gevangenis en het begrip ‘geïnstitutionaliseerd’ is mij nu duidelijk.

Zondag 20 November 2011 Bonaire, Kralendijk: duiken bij Klein Bonaire

Dennis en Helena gaan duiken bij Klein Bonaire

“Kun je even aanpakken,” om negen uur ligt Helena van de Merilelu met haar bijbootje achter de Bodyguard. Haar bootje zinkt bijna van de duikflessen. We laden het spul aan boord en varen met z’n drieën naar Klein Bonaire. Helena hebben we in Bequia ontmoet. Haar boot vaart onder een Finse vlag en haar Finse vriend is de scheepskas nog wat aan het spekken in zijn moederland. Helena is op Bonaire in opleiding voor duikinstructeur. Ze duikt momenteel erg vaak. Toch reageerde ze gisteren erg enthousiast toen wij vroegen of ze mee ging duiken bij Klein Bonaire. We varen naar een boei aan de Westkant: Sharon’s Serenity. Volgens het boekje geschikt voor gevorderde duikers en voor snorkelaars. Dennis en Helena verdwijnen bepakt en bezakt onder water. Ik snorkel een groot rondje om de boot. Het is mooi hier, maar niet echt spectaculair.

Dennis kijk op z'n geleende duikcomputer

Dennis en Helena komen een stuk enthousiaster dan ik het water uit. Dennis noemt het zelfs: “Eén van mijn mooiste duiken.” Na een kop erwtensoep varen we naar Leonora’s Reef aan de Noordkant. Dit boeitje ligt dichtbij de rotsen en met de af en toe overtrekkende buitjes met windschiftingen vertrouwen we dat niet helemaal. De boeien voor en achter deze boei zijn bezet. Blijkbaar is zondagmiddag een populair duiktijdstip, net als bij ons zaterdagmiddag in de Ikea. Ik weet wel wat ik leuker vind. We pikken de lijn van de boei met de naam Southwest Corner op. Dennis en Helena verdwijnen weer onder water en ik ga even liggen.

Adelaarsrog uit het boekje; in het echt is hij indrukwekkender en mooier

Aan het eind van de middag twijfel ik of ik nog zal gaan snorkelen of niet. Helena spoort mij aan om het toch maar te doen. Ik doe mijn lenzen in, trek mijn zwempak en zwemvliezen aan en zet mijn duikbril op. “Houd me in de gaten,” zeg ik tegen Dennis en Helena. "Als de stroom te sterk is, zwem ik wel naar diep water en mogen jullie me oppikken." Ik wil naar de punt van het eiland zwemmen, het ziet er daar ondiep uit. In het boekje staan bij deze duiklocatie tekens van gemiddelde tot sterke stroming. Het eerste stuk is alsof ik over een duingebied zwem. Veel zand en af en toe een ‘struik’. Hier een daar wat grote vissen. Bij de punt is het koraal prachtig. Wat ik al dacht. Plotseling zwemt er op tien meter afstand een rog van twee meter doorsnee voorbij. Deze is anders dan de roggen die ik eerder gezien heb. Hij is zwart met witte stippen, zwemt heel gracieus en heeft een enorm lange staart. Het lijkt wel een roofvogel zoals hij zwemt. Erg indrukwekkend. Wild enthousiast klim ik weer uit het water. Er stond niet veel stroom. Helena laat mij een plaatje van de rog in haar vissenboek zien. “Ja, dat was hem,” antwoord ik. ‘Adelaarsrog’ staat er bij. Een toepasselijke naam. Het is goed om te weten dat deze vis geen mensen aanvalt en dat de staart niet giftig is, in tegenstelling tot een klein puntje van zijn achterlijf.

Zaterdag 19 November 2011 Bonaire, Kralendijk: boodschappen met fiets
We hebben de vouwfietsjes weer opgegraven uit de bakskist. Het is heerlijk om weer even te trappen. Met de fiets is de supermarkt beter bereikbaar. Het is ook hier behoorlijk leeg in de schappen. Volgende week donderdag komt de nieuwe voorraad. ’s Avonds spannen we een extra hor tegen de muggen over de lijst van de deur naar de voorhut. We moeten nu via het voorluik op het voordek naar bed. Als we hier doorheen klimmen gaan er direct minstens drie muggen mee. Als de hor weer voor het luik zit, nog even jagen met de elektrische vliegenmepper, maar dan kunnen we ook heerlijk slapen zonder gezoem en zonder geprikt te worden.

Donderdag 17 November 2011 Bonaire, Kralendijk:op zoek naar internet

Even lekker afkoelen

Bonaire is voor ons niet meer wat het geweest is. In juli hadden we gratis internet vanaf de boot, nu staan alle netwerken op slot. Vier maanden geleden sliepen we met alle luiken open, nu moeten er horren voor tegen de vele muggen. In de hitte sjokken we over de boulevard op zoek naar internet. Telkens klapt Dennis de laptop even open, maar helaas. “Echt Hema!” “Hé Nederlanders!” De mensen van het cruiseschip roepen ons aan. Ik loop voor de boodschappen met een grote Hema-tas rond. De passagiers van het cruiseschip zijn duidelijk herkenbaar. Blijkbaar is de dresscode daar: witte gymschoenen en grote camera op de buik. Uiteindelijk bij het laatste hotel/restaurant kunnen we voor drie dollar een uur internetten en Dennis moeder feliciteren met haar verjaardag. In de supermarkt zijn de meeste schappen leeg. Het lijkt wel een opheffingsuitverkoop, maar dat is het niet. Ik scoor een prei. Daarnaast ligt een witte en een rode kool en dat is alle groente. De vleesafdeling heeft nog kipfilet, maar de afdeling melk en kaas is helemaal leeg. Het meisje achter de kassa zegt dat de winkel niet gaat sluiten en wijst naar haar baas als we vragen wanneer er nieuwe voorraad komt.

Woensdag 16 November 2011 Bonaire, Van noordwest punt naar Kralendijk

Onze gevaren route

Terwijl wij met onze schoenen en zonnebrillen in de wasemmer naar de kant zwemmen, gaat een groep Colombiaanse duikers onder onze boot naar het onderwaterleven kijken. Een mens wil toch altijd zijn waar hij niet is. We klimmen de kant op, verstoppen onze duikbril en zwemvliezen onder een boom en wandelen een stukje langs de kust en over de onverharde weg. We zien en horen regelmatig de papagaaitjes wegvliegen en krijsen. Na de lunch gaan we heerlijk zeilen. De komende tien mijl liggen beschut tegen de golven achter Bonaire. Wel moeten we tegen de wind in kruisen. Buitenom Klein Bonaire leggen we 15,5 mijl af. We hebben hier 6 uur over gedaan. Echt snel gaat dat niet, tegen de stroom in kruisen. Maar het was wel leuk.

Cruiseschip Grandeur of Seas voor Kralendijk

Bij Bonaire zien we een groot cruiseschip voor de kant liggen. Het is echt enorm groot in vergelijking tot de huizen op de kant. Later horen we dat er 2400 passagiers en 800 bemanningsleden op zitten. We klaren weer moeiteloos in bij de douane en immigratie. Hier zit dat gelukkig allemaal op loopafstand. We vinden het allebei leuk om weer over de boulevard te lopen. De verlichting is nieuw en geeft ons een beetje een rode gloed. Van mijn verjaardagsgeld gaan we heerlijk uit eten.

Dinsdag 15 November 2011 Van Klein Curaçao naar Bonaire

Bodyguard aan mooring voor noordwest Bonaire

In 2008 spraken we in Spanje een Ier die al twintig jaar samen met z’n vrouw aan het cruisen was. Toen wij vertelden dat we op een goede wind wachten om naar Nederland terug te gaan, zei hij: “Go West my dear, just go West.” Nu snappen we des te beter waarom. Van Bonaire naar Klein Curaçao was even tikken. En we gingen inderdaad naar het westen. Nu moeten we naar het oosten: tegen de wind en de stroom in. De afstand is maar 21 mijl, we zien Bonaire gewoon liggen. Er waait een oostenwind, windkracht 4 en dit keer varen we zonder rif. We voelen ons, na twee dagen hobbelen achter Klein Curaçao, minder katterig dan drie dagen geleden tijdens ons ritje van Curaçao naar Klein Curaçao. Dit keer heb ik het ook wat beter voorbereid. Knäckebröd per stuk belegd en verpakt in de koelkast, flesje water onder handbereik en tussen de middag een kop erwtensoep.

Rotskust begroeid met cactussen

Na zeven uur varen hebben we 28 mijl op de teller staan en maken we vast aan een kleine mooring, bedoeld voor het maken van duiken. Je mag twee uur aan zo’n mooring liggen. Het is nu half vijf en om zes uur gaat de zon onder. Geen last van andere boten en zo ver van Kralendijk –we liggen helmaal aan de noordwestkant- verwachten we ook geen controle. We liggen in een baai met prachtige rotsen, heuvels met cactussen en horen veel vogels. Af en toe horen we papagaaien krijsen. We gaan direct een tijdje snorkelen.

Maandag 14 November 2011 Klein Curaçao: Just another day in paradise

Bodyguard voor anker voor Klein Curaçao

Bam kedang boem. We denderen met een grote rubberboot met harde bodem en een dikke 40 pk buitenboordmotor van een golf af. Ik gebaar dat het wat zachter moet. Ik stuiter bijna uit de boot. We varen een rondje om Klein Curaçao. Iets rustiger vind ik leuker. Zo heb ik ruim de tijd om naar het eilandje te kijken. Ik zie Curaçao liggen en Bonaire. Het is erg helder. Aan de andere kant van Klein Curaçao zie ik de mast van Bodyguard zachtjes heen en weer schommelen. We racen verder langs de wrakken aan de oostkant. Eenmaal weer in de beschutting van het eiland gaat het gas helemaal open en mogen ik en Dennis ook even sturen. Zo’n grote buitenboordmotor is toch duidelijk meer een mannending. De rest van de dag genieten we vanuit de kuip van het eiland. Beetje lezen, beetje zwemmen en weer even lezen en zwemmen. Zwemmen is geen gewoon zwemmen. We zwemmen in kristalhelder water en onder onze boot is net het of we naar een natuuropname kijken. Er zitten inmiddels een paar duizend grijze vissen van zo’n tien centimeter lengte onder onze boot. Ze vormen samen een wolk en blijven dicht bij elkaar. Als er een grote vis tussendoor zwemt, maken de vissen in de wolk een gat voor hem. Geen enkele vis zwemt uit de toom. Prachtig om te zien.

Zondag 13 November 2011 Klein Curaçao: Veel regen

Regen in de ochtend, we vangen 30 liter water op

“Tidie tidie tie,” om half zeven loopt de wekker af. We willen voor de warmte een stuk over het eiland lopen. Het regent, onweert en de éne donkere lucht na de andere kondigt zich aan. Niet echt wandelweer. We ritsen een flap aan de bimini, slaan deze dubbel en vangen zo dertig liter water op. Dennis is buiten met een bezem in de weer. Ik boen binnen de vloer. Rond elf uur, het heetst van de dag, zwemmen we naar het strand. We wandelen een stuk naar het noorden. We lopen langs een rotskust. De golven hebben de rotsen helemaal ondergraven. Soms is er een gat in de rotsen waar het water bij een golf uitspuit, een gaaf gezicht. We lopen in onze zwembroek en uv-shirt. We hebben het net niet koud. De dagjesmensen die vandaag met de Mermaid en Jona Lisa naar Klein Curaçao zijn gekomen, treffen het niet. Het azuurblauwe water is door het gebrek aan zon, gewoon blauw en op het strand liggen in de regen is geen pretje.

Onderkomen Mermaid

Als de dagjesmensen weer weg zijn, gaan wij weer naar het onderkomen van de Mermaid voor een praatje met Conchita en een koud drankje. Omdat we niet alleen willen consumeren, help ik met het opruimen van de lege plastic glazen en het aanvegen van de vloer, terwijl Dennis op Bodyguard via de korte golf met zijn vader praat. Na het vegen nemen we een kop koffie cq. warme chocolademelk. Conchita en ik worden belaagd door kleine prikbeestjes. We rennen met de kopjes in de hand naar het strand. Hier staat een beetje wind en waaien ze weg, de meeste dan. In een rieten stoel met uitzicht op Bodyguard en de ondergaande zon, bedenken we dat het hier een paradijselijke plek is.

Zaterdag 12 November 2011 Curaçao, Van Spaanse Water naar Klein Curaçao

Bodyguard nadert Klein Curaçao

Vier maanden hebben we niet met Bodyguard gezeild. Het afgelopen jaar hebben we nauwelijks aan de wind gezeild. We gaan nu voor het eerst weer met onze high aspect fok aan de wind zeilen. Het is alsof we in het voorjaar weer voor het eerst gaan zeilen. Het voelt een beetje onwennig. Alleen gaan we nu niet op het Hollands Diep varen, maar gaan we direct de Caribische Zee op. Klein Curaçao is ons doel. Recht in de wind, twaalf mijl van ons verwijderd. Half juli deden we dit in omgekeerde volgorde in twee uur. Nu zullen we tegen de wind en stroom in moeten boxen. De eerste slag gaat goed. In één keer hoog aan de wind tot bij Fuikbaai. Hier draait de wind en moeten we steeds meer afvallen. Er staat en windkracht vijf, maar schijterig als we zijn, zitten er twee riffen in. Al snel zijn we allebei te katterig om er een rif uit te halen. De laatste slag vlak onder Curaçao is kicken. De wind trekt wat aan en met een knik in de schoot halen we de zeven knopen op vlak water. Voor ons gevoel gaan we keihard. Een kite-surfer haalt ons in alsof we stilstaan. In vier meter diep water laten we het anker vallen. We zijn na vijf uur boxen tegen wind en golven in een compleet andere wereld beland: azuurblauw water, hagelwitstrand. De toeristen van de Mermaid en de Jona Lisa worden alweer ingeladen. Wij blijven met een paar kleine vissersbootjes achter. We duiken het water in en drinken weer een ijskoud biertje bij de achtergebleven beheerder, Conchita, van de Mermaid-accommodatie (een gebouwtjes en wat parasols van bananenbladeren). Het is een gezellig weerzien.

Vrijdag 11 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: Uitklaren
Om half negen staan we op de bus naar Willemstad te wachten om uit te klaren. Om negen uur staan we nog steeds op de bus te wachten. Om één minuut over negen besluiten we te gaan liften en om vijf over negen zitten we in een dikke four wheel drive en worden we voor de pontjesbrug afgezet. Ik heb mijn nieuwe rokje aan en dat voelt echt anders dan een korte broek, veel vrouwelijker en zelfs een beetje sexy. Het is superhandig als je even snel moet plassen achter een bosje. Dat ik dat nooit eerder gedaan heb. We lopen naar de havenautoriteiten en vragen om een ankervergunning. Afgelopen dinsdag hoorden we van de Kustwacht dat we een ankervergunning moeten halen bij de havenautoriteiten om bij Klein Curaçao te mogen ankeren. Afgelopen dinsdag in Fuikbaai hadden wij geen ankervergunning en daar deed de Kustwacht gelukkig niet echt moeilijk over. Dit keer willen we het netjes regelen. Aan de muur van de havenautoriteiten hangt trots een kwaliteitscertificaat. Dat kunnen ze beter weghalen, want de ‘ketenpartners’ douane en Kustwacht vertellen heel andere verhalen dan zij. Van de havenmeester mogen we namelijk helemaal niet naar Klein Curaçao en we krijgen er ook geen vergunning voor. We hebben ons best gedaan. Voor de laatste keer lopen we over de pontjesbrug. Het blijft leuk. We checken uit bij de douane en laten de beambte de groeten doen aan Guans broer, dhr. Martina. Met nog wat laatste verse groenten van de drijvende markt stappen we in de bus van elf uur. Dit keer rijdt hij keurig op tijd. We lunchen en maken onze high aspect fok er op. Ik verheug me er op weer met dit fantastische zeil aan de wind te zeilen. Maar ik moet nog even wachten. Om drie uur zijn we allebei moe en hakken we de ‘knoop door. We gaan morgen. Toen we hier net kwamen moesten we altijd lachen om werkende ‘locals. Als er vier met een bezem stonden, zaten er twee in de schaduw en waren er twee aan het vegen. Totdat je zelf iets anders gaat doen dan op een terrasje zitten of in het water liggen. ’s Middags gaat hier gewoon je kaarsje uit.

Donderdag 10 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: Vrouwendagje met Annette en ramen in buiskap

Luchen met Annette van Panache bij de Gouverneur in Otra Banda

Uitzicht vanaf terras Gouverneur naar Handelskade

Terwijl Dennis de ramen in de buiskap maakt, ga ik een dagje met Annette van de Panache naar de stad. We gaan shoppen. Gezellig kletsend lopen we door de winkelstraat. Plotseling sleurt Annette me een modezaak in. “Hier moeten we maar eens kijken,” zegt ze. “O ja,” bedenk ik, “ik was hier met een missie: een rokje kopen.” Liever was ik lekker doorgelopen en ergens op een terrasje gaan zitten in plaats van jurken passen. Voor je het weet loop je op de boot en op de kant altijd in een korte broek. Annette en Shelley hadden op mijn verjaardag allebei een rokje of jurkje aan en dat ziet er toch wel een stuk vrouwelijker en leuker uit. Dat wil ik ook. Ze zeggen wel ‘hoe ouder hoe gekker’ maar bij mij lijkt het wel hoe ouder hoe normaler. Annette speelt vandaag voor mijn personal shopping assistent. Geroutineerd laat ze een paar jurkjes zien en aan de hand van mijn: te bloot, te roze, te veel decolleté weet ze snel mijn smaak te achterhalen. Als (creatief) schilder vertrouw ik qua kleur helemaal op haar. Een wel aardig jurkje voor nog geen negen euro koop ik toch niet, omdat Annette heel kritisch vraagt: “Ga je dit ook echt aan doen?” Een jurk van 90 dollar staat fantastisch maar dat past echt niet meer in mijn cruisers budget. Uiteindelijk koop ik een sportief kort rokje waar ik me helemaal happy in voel. Mission completed. Ik trakteer ons op een lunch bij de Gouverneur. Heerlijk zo’n vrouwendagje. Als ik terugkom heeft Dennis bijna alle ruiten van de buiskap er in zitten. De arme ziel is bijna oververhit en gaat even plonzen.

Woensdag 9 November 2011 Curaçao, Van Fuikbaai naar Spaanse Water

Fuikbaai, foto van internet

“We kunnen altijd zeggen dat we getracht hebben lopend een ankervergunning te bemachtigen,” zeggen we tegen elkaar als we een klein wandelingetje bij Fuikbaai maken. Vanaf het strand zijn we over een onverhard pad naar een weg gelopen. Onderweg zien we papagaaitjes in de bomen zitten. Langs de kant van de weg groeien passiebloemen als ‘onkruid’. Het is best mooi en vanaf boven ziet Fuikbaai er idyllisch uit. Maar wat is het heet. We gaan snel weer terug en even afkoelen in het water voor we terugroeien. Van Tom mag ik mijn was komen brengen. Ik hoop eigenlijk altijd dat iemand mijn was wil doen, maar dat ooit een stoere motorrijder mijn was zou doen, had ik nooit verwacht. Tom heeft een wasmachine aan boord en hij moet toch stroom draaien. De was komt er keurig schoon weer uit. Dat zijn de betere deals. Dennis helpt iemand en die persoon wast of kookt voor mij. Na de lunch zeilen we voor de wind braaf terug naar het Spaanse Water. De Minor die we kennen van Tobago Cays is inmiddels gearriveerd en een gezellige borrel volgt. ’s Avonds bespreken we onze korte termijn plannen. We gaan via Klein Curaçao naar Bonaire. Vanaf Bonaire gaan we via de Venezolaanse eilanden: Avis en Los Roques nog wat verder naar het oosten om vanaf daar de slag naar het noorden, ongeveer St. Maarten, te maken. De laatste tocht zal pittig zijn. Hoog aan de wind tegen de stroom in. De verdere plannen: Cuba en Amerikaanse Oostkust vullen we wel weer in als we in St. Maarten zijn.

Dinsdag 8 November 2011 Curaçao, Fuikbaai: Onderwaterschip schoonmaken en bezoek van Kustwacht

Alcatraz vaart Fuikbaai binnen

Al vroeg liggen we in het water om met een schuursponsje alle aangroei te verwijderen. Als lunch komen Simon en Shelley een board-made zoutloos en vegetarisch soepje eten. Het is bijna niet te geloven dat zo’n soep ook nog lekker is. ’s Middags komt Tom met de Alcatraz. Dennis stapt bij hem op om zijn nieuwe kompas te kalibreren. ’s Avonds is het een Nederlandse kolonie in Fuikbaai. Vier Nederlandse boten (Bodyguard, Northwind, Colombe en Alcatraz). De Kustwacht komt een kijkje nemen. We hebben geen van allen een ankervergunning. De Kustwacht doet niet echt moeilijk, maar we moeten morgenochtend wel vertrekken. Ik vraag of we voor Klein Curaçao ook een akervergunning moeten hebben. “Ja,” antwoorden de mannen die bij ons aan boord gestapt zijn, “die kunt u bij de havenautoriteiten zo ophalen.”

Maandag 7 November 2011 Curaçao, Van Spaanse Water naar Fuikbaai: Eten bij Shelley en Simon
“Kchh kchh,” zegt de voetpomp als ik probeer mijn handen te wassen. We hebben ruim vier weken met de vijf honderd liter gedaan die we in Seru Boca Marina getankt hebben. Tussendoor hebben we dertig liter regenwater opgevangen en honderd liter in Jerrycans bijgehaald. De hoofdtank die we voor afwas en handen wassen gebruiken is nu echt leeg. We weten dat sinds gisterenavond maar toch staan we elke keer weer hoopvol op het pedaal te trappen. Er vaart hier een waterboot rond. Deze kun je een dag tevoren via de marifoon oproepen. Op dinsdag en vrijdag komen zij het water dan afleveren. Dit water kost 0,12 NAF per liter. Bij internetcafé en gemakstore Sammy’s kost water 0,08 NAF per liter maar hier moet je het in jerrycans vervoeren.

Northwind van Shelley in Fuikbaai

Wij willen graag water direct uit de kraan en verwachten bij Curaçao Marina een lage prijs. Helaas: 0,15 NAF per liter. We vullen onze wasemmer en jerrycans voor douchewater en doen vervolgens 400 liter in de hoofdtank. Na elke 50 liter draai ik de kraan dicht en zet Dennis een streepje op de watertank. Nu weten we eindelijk hoeveel er nog inzit als we op het peilglas kijken. En zoals we altijd al dachten, eenmaal onderin zit er veel ruimte tussen de streepjes en lijkt het meer dan het is. Op de motor varen we naar Fuikbaai. In vroegere tijden zouden we dit zeilen, maar nu moeten de accu’s bijgeladen worden. (Ja ja ahum. red.) We zien net als de vorige keer de Grand Banks 'C’est la vie' weer liggen. We zwemmen naar hen toe. Op de oceaan zien we de zeiltjes van Northwind van Shelley aankomen. We stappen samen met Martin in de dinghy en varen Shelley tegemoet. Dennis en ik stappen over en varen een stukje met haar mee. In de avond eten we gezellig van het heerlijke door Shelley bereide eten. Het is weer als altijd. Er liggen drie boten in een baai en we zitten met z’n allen op de kleinste.

Zondag 6 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: Vlooienmarkt
“How much do you want for this,” vraagt een vrouw. We staan op de vismarkt die vandaag dienst doet als vlooienmarkt. Het was al weken op de marifoon aangekonigd. Norman zou zijn tent voor drank openen en veel lokalen zouden hun spullen hier komen verkopen. Cruisers krgen ook de gelegenheid om spulletjes te kopen en verkopen. Wij staan met onze splinternieuwe one size fits all or none Plastimo bimini, een muggenlamp en een ventilator op de markt. Er zijn meer verkopers dan kopers. We zien alleen maar cruisers en Normans cafeetje blijft dicht. Het is wel erg gezellig. We geven hier en daar wat spul weg maar helaas gaat onze inmiddels aardig in de weg liggende bimini weer terug naar de boot.

Zaterdag 5 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: Regendag
Ik heb mijn zwempak al aan en lenzen al in als het begint te onweren. We gaan toch maar even niet zwemmenn. Het onweer wordt steeds harder en komt steeds dichterbij. De boten draaien twee rondjes achter hun ankers en dat gaat gelukkig allemaal goed. Er zijn veel boten vertrokken en iedereen heeft wat meer ‘swing-ruimte’. De luiken zijn dicht. Binnen is het warm en vochtig. Zo’n dag kun je in de Carieb beter overslaan. Het regent langdurig maar niet echt hard. We vangen slechts vijftien liter douchewater op. Aan het eind van de middag moet ik nog even bewegen en roei ik naar Jacques en Annette op de Panache. Ik had hun boot nog niet van binnen gezien en bewonder de ruimte op een 50 voeter. Jacques bakt popcorn en komt een drankje later met gesneden groenten en heerlijk sausje naar buiten. Wat een verwennerij!

Vrijdag 4 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: Boodschappen doen
Gisteren deden we nieuwe benzine in de buitenboordmotor en daarna stopte hij er mee. Geen leven meer in te krijgen. Een paar Zweden sleepten ons naar het internetcafé en de skype-afspraak met mijn ouders kon doorgaan. Op de terugweg deed hij het na een flink aantal keer trekken weer. Terwijl ik boodschappen ga doen met de shopping bus, gaat Dennis met de normale bus de stad in voor een nieuwe bougie en pakking. We hebben eerder in de stad de Yamaha winkel gezien. De winkel blijkt verhuisd en Dennis loopt de halve stad door naar de nieuwe locatie. Ik kom met allemaal lekkere dingen aan boord en zit even later in mijn eentje te lunchen. Dat is lang niet zo gezellig. ’s Middags plonzen we nog even in de Caracasbaai. Tijdens het Happy Hour val ik zo wat om van de slaap. Twee maal uit eten in een week, twee dagen Koninklijk bezoek en jarig zijn, hakt er blijkbaar wel in. Ben van de Giggles geeft mij een lift naar Bodyguard.

Donderdag 3 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: Jarig
“Gefeliciteerd met je 43ste verjaardag,” zegt Dennis om zeven uur ’s ochtends en ik krijg een boek. Tot mijn schrik bedenk ik dat we dit boek al hebben. Hij zou toch niet….? “Kijk maar op de bladzijde die nu bij je leeftijd hoort.” Ik vind een tegoedbon voor een E-reader. Geweldig! Er staat een heerlijk ontbijt met versgeperste jus d’orange in de kuip klaar. We gaan met een rustige shopping bus naar de winkels. Bij twee watersportzaken kijken we naar een pilot van Cuba en/of de Amerikaanse oostkust. Er zijn niet veel boeken. We vinden één pilot van Cuba maar die is in 1999 voor het laatst gereviseerd. Ik houd mijn geld nog in mijn zak tot St. Maarten. Voor het eerst van mijn leven zwem ik op mijn verjaardag in buitenwater. Vorig jaar waren we in Marokko. Daar maakten we een strandwandeling, maar het water vonden we te vies om in te zwemmen. Zwemmen op mijn verjaardag. Mijn dag kan al niet meer stuk. In de middag skypen we vanuit een internetcafé met de ouders. Mijn ouders vieren mijn verjaardag met visite zonder mij. Het regent felicitaties over de e-mail, chat en sms. Wat zijn jullie allemaal attent. Dank jullie wel! Ik voel me helemaal jarig.

Verjaardagsbezoek, met klok mee: Dennis, Shelley, Jaques, Ank, Tom, Simon, Annette

Cadeaus; toepasselijke foto van het Koninklijk bezoek van Simon en Shelley

Lang heb ik zitten twijfelen of ik mijn verjaardag met een borrel aan boord zou vieren of samen met Dennis op de kant uit eten zou gaan. Eigenlijk wilde ik allebei en we besloten ons bezoek mee uit eten te vragen. In Nederland ga je aan een etentje met zeven man zo ongeveer failliet. Hier is dat best te doen. We hebben een tafel gereserveerd bij een tentje hier aan het water. Als we aankomen is het hele terras leeg en het ziet er verdacht stil uit. “Ayer he reservado para hoy,” de vrouw begint erg druk te doen en sorry sorry te zeggen. Er wordt vandaag geen eten gemaakt het gas is op. Daar sta je dan. Koortsachtig denk ik na. Ik heb nog een witte kool, wortel en hamburgers. Witte koolsalade met patat? Dennis loopt intussen naar een eettent aan de Caracasbaai. Ondertussen arriveren Simon en Shelley. Zij zijn onze vaste verjaardagsbezoekers. Een half jaar geleden vierden we Dennis verjaardag met hen op Tobago Cays. Tom van de Alcatraz klimt uit zijn bijbootje en Jacques en Annette komen aanvaren. Dennis is intussen terug met goed nieuws. We kunnen aan de Caracasbaai terecht. We strijken neer bij een tent met uitzicht op de Caracasbaai. Het is hier eigenlijk veel leuker dan bij de gereserveerde zaak. Aan de tafel naast ons zit een grote familie. Daar zijn twee mensen jarig. Ze zingen ritmische liedjes in Papiaments. Hetzelfde liedje doen ze nogmaals, maar dan klinkt ‘wij willen taart.’ We eten heerlijk, nemen koffie en thee als toetje en gaan daarna weer vrolijk verder met bier. Een geweldige verjaardag.

Woensdag 2 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: Koninklijk bezoek in Barber

Koninklijk bezoek stapt uit bus in Barber

Koningin Beatrix in Barber

Dag twee van het Koningklijk bezoek. Gisteravond hebben we het Koningklijk gezelschap niet echt goed kunnen zien en ook de foto's zijn op grote afstand genomen. Eigenlijk willen we vandaag toch naar het plaatsje Barber om te proberen het gezelschap in een wat intiemere omgeving te ontmoeten. Na wat rondvragen en tevergeefs bellen voor een huurauto biedt een medezeiler uitkomst. We mogen zijn auto gebruiken. Snel, later blijkt iets te snel, pakken we onze tassen in en gaan op pad. Een kwartier voor schema aankomst van het Koninklijk bezoek zijn we in Barber. We zien schoolkinderen staan en wat politieagenten. We rijden in een gigantisch bakbeest van een auto, Chevrolet Blazer, maar parkeren is hier geen enkel probleem. Sterker nog we parkeren twee meter van de plek waar de Koningin met haar gevolg uit de bus zal gaan stappen. Dennis wil alvast een foto van de wachtende scholkinderen maken. Het zijn zulke dropjes in hun uniformpjes. “Shit,” roept Dennis, “Shit shit shit, er zit geen memorycard in mijn fototoetstel. Hij zit nog in de computer.” Ik heb met mijn lief te doen. Hij stond er helemaal klaar voor. Ik vraag aan mensen met fototoestellen of ze een reserve memorycard hebben of ze deze willen verkopen. Niemand wil dat natuurlijk op een moment als dit. Een Nederlands stel dat hier toevallig met een huurauto is, heeft medelijden met ons. Zij sturen na hun vakantie hun foto’s naar ons op. We zullen ze dan alsnog toevoegen. De huidige foto’s zijn van internet geplukt. Dennis is wel op de achtergrond te zien. Het bewijs dat we er echt wel waren.

Prinses Maxima bekijkt lokale produkten

Dennis staat op achtergrond

We hebben de Nederlandse vlag meegenomen en staan wapperend met de vlag op de bus te wachten. Persfotografen maken foto’s van ons. Zij wel. De Koningin, Prins Willem-Alexander en Prinses Maxima stappen werkelijk recht voor onze neus uit de bus. “Wat een geweldig ontvangst,” zegt Willem-Alexander terwijl hij naar ons met de vlag knikt. We lopen met het drietal mee achter de schoolkinderen langs en luisteren samen naar het Wilhelmus dat kinderen op muziekinstrumenten spelen. We zouden honderden foto’s op maximaal vijf meter afstand kunnen maken, maar helaas …. We genieten maar van het moment. Later kunnen we zelfs met de schoolkinderen meelopen een plein op waar allerlei optredens zijn. Willem-Alexander en Maxima kijken naar een ander optreden dan de Koningin. Wij gaan met de jongeren mee. Dennis gaat later de Koningin weer opzoeken en schrikt een beetje als hij onder een tent om zich heen kijkt en pal naast haar blijkt te staan. Als Koningin Beatrix, Prins Willem-Alexander en Prinses Maxima weer in de bus stappen, sta ik net zo enthousiast als de schoolkinderen mee uit te zwaaien. Het was een geweldig moment en het was net alsof we met een stel goede vrienden naar een cultureel evenement waren. Alleen hadden wij meer oog voor ‘de vrienden’ dan voor de optredens.

Daaibooi baai

Via Daaibooi Baai rijden we terug naar Willemstad. In Daaibooi Baai gaan we even zwemmen. Het is een leuk baaitje met op het strand een aantal parasols van bananenbladeren en één strandtent die zowaar open is. We zwemmen een stuk langs de rotsen en genieten van het verfrissende heldere water. Het onderwaterleven is niet echt spectaculair, maar wel aardig. De rotsen waar we langs zwemmen zijn imposant en net op de waterlijn helemaal weggesleten. Op het strand is een douche, maar hoe gaat deze aan. Ik loop er een rondje omheen. “Je kunt er nog wel een rondje om lopen, maar voor water moet je er gewoon een kwartje in doen,” roept de man uit de standtent. Dat hebben we er wel voor over om het zout van ons af te spoelen. Dit zouden ze bij elk strand moeten maken. Voor nog geen vijf euro eten en drinken we samen wat op het terrasje van de strandtent. Dat zijn nog eens schappelijke prijzen. In de stad bezoeken we nog een paar elektronicawinkels die zonder auto onbereikbaar zijn. We raken aan de praat met een lokale zendamateur en vanavond moet Dennis zich inmelden in het lokale amateur-net. Inderdaad heeft Dennis ’s avonds een paar leuke gesprekken met lokale zendamateurs die het weer geweldig vinden om met iemand aan boord van een schip te spreken.

Dinsdag 1 November 2011 Curaçao, Spaanse Water: Koninklijk bezoek in Willemstad

Schoolkinderen hebben zojuist naar het Koninklijk bezoek gezwaaid

Op zoek naar het programma in de krant

Toen we in september in Nederland waren, hoorden we dat Koningin Beatrix samen met Prins Willem-Alexander en Prinses Maxima alle Nederlandse gebieden in de Carieb zou bezoeken. Het leek ons leuk om daar bij te zijn. We wilden het koninklijk gezelschap in Aruba meemaken, maar door een ‘tropische wave’ met onstabiel weer, lukte dat niet. We zijn in Curaçao blijven wachten tot Beatrix, Willem-Alexander en Maxima hier zouden zijn. We struinen het internet af, bekijken de lokale kranten, maar we kunnen nergens een programma vinden. We weten ongeveer wat ze gaan doen, maar nergens staan er tijden bij. Samen met Jaques en Annette van de Panache gaan we op goed geluk naar Willemstad. We zien een groep schoolkinderen in uniform met vlaggetjes. Die gaan vast naar de Koningin zwaaien. “Ze zijn net voorbij, het was erg mooi,” vertelt een leraar. Bij café Wilhelmina drinken we koffie en bekijken we het Antilliaans dagblad. Ook hier in: bezoek aan het Fort, bezoek aan een school, bezoek aan hotel waar leerlingen het vak leren en ’s avonds een cultureel feest op het Brionplein. Maar nergens een indicatie van tijd. We besluiten ’s avonds naar het feest te gaan. Jaques en Annette laten ons een leuk kunstwinkeltje zien. Waar raken aan de praat met de kunstenares en zij laat ons een lokale krant in het Papiaments zien. Eindelijk hebben we een programma met tijden en met een beetje Spaanse kennis kunnen we dit wel ontcijferen. We maken een foto van de krant en gaan even terug naar de boten.

Pontjesbrug by night

Handelskade by night

Aan het eind van de middag rijden we naar restaurant de ‘Tropen’. Hier serveren ze twaalf gerechten voor twaalf gulden. We eten lekker en komen even later op een vol Brionplein aan. De Koninklijke bus arriveert ook net en wij mogen van de politie niet dichterbij komen. Vanaf een grote afstand aanschouwen we Beatrix met zoon en schoondochter luisterend naar een orkest.

Koningin Beatrix en Prins Willem-Alexander

Cultureel optreden voor het Koninklijk gezelschap

We lopen om het plein heen en vanaf hier komen we steeds verder vooraan te staan en zien we onze drie favorieten schilderijen bewonderen en kijken en luisteren naar allerlei muzikale optredens. De optredens variëren van het nazingen van ‘De meeste dromen zijn bedrog’ van Marco Borsato tot zeer ritmische muziek en een wild dansende man met peniskoker.

Koninklijk trio kijkt en luistert vanuit tent naar optredens

Grote schermen voor publiek

Simon en Shelly voegen zich bij ons en met z’n zessen rijden we terug.

Maandag 31 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: Grootzeil er op maken
In de ochtend hijs ik Dennis de mast in. Hij controleert of alles nog goed vast zit, smeert de blokken en maakt de bakstagen en de vlaggenlijntjes er weer in. Ik ben altijd blij als mijn lief weer heelhuids op het dek staat. Simon komt onze Plastimo bimini op halen om op zijn boot te passen en blijft gezellig koffie drinken. Hij en Shelley varen allebei solo. Ze staan voor een moeilijke beslissing: samen solo naar huis of één boot achterlaten en samen de Pacific over. Pas aan het eind van de middag als de ergste hitte weer wat verdwenen is, maken we het grootzeil op de giek en in de mast. De lange zeillatten verhuizen vanuit de giek naar in het zeil. Huik er op en Bodyguard ziet er weer een stuk meer uit als een zeilboot. En wat een ruimte hebben we nu in de achterhut. We hebben nog net een half uurtje om te zwemmen in de Caracasbaai. Er staat veel politie bij ons zwemstekje. Morgen zullen we in de krant lezen dat daar het lichaam van een dode man gevonden is, waarschijnlijk "zelfmoord". Met zelfmoord wordt hier vaak een afrekening in het criminele circuit bedoeld, maar dat heeft een slechte uitstraling.

Zondag 30 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: Yoga en zwemmen
Vandaag is het echt een zondag. Met een klein groepje doen we wat rustige yoga oefeningen en praten nog wat na. Daarna gaan we met Annette van de Panache zwemmen in de Caracasbaai. Veel lokale mensen doen hetzelfde als wij.

Zaterdag 29 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: boodschappen en werken

Boterham met zelfgemaakt hamburger … heerlijk

Terwijl Dennis hard aan het werk is, haal ik de boodschappen. Voor de lunch maak ik boterhammen met zelf gemaakte hamburgers. Voor de lezers waarbij het water nu in de mond loopt: 2 ons rundergehakt, fijn gesneden uitje, 2 eetlepels tomatenketchup, zout, peper, eetlepel fijngehakte peterselie. Allemaal door elkaar mengen, even bakken. Heerlijk!

Vrijdag 28 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: klussen
Het is voor mij altijd moeilijk om in plaats van te zwemmen of op stap te gaan te gaan klussen. Inmiddels begin ik een beetje te leren dat ik daar af en toe tijd voor in moet ruimen en dat de noodzakelijke dingen niet af komen als je het ‘even tussendoor’ probeert te doen. Al dagen staat de naaimachine op tafel. Hij neemt ontzettend veel ruimte in. En dat alleen maar omdat ik een paar stukje klittenband aan elkaar moet naaien. Aan de buitenkant van onze kajuit heb ik screens gemaakt die de zon buiten moeten houden. De screens zitten met klittenband op hun plek. Het klittenband dat op de boot geplakt is laat los. Het plaksel houdt wel, maar het klittenband houdt niet meer aan z’n eigen plaksel. Nu naai ik dat vast. Een klusje van een paar uurtjes, maar je moet het wel even doen. Vandaag dus. Onze bimini klappert als het hard waait. En nu de naaimachine er toch staat, halen we de bimini van de buizen af en naai ik twee lusjes aan de zijkant. Einde klapperen. Ik trots op mezelf. Dat dan weer wel.

Donderdag 27 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: snorkelen bij Directeurs Baai

Directeursbaai

Onderwaterleven bij Curaçao

We wandelen langs de Caracasbaai naar de Directeursbaai. Deze baai was tot 1985 het privéstrand van de Shell directeur. Toen Shell het eiland verliet is dit strand, als onderdeel van de gehele Shell boedel, overgedragen aan het eilandgebied Curaçao. Het verhaal gaat dat toen koningin Juliana het eiland bezocht, Shell speciaal voor haar hier een zwembad heeft laten bouwen, zodat zij zonder gevaar en met gegarandeerde privacy in zee kon zwemmen. De stalen palen van dit zwembad zijn nog aanwezig (zie foto). We lopen er met een omweg heen. De wegen zijn overwoekerd met struiken en we zien veel hagedissen wegschieten. Het water bij het strandje is een aangename verkoeling, want het is inmiddels flink heet geworden. Het water is kristalhelder en het onderwaterleven is weer schitterend. Ik krijg kramp in mijn kuiten van de zwemvliezen en blijf in de buurt van het strandje. Dennis gaat even op en neer naar het gezonken sleepbootje. Halverwege wordt hij door de Nederlandse Marine uit het water gehaald en gefouilleerd. Hij zag er verdacht uit en de bemanning op de HM Pelikaan vertrouwde de snelle zwemmer niet.
Terug bij de boot komen Simon met de Colombe en Shelly met de Northwind binnenvaren. Zij gaan vlakbij ons voor anker. Net als een half jaar geleden in Bequia verwelkomen wij hen met een koud biertje.

Woensdag 26 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: Klusdag

Ladingstoestand na twee dagen met weinig zon

Nog voor half acht zit ik in het bijbootje met een enorme zak wasgoed. Tweeënhalve week heb ik niets gewassen, nog geen onderbroek uitgespoeld. Maar nu wordt de berg echt te groot. Over het vlakke water sjees ik in plané naar Seru Boca. Ik geniet van de heerlijke koele vaarwind. Ik dacht dat ik nog een wasmuntje had, maar het is helaas een verkeerd muntje. Ik wacht een kwartier tot het havenkantoor open gaat en koop dan twee nieuwe muntjes. Officieel mag je hier alleen wassen als je hier met de boot ligt, maar wij hebben hier bijna drie maanden gelegen dus ach …. Het regent zachtjes en ik besluit niet moeilijk te doen. Witte en bonte was gaan gezellig samen in de wasmachine en daarna hup de hele handel in de droger. Alleen een paar nette shirtjes was ik even met de hand. Twee Flairs en een Libelle later is de was klaar en vaar ik terug naar Bodyguard. Dennis heeft daar inmiddels de hele bakskist in de kuip uitgestald en het is een enorme herrie, want het aggregaat draait. Ik vind het niet erg om direct door te varen naar het shopping busje. Om één uur zitten we aan mijn zelfgemaakte tomatensoep en heb ik én de was én de boodschappen gedaan. Een waar record voor hier.
Dennis is helemaal blij dat de accu’s vol zijn. De settings van de accumonitor zijn in orde en de laadtoestand wordt automatisch op 100% gezet. We hebben nu een metertje waarop we kunnen zien hoe vol de accu’s zijn,hoeveel ampère de zonnepanelen leveren en hoeveel stroom we verbruiken. Om echt energie te besparen zou zoiets in elk huis moeten zitten.

Dinsdag 25 Oktober 2011 Curaçao, Van Fuikbaai naar Spaanse Water

Bodyguard verlaat Fuikbaai

De halve dag zijn we bezig met het boenen van het onderwaterschip. Dennis doet met perslucht de kiel, het roer, de schroef, de koelpijpen en het diepe onderwaterschip. Ik boen vanuit het bijbootje de waterlijn en doe de eerste 40 cm onder water met mijn snorkelspullen. De meeste aangroei boenen we er met een pannensponsje van af, maar af en toe moeten we flink steken met onze kunststof spatels (gehard stalen voor de schroef) om de pokken te verwijderen. Helemaal gerimpeld komen we uit het water. De Fuikbaai hebben we af en toe helemaal voor ons zelf en delen we af en toe met een lokale visser of speedboot. Aan het eind van de middag varen we in een uurtje terug naar het Spaanse Water en schuiven we aan bij de heerlijke biefstuk met boontjes en aardappelen van Karine. Een prima deal vind ik dat altijd: Dennis helpt iemand op technisch vlak, dit keer het aansluiten van een marifoon, en ik hoef niet te koken.

Maandag 24 Oktober 2011 Curaçao, Van Spaanse Water naar Fuikbaai

Fukbaai, de ingang ligt meer naar rechts

Bodyguard voor anker in Fuikbaai

Op de weer websites zien we slecht weer aankomen: veel regen, kleine windstoten en draaiende winden. De ankerplaats waar wij liggen is vol. Zolang de wind uit één richting komt, gaat dat goed. Zodra de wind gaat draaien, zijn alle ankerkettingen verschillend van lengte en kunnen boten dicht bij elkaar komen liggen of zelfs elkaar raken. Wij gaan op zoek naar een ruimere ankerplek, desnoods buiten de officiële ankergebieden. We varen langs de ingang cq. uitgang van het Spaanse Water. “Zullen we naar Fuikbaai gaan?” oppert Dennis. “Dat is goed. We hebben eten voor vanavond en morgenavond schuiven we bij de Alcatraz aan,” antwoord ik. Over een vlakke oceaan varen we in drie kwartier naar het meer oostelijk gelegen Fuikbaai. Er is een nauwe ingang. We zien een oud vervallen fabrieksgebouw. De rechterkant van de baai is privébezit. De linkerkant is wat ruimer en loopt parallel aan de oceaan. Over een pier en stukje land blijven we de oceaan zien. Aan de landkant zien we de Tafelberg. We horen vogels en op honderd meter afstand zien we een pelikaan jagen. Wat is het hier heerlijk rustig. Er ligt slechts één motorboot. Met het bijbootje varen we naar de landtong en gaan aan de andere kant in de oceaan snorkelen. Voor mijn gevoel zijn we midden in de oceaan aan het snorkelen. Er is niet veel koraal, maar wel kristalhelder water en mooie vissen. Aan het eind van de middag zien we de lucht donkerder worden. We ruimen de kuip op en luisteren naar de radio en de marifoon. Iedereen begint nu een beetje nerveus te worden. Op de radio horen we dat de Eilandraad bij elkaar komt en een persconferentie geeft. Er wordt veel regen verwacht. Mensen wordt aangeraden de kaarsen klaar te leggen, omdat de stroom uit kan vallen. Wij zetten onze emmers en grote pannen buiten om zoveel mogelijk water op te vangen. De hele nacht lig ik een beetje te waken, maar er gebeurt weinig. Er vallen een paar druppels regen en dat is alles. Het slechte weer is noordelijk langs Curaçao getrokken.

Zondag 23 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: Yoga
Als ik tussen mijn benen door kijk, zie ik Dennis ondersteboven op handen en voeten achter mij staan. “If you practise this for a while, you can even relax in this posure.” Dennis gaat weer normaal staan. Ik begin ook mijn armspieren te voelen. Ik sta op handen en voeten met mijn kont zo ver mogelijk omhoog. Dit standje heet 'de hond' en Dennis heeft daar andere ideeën bij dan ik, weet ik. We staan op de vismarkt en Larry van 63 geeft aan zo’n vijftien andere cruisers yoga. De oefeningen zijn heerlijk als je ze gedaan hebt en de schaduwrijke markt is een heerlijke plek als je eerst de vissenschubben wegveegt. Na de yoga gaan Dennis en ik even zwemmen in de Caracasbaai, vijf minuten lopen. In de middag knip ik de lakenstof op maat voor ons puntbed in het vooronder. Onder de naaimachine zet ik de randen af, zodat ze niet gaan rafelen.

Zaterdag 22 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: kakkerlak gesignaleerd

kakkerlak

“Hallo Ank, wat leuk je weer te zien,” een leuke meid van mijn leeftijd spreekt mij aan terwijl ik sta te wachten op de shopping bus. O Mèn wat ben ik toch altijd slecht in gezichten herkennen. Het is een familiekwaal, mijn opa, moeder en broer hebben er ook last van. Het is Chantal van de Merilelu. We hebben haar in Bequia voor het eerst ontmoet en later hebben we elkaar weer bij Curaçao Marine gezien, toen zij op de kant stonden en wij op zoek waren naar een plek voor onze boot. We praten in de busje op de heen- en terugreis bij. Als ik terugkom is Dennis bij Tom op de Alcatraz aan het helpen om de nieuwe marifoon aan te sluiten. ’s Avonds voor we gaan slapen hijsen we altijd het bijbootje aan een val omhoog tegen de zijkant van de romp. Dit doen we tegen diefstal, maar ook om aangroei te verminderen. “Zullen we de Zeevonk even gedag zeggen?” stelt Dennis voor. De Zeevonk kwam vanmiddag binnenvaren. We kennen Henk en Joke uit St. Lucia. “Oké,” antwoord ik, “alleen even gedag zeggen, maar we gaan niet aan boord, ik ga vroeg slapen.” We worden zo hartelijk ontvangen de kaarsjes in de kuip zien er zo gezellig uit en de aangeboden koffie en thee zijn zo aanlokkelijk, dat we voor we het weten toch aan boord zitten. De Zeevonk is een chartercatamaran en er zijn momenteel drie gasten aan boord. Het is erg gezellig en het gepraat wordt alleen even gestopt als er een kakkerlak gesignaleerd wordt. Joke gaat daar doeltreffend mee om. Een flinke puf uit een spuitbus en einde oefening voor de kakkerlak. Dennis en ik denken onafhankelijk van elkaar: “Blij dat wij wat verder uit de kant liggen, daar komen geen kakkerlakken.” Nee nee, ik hoor dat beest nu al lachen, maar dat weten we dan nog niet. Het is half elf als we zachtjes met het motortje terugvaren naar onze boot. Op de meeste boten is het licht al uit. Dennis ligt voor de verandering eerder in bed dan ik. Hij springt er direct weer uit als ik het licht uit wil doen en een enorme kakkerlak over de grond zie lopen. “Aaaahhhh KAKKERLAK!!!!” krijs ik. “Daar daar.” De kakkerlak kruipt over het schot richting verrekijker. Het is een volwassen exemplaar van dik vijf centimeter. Dennis probeert een bekertje over hem heen te zetten. Bij het muggen vangen is Dennis supersnel, maar de kakkerlak is razendsnel. We raken hem kwijt. We ruimen de hele rand met boeken uit en uiteindelijk ontdek ik de gluiperd op de rugzakken op de bank. Opnieuw is hij ons te snel af. We ruimen de hele bank leeg, trekken de handdoek er af, halen de kussens weg. Nergens te bekennen. Wij focussen ons op de stuurboord bank. Inmiddels zit de kakkerlak allang onder de bakboord bank in een hoekje en pas na een kwartier tevergeefs zoeken, zie ik hem weer zitten. Razendsnel rent de kakkerlak over de bakboord bank en dit keer geeft Dennis hem een tik met de elektrische vliegenmepper. Heel even is de kakkerlak verdoofd. Net lang genoeg voor ons om hem te vangen met een bekertje. We plakken het bekertje om ons nieuwe huisdier vast op een plankje en zetten hem in het gangboord. Inmiddels is het kwart voor twaalf en gaan we blij dat we de indringer gevangen hebben, naar onze kooi.

Vrijdag 21 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: onvrijwillig anker op
Onze hoofdkussens hebben de twee maanden in de vochtige hete Bodyguard niet overleefd. Ze stinken en na een flinke wasbeurt en dagen drogen in de zon, stinken ze nog steeds. We gooien ze weg en gaan in Punda op zoek naar nieuwe. We vinden nieuwe hoofdkussens en kopen meteen een stuk lakenstof. We genieten van een broodje kroket op het Wilhelmina plein. Op de terugweg koop ik op de drijvende markt aardappelen en wat groenten en fruit. Regelmatig gaan we met het shopping busje boodschappen doen in de supermarkt, maar omdat alles daar gekoeld is, kun je maar kort bewaren. De spullen van de drijvende markt komen uit Venezuela en ik verwacht dat dit langer houdbaar is. De aardappels van de supermarkt waren binnen twee dagen rot. Enkele waren werkelijk ontploft en stonken enorm. Terug bij de boot, schrikken we van de nieuwe ankersituatie. De wind is 180 graden gedraaid en veel boten liggen nu erg dicht bij ons. In de middag gaat het flink waaien en regenen. De Seaquest, een Hallberg Rassy 53 van 23 ton, ligt flink te gieren achter zijn anker. Er is daar niemand aan boord. Of zijn anker krabt, of zijn ketting zat ergens achter gehaakt en is nu los, want opeens ligt hij naast ons en dreigt ons te raken. We laten het zonnepaneel zakken en hangen voor de zekerheid de stootwillen op. “Niet afhouden, dat heeft geen zin!” roept Dennis als de Seaquest weer met een flinke vaart naar ons toekomt. Mèn wat giert dat schip. Gelukkig zwaait Bodyguard net een beetje de goede kant op en raken we elkaar net niet, maar dat gaat natuurlijk wel een keer gebeuren als we hier blijven liggen. Dennis start de motor en stuurt mij in de stromende regen naar voren om het anker omhoog te halen dat onder onze voorbuurman ligt. Het anker laat gelukkig makkelijk los. We varen een rondje langs de boten, op zoek naar een nieuwe ankerplek. Overal waar we vaart minderen om eventueel te ankeren, komen mensen in dingies naar ons toe en jagen ons weg. Sommigen liggen hier op vijf meter diepte met zestig meter ankerketting en claimen zo heel veel ruimte. Tijdens het Happy Hour is iedereen erg aardig, maar o wee als je te dicht bij komt ankeren. Uiteindelijk gaan we ergens in het midden liggen en verkassen we als de Seaquest wegvaart, terug naar onze oude plek. Zo ben je een hele middag bezig met ‘niets’.

Donderdag 20 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: Kruidentuin komt retour

Een volle kruidentuin met dank aan de groene vingers van Annette van de Panache

We voelen ons brak na de gebroken nacht en het slechte nieuws van vanochtend vroeg. De twee maanden dat wij in Nederland waren, heeft Annette voor onze plantjes in de plantenbak gezorgd. Ze heeft duidelijk veel groenere vingers dan ik. Ik gaf haar een bak met een paar zielige groene sprietjes. Ik krijg een complete kruidentuin van haar terug. De bieslook staat decimeters hoog en sommige plantjes staan in bloei. Ook dille voor op de vis en tijm voor op het vlees zitten in de bak. Annette heeft er ook Marjolijn ingezet, maar wij weten geen van allen in welk gerecht je dat gebruikt. Het ziet er een stuk groener uit op Bodyguard.

Woensdag 19 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: Jacques en Annette komen eten en onrustige nacht

Regentijd op het Spaanse Water

Het is duidelijk ander weer op Curaçao nu dan toen we in Juli het eiland verlieten. In Juli stond er een constante heerlijke windkracht vijf uit het oosten, soms een beetje noordoost of een beetje zuidoost, maar voornamelijk oost. Nu draait de wind alle kanten op en soms is er zelfs helemaal geen wind. Ook regent het af en toe. In Nederland is dan vaak de hele dag grauw en grijs. Hier klaart het na een paar minuten weer helemaal op. Soms geeft dat prachtige plaatjes zoals een regenboog. In de avond komen Jacques en Annette van de Panache van onze pasta bolognese meegenieten. ’s Nachts is het rumoerig op de ankerplaats. Ik plug mijn oordoppen in en slaap verder. Plotseling hoor ik Dennis op het dek roepen:”Laat haar naar de achterkant van mijn boot zwemmen dan kan ze er met de trap uit!” Van de buren hoor ik zo nu en dan “fuck” en wat zat geladder. Ik hoor Dennis het bijbootje laten zakken. Blijkbaar ligt er iemand in het water en het is een zij. Ik hoor Tom van de Alcatraz ook in zijn bijbootje. Ik heb er het volste vertrouwen in dat deze twee mannen een al dan niet dronken vrouw uit het water kunnen halen en draai me nog eens om. Later hoor ik van Dennis dat de scharrel van onze buurman tijdens het aan boord klimmen in het water viel. In het begin konden ze er allebei om lachen, maar na een uur namen de krachten van de vrouw af en lukte het haar niet meer om aan boord te klimmen. De buurman was te dronken om haar te helpen. Ze was waarschijnlijk verdronken als Tom en Dennis haar niet naar een catamaran gesleept hadden, waar ze via een stevige trap in Toms bootje kon klimmen. De vrouw wilde om begrijpelijke redenen niet meer bij haar ‘minnaar’ aan boord. Tom heeft haar naar de kant gebracht. Daar miste ze haar autosleutels. Tom heeft haar toen zelfs naar huis gereden. We liggen pas net weer te slapen als we een sms-je krijgen. Een naast familielid ligt in het ziekenhuis. We starten de computer op en skypen met Nederland. Daar is de dag al een paar uur bezig. Het is ernstig. Van slapen komt niets meer.

Dinsdag 18 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: met auto naar Christoffel Park

Ingang Christoffel Nationaal Park

De 'leen'auto

Om half zeven zitten we in de voor een schappelijk prijsje ‘geleende’ auto van een medezeiler. We staan al direct in de file. Gelukkig niet helemaal tot aan Punda. We rijden aan de noordkant langs Willemstad richting vliegveld en verder richting Westpunt. Voorbij het vliegveld wordt de omgeving landelijker, heuvelachtiger en de weg rustiger. Het uitzicht wordt steeds beter. Curaçao is veel groener dan Bonaire. Bij Savonet betalen we veertien euro toegang voor het park. We rijden twee rondjes door het park en stappen uit bij ruïnes van plantagehuizen en mooie uitzichtpunten.

Ruine plantagehuis

Uitzicht op westkust

Divi divi boom groeit met de wind mee

Steile weg in het Nationaal Park

Wandeling op Orchid Trail

Hert; komt alleen op Curacao voor

Boca Tabla

In het Nationaal Park in Bonaire waren de wegen onverhard. Hier is de weg geasfalteerd. Het asfalt maakt het minder natuurlijk en avontuurlijk, maar het is nu ook met een normale auto te doen. Ons autootje heeft het af en toe zwaar om de steile heuvels op te klimmen. We hoeven niet lang na te denken over het beklimmen van de Christoffelberg (375 meter) daar is het echt veel te warm voor. We rijden verder naar de Orchid trail en wandelen hier een stukje op. We zien kolibri’s. We kijken uit naar het Curaçaose hertje met een witte staart. Onderweg zien we hem nergens, maar eenmaal op de parkeerplaats zie ik Dennis foto’s maken en al snel zie ik het hertje op een heuveltje staan. Het tweede rondje doen we wat sneller. Het is inmiddels warm geworden en we hebben het allebei wel gezien.

Kleine Knip

We gaan verder naar het baaitje ‘Kleine Knip’. Hier zwemmen we in kristal helder water. We genieten van het onderwaterleven. We hadden onszelf een lunch op een terrasje beloofd, maar de meeste restaurantjes zijn gesloten. We kijken bij Sint Michiel naar het vakantiestekje van Marcel, collega van Dennis. We kunnen ons voorstellen dat hij hier graag komt. Direct aan de oceaan, vijf meter lopen naar prachtig snorkelwater.

Uitzicht op Handelskade en Pontjesbrug vanaf Julianabrug

Over de Koningin Julianabrug rijden we weer naar Punda.

Albert Heijn Zelandia

In Zelandia doen we bij de Albert Heijn onze boodschappen. We slaan ook wat conserven potten zoutloze groenten in. Rond half zeven zitten we met volle boodschappen tassen flink moe maar voldaan in de dinghy.

Zondag 16 Oktober 2011 en 17 oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: rommelen en snorkelen
Een aantal dagen rommelen we wat aan boord. We ruimen op, ik maak lekkere lunches met soep en Dennis monteert de accumonitor. Aan het eind van de middag gaan we vrijwel altijd even snorkelen in de Caracasbaai. In juli viel het ons na Bonaire hier een beetje tegen, maar na twee maanden Nederland met één keer in de week in een zwembad zwemmen, genieten we hier weer met volle teugen van en voelen we ons bevoorrecht dat we dit elke dag kunnen doen.

Zaterdag 15 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: snorkelen bij gezonken sleepbootje

Tugboat; gezonken sleepbootje

“Hier ligt hij!” Karine heeft hem als eerste gevonden. We zijn aan het snorkelen aan de oostkant van de Caracasbaai. We zijn de baai bijna helemaal om gelopen tot bij een duikschool en daar zou de gezonken ‘tugboat’ moeten liggen. Op vier meter diepte ligt inderdaad een wrak van een sleepbootje. Inmiddels is vooral het achterdek helemaal begroeid met bollen brainkoraal. Vissen zwemmen in en uit. Het is mooi om te zien en bijzonder hoe snel de natuur dit weer tot zich neemt.

Vrijdag 14 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: Bezoek van Juan

Bezoek op de Bodyguard

Vrijdagmiddag komt oom Juan met zijn broer op bezoek. Juan is één van onze trouwe bloglezers. Hij is geboren op Curaçao, woont in Nederland en logeert nu bij zijn broer hier op het eiland. We zitten gezellig in de kuip tot een tropische bui ons naar binnen jaagt. Hier was het nog niet helemaal opgeruimd. Juan en zijn broer wijzen ons op de kaart plaatsen die leuk zijn om te zien. Op het Happy Hour praten we bij met de Odd@sea en andere bekenden en onbekenden. Ik swing nog even met Karine en dan varen we weer naar huis. “Veel leuker om na een happy hour naar huis te varen dan te rijden,” zeg ik tegen Dennis. Nog geen twee seconden later stopt het buitenboordmotortje er mee. Benzine is op. We gaan roeien en dat is tegen de wind en golven in minder romantisch dan het lijkt. “Embarrassing” zeggen de zeilers in de dinghy die ik dankbaar ons sleeplijntje geef.

Donderdag 13 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: Regendag
Luik open, luik dicht. Het regent de hele ochtend. Met het luik dicht wordt het broeierig warm binnen, met het luik open waait de vochtige lucht weer weg, maar die hoosbuien willen we echt niet binnen hebben. De wind is totaal verdwenen. Ik scheur even op en neer voor benzine voor ons buitenboordmotortje. Op de terugweg neem ik een Centaur mee. De mensen hebben de zeilboot gehuurd op één van de meest slechte dagen. Regen en geen wind.

Woensdag 12 Oktober 2011 Curaçao, Spaanse Water: naar Immigration

De vertrouwde huisjes op Punda

Een varende pontjesbrug

“Heb jij guldens bij je?” “Nee.” We staan bij de bushalte en hebben allebei alleen euro’s op zak. Gelukkig doet de buschauffeur niet moeilijk en mogen we mee naar Willemstad. Bij Immigration laten we ons weer op de bemanningslijst zetten. Bij de havenautoriteiten betalen we zeventien gulden havengeld voor drie maanden. We zijn er nu ook weer officieel.

Afscheidsdiner Rob en Josien van de Inish

Voor vanavond zijn we uitgenodigd door Rob en Josien van de Inish voor een afscheiddiner. Zij gaan morgen onderweg naar Panama, na een –onbedoelde- stop van ruim vier maanden op Curaçao. Wij zijn Rob en Josien al sinds de Spaanse Ria’s regelmatig tegengekomen en hebben ook gezamenlijk een maand in Suriname gelegen. Door onze keuze niet door het Panamakanaal te gaan zullen onze wegen vanaf hier scheiden. Samen met Don en Nancy van Bag-End, die wij gezamenlijk in Suriname zijn tegengekomen, zullen zij eerst naar Colombia varen en dan samen het Panamakanaal bevaren. Wij wensen hun een goede reis en “fair wind”.

Dinsdag 11 Oktober 2011 Curaçao: Van Seru Boca Marina naar ankerplaats

Heelijk weer op het Spaanse Water

Dinsdag gaan we eerst met het shopping busje naar de supermarkt. Heerlijk vers spul kopen. In de middag varen we naar de ankerplaats en gaan we min of meer op onze oude plek vlakbij de Alcatraz voor anker. We zien de Inish liggen, La Luna komt even buurten. Binnen is het nog een rommel, maar met het windje op de ankerplek dat door onze windscope door de boot geperst wordt, is dat opruimen hier veel beter te doen dan in de ‘sauna’ in de Marina. ’s Avonds pikken we het laatste stukje barbecue van La Luna (Etienne & Denise), Panache (Jacques & Annet met bezoek Mirjam), Alcatraz (Tom & Karine), Rosemary (Nina en Lennart) en True Blue (Ton & Dominique) mee op het strand in de Caracasbaai. Op een gewone dinsdagavond staan we met een koel drankje in de hand in onze korte broek met de blote voeten in het zand. Wat een leven!

Maandag 10 Oktober 2011 Curaçao, Seru Boca Marina: boenen en zwemmen

Hij ligt er goed bij

We boenen de laag stof van het dek. Binnen valt de schade gelukkig mee. Wat stof op de trap en dat is het. Ik maakte me op slechte momenten zorgen over: water in de boot (waren nou echt alle raampjes wel goed dicht?), kakkerlakken, mieren, muizen, beschadigingen en dergelijke. Nooit gedacht aan stof, maar als ik mocht kiezen …. Door het zes uur tijdverschil met Nederland waren we al vroeg wakker. In de middag houden we het voor gezien en gaan we bij de ingang van het Spaanse water zwemmen. Bij de ingang zijn steigers gemaakt. Het is vandaag een feestdag, de eerste verjaardag van het nieuwe Curaçao, en er liggen veel motorboten. Op elke motorboot is wel een barbecue en mensen staan in het water hun spareribs op te eten. We zwemmen in het afgeschermde gedeelte tussen drie pelikanen en steken dan onder het brugje door naar de oceaan. Heerlijk! Op het terras van het Hyatt-hotel schrikken we van de prijzen. We beperken het bezoek tot een koel drankje. Met zulke prijzen eten we wel ons blikvoer op. Ik maak pasta met witte bonen aangevuld met tomatensaus en perziken. Het lijkt nergens naar en het smaakt ook nergens naar. Zeker niet na al dat lekkere eten van mijn ouders. Al zit er maar een vers uitje bij, dan is het al tien keer beter.

Zondag 9 Oktober 2011 Van Nederland naar Curaçao

Vertrek vanaf NS station Dordrecht

Overstappen in Leiden

Dennis en ik proppen onszelf met grote tassen, roltassen en rugzakken in de auto van mijn vader. Het uitzwaaicomité met mijn moeder en driejarige neef Jurre volgt later en maar net op het nippertje. De auto van mijn broer wil niet starten, eigenlijk onmogelijk met een Toyota, maar na een snelle fietstocht van mijn moeder en Jolanda zitten we allemaal in de trein. Voor Jurre is de treinreis naar Schiphol net zo indrukwekkend als voor ons onze reis naar de Carieb was. De treinen, de machinist die op z’n fluitje blaast, de vliegtuigen vanaf het Panorama terras.

Panorama terras Schiphol

Dit toestel gaat ons naar Curaçao brengen

Nog een laatste knuffel en ‘daaag’ en daar gaan we. Normaalgesproken is vanaf Schiphol vertrekken de heenreis. Voor ons voelt het nu als de terugreis. Het afscheid is makkelijker dan een jaar geleden. Het was erg fijn en gezellig, maar we gaan jullie absoluut missen. Zo’n tien uur -en voor Dennis vijf films later- stappen we de warmte in.

En daar gaan we

Jacques komt ons ophalen in korte broek, t-shirt en op z’n slippers. Wij staan er wat oenig bij met onze lange broeken, wandelschoenen en drie tinten lichtere huidjes. Eenmaal bij de boot is het dek erg wit, er ligt een flinke laag stof op. Het aan dek stappen voelt als je eigen tuin binnenstappen. We zijn thuis. Het was heerlijk om in Nederland te zijn en we zijn overal meer dan gastvrij ontvangen. Pa’s en Ma’s, Désirée & kids en Johan & Jolanda & kids en alle vrienden: bedankt voor jullie goede zorgen! Op Bodyguard voelen we ons weer compleet en beseffen we dat ons leven nu hier is.

Dinsdag 2 Augustus 2011 t/m 8 oktober 2011 Nederland
Doordeweeks hebben we de scheepskas bijgevuld en woonden we bij mijn ouders op kamers. Bedankt voor de goede zorgen en gastvrijheid, pa en ma! In de weekenden waren we net zo’n rondreizend circus. In twee maanden hebben we net zoveel familie en vrienden bezocht al anders in een heel jaar. Ook hebben we nog met onze oude Kolibri 560 op de Grevelingen gevaren. Voor het pure zeilen moet je in rondom Nederland blijven. We trimmen wat af in Nederland. Grootzeil een beetje strakker, onderlijk wat losser, fok op, fok af, spinaker op, spinaker af. Tijdens onze meerdaagse tochten op de oceaan haalden we voor een halve dag niet eens het rif er meer uit. “Ach vanavond gaat het weer waaien en wat maakt die halve knoop nu uit,” zeiden we regelmatig tegen elkaar als de wind afnam.

Zeilend op de Waddenzee

We stapten bij vrienden op om met Makkum Makkum van de Toerzeilers mee te doen. Het was geweldig om weer in konvooi over de Noord- en Waddenzee te varen en lekker even uit te waaien op Vlieland. De boot van onze vrienden is qua grootte vergelijkbaar met de onze, maar wat een ruimte hebben zij in de kastjes. In één kastje stonden alleen wat glaasjes. Bij ons zit daar minstens een pak koekjes en wat theedoeken bij. Onze boot is inmiddels erg vol. Gaan we wel of niet door het Panamakanaal? Na lang wikken en wegen hakken we de knoop door. We gaan de Carieb verder verkennen en langs de Amerikaanse Oostkust omhoog. Door het Panamakanaal lijkt ons avontuurlijker, maar ik (Ank) heb erg veel last van de warmte en door het Panamakanaal betekent rond de wereld rond de evenaar in de tropen. Als je met eigen boot naar Amerika gaat, moet je een visum hebben. Uren zitten we achter internet om een hele vragenlijst in te vullen. Op welke datum we ons diploma gekregen hebben. Alleen het jaartal is niet voldoende. Of we lid zijn van een terroristische organisatie. Daarnaast moet Dennis invullen waar en wanneer hij gewerkt heeft en welke landen hij de afgelopen vijf jaar bezocht heeft. Bij het bellen met het Amerikaanse consulaat moet je je creditcard bij de hand houden. Om iemand aan de lijn te krijgen ben je sowieso vijftien euro kwijt. We maken een afspraak en op onze vraag waarom Dennis meer vragen krijgt dan ik, antwoorden ze dat dat is omdat ik een vrouw ben. Nou ja! Scheelt wel een hoop gedoe. Met de trein en de bus gaan we een paar dagen later naar Amsterdam. “Is dit het Museumplein?” vragen we aan de chauffeur. Ik zie de man denken: “Wat een provinciaaltjes.” “We kennen de weg beter in Paramaribo dan in Amsterdam,” zeg ik tegen Dennis. “Als we uitgereisd zijn, leggen we de boot een week in de Sixhaven en gaan we Amsterdam verkennen,” antwoordt Dennis als ik hem wijs op de mooie oude gebouwen. Een groot zwart hek om een koloniaal gebouw markeert het Amerikaanse consulaat. Bewakers in militaire broeken en schipperstruien lopen zenuwachtig heen en weer. Ze zijn behangen met geweren en pistolen. Elektronische apparatuur zorgt voor een wachttijd verlenging van anderhalf uur, zegt de bewaker tegen de mensen in de rij, nadat hij eerst “line up line up” tegen ons wachtende heeft geroepen. We staan netjes langs het hek in de rij. Dennis heeft zijn mobiele telefoon per ongeluk toch bij zich. Geen enkele kroeg in de buurt wil deze in bewaring nemen. Uiteindelijk ligt hij een paar uur bij de klantenservice van de Albert Heijn. Het grote hek gaat een beetje open en we mogen naar binnen. We worden gefouilleerd en alleen de noodzakelijke papieren mogen mee naar binnen. Rugzakken met tijdschriften en flesjes water worden in bewaring genomen. We stappen het oude gebouw binnen. Mensen zitten op stoelen te wachten, met hun rug naar vier loketten. Als ons nummer wordt omgeroepen, gaan we bij loket één vingerafdrukken laten nemen. Na anderhalf uur wachten mogen we bij loket vier vertellen wat we in Amerika gaan doen. “Met onze eigen boot langs de kust zeilen. “Wanneer komen jullie aan?” “Weten we niet.” Hoe lang blijven jullie?” “Weten we niet.” “En ja we gaan weer terug naar Nederland om te werken.” En hup we staan weer zonder paspoorten buiten. Twee dagen later ontvangen we deze in onze zelf gefrankeerde enveloppen.

Hereniging Crew Gabber en Bodyguard

Net voor ons vertrek komt de bemanning van de Gabber op bezoek in Nederland en het lukt nog net om elkaar in Dordrecht te treffen. De aangepaste IVT zonnepaneel regelaars kunnen zodoende persoonlijk afgegeven worden. Bij het avondeten halen we herinneringen op aan de gezamenlijke voorbereiding voor ons vertrek uit Nederland en onze gemeenschappelijke oversteek van de Golf van Biscaje. Helaas hebben we elkaar sinds La Coruna niet meer persoonlijk gezien, maar we speken elkaar zeer regelmatig via het “Dutchies At Sea” net op de SSB, zie voor meer info onder het kopje “Sced” in onze linker navigatiebalk. De zender is weer gerepareerd dus het netje gaan we binnenkort weer opstarten.

Woensdag 27 Juli 2011 t/m 2 augustus 2011 Nederland

Nederlandse vlag

Het is heerlijk weer in Nederland. Het meest wonderlijke vinden wij dat het ’s avonds laat nog licht is. We bezoeken familie en vrienden. Het weekend brengen we door bij vrienden in Zeeuws Vlaanderen. Op zondagavond varen we met de ferry van Breskens naar Vlissingen. Autoloos doen we alles met de fiets, meerijdend en met het openbaar vervoer.

25 augustus 2010 uitgezwaaid uit Vlissingen

“Nog geen jaar geleden vertrokken we hier,” zeg ik tegen Dennis als we voor Vlissingen varen. “Het voelt als jaaaren geleden,” antwoordt Dennis. We zijn op vakantie in ons eigen land en genieten enorm. Voor Dennis begint maandag de werkweek weer. Ik heb nog nooit zoveel waardering voor de wasmachine gehad als nu. Met wat een gemak komt de was daar keurig schoon uit. Ook boodschappen doen is hier een makkie. Alles wat er op mijn boodschappenlijstje staat, kan ik in de winkel vinden. Wat een efficiëntie! En wat zijn de wegen mooi en een duidelijke verkeersborden. Hoewel wij een bord met “verminderde doorstroming” wel wat overdreven vinden. De berichten op de website zullen even stoppen. Medio oktober pakken we de draad weer op.

Dinsdag 26 Juli 2011 Aankomst in Nederland
Ruim tien maanden hebben we er over gedaan om met fietssnelheid in Curaçao aan te komen. Met het vliegtuig zijn we in tien uur weer terug. Het was rustig in het vliegtuig en we hebben onderweg een beetje kunnen slapen. Onze ouders vormen een ontvangstcomité op Schiphol. We brengen meteen onze kapotte SSB-zender naar de leverancier. Thuis gaan we vroeg naar bed en slapen we als marmotten.

Maandag 25 Juli 2011 Van Curaçao naar Nederland

Vliegveld Curaçao

Al om half zeven zijn we in de weer met vallijnen uit de mast halen, uitspoelen en laten drogen. Het interieur doen we af met water met een scheutje. Van Amerikaanse experts hoorden we dat de bleek voorkomt dat je interieur onder de schimmel zit bij terugkomst. We eten ’s middags warm, zodat ik alle tijd heb voor de afwas en het schoonmaken van de koelkast en keuken. Omdat we zo hard in de hitte bezig zijn, smaakt het eten niet. Na de lunch begint de tijd echt te vliegen en precies om kwart voor zes staan we klaar voor Remco van Odd@sea die zo aardig is om ons naar het vliegtuig te brengen. Gepakt en gezakt met flesjes drinken en brood stappen we om negen uur in het vliegtuig, waar we vandaag elk uur wat te drinken krijgen en zelfs een warme maaltijd. Morgen moeten we drinken en eten in het vliegtuig zelf betalen.

Zondag 24 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Werkdag
In de ochtend varen we naar de marina. Dennis haalt alle lijnen uit de mast en spoelt ze uit. Ik loop heen en weer met de was, stop ze vanuit de wasmachine direct in de droger. We spoelen de ankerketting af en eindelijk na bijna een jaar markeren we elke vijf meter ketting. Met een beetje bleekwater ziet onze bimini er weer als nieuw uit. ’s Avonds pakken we onze tassen in. Raar idee, voorlopig de laatste nacht aan boord.

Zaterdag 23 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Havengeld betalen terwijl we voor anker liggen

Logo eetcafé De Buren

Al vroeg varen we naar de dinghysteiger. Normaal moet je jezelf een weg naar het vlot banen tussen alle bootjes, nu zijn we de eersten. In Punda eten we ons op de drijvende markt gescoorde fruithapje aan het water op. Opnieuw wandelen we over de pontjesbrug naar de Immigratie in Otrabanda. We laten onszelf van de bemanningslijst afhalen. We kopen een handbagagekoffer op wieltjes en voor al onze neefjes en nichtje een T-shirt van Curaçao. We lunchen op het Wilhelminaplein en nemen aan het eind van de middag de bus terug. Dennis stapt nog even uit bij de supermarkt en de watersportzaak. Ik ga alvast met de dinghy naar de boot. Dennis volgt een bus later en krijgt een lift in het bijbootje van een Duits gezin.

Vrijdag 22 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Havengeld betalen terwijl we voor anker liggen

Kaartje toegangsgeul Spaanse Water met onze beweging

Het Spaanse Water is een binnenwater met veel boten voor anker. Wij vinden het niet aanlokkelijk om hier te gaan zwemmen. Op de waterlijn van onze boot beginnen eendenmosselen te groeien. Ook onderwater zien we steeds meer groen komen. We varen naar de toegangsgeul van het Spaanse Water en gaan aan de oostkant, hogerwal, voor anker. Dennis bindt zijn duikfles op zijn rug en gaat het onderwaterschip schoonmaken. Ik begin aan de waterlijn. Vanuit het bijbootje vind ik dat toch makkelijker dan al zwemmend. Het waait behoorlijk en telkens moet ik het bootje tegenhouden om niet dwars op de wind te komen liggen. Ik moet nog vier meter waterlijn en dit laatste stuk gaat heel makkelijk. Ik maak het af, kijk trots op me heen en zie tot mijn schrik een boei liggen. Deze boeien lagen toch aan de westkant, lagerwal? Het duurt een fractie van een seconde en dan kijk ik achter me … we liggen drie meter van de rotsen af. Ik ben nog nooit zo snel vanuit het bijbootje in Bodyguard geklommen. Ik stamp vier keer met mijn knokkels keihard op het dek en start de motor. Ik bedenk dat ik de schroef er pas opzet als ik Dennis boven water zie. Liever kans op een kromme roeras dan lichamelijk letsel. Dennis komt direct naar boven. “Ik ga varen!” roep ik en wijs naar de rotsen. Net op tijd vaar ik van de rotsen af, het anker met me mee sleurend. We lagen al slecht geankerd op drie meter diepte, terwijl het in de geul twintig meter diep is. Ik heb bij het ankeren nauwelijks achteruit gegeven, de ankergrond was slecht en ach het was maar voor even. Waarschijnlijk zijn we na een langsvarende motorboot met hoge golven van ons anker geslagen.
We varen naar de marina en regelen onze check-in. Voor de Douane regelt de marina dat ons Nederlandse schip "in depot" gaat, zodat er geen invoerbelasting betaald hoeft te worden en onze Bodyguard toch langere tijd in Curaçao kan blijven. Voor de Immigratie krijgen we een brief mee, waarmee we onszelf van de bemanningslijst kunnen halen, voor we op het vliegtuig stappen. In Europa vonden we het luxe om in de marina te liggen en gingen we uit zuinigheid op het anker. Inmiddels voelen we ons veel vrijer op het anker en in de Carieb is het op het water ook veel koeler dan in de beschutte haven. We betalen nu dus havengeld terwijl we voor anker liggen. Achter het anker is ook het Happy Hour en de bushalte voor morgen veel dichterbij. We nemen met bitterballen (voorlopig) afscheid van onze zeilvrienden.

Donderdag 21 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Aanrommelen en snorkelen
“Nog vier nachten slapen we op de boot,” zeg ik tegen Dennis. “Hoeveel nachten hebben we op de boot geslapen?” vraagt Dennis mij. We liggen nog op bed. Het is acht uur. Na dagen om half zeven opstaan mogen we vandaag uitslapen. “20 augustus zijn we vertrokken: 365 min 30,” reken ik hardop. “Min twee nachten in Fez en vier in en om de woestijn van Marokko,” zegt Dennis. “Min twee nachten in de jungle van Suriname,” vul ik aan. Wat en reis en wat hebben we veel gezien en meegemaakt. Tijdens de koffie demonstrert Dennis Fred het navigatieprogramma Open CPN en in de middag gaan we snorkelen in de Caracasbaai. Dit keer zwemmen we wat meer boven het zand en zien we een slang van zo’n 80 cm lang en een hele grote krab. Gewoon in onze zwemkleding lopen we terug naar het bijbootje. “Dat zul je het meest gaan missen in Nederland,” zegt Dennis, altijd mooi weer en lekker even plonzen in kristalhelder water.” Dat weet ik wel zeker.

Woensdag 20 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Naar de zeilmaker

Ank in hangmat: “Zo houd ik het wel uit”

“Stop de tijd,” roept Dennis. “45 minuten,” antwoord ik. We hebben zojuist de huik van het grootzeil gehaald, de latten er uit getrokken, het zeil uit de giek geschoven en opgevouwen. Ik schatte dat we daar twee uur over zouden doen, maar het blijkt drie kwartier te zijn. Dit is een keer een klusje dat sneller gaat dan verwacht. We zetten de zeilzak in het bijbootje en wachten op een telefoontje van de zeilmaker. We hebben een paar slijtplekken waar de zeillatten de verstaging raken en hebben gisteren met de zeilmaker afgesproken dat hij vandaag in de loop van de ochtend het zeil meeneemt. Ondertussen zoken we in de ruimte onder het voorbed onze koffers en rugzak op. We vinden tevens onze hangmat. Die hadden we veel eerder moeten ophangen. Dat in de ochtend van de zeilmaker blijkt om vier uur te zijn. Wij rijden mee om het één en ander door te spreken. In een snikhete zeilmakerij inspecteren we het zeil. Het blijken inderdaad alleen de zeillatzakjes te zijn. We lopen terug naar het Spaanse Water en dat blijkt verder dan we dachten: bijna anderhalf uur lopen. Om kwart over zeven zijn we weer bij de haven en stel ik voor een patatje te eten. Dennis eet liever iets uitgebreider en bij het tentje naast de snackbar kunnen ze voor mij en zoutloze vis bereiden. We genieten van een grote moot mula met friet en salade en saté en dat alles voor omgerekend 16 euro inclusief water en bier. Lorie en Fred van de Kind of Blue komen langs met hun externe harde schijf. We wisselen boeken en films en navigatieprogramma’s met elkaar uit. Ik geloof dat we nu aan een e-reader moeten.

Dinsdag 19 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Einde verzekeringsperikelen
“We are preparing our 50 foot boat to sell it, we just bought a 60 foot boat, so our children en grandchildren can visit us,” een Australiër vertelt mij dit terwijl we op de bus staan te wachten. Het is hier werkelijk groot groter grootst en dat schijnt in de buurt van St. Maarten nog erger te zijn. Ik ga alleen met het busje mee boodschappen doen, Dennis is aan boord om e-mails uit Nederland te beantwoorden. Een uur lang kan ik winkelen, voor het gratis busje weer terug gaat. Op mijn gemak sla ik allemaal verse spullen in. Ik stop het in de winkel al direct in de koeltas. Terug bij de haven haal ik mijn was uit de machine en wacht ik tot de kluwen van dinghies ontward is. Ik stap in ons bootje en vaar in plané naar Bodyguard. Tegen de wind en de golven klap ik zowat uit elkaar en ik ga wat langzamer varen. Dennis staat op het achterdek te gebaren dat ik harder moet. Hij is een vlucht aan het boeken. We zijn hier nu wel verzekerd bij orkanen en ik blijk de telefoon bij me te hebben waarop zojuist de tan-code voor het elektronisch bankieren is gearriveerd. In het bijbotje met een oude 5 pk Yamaha hoor je daar helemaal niets van. Heerlijk! Onze huidige verzekering heeft de clausule aangepast zodat we bij orkanen met een naam in de Nederlandse Antillen wel gedekt zijn, geen gedoe met een surveyor. 25 juli vliegen we naar huis. Het gaat nu opeens allemaal heel snel. We hebben een Curacao’s prepaidkaartje en zijn tot die tijd bereikbaar op: +599 95 11 75 21.

Maandag 18 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Verzekeringsperikelen
De wekker gaat al vroeg. In Nederland is het zes uur later en als we mensen telefonisch en per e-mail willen bereiken, moeten we vroeg zijn. Dennis zit onafgebroken achter zijn laptop, vraagt offertes bij andere maatschappijen op, beantwoordt hun vragen en gaat in de weer met een surveyer. Indien we overstappen naar een andere verzekering, zal ons schip opnieuw gekeurd moeten worden. Ik denk mee vanaf de zijlijn, lees de e-mails na en ben verder druk met mijn zonnescherm. ’s Middags gaan we weer snorkelen en ontdekken we dat de sponzen op de meerpaal zich helemaal terug trekken als je met je hand vlak voor ze beweegt. Net of er nooit een spons geweest is. En even later, ploep, zijn ze er weer.

Zondag 17 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Snorkelen en klaverjassen
We voelen ons allebei weer veel beter dan gisteren en onze lichamen vragen om wat beweging. We gaan snorkelen in de Caracasbaai. We snorkelen de halve baai door en zwemmen een rondje om een stevige meerpaal. De paal staat in dik tien meter diep water en is helemaal begroeid met koraal en verschillende kleuren sponzen. Het is een mooi gezicht. Als je wat langer kijkt, zie je dat vissen van het koraal eten en elkaar wegjagen bij de beste plekjes. ’s Avonds komen Rob en Josien bij ons klaverjassen. Het aantal keer dat ik dit spelletje gespeeld heb met Dennis’ ouders is op één hand te tellen en ik moet er weer even inkomen. Dennis kijkt me verwijtend aan als ik een ruit opgooi, terwijl harten gevraagd wordt. “Het is ook rood,” antwoord ik, “en ik moet ook in de gaten houden of iedereen nog genoeg te drinken heeft.” Dat is heerlijk hier in de tropen. ’s Avonds zit je nog gewoon in je T-shirt buiten. De olielamp geeft wat licht. Toastje, kaasje , worstje er bij. ‘Wat hebben we het slecht.’

Zaterdag 16 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Brak
Als we gisteren veel alcohol gedronken hadden bij het Happy Hour, dan zouden we ons brakke gevoel en hoofdpijn kunnen verklaren. Maar ik helemaal niets gedronken en Dennis heeft het bij zes kleine biertjes gelaten, heel wat minder dan de week ervoor. Toch voelen we ons allebei brak en hebben we hoofdpijn. We doen het rustig aan. Ik ga aan de slag met het naaien van beschermhoezen voor de grote luiken. Veel te snel kruip ik achter de naaimachine. Het hoesje past natuurlijk niet en ik heb even een handige vent nodig om een werktekening en een malletje van het hoekje te maken. Zo is het minder leuk, maar het eindresultaat zal geheid beter worden. ’s Middags duiken we allebei ons bed in en pas tegen etenstijd komen we er weer uit. Saai hè?

Vrijdag 15 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Op excursie naar Albert Heijn

Toegansbord Albert Heijn

In Albert Heijn

Om half tien gaan we met de bus naar de stad. We moeten een uur op de bus wachten. Een half uur omdat ik vergeten was dat de bustijd op het blaadje de vertrektijd uit Willemstad is en een half uur omdat de bus zoals gewoonlijk laat is. Hier is op de bus wachten niet heel vervelend. Er is een boom, waar je onder de schaduw kunt staan en er staan altijd wel mensen op de bus te wachten. Dit keer worden we aangesproken door een Italiaan, zijn vrouw uit Venezuela en hun tienjarige zoon. Waar moeten ze inchecken? Daar weten wij alles van. Als het Engels even te lastig is, vertaalt de zoon het in rap Italiaans of Spaans. Met een privé minibus worden we voor de deur van Albert Heijn afgezet. Dit keer betalen we zes gulden en weet ook ik zeker dat we afgelopen maandag serieus afgezet zijn. (Toen betaalden we twaalf gulden voor een kortere rit.) De Albert Heijn is heel Nederlands en vertrouwd. Het is een grote winkel, groter dan de onze de Bieshof, Dordrecht. Het voelt echt als ‘thuis’ om hier te winkelen. "Ja ja ja," bij het schap met dieetproducten staan wij als twee kleine kinderen te springen en met onze handen te wapperen. Alle zoutloze producten uit Nederland zijn hier ook. Doperwten, boontjes, spinazie, bruine bonen, witte bonen, ketjap manis. Het is hier allemaal in de zoutloze variant. Dit scheelt een hoop gesjouw vanuit Nederland. Hier gaan we een auto voor huren. Hier gaan we inslaan! Helemaal gelukkig lopen we verder langs de schappen. We kopen ons vertrouwde brood, pain Mediterane, pistoletjes, rosbief, eiersalade en karnemelk. Na de kassa staan tafeltjes en stoelen. Wij hebben hier een heerlijke lunch met AH-producten in de airco. In de stad blijf ik op het busstation zitten bij de grote boodschappentassen en haalt Dennis een nieuwe batterij voor zijn telefoon. Daarna draaien we de rollen om en haal ik op de drijvende markt een paar passievruchten, mijn nieuwe favoriete fruit, en bananen. Pas om half vier zijn we weer op de boot. Ben je ‘even’ naar de Albert Heijn gewest, ben je een halve tot driekwart dag verder. We genieten van onze sla met schnitzel en staan even later weer te swingen op het ontzettend gezellige ‘happy hour’. Ik houd wel van die feestjes in de buitenlucht.

Donderdag 14 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Hard werken
Toen wij in augustus Nederland verlieten, moesten we bij onze verzekeringsmaatschappij aangeven wat ons vaarschema zou zijn. Wij dachten toen aan een rondje Atlantische Oceaan van een jaar. Onderweg wilden we dat gevoel van haast loslaten. We kozen voor een Hurricane Stop in Curaçao. Veel (Nederlandse) zeilers doen dit. Na het orkaanseizoen is het lastig tegen de wind en stroom in terug naar de Carieb, maar met een juiste weather-window moet dat te doen zijn. Trinidad ligt ook buiten het orkaangebied, maar daar is het nog warmer en veel vochtiger dan hier. Wij informeren onze verzekering over ons verblijf hier en dan komt de grote teleurstelling. Onze verzekering waar altijd alles soepeltjes geregeld kon worden, komt nu met een clausule dat we niet verzekerd zijn als er een orkaan met een naam langskomt. Waar andere verzekeringen nog een gebiedsbeperking hebben van 13 graden noord (waar we onder liggen) zijn wij in de hele Carieb onverzekerd tijdens een echte orkaan. Inmiddels zijn er vier orkanen met een naam geweest, waar wij hier niets van gemerkt hebben. Bij een eventuele stormschade kan de verzekeraar altijd wel verwijzen naar één of andere orkaan en zijn wij dus niet gedekt. Dit is niet de situatie die wij willen. Zeker niet als we de boot hier achterlaten. Dit gaat een hoop tijd, energie en ergernis kosten. Halverwege de ochtend hier, zit de werkdag er in Nederland bijna op en varen wij voor een dagje de marina in. Het water stroomt hier uit de slang en is op de meter. We boenen het dek flink. De zonneschermpjes voor de ramen wassen we met bleek om de 'mildew' (weers schimmel) er uit te wassen, daarna spoelen we ze grondig na. De laarzen komen beschimmeld uit de kast. Ook deze doen we af met veel water. We boenen de ramen van de buiskap en schroeven ze er uit. Ze worden nu niet meer aangetast door de zon en het koele briesje in de kuip is welkom. Op de terugweg naar onze ankerplek, gaan we kort voor anker achter een berg. In de luwte laten we de beide genua’s zakken en vouwen ze op ons schone dek op.

Woensdag 13 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Opruimen en snorkelen
In de ochtend sorteren we de laatste voorraden op datum. ’s Middags gaan we snorkelen in de Caracasbaai. Deze baai ligt aan de andere kant van de weg en is ongeveer vijf minuten lopen vanaf de dinghysteiger. Ik heb mijn duikbril en zwemvliezen mee. Maar ik verwacht niet veel te kunnen zien onderwater, er ligt namelijk een boorplatform in de grote baai, waaraan gewerkt wordt. De duikschoolhouder die we afgelopen zondag spraken heeft gelijk, het gebied is helemaal in ontwikkeling. Hier en daar groeien kleine stukjes koraal en er zwemmen veel kleurige visjes. We gaan op tijd terug voor het radionetje met Nederland. Onze SSB-zender is opnieuw kapot. Dennis bouwt snel de reserve zender van François (PA1JFR) in en het is altijd weer leuk om Ad, Vincent en Ton te horen. Ditmaal zijn Bram en Wim vanuit Portugal er ook bij en Bas vanuit Oost Duitsland. Helaas kan deze zender niet op de nautische frequenties zenden, dus het Dutchies At Sea netje is voorlopig uit de lucht.

Dinsdag 12 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Met het boodschappenbusje mee
De supermarkt en de watersportwinkel hebben de handen in één geslagen en laten elke ochtend een busje rijden om de bootjesmensen naar hun winkels te lokken. Het is gratis en boodschappen moeten we toch doen, dus waarom niet met het busje mee. Bij de dinghysteiger is het een drukte van jewelste. We moeten letterlijk de bijbootjes op zij duwen om bij de steiger te komen. Eenmaal in de bus is het net zo’n kippenhok. Iedereen zit gezellig met zijn of haar buurman te kletsen. Ik zit naast een Fransman die binnenkort naar Colombia vertrekt. Wij slepen onnodig met onze was in en uit de bus en door de supermarkt. De wasserette van het internet is er niet meer en de nieuwe vraagt veel te veel. Het is heerlijk om een uurtje door de aircosupermarkt te struinen. Te laat horen we dat je er ook gratis koffie kunt drinken. Boze tongen beweren dat de wasmachine in de vissershaven niet goed schoonwast. We proberen het toch maar en het resultaat is niet slecht. In elk geval niet duur. Inmiddels ben ik een echte cruiser geworden en wordt het wit en bont niet meer gescheiden. Alleen een paar nog redelijk mooie T-shirts behoed ik nog even voor een vaal grijs kleurtje. Ook op dinsdagavond s er happy hour. Het is lang niet zo druk als vrijdag, er is geen livemuziek, maar desalniettemin is het gezellig.

Maandag 11 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Op zoek naar een overblijfplaats voor Bodyguard, deel 2

Zicht vanaf de Emmabrug naar ‘ons terras’

Vandaag gaan we een andere marina kijken. We gaan met de bus naar het busstation in Punda. Op de één of andere manier moeten we de rondweg oversteken. We vragen het hier en daar, maar lopen blijkt geen optie. Een minibus is bereid een klein stukje voor ons om te rijden. De chauffeuse zingt hard met de Gospelsongs uit haar radio mee, maar vraagt wel twaalf gulden voor een ritje van niks. Ik ben nog te veel toerist om er iets van te zeggen. “Veel te veel,” zegt zo’n zeurderig stemmetje in mijn hoofd. “Maar een gospelzingende vrouw in een minibus zet je toch niet af,” bedenk ik en ik reken braaf af. Later vraag ik andere mensen wat zij voor de minibus betalen. Maximaal zes gulden met z’n tweeën. Weer een goede les! We zien de Merilelu op de kant staan. Zij vliegen morgen naar Nederland en dan door naar Finland, waar hij vandaan komt. Ook hier kun je je boot prima achterlaten voor ongeveer dezelfde prijs. We lopen in de hitte terug en krijgen bij het stoplicht een lift. We rijden over de 55 meter hoge Julianabrug hebben kort een heel mooi zicht op Willemstad, de pastelkleurige huizen en de drijvende brug. We worden afgezet in Otrobanda. We lopen opnieuw over de drijvende brug en strijken op het terras aan de Handelskade neer. We zitten naast een gezin dat twee dagen geleden uit Nederland is komen vliegen. Gisteren hebben ze op het strand gelegen en ze dachten dat het kon omdat het bewolkt was. Ze zijn vreselijk verbrand en slikken zelfs Ibuprofen tegen de pijn.

Zondag 10 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Rustig dagje

Dennis achter zijn PC in tropenoutfit

Uitzicht vanaf het Fort

Ik begin hopeloos achter te lopen met de website. De ochtend ruim ik in om achter mijn PC te zitten. Dennis heeft een minimaal signaal met vrij internet opgespoord en we zitten elk achter onze eigen laptop. Mijn lichaam is me dankbaar voor een ochtend rust. Het waait behoorlijk op het Spaanse water. Met het luik open is het heerlijk binnen. Pas aan het eind van de middag komen we uit ons hol en wandelen we langs de Caracasbaai. Veel lokale mensen zitten hier met hun familie vergezeld van grote koelboxen onder de afdakjes. Mensen zijn aan het zwemmen. Het water is hier schoner dan het Spaanse Water, waar veel boten liggen en veel huizen om heen staan, maar nog niet zo helder als op Bonaire. Ik gun mijn oor een week rust. Na al dat geplons op Bonaire kreeg ik last van mijn oor. ‘Zwemmersoor’ staat er in het Medisch Handboek. Even niet zwemmen helpt. We klimmen de toren van een oud Fort op. Ons fototoestel hebben we niet bij ons, maar een Amerikaan, geboren op Curaçao, maakt een foto van ons en belooft deze aan ons te e-mailen.

Zaterdag 9 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Op zoek naar een overblijfplaats voor Bodyguard, deel 1

Kaartje Spaanse Water

Plaatje Spaanse Water, foto van internet

We varen het hele Spaanse Water over naar een marina. Het waait behoorlijk en de kleine golfjes maken dat ik doornat aankom. Dennis schuilt op de bodem van het bootje achter mij en is redelijk droog. We overwegen om de boot in de marina voor een paar maanden achter te laten en willen daar eens rond kijken en vragen naar de mogelijkheden. Het kantoor is gesloten, maar de beheerder reageert op ons geklop. “Hoe groot is jullie boot?” vraagt hij. “37 voet,” antwoorden wij. “O, een kleintje, daar heb ik nog wel een plekje voor, kom van de week maar eens langs.” Jarenlang hebben we in een Kolibri 560 gevaren en altijd waren we in dit 5,6 meter lange bootje de kleinste op het water. Toen onze Bodyguard vaarklaar was, stapten we op over op een heel groot schip, elf meter. We moeten de havenmeester wel gelijk geven. Hier zijn we een kleintje en dat heeft qua plek en kosten ook zo z’n voordelen in een marina. We kloppen aan bij Nederlanders die we gisteren ontmoetten bij het happy hour. We klimmen op hun 50 voeter en zijn daar niet meer weg te slaan. Zij gaan ook een paar maanden naar Nederland. We bespreken van alles voor het achterlaten van de boot: wat doen we met meel en rijst? Wel of niet het interieur schoonmaken met bleek? Onderbroeken en bh’s en mijn bikini neem ik mee naar huis anders gaat door de warmte het elastiek kapot. Even rondkijken in hun prachtige schip, leert dat een paar pianoscharnieren aan de kleppen achter de bank het openen en sluiten van deze opbergvakken een stuk gemakkelijker maakt. We wisselen een paar recepten uit. Onze gastheer en gastvrouw vreesden al dat wij nooit meer van boord gingen als we dik in de middag weer naar ons eigen bootje terug varen. Dit keer hebben we wind mee en worden we niet nat.

Vrijdag 8 Juli 2011 Curaçao, Spaanse water: Naar Willemstad om in te klaren

Drijvende Emmabrug

Handelskade met koopmanshuizen

“We go to Willemstad to do the check in,” zeggen we tegen een Oostenrijkse vrouw, een Fransman en hun drie kinderen als we bij de rotonde op de bus staan te wachten en zij vragen waar wij heen gaan. “Then you go first to Punda and then to Otrobanda,” zegt de Fransman. Zoiets hadden wij al gelezen. Punda ligt aan de ene kant van de St. Annabaai op een landtong en betekent ‘punt’. Otrobanda betekent letterlijk ‘aan de overkant’ en ligt aan de andere kant van de St. Annabaai. De douane zit vlakbij het busstation. We klaren soepeltjes in. Daarna lopen we over de drijvende Koningin Emmapontonbrug. Ik herken hem van het journaal. Als we ons omdraaien zien we de pastelkleurige Koopmanshuizen op de Handelskade. Als Curaçao in het nieuws is, zie je bij het journaal altijd deze huizen en de pontonbrug. Iedere keer als ik die huizen op tv zag, dacht ik: “Wat wil ik die graag eens in het echt zien.” Nu is het zover. We staan op de brug. We zien de huizen en het voelt een beetje als ‘thuis’. Dit gevoel had ik niet in Bonaire, maar omdat dit zo bekend is, voelt het hier blijkbaar zo. We vinden het allebei geweldig om hier te lopen. We mogen nog niet op een terrasje gaan zitten van onszelf. We willen eerst alle formaliteiten regelen. We vullen de nodige formulieren in bij de Immigratie. Op onze vraag wat we moeten doen als we met het vliegtuig naar Nederland gaan, antwoorden ze: ”Kom later nog maar eens terug, want dat gaat veranderen en dat weten we nu echt niet.” Net voor de lunchpauze zijn we bij de havenautoriteiten om onze ankervergunning te regelen. In een supermarkt halen we wat koude flesjes drinken en op een bankje met uitzicht op de brug drinken we het op.

Emmabrug stukje open voor een boot

Emmabrug helemaal open

De brug gaat open. Dennis springt er snel op. Telkens als er een boot langskomt, gaat de brug een stukje open. Ik blijf lekker in de schaduw zitten. Ditmaal gaat de brug helemaal open en ik zie Dennis helemaal naar de overkant varen. Mensen steken het water over met pontjes. Dennis wacht tot de brug weer dicht gaat en heeft de brug voor zichzelf. Ik lees intussen in mijn reisgids dat de 168 meter lange brug in 1888 voltooid werd. Tot in de jaren dertig moesten mensen tol betalen. Vier cent voor mensen met schoenen en twee cent voor degenen die sandalen droegen. Mensen die blootsvoets over de brug gingen hoefden niets te betalen. Gevolg was dat de arme mensen zich niet wilden laten kennen en schoenen leenden, terwijl de rijken uit zuinigheid met de schoenen in de hand de brug betraden. We lopen langs het water naar het Waaigat. Hier liggen schepen uit Venezuela met groenten en fruit; de drijvende markt. Ik koop voor vijf gulden (twee euro) drie passievruchten en twee bananen. Als ik er een gratis mango bij krijg, weet ik dat ik te veel betaald heb. Na een paar winkelstraten en een snack bij de Mac gaan we weer met de bus terug. ’s Avonds verzamelen de cruisers zich bij de Fisherman’s Harbour Snackbar, een tentje bij de dinghysteiger, voor het happy hour. Ik verwacht er niet zoveel van, maar het is enorm gezellig. Naast cruisers zijn er ook veel lokalen en werknemers van het olieplatform. Een vriendin van Karine komt zingen. Ze heeft de sfeer er al snel goed inzitten. We gaan zelfs even swingen. Iedereen zegt dat het nog niet eerder zo gezellig was. Het happy hour is hier meer happy evening en ik laat het koken maar achterwege. Voor de tweede keer die dag zitten we aan de patat. Om elf uur gaan we naar de boot, zo laat hebben we het al heel lang niet meer gemaakt.

Donderdag 7 Juli 2011 Van Klein Curaçao naar Curaçao, Spaanse water

Strand met Bodyguard op mooring Klein Curaçao

Zuidpunt Klein Curaçao

Om lekker te kunnen wandelen in een niet al te felle zon staan we voor acht uur op het strand. Het bijbootje hebben we onder een afdakje in de schaduw gelegd. Met onze blote voeten lopen we over het strand dat we delen met alleen een paar meeuwen. We zien aan de andere kant van de punt van het eiland de golven op de kust beuken en hoog opspatten. We wandelen door het dorre gras met hier en daar een cactus naar de vuurtoren midden op het eiland.

Vuurtoren midden op Klein Curaçao (foto van internet)

Er stond eerder een vuurtoren aan de rand van Klein Curaçao, maar toen die ergens in 1800 door een orkaan werd weggeblazen, is er een nieuwe midden op het eilandje gebouwd. Het ziet er allemaal vervallen en verwaarloosd uit. Ik blijf beneden in de schaduw zitten als Dennis naar boven klimt. We hebben onze oude digitale camera onder het bed vandaan opgediept. Na drie foto’s zijn de net opgeladen batterijen leeg en houdt ook dit toestel het voor gezien. De foto’s van de vuurtoren, de scheepswrakken en de beheerder van Mermaid zijn dan ook van internet geplukt.

Wrak zeeschip op Klein Curaçao (foto van internet)

Wrak zeilschip op Klein Curaçao (foto van internet)

We lopen verder naar het indrukwekkende wrak van een zeeschip. Alleen de achterkant met stuurhuis zijn nog over. De golven hebben de onderkant al geperforeerd en het zal niet lang meer duren of ook dit deel gaat bezwijken. Iets verderop ligt het wrak van een zeilschip. “We moeten wel alert blijven,” zeg ik tegen Dennis als we beiden ontzet naar dit drama kijken. Later horen we van de beheerder van Mermaid dat dit schip vijf jaar geleden met mooi weer gestrand is. Vijf mannen aan boord en een navigatiefout kostte hen hun schip.

Schaduwrijke afdakjes van Mermaid op Klein Curaçao

Beheerder Mermaid, burgemeester van Klein Curaçao (foto van internet)

We steken het eiland dwars over naar Mermaid. De beheerder verblijdt ons met koud water en gaat koffie en thee voor ons zetten. We mogen even rond kijken. Het is groter dan ik verwacht. Er is een professionele keuken en er zijn toiletten en douches. Zonnepanelen zorgen voor elektriciteit. Als we aan de koffie zitten, krioelt het op de vloer van de salamanders en heremietkreeften. De man vertelt dat zijn dochter in Groningen geneeskunde studeert. Wij bedanken onze gastheer voor de gastvrijheid met een boek.

Catamaran vol dagjesmensen

Het is rond half elf en er arriveert een grote catamaran vol dagjesmensen. In een overvolle dinghy worden de toeristen naar het strand gebracht. De rust op het eiland is even weg, het lijkt nu Scheveningen wel. Wij gaan snorkelen. Dennis ziet nog twee schildpadden en na de lunch racen we onder vol tuig naar het vijftien mijl verderop gelegen Curaçao.

Ingang Spaanse Water

Door een smalle doorgang bereiken we het Spaanse Water. Het Spaanse Water is een binnenwater. Mensen varen in kleine (zeil)bootjes, er zijn surfers en bijna helemaal achteraan zien we de Alcatraz liggen. Naast en achter de Alcatraz liggen de Kind of Blue en de Inish. We zwaaien naar de Odd@sea die we in Las Palmas uitgezwaaid hebben. Het anker ligt net en de motor draait nog als de eerste dinghy aan onze reling hangt. Jacques, een neef van de ‘Emma’ en zijn Annet heten ons welkom. Het schip Emma zijn we in 2008 in Oostende en op Guernsey tegengekomen. Jacques en Annet hebben hier hun nieuwe schip de Panache gekocht van mensen die op Isla Margarita voor de kust van Venezuela twee keer op één dag overvallen zijn. De tweede overvallers waren zo boos dat ze te laat waren, dat ze de kussens kapot gesneden hebben. De nieuwe eigenaren zijn het schip aan het opknappen voor een grote reis. Karine van de Alcatraz en Lorie van de Kind of Blue zijn samen wezen zwemmen en heten ons welkom. Hun mannen komen later allebei apart even gedag zeggen. Na het eten en het uitruimen van een kastje waar zwarte beestjes uit een pak pannenkoekmeel kruipen, borrelen we aan boord bij Rob en Josien van de Inish. Het is hier veel drukker dan op Bonaire maar met alle bekenden en dit ontvangst is het alsof we in een warm bad stappen.

Woensdag 6 Juli 2011 Van Bonaire, Kralendijk naar Klein Curaçao

Van Bonaire naar Klein Curaçao

In de ochtend klaart Dennis uit en haal ik vers brood en vlees en toch ook een paar bosuitjes en wortelen. Nog net op tijd voor de middagpauze liggen we bij de marina aan de waterslang. Mèn wat is het warm in de haven. In Europa was het een luxe om in een marina te liggen. Hier wil je dat echt niet. Snel gaan we weer naar buiten en onderweg naar Klein Curaçao. Het wordt een plezierritje: 26 mijl voor de wind met windkracht vijf. Bij Klein Curaçao ligt alleen een vissersbootje. Het ziet er paradijselijke uit. Een prachtig strand waarop wat houten afdakjes voor schaduw gemaakt zijn, azuurblauw water en een verder onbedorven vlak eiland.

Aan de enorme mooring voor Klein Curaçao

Dennis vaart behendig achteruit naar een enorme mooring. De mooring is zo groot dat ik er één voet op kan zetten om mijn lijn door het oog te murmen. Daarna trek ik de lijn tot halverwege door en loop er mee naar voren. De wind doet de rest. We hebben nog zo’n anderhalf uur voordat het donker wordt. Snel lanceren we de dinghy van het voordek en roeien naar de kant. We wandelen richting de vissersboot en komen uit bij een verzameling rietenafdakjes. Mermaid staat er op een bord. We verwachten half en half dat we weggestuurd worden, maar de visser en de medewerker van Mermaid heten ons allerhartelijkst welkom. We krijgen bier en koude limonade. “Jullie liggen prima aan de mooring,” vertelt de medewerker van Mermaid. Bijzonder om op zo’n Robinson Crusoë eiland gewoon Nederlands te kunnen spreken met een pikzwarte man. Onze gastheer vertelt met schitterende ogen hoe fantastisch het hier is en hoe leuk zijn werk is. Vandaag is hij met 60 gasten hierheen gevaren. Hij heeft broodjes voor ze gesmeerd en de barbecue georganiseerd. De boot met gasten is weer vertrokken en vanavond en morgen heeft hij het eiland voor zichzelf. “En dan is het hier paradijselijk. Soms komen er een paar mensen die blijven slapen in hangmatten. Zij hebben dan de tijd van hun leven,” vertelt de medewerker van Mermaid. Drie dagen in de week is hij op het eiland. Hij onderhoudt het complex dat bestaat uit een afdak, een keuken en een toiletgebouwen. Hij organiseert het eten en drinken voor de gasten. We moeten morgen absoluut even langskomen voor een bak koffie.

Dinsdag 5 Juli 2011 Bonaire, Kralendijk: Duiken en voorraden herschikken
“Veel plezier en doe voorzichtig!” zeg ik tegen Dennis als ik hem met het bijbootje bij de steiger van de duikschool afzet. Dennis gaat dit keer ergens anders duiken. Ik heb Bodyguard even voor mezelf en breng de ochtend op de vloer door met mijn neus tussen de blikken. Welke blikken zijn nog tot na augustus houdbaar en welke niet. De houdbare mogen blijven, de rest gaat in de meer bereikbare keukenkast en moet op. Wij eten niet veel groenten uit blik. Ik kom blikken tegen die in 2009 al mee naar Noorwegen zijn geweest en ons tot hier vergezeld hebben. De komende weken heb ik qua koken een makkie. Of onze smaakpapillen het ook zo kunnen waarderen …? “Ank,” Dennis roept vanaf de kant. Ik leg mijn stift waarmee ik groot de houdbaarheidsdatum op blikken schrijf, aan de kant en ga Dennis oppikken. Gewapend met een nieuwe fles en een tweedehands trimvest stapt Dennis enthousiast over zijn duik in het bootje. ’s Middags liggen we allebei ‘voor Bonaire’ (Pampus is zo ver weg) en aan het eind van de middag probeert Dennis zijn nieuwe duikspullen uit en snorkel ik een paar meter boven hem en laat mijn buik masseren door zijn luchtbellen.

Maandag 4 Juli 2011 Bonaire, Kralendijk: Kajakken tussen de mangroven

Kajakken start door een tunnel van mangroven

“Mangroven komen alleen in de tropen voor op de grens van land en zoutwater,” vertelt onze gids Ineke. Ineke is een Nederlandse meid die zo’n acht jaar geleden naar Bonaire is gekomen. We gaan met een Spaans stel en twee Nederlandse jongens op pad. De stellen hebben een tweepersoonskano, de jongens en onze gids zitten ieder in een eigen kano. We starten door een tunneltje van mangroven. Het is te nauw om te kanoën. We zetten ons af tegen de wortels. Met je peddel de bodem raken is verboden, want dan beschadig je het ecosysteem. De mangroven filteren het modderwater van het eiland en helpen zo het koraal schoon en levend te houden. Koraal heeft licht nodig. Mangroven zijn natuurlijke watermakers. Misschien moeten we zo’n boom aan boord zetten. Gewoon zout water geven en hij zet dat om in zoet water. Helaas gebruikt hij het allemaal zelf om te groeien. Het zout scheidt deze vernuftige boom uit via de bladeren, waar het vanaf waait of regent.

Kajakken in het mangrovebos

We peddelen door brede sloten, hele smalle doorgangen en doen een sprintje op een meertje. Zelfs als ik niet mee peddel wint Dennis dit glansrijk. Is hij echt zo in vorm of geldt ook hier: waterlijn is snelheid? Bij een nauw stuk binden we de kano’s aan de wortels vast en snorkelen door het nauwe slootje. Het water is troebel. We staan verteld van de grote vissen, soms wel een meter lang, die hier zwemmen. De wortels zijn begroeid met sponzen en hebben onderwater allerlei kleuren. Een school vissen van zo’n 40 cm houdt zich angstvallig stil tussen de wortels en hoopt dat die rare vissen met grote plastic ogen snel voorbij zwemmen. En dat doen we ook, want de muggen hebben mijn blote rug ontdekt. Mangroven worden door de wind bevrucht. Ineke wijst ons de gele bloemen aan. De bloemen groeien uit tot vrucht en tot nieuw klein boompje. Het kleine stengeltje valt op een gegeven moment van de boom af en drijft een aantal dagen horizontaal en neemt dan een verticale positie in. Door de wind en stroom gedreven strandt de "dobber" op ondiep water en kan dan uitgroeien tot een nieuwe mangroveboom. Zo niet, … jammer. Na ruim twee uur stappen we weer uit de kano. We hebben weer een hoop geleerd en gezien. Elly, de manager van het Mangrove en Kayak Center, brengt ons weer keurig naar Kralendijk en zet ons af bij de steiger waar onze dinghy ligt.

Zondag 3 Juli 2011 Bonaire, Kralendijk: Boodschappen en snorkelen

Kleurrijke vissen onder water

Resort aan de kust van Bonaire

In de ochtend fietsen we naar de supermarkt. We mogen van onszelf alleen nog maar verse spullen kopen. Qua houdbare spullen moeten we in verband met ons aanstaande vertrek naar Nederland de boot een beetje leegeten. Dit gaat tegen ons gevoel in. We zijn nu juist gewend in te slaan waar dat goed kan. In de middag varen we drie mijl naar het noordwesten naar een leuke snorkellocatie (Andrea I). Je kunt hier je boot voor maximaal twee uur aan een boeitje vastbinden om te duiken of te snorkelen. Ankeren is niet toegestaan, omdat je dan met je anker en de ketting het koraal kunt beschadigen. Het is opnieuw prachtig onderwater. Vlakbij de kust is het snorkelen het leukst, omdat je er dan met je neus bovenop zit. Gisteren bij het fotograferen van een grote vis, stopte onze digitale camera er plotseling mee. Vandaag kunnen we nog drie foto’s maken en dan is het definitief gedaan met onze camera.

Prachtige ondergaande zon, laatste foto van onze Sanyo fototoestel

Met een ondergaande zon varen we op de genua terug naar onze mooring. Een ‘feestboot’ vol dagjesmensen of zijn het nu avondmensen varen al swingend met ons mee op. Wij gaan wat harder. Als we aan de mooring liggen, vaart de partyboot ons met een discodreun voorbij terwijl met laserlichten allerlei figuren op het zeil getoond worden. Het is zowaar een mooi gezicht.

Zaterdag 2 Juli 2011 Bonaire, Kralendijk: Duiken en snorkelen

Dennis gaat duiken met een volgelaatsmasker

“Met een volgelaatsmasker kun je gewoon door je neus ademen, heb je een weids zicht en je kunt zelfs met elkaar praten,” vertelt duikinstructeur Patrick. Dennis heeft een duikspecial van twee duiken geboekt met een nieuw type volgelaatsmasker. Dit masker heeft een ingebouwde ultrasone geluidcommunicatie. Ik luister even mee en drink gezellig een kop thee met de stoere mannen en vrouwen die verder allemaal aan de koffie zijn. Er heerst altijd een apart sfeertje op zo’n duikschool. De mensen zijn allemaal erg stoer of in elk geval gedragen ze zich stoer. Ik bekijk het allemaal en als ik dat gewurm in die shorties zie en dat gezeul met die flessen dan weet ik weer dat ik meer een snorkelaar ben. Het zal best dat je meer één bent met de vissen onderwater. Dennis en Patrick lopen als twee Michelin-mannetjes het water in en verdwijnen na een paar testen onderwater. Ik maak nog een praatje met een stel op de pier en vertrek dan naar Bodyguard. Nog een krappe maand en dan gaan we naar Nederland. Ik inventariseer alvast een kastje en leg blikken met een korte houdbaarheidsdatum wat meer voor het grijpen. Daarna maak ik een heerlijke erwtensoep. Dennis komt wildenthousiast van het duiken terug. Het is schitterend onderwater en het was geweldig om weer te duiken. We genieten van een kop erwtensoep. Smaakt ook bij 30 graden prima.

Onderwaterwereld voor kust Klein Bonaire

Linde van Seaquest en haar moeder

Na een tukje gaan we met ons hele hebben en houden naar een boeitje bij Klein Bonaire om te snorkelen. Het water is prachtig helder en we genieten van de vele gekleurde vissen. De bemanning van de Seaquest komt met de dinghy overvaren. Zij binden hun bootje aan Bodyguard vast en samen zwemmen we een stuk langs het eiland. Maaren van een jaar of zes vindt het geweldig en zit meer onder dan boven water. Linde is drie en blijft bij haar moeder. We drinken met z’n allen wat op Bodyguard en al kleurend varen we met z’n allen terug.

Vrijdag 1 Juli 2011 Bonaire, Kralendijk: Rondrit over zuidkant van Bonaire

Zoutbergen

Zouttransportband

Om kwart over zeven zitten we weer in onze huurauto. We hebben nog ruim drie uur voor een rondje over de zuidkant van het eiland. We zien de bergen zout die liggen te drogen nu van dichterbij en ook de transportband naar de schepen. De grote bassins worden gevuld met een laagje zeewater. De warmte van de zon zorgt er voor dat het water verdampt en het zout achterblijft. Voordat al het water verdampt is, wordt er een nieuwe hoeveelheid zeewater binnengelaten. Na verloop van tijd ontstaat er op de bodem van het bassin een laag zout. Ongeveer één keer per jaar laat men het bassin helemaal drogen.

Slavenhuisjes

Vroeger droegen vrouwen het zout naar kleine schepen die het naar het grote schip brachten

Tegenwoordig wordt met grote bulldozers het zout opgeschept en naar een verzamelplaats gebracht. Vroeger groeven slaven het zout uit de pannen. Het zout wordt gewassen, zodat het vuil er af gaat. Daarna ligt het zout maanden te drogen voordat het verscheept wordt. Bij witte pan en later bij oranje pan zien we slavenhuisjes staan. De slavenhutjes zijn in 1850 gebouwd en zijn nauwelijks anderhalve meter hoog. De slaven sliepen hier met z’n tweeën in en hoefden nu niet meer helemaal van en naar Rincon te lopen. De slaven groeven vroeger met blote handen en voeten het zout en droegen het naar de schepen.

Vier obelisken in rood, wit, blauwen oranje gaven de inlaadplaatsen voor schepen aan. De kleur van de obelisk geeft de kwaliteit van het zout aan.

Flamingo’s

Vier obelisken in rood, wit, blauwen oranje gaven de inlaadplaatsen voor schepen aan. De kleur van de obelisk geeft de kwaliteit van het zout aan. We rijden om Lac Bay heen. Flamingo's staan heel dichtbij de weg. We nemen een kijkje bij het Mangrove Info en Kayaking Center. Dat lijkt ons ook erg leuk: kanoën in de mangroven. We tanken 23 liter benzine en leveren onze benzineslurper met 155 kilometer meer op de teller weer in. ’s Middags brengen we een bezoekje aan de Seaquest, een Hallberg Rassy 53, die hier ook aan een mooring ligt. We worden meteen aan boord uitgenodigd en zitten als snel gezellig te borrelen.

Donderdag 30 Juni 2011 Bonaire, Kralendijk: Rondrit Natuurpark Washington Slagbaai

Groen is route van donderdag, blauw is vrijdag gereden

Toyota rijdt tussen de cactussen

We gaan bewust wat laat in de ochtend naar het autoverhuurbedrijf. Auto’s worden hier per 24 uur gehuurd en als we morgen vroeg opstaan, kunnen we morgenochtend ook nog een ritje maken. We willen graag naar het Nationaal Park Washington-Slagbaai. Dit natuurpark in het noorden van Bonaire biedt 6000 ha ongerepte natuur. Er zijn geen asfaltwegen. We huren dan ook een Pick-up voor dit grove werk. Budget Autoverhuur geeft ons een Toyota Hillux mee. Met deze foute wagen gaan we eerst even koud drinken en broodjes inslaan bij de supermarkt. Vervolgens rijden we via de oostkust naar het Nationaal Park. We weten dan nog niet dat de kustweg aan de westkant éénrichtingverkeer is en dat we beter via deze kust heen hadden kunnen rijden om een rondje te rijden. Ook wisten we niet dat je met een ‘Duikpas’ gratis het Nationaal Park in mag, terwijl je met de toegangspas van het Nationaal Park niet mag gaan duiken. Afijn we sponsoren dus aardig STINAPA; de organisatie die het Nationaal Park en de zee rond Bonaire beschermt. Zodra we Kralendijk verlaten, verandert het landschap. De weg is erg rustig en al snel rijden we tussen vele grote cactussen. Bij het oudste plaatsje van Bonaire, Rincon, nemen we de afslag naar Nationaal Park Washintgon-Slagbaai. We moeten opnieuw de Nature Fee betalen, waarmee we niet kunnen duiken. We ondernemen nog een poging om via een binnendoor weg naar een duikschool te rijden, maar als we de enorme kuilen in de weg zien, staken we deze poging. Washinton-Slagbaai is een spectaculair gebied. Het is sowieso al gaaf om met een Pick-up over de zandwegen te rijden.

Wegen in Nationaal Park Washington-Slagbaai

Luchtdruk geeft spectaculaire splashes

Onderweg stappen we regelmatig uit om naar de Flamingo’s te kijken of naar de kust te lopen. Aan de noordkust beuken de golven op de rotsen. Een grot geeft zulke luchtdrukverschillen dat het water spectaculair opspat.

Flamingo

Leguaan

Bij de vuurtoren ziet Dennis de eerste leguaan. Later zien we er nog een aantal langs de weg. Ik vind dat de evolutie bij dit beest heeft stilgestaan. Hij kan zo in een plaatjesboek van dinosaurussen meedoen. Voor het beklimmen van de 241 meter hoge berg Brandaris hebben we helaas geen tijd. Om vijf uur moeten we uit het park zijn. We snacken bij de Watta-burger: dutch style fastfood een frietje en halen dan nog wat flessen water en limonade bij de supermarkt. We hebben tenslotte een auto met laadbak onder onze gat.

Woensdag 29 Juni 2011 Bonaire, Kralendijk: Rust- en klusdag

Bodyguard voor anker, groen gele zeiltje op voordek is windscope

Op de Kaapverden hebben we van de Gruffalo een Windscope gekregen. Dit ‘minispinakertje’ hijsen we op boven het luik. Het vangt veel wind, waardoor er een heerlijk koel windje in de boot waait, beter dan een ventilator. Het groen van dit zeiltje is helemaal verteerd en inmiddels zit er een grote scheur in. In St. Lucia heb ik een stuk spinakerdoek gekocht en samen gaan we aan de slag om de windscope te repareren. We zijn er de hele dag mee bezig. Op onze manier dan. Tussendoor even zwemmen, koffiedrinken, uitgebreid lunchen, boodschappen halen. Aan het eind van de dag kunnen we hem weer ophijsen. We spannen binnen een handdoek van de achterkant van het luik naar schuin boven onze voeten. Hiermee creëren we zo’n lekker windje in de voorpunt dat we zelfs onder een laken moeten slapen. Heerlijk!

Dinsdag 28 Juni 2011 Bonaire, Kralendijk: Grote wasjes

We fietsen langs het vliegveld

Met de fiets naar de snorkellocatie

We hebben gisteren een laundryservice ontdekt. Een prachtig gebouw met nieuwe machines. De kleinste wasmachine is tien kilo. We halen de lakens van het bed, nemen de grote handdoeken mee, legen de wasmand en nemen verder alles mee dat een keer gedragen is, maar wat je nog niet in een handwas zou stoppen. Uiteindelijk hebben we twintig kilo was. We betalen wat extra’s zodat de was van de wasmachines in de droger gedaan wordt en gaan op de vouwfietsen naar een snorkelplek in het zuiden. We komen langs het vliegveld en nemen er even een kijkje. Een heerlijk kleinschalig vliegveld. De aankomst- en vertrekhal is overdekt, maar aan de oostkant gewoon open. De verse bemanning van een KLM-toestel komt met een bus aan. De bemanning die net aangevlogen komt, stapt in dezelfde bus of wordt door hun lief opgewacht. We fietsen nog een stukje verder en gaan dan bij een strandje zwemmen. Ik mis mijn zwemvliezen zo vlak boven het koraal met golven. Op de terugweg is het fietsen warm. Het idee om naar de zuidkant van het eiland te fietsen laten we meteen varen. We gaan een auto met airco huren.

Geen straf om de was op te vouwen in een airco-ruimte

We zijn blij als we in de gekoelde wasserette zijn. Nog niet eerder hebben we met zoveel plezier onze enorme berg was opgevouwen. De tv staat op één of andere soap en we blijven zelfs nog even kijken met een ijskoud drankje dat ze hier ook verkopen.

Maandag 27 Juni 2011 Bonaire, Kralendijk: omgeving verkennen

Pelikanen op de steiger

Pelikaan in het water

Deze kant van Bonaire is vlak. Gisteren was het lopen naar de douane in de hitte over de boulevard een behoorlijk stuk. Vandaag moeten we naar de marina en tevens willen we een wasserette vinden en boodschappen doen. We hebben de vouwfietsen onderuit de bakskist opgediept. Fietsen in de warmte is een stuk lekkerder dan lopen. Bij de marina betalen we onze mooring voor een week (10$ per nacht) en betalen we allebei de ‘Nature fee’ (10$ pp) warmee je een jaar lang mag snorkelen langs de kust van Bonaire. We stappen even binnen bij de tourist information. We pakken wat folders en ik vraag aan de man achter de balie: “Heeft u een goed adres voor het huren van een auto?” De man kijkt me zo glazig aan en het duurt zo lang voor ik een budget foldertje in mijn hand gedrukt krijg, dat ik het gevoel krijg alsof ik een hele rare vraag gesteld heb. Zonder openbaar vervoersysteem zal minstens 80% van de toeristen hier toch wel naar een huurauto informeren? De twee Nederlandse jongens die hier stage lopen, zijn een stuk vlotter. Zij vertellen waar we goed boodschappen kunnen doen. Dennis staat even later enthousiast Johma salades in zijn karretje te zetten. Ik heb sinds de AH in Vlissingen, tien maanden geleden, een pak karnemelk in mijn hand. KARNEMELK …als ik iets gemist heb uit Nederland, dan is het karnemelk. We gaan lunchen met heerlijk vers brood en beleg op ons drijvende restaurant Bodyguard. De pelikanen zitten weer op de steiger en dit keer heb ik wel een fototoestel. In de kuip geniet van mijn glas karnemelk. Het smaakt anders dan in Nederland, maar is evengoed heerlijk. We hebben de fietsjes op de kant laten staan. “In de namiddag gaan we weer fietsen,” zeiden we enthousiast tegen elkaar. Laat in de middag hebben we alleen nog energie voor een miniwandelingetje over de boulevard. Iets op het land ondernemen kost door de warmte blijkbaar veel energie. Het is niet voor niets dat tropenjaren dubbel tellen.

Zondag 26 Juni 2011 Van Dominica, Prince Rupert Bay naar Bonaire, Kralendijk dag 5: Aankomst

Vlakke zuidkust van Bonaire

Om half zes word ik wakker op de langsbank in de kajuit. Ik heb heerlijk geslapen en voel me redelijk uitgerust. Gisterenavond kwam Dennis drie kwartier te vroeg uit z’n bed, met als gevolg dat ik er een half uur eerder in lag. En nu ook een uur langer gelegen. Heerlijk! Als ik buitenkom zie ik dat Dennis al bezig is de zuidpunt van Bonaire te ronden. Dat aankomen in een nieuw gebied is altijd bijzonder. Ruime wind varen we langs de oostkust van Bonaire. Het voelt als op een rondvaartboot. Er staan hier achter het eiland geen golven. Heerlijk comfortabel genieten we van het uitzicht op Bonaire. De zuidkant is vlak. “Misschien kunnen we de fietsen weer eens gebruiken,” zeggen we tegen elkaar. Twee roze flamingo’s vliegen vlak voor de boot langs richting Venezuela.

Zoutwinning op Bonaire

We zien bergjes zout liggen: de zoutwinning weten we uit de boeken. Na de laatste bocht zien we Klein Bonaire liggen: een vlak groen eilandje voor Kralendijk. We varen het water tussen Klein Bonaire en Bonaire op en zien bij Kralendijk de schepen op een rij aan moorings liggen. Het kustwater rond Bonaire is een nationaal marine park. Om het koraal niet te beschadigen mag je hier niet ankeren. Het is half acht ’s ochtends. De boten schitteren in de zon, pastelkleurige huisjes op de achtergrond. We pikken een vrije mooring op. Nog even de huik er op maken en de bimini uitklappen en dan liggen we in het water. Het water is hier een tikkeltje kouder dan in Dominica, maar dat is alleen maar lekker. Als ik mijn hoofd onderwater steek overvalt de helderheid van het water me. Wow, wat een uitzicht. Ik zie heel scherp het onderwaterschip van Bodyguard. Ik zie zelfs de betonblokken van moorings liggen voor de boot. De boot ligt in 5 meter diep water. Iets meer naar achteren loopt de bodem heel steil af, naar meer dan 200 meter, weet ik van onze dieptemeter. Toen we hierheen voeren had ik tot vlak bij de mooring geen diepteinformatie. Onze dieptemeter geeft tot 200 meter de diepte aan. De boot ligt boven zand. Wat dieper begint het koraal en overal zijn kleine gestreepte vissen te zien. We snorkelen wat heen en weer en bekijken de moorings. “We liggen hier wel goed,” zeg ik tegen Dennis, “twee lijnen aan twee betonblokken.” We varen de marina in met het bijbootje op zoek naar de havenmeester voor de mooring, de douane en de immigratie. We zien niets van wat we zoeken. Op de Nederlandse boot Bluefin vertelt Gerard dat de douane en immigratie aan de boulevard zitten. De havenmeester is er morgen weer. We varen de marina weer uit en gaan aan het vissersteigertje vlakbij Bodyguard aan land. Om niemand in de weg te liggen, leggen we ons bootje aan de binnenkant van de steiger. Hierbij varen we op nog geen twee meter afstand langs een pelikaan. Jammer dat ik mijn fototoestel niet bij me heb. Wat een grote snavel en een lieve oogjes. De pelikaan zit duidelijk in twijfel: “Vliegen of zijn ze te vertrouwen?” We bewegen niet, praten niet en varen heel zachtjes langs hem. Hij vertrouwt ons. Inmiddels is het twaalf uur en lopen we op het heetst van de dag over de boulevard. De wind is hier krachtiger en constanter dan op de meer oostelijk gelegen Caribische Eilanden en dat maakt het draaglijk. “Denk aan onze kinderen,” leest Dennis mij een heel Nederlands verkeersbord voor. De boulevard is mooi aangelegd. De Nederlandssprekende douane is vriendelijk. We vullen een papier in. De immigratie ambtenaar wordt gebeld en veel te snel moeten we de aircoruimte weer verlaten. Voor de verandering hebben we eens niets afgerekend. We lopen nog een stukje en vieren dan onze aankomst op een terrasje met een broodje kroket en een carpaccio. We delen ze samen. Heerlijk! Afrekenen gebeurt hier in Amerikaanse dollars. Terug aan boord plonzen we nog even in het water. Ik zie een 1,20 meter lange barracuda voor de boot zwemmen. Vervolgens liggen we drie uur onze nachtrust in te halen.

Zaterdag 25 Juni 2011 Van Dominica, Prince Rupert Bay naar Bonaire, Kralendijk dag 4

Kaartje Dominica en ABC eilanden met evt. onze koerslijn

In de Carieb loopt het orkaanseizoen officieel van 1 juni tot 1 november. De meeste orkanen zijn te verwachten in augustus en september. De ABC eilanden vallen buiten het orkaangebied en daarom zijn wij daar nu naar op weg. Toen wij in augustus 2010 uit Nederland wegvoeren, was ons meest ambitieuze plan een rondje Atlantische Oceaan van ongeveer één jaar. Gedurende de reis vonden we één jaar erg haasten en besloten we er op de één of andere manier een jaar aan vast te knopen. Hoe en waar wisten we toen nog niet. Inmiddels weten dat we de ‘hurricane stopover’ in Curaçao gaan doen. Na Bonaire gaan we daar naar toe. Zeer waarschijnlijk laten we de boot daar achter en komen we een paar maanden naar Nederland. Wat we na Curaçao gaan doen is nog een groot vraagteken. We weten zelfs nog niet of we de reis via West of Noordoost laten verder lopen. We weten wel dat het met de boot onderweg zijn, ons uitstekend bevalt. In de ochtend is de koers naar Bonaire steeds meer halve wind. Dit halen we niet met onze twee genua’s, dan moet de wind min of meer van achteren komen. Na een kort werkoverleg gaan we aan de slag. We laten de boot op de stuurautomaat pal voor de wind varen, draaien de genua’s helemaal in, gaan op het voordek de bomen opruimen, binden de genua’s aan elkaar en rollen de dikke genua weer uit. Halve wind loopt de boot niet comfortabel op één genua. We besluiten het grootzeil er bij te zetten. Dat betekent: bimini half inklappen, huik er af halen, genua inrollen, motor starten en in de wind het grootzeil hijsen. Op een rollend en stampend schip ben je daar al gauw een uur mee bezig. Met een dubbel rif en een half uitgerolde genua varen we beter. Als de wind wat afneemt durven we het luik in de kajuit een klein stukje open te zetten voor wat frisse lucht. Na een grote golf doen we het snel weer dicht. De kussens zijn gelukkig buiten schot gebleven, maar de tafel en de vloer zijn briesend zout, net als een drietal handdoeken om het snel op te vegen. Mijn vers gesneden uien voor de nassi stonden op tafel en drijven op het bord. Ik spoel ze af en als een volleerd rodeorijder maak ik nassi, me telkens op het juiste moment met twee handen vasthoudend. Wat was dat toch heerlijk comfortabel met ruime wind achter die twee fokken aan. Middernacht: nog 42 mijl te gaan.

Vrijdag 24 Juni 2011 Van Dominica, Prince Rupert Bay naar Bonaire, Kralendijk dag 3
We hebben vannacht allebei goed geslapen en voelen ons een stuk beter dan gisteren. Om de beurt luisteren naar ‘Mijn Vrijheid’ van Ayaan Hirsi Ali op de iPod. We krijgen steeds meer bewondering voor haar. Het lijkt er op dat een groot deel van de plantjes het zoutwaterbad gaat overleven. 80% staat weer fier rechtop. We hebben geen stroom tegen meer en gaan weer 4,5 tot vijf knopen. De wind is zwak tot matig en de golven zijn laag. Kortom het gaat best comfortabel. We hebben radiocontact met Jan van de J&B. We hebben de J&B in Nederland in 2003 voor het eerst gezien. Daarna kwamen we elkaar weer tegen bij Isla Graciosa en in Las Palmas. De hele reis hebben we radiocontact met elkaar gehouden. Jan en Boukjen zijn al weer bijna thuis van hun rondje Atlantic. Via Bermuda en de Azoren zijn zij nu op weg naar het kanaal. Jan meldt dat hij de kachel heeft aangedaan. Lijkt mij heerlijk. Wij gunnen onszelf drie keer per dag anderhalve liter water om het zweet van ons lijf te spoelen. Middernacht: nog 186 mijl te gaan.

Donderdag 23 Juni 2011 Van Dominica, Prince Rupert Bay naar Bonaire, Kralendijk dag 2
In de ochtend voelen we ons allebei een beetje katterig. Ons brood is inmiddels van maandag. Ik beleg het met kaas en een plak tomaat, paar minuten in de hapjespan en smaakt heerlijk. Hier en daar staan er weer wat plantjes rechtop. We hebben stroom tegen en gaan af en toe maar 3,5 knoop. We hebben aan boord zes goede slaapplaatsen. In de voorpunt beweegt het te veel, de achterhut is tegenwoordig een magazijn en op de langsbanken tocht het niet. Het ideale bed is op de grond of buiten in de kuip. Nog niet eerder liep ik ’s nachts wacht in mijn bh. Middernacht: Positie: 14°17’,1 Noord, 063°53’,7 West, koers 240°, snelheid 4,1 knopen, nog 299 mijlen te gaan, wind uit 135° over bakboord, sterkte 11 knopen (op het dek), barometer 1013 mbar, zeilvoering 2 genua’s 100%.

Woensdag 22 Juni 2011 Van Dominica, Prince Rupert Bay naar Bonaire, Kralendijk dag 1

Alcatraz vertrekt drie uur voor ons uit Prince Rupert Bay

Terwijl wij al dagen roepen: “Morgen vertrekken we,” is het de Alcatraz die stilletjes als eerste vertrekt. “Wij volgen over een uur,” roepen we naar hen. We hebben echter nog drie uur nodig voor we helemaal vaarklaar zijn. Het is ruime wind naar Bonaire. We hebben de tweede genua er weer bij gedaan, zodat we weer achter onze fokjes aan met het grootzeil in de huik naar Bonaire zeilen. Het bijbootje ligt vastgebonden op het voordek. Dennis haalt het slot van het reddingsvlot en ik denk terug aan de bewaker van maandagavond. Hij vroeg wat voor kist wij op het dak hadden. “Liferaft,” antwoordde ik, maar een reddingsvlot zei hem niets. Eerder al had ik hem vertelt dat het leven bij ons aan boord ophoudt als we in een orkaan terecht komen. “When there is a hurricane and the boat sinks, we are going to sit in that,” verduidelijkte ik. “Are you fooling me?” hij geloofde me echt niet en pas toen ik met mijn zaklamp op het plaatje van een reddingsvlot drijvend op de golven scheen, begon hij in te zien dat er heel wat in dat witte kistje zat. Ik start de motor en Dennis haalt het anker op. We rollen de genua’s uit, plaatsen de bomen en gaan met een flinke vaart van zes knopen, beetje stroom mee, de Alcatraz achterna. Voor de tuinkruiden wordt deze reis een ‘survival of the fittest’. Een flinke golf in de kuip zorgt voor een waterballet in de plantenbak. Dennis gooit het overtollige water er snel uit. Alle plantjes liggen plat, van sommige liggen de worteltjes bloot. Elk uur bespuit ik ze met zoet water. Ik betwijfel of ze dit gaan overleven, zo’n zoutwaterbad. ’s Nachts lopen we de Alcatraz voorbij. Middernacht: nog 407 van de 461 mijl te gaan.

Dinsdag 21 Juni 2011 Dominica, Prince Rupert Bay: Rust- en klusdag

Valstopper voor de bakstag is gemonteerd, bleef voorheen op de lier zitten

Qua weer maakt het niet uit of we vandaag of morgen vertrekken. Ik kies voor nog een dagje aansterken. Dennis vindt dat prima en maakt van de gelegenheid gebruik om de valstoppers voor de bakstagen te monteren. Voorheen lieten we de bakstagen op de lier zitten, maar dat was lastig als we de genua wilden indraaien.

Maandag 20 Juni 2011 Dominica, Prince Rupert Bay: Water tanken
Vandaag is duidelijk the day after … de eilandrondrit. We slapen uit, hangen aan de ankerketting en bereiden ons langzaam maar zeker voor op de tocht naar Bonaire. Ik ga met Karine boodschappen doen. Veel meer dan een witte kool, een ananas en wat bananen weet ik niet te scoren. Ik had graag nog wat aardappelen en wortelen gehad. Het is leuk om even met een vrouw op stap te zijn. Karine is een gezellige meid, maar ik voel me niet helemaal lekker. ’s Middags blijk ik wat verhoging te hebben. Niet echt dramatisch maar wel een verklaring voor mijn buh-gevoel. ’s Avonds gaan we water tanken. Dennis heeft met de bewaker afgesproken dat wij in de avond aan het pontoon kunnen afmeren voor water. Officieel moet je water tanken bij het cruiseschipdok, maar daar hebben onze Nieuw Zeelandse kennissen al een tevergeefse poging gedaan. We hebben voor de avond afgesproken, omdat er dan minder visbootjes aan het pontoon liggen. Als we aan komen varen, zien we het pontoon vol staan met vissers. Zodra ze ons zien beginnen ze allemaal te schreeuwen en op hun lijnen te wijzen. We geven hen even de tijd om hun lijnen binnen te halen. De bewaker sputtert wat tegen als hij onze slangen ziet en heeft liever dat wij met jerrycans heen en weer gaan lopen. Maar Dennis heeft slangen van de Alcatraz geleend en gaat echt niet met jerry cans lopen sjouwen als het ook per slang gaat. We leggen de boot nog anderhalve meter naar voren en dan halen we het precies naar de kraan. Ik vul eerst onze grote wasemmer, zodat de slang wat kan doorspoelen. Vrijwel alle vissers staan op een paar meter afstand te kijken naar onze activiteiten. Vanaf de kant komt een man met houten krukken tot onder zijn oksels en maar één been het pontoon oplopen. Hij houdt vlakbij mij stil. Ik vind het met al die vissers al spannend genoeg en probeer hem te negeren. Hij wil vast geld hebben. Ik vul nog steeds de wasemmer en de man met het ene been vraagt of het water nog steeds te warm is. Ik kijk hem aan en een paar vriendelijke ogen kijken terug. “Yes, it is still very hot,” antwoord ik. En we keuvelen wat over het water. Plotseling komt er een vrouw schreeuwend en tierend aan lopen. Het water stroomt niet meer en wat wij aan het doen zijn mag absoluut niet. Dennis vraagt wie zij is en vraagt naar haar id. Hierop gaat ze helemaal over de rooie. Ik loop naar haar toe en probeer op een rustige manier uit te leggen wat wij aan het doen zijn en waarom. Ze is niet meer voor rede vatbaar. Ze schreeuwt in haar telefoon dat een white man water aan het tanken is en dat hij om haar id vraagt. Ik druip af. Dennis heeft dit geregeld en is wat diplomatieker dan ik. Op een afstand zie ik Dennis door haar mobiele telefoon praten. De vissers zijn weer aan het vissen of staan bij Dennis en de schreeuwende vrouw. Ik ben intussen alleen achter gebleven met de man met maar één been. “Ik heb drieënhalfjaar met krukken gelopen,” zeg ik tegen hem in het Engels. Hij vertelt hoe het bij hem zo gekomen is. Hij stond met iemand te praten met een touw waaraan een koe zat, in zijn hand. Plotseling begon de koe te rennen. Hij moest mee, stapte in een kuil en verwondde zijn been heel ernstig. Hij kreeg gangreen en de dokter amputeerde zijn been. Hij zwaait zijn stomp naar mij toe. Hij is blij dat hij van de helse pijn af is. Maar hij gaat niet bedelen, hij is visser, vult hij aan, want dan verliest hij zijn zelfrespect. Even hebben we echt contact en gaat het niet over de taxiprijs of waar we vandaan komen. Dit gesprek met deze lokale man, maakt voor mij het hele gedoe rondom het water tanken meer dan goed. Dennis heeft inmiddels met de baas van de hysterische vrouw gesproken. Ze is wat gekalmeerd en heeft zelfs haar excuses aangeboden. Maar water tanken mogen we niet. Op het lawaai zijn nog meer mensen af gekomen. Ik zit als een soort bewaker aan boord en Dennis komt met een paar stevige kerels teruglopen. De mannen gaan met jerrycans onze tank vullen uit een kraan in het dorp. Op blote voeten rennen ze met de lege tank over de steiger en stevig stappend met de tank op hun schouder komen ze weer terug. Eén man werkt snel en morst veel. De andere doet het wat rustiger. De rustige man vraagt Dennis ieder van hen apart te betalen anders gaat zijn collega er mee van door. De mannen halen 150 liter water voor ons en wij geven hen onze laatste EC$ en wat euro’s. Even watertanken ….

Zondag 19 Juni 2011 Dominica, Prince Rupert Bay: Eilandrondrit

Soufrière Bay, meest zuidelijke baai, natuurreservaat met rechts Scotts Head

Onze chauffeur James met zijn minibus

Bovenop Scotts Head

James staat al met zijn minibus op ons te wachten als wij om half acht onze bijbootjes aan het ponton vastbinden en op slot leggen. We gaan samen met Karine en Tom van de Alcatraz een eilandrondrit maken. We rijden eerst helemaal naar het zuiden. In het zuiden wandelen we Scotts Head op. Uiteraard staat er bovenaan een kanon.

Kokende zwavelbron

We rijden het binnenland in en nemen een kijkje bij de zwavelbronnen. In het hoogseizoen kun je hier een zwavelbad nemen. Nu kunnen we alleen even kijken naar een stinkende stomende en pruttelende bron.

Trafalgar Falls

Ank op steen bij Trafalgar Falls

We cirkelen omhoog naar de Trafalgar Falls. Hier is het weer een nationaal park en betalen we opnieuw een kleine bijdrage als toegang. We zijn de enige toeristen hier. Er zijn twee watervallen: the ‘Father’ and the ‘Mother’. De vader is de grootste, de moeder het makkelijkst te bereiken. Tot een uitzichtpunt is het makkelijk lopen, daarna wandelen we over een geitenpaadje en om echt bij de waterval te komen, moeten we over grote stenen klimmen die dichterbij de waterval steeds glibberiger worden. Dennis is de enige die dat risico neemt. Wij stoppen bij een kleine stroomversnelling en nemen een koel bad. Het warme bad van een eerdere bron hebben we overgeslagen.

Ank en Karina gaan de grot in zwemmen

Karine zwemt in de grot

We rijden nog wat verder naar Titou Gorge. Hier komt een waterval in een grot uit. Je kunt tegen de lichte stroom in naar de waterval zwemmen. Karine gaat ons voor in het koude water. Het is heel bijzonder om tussen de metershoge rotswanden te zwemmen. Boven ons zien we nog een streepje licht. Wij zijn de enige toeristen maar niet de enige bezoekers. Een grote groep vrienden, waaronder onze riviergids van afgelopen woensdag is er ook. Grote picknickmanden en koelboxen vergezellen hen.

Uitzichtpunt boven Roseau

Hoofdstad Roseau met nieuwe stadion

Tot slot gaan we naar een uitzichtpunt boven Roseau en James wijst ons met enige trots het nieuwe stadion. Dan is de indrukwekkende eilandtoer afgelopen. James brengt ons naar de bus en wij stappen van de ene minibus in de andere minibus. Ik onderdruk mijn neiging om te vragen of ik in de bus naar Portsmouth zit. Er zitten genoeg lokale mensen in de bus en James heeft met de chauffeur gesproken dus het zal best goed zijn. Na twintig minuten rijden, zijn alle lokale mensen uitgestapt. De bus stopt. “This is my final stop,” zegt de chauffeur. Verbaasd en ongelovig staren wij hem aan. Dat kan niet. Maar voor 150 EC$ wil hij ons wel naar Portsmouth brengen. Dat is de helft van de hele eilandrondrit. Dat gaan we echt niet doen. Zonder te betalen stappen we de bus uit. De chauffeur wil echter dat wij wel betalen en dreigt de politie te bellen. “Prima,” antwoorden wij. Dennis belt met James en James bevestigt dat hij de chauffeur gevraagd heeft of hij naar Portsmouth gaat. Wij geloven James. Eerder in de stad wilde hij ons al afzetten bij een bus die pas na drie kwartier naar Portsmouth zou gaan. Er komt toevallig een bevriende politieagent van de chauffeur langs. Hij luistert naar Dennis en naar de chauffeur, maar besluit dan dat hij hier zijn vingers niet aan gaat branden. Uiteindelijk betalen we de helft van de ritprijs en gaan samen met een gearriveerde lokale jongeman op de volgende bus wachten. De jongeman houdt een four wheel drive aan en wij mogen ook meerijden. Dennis, Karine en Tom klimmen in de laadbak. Ik weet inmiddels dat dat niet zo comfortabel is en kruip op de achterbank in de cabine. De bijrijder vraagt mij wie ik ben en waar ik vandaan kom. Ik vertel dat we met onze boot onderweg zijn en vorig jaar augustus uit Nederland vertokken zijn. De bijrijder woont in Engeland en is momenteel op vakantie in zijn geboorteland. De chauffeur blijkt de minister van agricultuur te zijn. Wow! We zitten bij de minister van landbouw in de auto. Inmiddels rijden we langs een lopende man en ook hij mag in de laadbak meerijden. Ik zie de vier mensen in de laadbak geanimeerd met elkaar praten en lachen. “Are you also the minister of fishing, like in the Netherlands?” vraag ik. Hij is niet meer de minister van visserij. Tegenwoordig is hij ook minister van de nationale parken. Ik vertel enthousiast over onze wandelingen in de nationale parken. De minster vraagt of ik het lange afstand wandelpad van noord naar zuid ken. Het is bijna helemaal klaar. Ik zeg dat ik het gezien heb en dat het me erg leuk lijkt, maar dat onze agenda dat niet meer toestaat. De minister vraagt mij wat reclame te maken voor dit wandelpad. Ik antwoord dat ik dat zal doen en geef hem het adres van onze website. Maar ook zonder verzoek van de minister kan ik wandelaars Dominica aanraden. Je moet tegen een buitje kunnen, maar dat maakt alles groen. Dominica is een indrukwekkend mooi eiland met veel hoge bergen, diepe dalen, watervallen, warme bronnen, en meren. Wandelen zou ik alleen wel in de winter gaan doen. Nu is het erg warm. Onze aardige chauffeur zet ons bij de pier af en zoals een echte minister betaamt, weigert hij zelfs een paar dollar voor een biertje.

Zaterdag 18 Juni 2011 Dominica, Prince Rupert Bay: Naar de markt, wassen, klussen

Broodje hamburger

Dennis is wat aan het rommelen met de elektronica en de zonnepanelen. Ik was een paar kleren. Af en toe springen we in het water voor wat verkoeling. Op de markt kopen we wat paprikaatjes, een wit kooltje, een ananas en een paar mango’s. Dennis ontdekt een rol gekruid rundergehakt in de supermarkt waar we een broodje hamburger van maken. Ik zet mijn tanden in een blue marlin, maar die vis is mij wat aan de droge kant.

Vrijdag 17 Juni 2011 Dominica, Prince Rupert Bay: Wandeling bij Syndicate Falls
Je hebt van die dagen dat alles meezit. Dat de bus wegrijdt als jij er net in zit. Dat er een gratis gids is als je naar vogels zit te kijken en dat je lift krijgt als je net moe begint te worden. Vandaag is zo’n dag.

Begin bord

Uitzicht over de vallei, goede plek om parrots te spotten

Bij het busstation zit de bus vol als wij instappen en rijdt meteen weg. Na ongeveer een kwartier rijden zijn we bij de secundaire weg naar de Syndicate Falls. We beginnen te klimmen en hebben al snel een lift van een oudere man. Er zitten al twee Belgen als lifters achterin. Zij gaan dezelfde wandeling als wij maken. Onze chauffeur is bij zijn landje en wij stappen uit en lopen over een mooi weggetje met bananenplantages verder. Een minibusje neemt ons even later mee naar het begin van de wandeling. De taxichauffeur heeft meteen een ritje voor de Belgen op zaterdag en een eilandrondrit voor ons op zondag. We lopen met z’n vieren de nature trail. We hebben de halve dag met elkaar opgetrokken, maar we hebben ons niet aan elkaar voorgesteld.

Sisserou Parrot

Jaco parrot

Het meisje werkt bij natuurbeheer op Martinique. Zij wijst ons vandaag op de vogels. We zien de parrots, grote typisch voor Dominica papgaaien, een paar keer vliegen. We horen ze nog vaker krijsen. Het is voor mij ideaal om met een stel vogelaars te wandelen. Regelmatig staan ze stil om vogels te spotten. Ik loop dan vast een stukje vooruit of haal hen weer in. Na de trail staan we weer bij het bezoekerscentrum. Ook hier is het seizoen klaar, het is gesloten. We staan in the middle of nowhere en beginnen aan een lange wandeling terug. We laten de Belgen los, zij lopen veel sneller dan wij. De weg over het asfalt is niet vervelend. We zien veel bananenplantages en kleine stukjes land waar van alles verbouwd wordt. Dennis plukt een banaan die we samen delen. Een jeep met twee toeristen rijdt ons tegemoet. Wij zwaaien allebei allerhartelijkst naar de mensen in de auto. De weg loopt dood. Ooit komen ze weer een keer terug …

Grote plankwortels

Net als ik moe begint te worden en bedenk dat het nog best een heel eind is, passeert een pick-up ons. We mogen in de laadbak meerijden. We klimmen tussen de komkommers, kroppen sla, bakken paprika’s en emmers vol peterselie en selderij. Ik begin met op de rand zitten en houd met stevig vast. Dat kost meer kracht dan ik dacht en al snel laat ik me op de vloer zakken, emmer selderij tussen mijn benen. Het is erg spectaculair om zo in de laadbak de berg af te denderen. Eenmaal op de snelweg, kopen we van alles wat en hebben we direct een bus naar Portsmouth, waar onze boot ligt. Ik ga slapen en Dennis gaat op bezoek bij de Alcatraz. Een boatboy komt langs met mango’s. Ik koop er een paar en geef hem wat extra’s en vraag hem langs de rode boot te varen om mijn husband naar huis te sturen voor dinner. “So your husband is at the red boat and he has to come home,” vraagt hij lachend. Het is inderdaad erg komisch, maar zonder dinghy weet ik niet hoe ik Dennis moet bereiken en de marifoon staat bij hen niet aan. De boatboy maakt er een enorme show van bij de Alcatraz en scoort daarmee een biertje. Dennis is op tijd terug en wij genieten van de verse sla uit de pick-up.

Donderdag 16 Juni 2011 Dominica, Prince Rupert Bay: Cabrits National Park

Uitzicht over ankerbaai vanaf Fort Shirley

Fort Shirley

We varen met het bijbootje naar de steiger voor cruiseschepen. Ons bootje ligt enigszins verloren aan de binnenkant van de enorme steiger. Een bewaakster komt naar ons toe om te zeggen dat we hier eigenlijk niet mogen liggen. Dennis gooit zijn charmes in de strijd en voor twee uurtjes mag het wel. We doen een halfslachtige poging om toegang te betalen, maar niemand is echt geïnteresseerd in ons. We laten het er maar bij en wandelen als enige toeristen naar boven. Vanaf het fort hebben we een mooi uitzicht over de ankerbaai. Voor een nog mooier uitzicht wandelen we de meest westelijk gelegen Cabrit op. De heuvels heten Cabrits, geit, omdat de Engelsen op hun rooftochten geiten op het eilandje achterlieten, zodat ze bij een volgende reis vlees zouden hebben. De Cabrits waren vroeger los van het vasteland, maar zijn in de loop der tijd door koraalgroei verbonden met de rest van Dominica. Een zwarte vrouwtjeshond loopt met ons mee naar boven. Ze is al spoedig helemaal idolaat van Dennis. Als ik haar roep, moet ik erg mijn best doen, wil ze komen. Dennis hoeft maar even met z’n tong te klikken of ze komt al vrolijk kwispelend aanrennen. Het is wel gezellig zo’n hond er bij. Het is dat honden niet van grote afstanden zeilen houden en Bonaire is 460 mijl verderop, anders mocht ze mee.

Eenzaam kanon bovenop de heuvel

Bovenop de heuvel kijken we teleurgesteld naar een kanon. Om ons heen is alleen maar groen, geen uitzicht. Zijn we hiervoor naar boven geklauterd over bospaadjes en wortels? Gisteren heeft onze voetpomp om de waterkraan te bedienen het begeven. De hele dag staan we tevergeefs bij de kraan te trappen. Onze elektrische waterpomp vertoonde al kuren. Dennis gaat op zoek naar de reservepomp en ’s avonds hebben we weer stromend water. Zowel de voetpomp als de elektrische functioneren nu weer naar behoren.

Woensdag 15 Juni 2011 Dominica, Prince Rupert Bay: Met roeiboot op Indian River

Indian River

’Krabbeneiland’

Om zeven uur ’s ochtends stuiven we in plané op een gezonken werksschip af. Terry, July, Dennis en ik zijn met boatboy ‘Cobra’ op excursie de Indian River op. Terry en July zijn twee Nieuw Zeelanders die we uit Carriacou kennen. De boatboys waren vroeger erg hinderlijk en opdringerig in deze baai. Een aantal jaren geleden hebben ze zich georganiseerd, cursussen gevolgd en nu zijn het goede gidsen. Onze boatboy heeft zich destijds ingezet voor de Indian River Rangers: boatboys die excursies op de Indian River bieden. Ze hebben goede boten en weten veel van de natuur. Cobra vertelt dat hij heel hard heeft gelobbyd om de rivier motorvrij te krijgen. Nu mag er alleen geroeid worden. Hierdoor ervaar je het natuurgebied veel beter en de oevers blijven behouden. Ik verwachtte dat we bij de rivier in een roeiboot zouden overstappen, maar we kunnen gewoon blijven zitten. De 48 pk Yamaha wordt opgeklapt en Cobra begint achterin de boot zittend te roeien, terwijl hij vooruit kijkt. Heel langzaam komt de zware houten motorboot op gang, maar als hij eenmaal snelheid heeft, gaat het best behoorlijk.

Indrukwekkende wortels

Bomen langs Indian River

Wij hebben intussen genoeg te zien. Het riviertje is prachtig: veel bomen met indrukwekkende wortels, een strandje vol grote krabben en de swampscene van Pirates of the Carebean deel 2 en 3 is hier opgenomen. Cobra wijst een liaan aan. Deze plant heet ook wel de ‘krabliaan’, omdat men vroeger, bij gebrek aan touw, de scharen van de krab hiermee dichtbond. Ik herken het van de bosjes peterselie, die zitten ook met dit stevige sprietje bij elkaar gebonden. We meren af bij een houten hut met wat stoelen en tafels van boomstammen. We lopen een stukje door de tuin en drinken een kopje thee.

Cobra roeit ons over de Indian River

Dan varen we weer terug. Cobra roeit nu voorin de boot en kijkt naar achteren. Ik vraag of ik ook even mag proberen te roeien. Mèn wat zijn die roeispanen zwaar, ik krijg ze nauwelijks opgetild. Met grote krachtsinspanning lukt het me om een paar slagen te roeien. Met Cobra moeten we geen ruzie krijgen. Aan het eind van de ochtend ga ik alleen even het stadje in voor wat groenten en fruit. Alle groentekraampjes zijn al weg. Ik loop het stadje een stukje in op zoek naar wat vers spul. Het is een heel verschil of ik hier met mijn twee meter lange Dennis rondloop of alleen. Nu word ik continu door mensen aangesproken. Ik heb moeite om het gesprek te beëindigen met een enigszins gestoorde vrouw. Een man met één arm roept mij heel nadrukkelijk en zegt zacht: “She is crazy,” en wijst op zijn voorhoofd. “Yes, that’s what I thought already,” antwoord ik. Ondertussen passeer ik een man met één been en ik begon net te denken dat ik gek aan het worden was. Met alleen een zakje uien vaar ik weer terug.

Dinsdag 14 Juni 2011 Dominica, Prince Rupert Bay: inklaren en buurten

Bodyguard voor anker in Prince Rupert Bay

In de papieren staat dat op Dominique de captain moet inklaren en zorg moet dragen dat de gasten en de bemanning tot die tijd aan boord blijven. Ik mag dus niet mee. Ik baal daar even van, want ik wil natuurlijk ook op het land kijken, maar al snel installeer ik me met een kop thee achter mijn laptop en is het wel lekker even alleen aan boord. Dennis komt terug met:”Koffie op de Melvin van Terry en July.” We kennen hen uit Carriacou en het Maroonfestival. We lunchen samen en spreken af om morgen met z’n vieren de excursie op de Indian River te doen.

Maandag 13 Juni 2011 Van Martinique, St. Pierre naar Dominica, Prince Rupert Bay

Roseau op Dominica

Achter Martinique staat te weinig wind om te zeilen. Eenmaal achter de beschutting van het eiland vandaan neemt de wind toe tot windkracht zes. We steken een rif in het grootzeil en draaien de genua wat in. Dat indraaien van de genua doen we tegenwoordig ruime wind. Er staat dan nauwelijks kracht op het zeil. We denderen met dik zeven knopen naar Dominica dat we al direct kunnen zien. In de beschutting van Dominica gaan we helemaal hard: geen golven en vijf beaufort. Blijkbaar hebben we ook een beetje stroom mee, want we gaan nu dik acht knopen. We varen Roseau voorbij en gaan meteen naar Prince Rupert Bay, waar we net na zonsondergang aankomen. Ons log telt 55 mijl meer. Aan de noordkant van de baai ligt een vijftal boten. Sommige op een mooring, sommige achter hun eigen anker. We gaan bij hen liggen op ons eigen anker en slaan de mooring van de boatboy vriendelijk, maar beslist af.

Zondag 12 Juni 2011 Martinique: St. Pierre: Snel tochtje en auto inleveren

De noordoostkust van Martinique

Krabben op het strand verdwijnen snel in hun holletje

We hebben de auto gisteren om tien voor half tien voor 24 uur gehuurd. Om kwart over zeven zitten we in ons autootje om nog even de noordoostkant van Martinique te verkennen. We rijden via Percheur naar het strand Anse Céron, waar we een stukje wandelen. We zien krabben snel in hun holletje kruipen als wij aan komen lopen. We leveren de Twingo in met 170 kilometer meer op de teller. We hebben heel wat uren in het wagentje getoerd, maar door de vele bochten is het aantal afgelegde kilometers niet hoog.

Nederlandse zeebotter Alcatraz

Tom en Carine van de Alcatraz komen koffie drinken. ’s Middags gaan we al snorkelend op zoek naar wrakken, maar we zien alleen vissen en ons eigen anker dat prachtig ingegraven ligt.

Zaterdag 11 Juni 2011 Martinique, St. Pierre: eilandrondrit

Onze gehuurde twingo voor 44 euro per dag

Wegenkaart van Martinique; blauwe route rijden we vandaag

“Il n’ y a pas des voitures,” krijgen we bij het eerste verhuurbedrijf te horen als we om een auto vragen. We lopen naar de andere kant van het stadje. Deze Renault garage heeft vandaag wel auto’s beschikbaar voor de verhuur. We huren een Renault Twingo met dieselmotortje en ridjen de bergen in. Prachtige wegen heeft Martinique. In het kleine autootje heb ik regelmatig het idee alsof we erg hard gaan. Gelukkig werp ik eerst een blik op de snelheidsmeter voor ik Dennis maan om wat zachter te rijden. 43 km/uur is toch niet echt heel erg hard. Bij Ajoupa-Bouillon gaan we linksaf naar het begin van de hike de Mont Pelée op.

Even pauze tijdens beklimming Mont Pelée

Bord bij begin beklimming Mont Pelée

Er staat een grappig bord bij het begin van de wandeling. Het begint makkelijk, maar al snel lopen we op vaak ongemakkelijke veel te hoge en ongelijkmatige treden. Er komt zelfs een stuk waarbij ik op handen en voeten klim. Het uitzicht op de vulkaan is prachtig en het uitzicht naar beneden wordt met elke stap naar boven steeds mooier en beter.

Keerpunt van onze wandeling

Uitzicht op Ste-Pierre vanaf Mont Pelée

Zeilen en wandelen in de bergen zijn mijn twee grote passies. Als ik het kan combineren, zoals nu, is dat voor mij helemaal het einde. Vanaf de boot naar een berg kijken en dan vanaf de berg naar onze boot kijken: het summum! Voor de meeste bergbeklimmers is het falen om voor de top om te keren. Voor mij is het een overwinning. Natuurlijk wil ik naar de top, maar dan is mijn energie voor de rest van vandaag en waarschijnlijk voor de rest van de week op. Na twee uur klimmen en een prachtig uitzicht op Ste-Pierre en een stipje Bodyguard keren we om en staan we een uur later weer bij de auto.

Prachtige bochtige wegen met veel groen op Martinique

Twingo op brug over Rivière Potiche

Gelukkig is het droog

Heerlijk verkoelend beekje onderweg

Bovenaanzicht Ste-Pierre, derde van rechts is Bodyguard

We rijden via de prachtige noordwest kant naar Grand-Rivière. We nemen dezelfde weg terug, rijden voorbij de afslag naar Fonds-St-Denis; ik lette heel even niet op. Maar daarmee komen we wel bij een heerlijk koel beekje, waar we het zweet en de restanten zonnebrandolie van onze armen, benen en gezicht wassen. De weg naar Ste-Pierre via Fonds-St-Denis vinden we het allermooist. Hoge bergen, diepe dalen, bochten, geen ander verkeer. We hebben de ramen open en horen alle insecten luidkeels roepen. Schitterend! Net voor het donker zijn we weer in Ste-Pierre. Dennis scoort een opwarmmaaltijd. Ik warm een restant chili con carne van eergisteren op. Het was een indrukwekkende dag! Nog voor negen uur liggen we allebei in bed.

Vrijdag 10 Juni 2011 Martinique, St. Pierre: Museumbezoek

Door hitte vervormde kerktorenbel tijdens vulkaanuitbarsting

Rue Mont au ciel

In de ochtend bezoeken we het Musée Vulcanologique. We zien foto’s van St-Pierre voor en na de vulkaanuitbarsting in 1902. Onze gids vertelt dat het ook een ongelukkige dag was, waarop de vulkaan uitbarstte. Kinderen deden die dag communie en er waren allerlei belangrijke dingen in de stad te doen. We zien een stapel spijkers volledig aan elkaar gesmolten liggen. Het meest indrukwekkend is de grote bel van de kerktoren die door de hitte helemaal vervormd is. Het is opnieuw erg warm. We gaan aan boord lunchen en zwemmen. Aan het eind van de middag lopen we naar Rue Mont au ciel: een karakteristiek straatje uit de achttiende eeuw met trappen en geultjes voor het water.

Donderdag 9 Juni 2011 Van Cohé de Lamentin (Fort de France) naar St-Pierre

St-Pierre met vulkaan Montagne Pelée op achtergrond

Centrale plein in St-Pierre

Opnieuw varen we langs Fort de France. Het is een voordewinds koersje. Ik hang aan de trap en laat me door het water slepen. Heerlijk verkoelend en Dennis en ik zijn het er over eens dat dit de beste manier is om in de Carieb naar een stad te kijken. Je moet er niet in gaan in de hitte, maar vanuit het koele water de gebouwen aanschouwen.

Cyparis, een gevangene die als één van de weinge de vulkaanuitbarsting overleefde

Dankzij de dikke muren van zijn cel overleefde Cyparis de vulkaan uitbarsting in 1902

Om 16:00 uur laten we ons anker vallen bij het 24 mijl noordelijker gelegen Saint Pierre. We zien een stadje met een imposante kathedraal en een indrukwekkende 1400 meter hoge vulkaan op de achtergrond. Tot 1902 was dit de grote stad van de Carieb. Een uitbarsting van de vulkaan veegde het stadje met haar 30.000 inwoners van de kaart. We liggen vlakbij een pier en roeien met ons bijbootje naar de kant. We wandelen door de twee lange straten van St.-Pierre. We lopen een rondje om de kerk en bezoeken de ruines van het theater. Bij de ruines staan borden met uitleg en we zien foto’s van een prachtig theater in vroeger tijden. Naast het theater was een gevangenis. Cyparis was één van de gevangenen tijdens de vulkaanuitbarsting en door de dikke muren één van de weinige overlevenden. Zijn cel is nog te bezichtigen. Heerlijk zo’n compact plaatsje als St-Pierre: in anderhalf uur heb je het grootste gedeelte gezien. Lekker overzichtelijk. We roeien terug langs de Nederlandse ‘Alcatraz’, een 17 meter lange zeebotter. We worden meteen uitgenodigd voor een borrel. Wat is het toch een eenzaam bestaan dat cruisen.

Woensdag 8 Juni 2011 Martinique, Cohé de Lamentin (Fort de France): met bus naar Fort de France

Boten voor anker bij Fort de France, vooraan is ferry steiger

We lopen over de weg naar de snelweg en al spoedig staan we voor een onneembare plas water op de weg. Het water komt uit het moerasgebied met mangroven en ziet er niet fris uit. Een Franse profvoetballer heeft zijn jogging parcours gedaan en neemt ons in zijn auto mee door het water. Al snel hebben we een bus naar Fort de France. Martinique is een stuk moderner qua wegen dan de overige eilanden. We rijden over een driebaansweg en we zien rotondes en stoplichten. In Fort de France gaan we uiteraard eerst bij het water kijken. We zien een paar boten voor anker liggen. De ferrysteigers zijn dichtbij, maar de golven zijn niet echt dramatisch van deze fast ferries. We hadden hier best kunnen liggen. We gaan op zoek naar de tourist information en bekijken in de kathedraal de plattegrondjes. Fort de France heet ook wel ‘klein Parijs’ maar we vinden geen Eifeltoren. De stad is wel aardig maar niet echt bijzonder. Eigenlijk heb ik het rond lunchtijd wel gezien.

Winkelstraat Rue de la République

Dennis ontdekt dat hij zijn zonnebril kwijt is. Waarschijnlijk ligt hij nog in het houten richeltje van de kathedraal, maar die is nu tot twee uur vanmiddag dicht. We strijken neer in een restaurantje waar we ook onze mail kunnen checken. Vanaf het balkon kunnen we de winkelstraat overzien. Om twee uur loopt Dennis op en neer naar de kerk en komt MET zonnebril weer terug. We nemen de bus terug. Plotseling zegt Dennis dat we eruit moeten. We stappen uit en herkennen onze opstapplaats niet. Ja er is een rotonde, maar dan houdt elke vergelijking op. We praten onszelf opnieuw een bus in en stappen twee rotondes verder uit. We zijn blij dat we het industrieterrein herkennen. We lopen de weg op waar we straks door het water heen moeten. Bij elke auto steken we onze hand op voor een lift. Iedereen rijdt door. Uiteindelijk mogen we mee in de kofferbak van een overvolle passaat. Benen omhoog en wij zijn droog aan de andere kant. Heerlijk om na een stukje met het bijbootje weer aan boord te zijn.

Dinsdag 7 Juni 2011 Van Ste Anne naar Cohé de Lamentin (Fort de France), Martinique

Le Diamant, 180m hoge rots

Met weinig wind verlaten we de ankerplek voor Ste Anne. We hebben de huik er niet eens afgehaald. De motor draait rustig en met een vaartje van zo’n 5,5 knoop varen we tussen Diamont Rock en het vaste land van Martinique door. De 180 meter hoge rots is de geschiedenis ingegaan als de enige rots ter wereld die tot schip bevorderd werd. Tijdens de Engelse aanvallen rond 1804 werd de rots officieel ‘Her Majesty’s Ship Diamont Rock’ gedoopt om van hieruit Martinique te bestoken, echter tevergeefs. Halverwege blijken we stroom mee te hebben en neemt onze snelheid toe tot zeven knopen. Er komt ook wat wind en het laatste stukje kunnen we zelfs op de genua zeilen. Vlak voor we de baai van Fort de France invaren rollen we de genua een eind in. De snelheid neemt af tot 1,5 knoop. Om de beurt springen we vanaf de voorkant van de boot in het water en zwemmen dan snel naar de trap. Heerlijk om je aan de trap door het water te laten voeren. Voor je gevoel gaat het heel snel, terwijl degene in de kuip zo ongeveer in slaap valt van de traagheid. We hebben gelezen en gehoord dat je bij de hoofdstad Fort de France onrustig ligt. De vele veerboten veroorzaken een hinderlijke golfslag.

Kapitale schepen liggen voor anker naast gezonken boten

Wij varen door naar Cohé de Lamentin. Er liggen veel boten voor anker of aan een mooring, maar allen onbewoond. Er liggen ook een paar gezonken schepen. De masten steken luguber boven het water uit. Bij de kant is een zeilschool en daar is wel wat leven. De pilot schrijft dit over onze ankerplek: “This murky backwater is only of interest if you need to get close to the airport, are hiding from a hurricane or an ex-wife.” Maar de boot ligt hier prima om hem een dagje alleen te laten als wij naar Fort de France gaan. Dat we om bij de snelweg te komen over een onder water gelopen weg heen moeten, horen we pas later.

Maandag 6 Juni 2011 Martinique, Ste Anne: Met de bus naar Le Marin

Boten voor anker bij Ste Anne, cirkeltje is Bodyguard

In de ochtend regent het en blijven we in bed liggen terwijl de iPod ons “Wat doen we met Fred?” voorleest. Om negen uur is het droog. We zwemmen een rondje om de boot en gaan dan met de bus naar Le Marin. Dennis wil nog wat shoppen in het watersportzaakje. We overwegen om met de bus door te gaan naar Fort de France, maar de prijzen liggen hier een stuk hoger dan op de andere eilanden. Voorheen betaalden we voor een rit met de bus nooit meer dan 2,50 euro. Van Le Marin naar Fort de France is 6,50 euro pp. Het is al laat en ik ben nog moe van gisteren. We hebben heel snel een bus terug naar Ste Anne. We zien naast de weg een fietspad. Voor het eerst sinds maanden rijdt het verkeer weer rechts. In Ste Anne strijken we neer op een terrasje om onze mail te checken. Ook de prijzen op het terras liggen hier veel hoger dan in het zuiden. In Grenada aten we samen een volledige maaltijd met een drankje voor tien euro. Hier betalen we zes euro voor twee glazen sap uit een pak. Je wordt wel ‘op de centen’ van dat cruisen.

Zondag 5 Juni 2011 Martinique, Ste Anne: Wandelen met Amerikanen naar zuidpunt

Boot in Ste Anne, gewandeld tot valkbij meest zuidelijke punt

Wandelen met Terry en Kristin van Silk Payama’s

Om kwart over acht varen we met twee bijbootje naar de dinghydog. We leggen ons bootje aan de voorkant op slot, achter een ankertje uit om hem van de steiger af te houden. We wandelen zuidwaarts het stadje uit. Het ziet er hier een stuk leuker en authentieker uit dan in Le Marin. We klimmen wat heuvels over. Een hondje loopt met ons mee op alsof hij van ons is. Af en toe rent de hond een stuk voor ons uit, maar komt daarna weer terug. Als de hond weer een stuk voor ons is, stopt er een auto. De man vertelt dat de hond verderop gevaarlijk is: hij bijt. Net liep ik heerlijk zorgeloos te wandelen en nu ben ik op mijn hoede. Raar is dat. Het is dezelfde hond. Hij doet nog steeds niets, beschermt ons eerder dan dat hij ons wat wil aandoen. Langzaam neemt onze angst weer af. Het blijft een vreemde zaak. We lopen tussen de bomen, met hier en daar een mooi uitzicht op de baai. Af en toe lopen we een stuk over het strand. Het is een mooie wandeling.

Rode landkrab ziet er eng uit, maar kruipt gauw weg

Pauze in de schaduw

Een paar honderd meter voor de zuidpunt gaan we even zwemmen en dan lopen we weer terug. Kristin en Terry willen op tijd terug zijn, terwijl ik even wil lunchen. Onze wegen scheiden. Het wordt warmer en warmer. Veel lokalen zitten met hele families onder de bomen met hangmatten en barbecues. Wij kijken afgunstig naar hun koelboxen vol koude drankjes. Bij het eerste het beste, duur uitziende, restaurant, weer in de bewoonde wereld, strijken we neer. In tien seconden heb ik mijn jus d’ orange op. De ijsblokjes gebruik ik net als in de sauna om mijn lijf af te koelen. Ik knap er enorm van op. Eenmaal aan boord springen we allebei in het water om echt af te koelen. En wat is het toch luxe om vanaf de boot te zwemmen. Geen zand in je onderbroek bij het aankleden. Lekker even afspoelen met zoet water en voldoende koud drinken onder handbereik.

Zaterdag 4 Juni 2011 Van Le Marin, Martinique naar Ste Anne

Marina Le Marin

Onze ochtendduik laten we in het troebele water achterwege. We varen met de bijboot naar de marina. Een vriendelijke douane wijst ons op de computer, waarmee we kunnen inklaren. We hoeven niets te betalen. We komen Terry en Kristin van de Silk Payamas uit Rodney Bay en Carriacou tegen en we maken een praatje. We wandelen door het plaatsje vol restaurantjes en winkeltjes. Het is erg commercieel en heeft weinig authentieks. Het is erg handig dat je hier met de dingy tot vlakbij de supermarkt. Leaderprice, kunt varen. Het is alsof je de kofferbak van je auto vollaadt. Het is raar om weer met euro’s te betalen. Na vijf maanden kijk ik weer verbaasd naar een briefje van vijf euro en ik wist niet meer goed of we dat nou wel of niet hadden. Wel dus. We scoren weer een 3 liter doos vol wijn. Daar doen we waarschijnlijk drie maanden mee. Het is erg handig dat je kleine beetjes kunt aftappen en de rest van de wijn niet bederft.

Ondergaande zon bij Ste Anne

Aan het eind van de middag komt Etienne een praatje maken. Hij en Denise zijn vandaag precies een jaar onderweg. Ze komen uit Zwijndrecht en we hebben over hen in de krant gelezen. We spreken half en half voor een bezoekje over een paar dagen af, want wij willen weer fris zwemwater. We varen de baai uit naar het vlakbij gelegen Ste Anne en plonzen meteen het water in. ‘Silk Payamas’ heet ons welkom en we spreken af om morgen te gaan wandelen. We genieten van een maaltijd met een glas wijn bij een ondergaande zon. “Heerlijk om weer lekker buiten te liggen,” zeggen we tegen elkaar.

Vrijdag 3 Juni 2011 Van St. Lucia, Rodney Bay naar Le Marin, Martinique

Basilicum en rucola komen op

Naast de rucola komt ook de basilicum uit de grond zetten. Van de peterselie en de selderij nog geen spoor te bekennen.

Aanloop Le Marin

Ankerbaai vol verlaten boten

We varen heerlijk aan de wind naar Martinique, een tocht van 26 mijl. De wind zit tussen de 10 en 12 knopen (3-4 bft). Daarmee loopt onze Bodyguard 4 tot 6 knopen. Het zeilt goed, maar niet echt spectaculair. We laten de windvaan sturen. Dat gaat goed. Vervolgens ligt er één binnen te slapen en zit de ander met de iPod in de schaduw op het voordek. Martinique ziet er mooi groen uit, maar wel wat gecultiveerd. De baai ligt vol geankerde schepen en er is een grote marina. Het merendeel van de boten is verlaten. Blijkbaar liggen ze hier in de ‘winterstalling’. Echt gezellig is het niet, het voelt alsof we eind september ergens in Enkhuizen liggen. Het water is niet helder. Dennis doet een tevergeefse poging om in te klaren, de douane is al dicht, en haalt boodschappen. Ik kijk uit op een Franse catamaran die we uit Las Palmas kennen. Pas na een half uur drinkt het tot me door waarom hij er zo gek uitziet; de giek is er vanaf.

Donderdag 2 Juni 2011 St. Lucia, Rodney Bay: Water halen en uitklaren
We worden helemaal blij van de plantenbak. De rucola laat groene puntjes zien. Als je ooit een beetje down of verdrietig bent, begin dan een kruidentuintje. Wij worden helemaal gelukkig als we naar die groene stipjes in de zwarte aarde kijken. Vroeger reden we op vrijdagavond naar de boot, zetten onze tassen en eten aan boord en voeren dan nog 15 mijl naar de Volkeraksluis. Als we nu water moeten halen en moeten uitklaren, vinden we al dat we het erg druk hebben en besluiten we morgen te vertrekken. In Nederland was het ook een kwestie van de slang in de tank hangen, open draaien en tien minuten later: klaar. Hier klappen we de bimini half in voor beter uitzicht, halen we het anker op en varen we de marina in naar de tanksteiger. In een slakke gang vullen we de tank, want we persen het door een filter heen, rekenen af en gaan we weer voor anker liggen. Even uitklaren met de bijboot is ook al gauw een actie die een uur in beslag neemt. Wat hebben we het druk hè? De meeste tijd kost eigenlijk het afkoelen. Zo’n drie keer per dag springen we in het water, zwemmen een paar rondjes om de boot en hangen dan eindeloos aan de ankerketting waar we de beste gesprekken hebben, waarna we weer moeten haasten om ons programma te halen.

Woensdag 1 Juni 2011 St. Lucia, Rodney Bay: Was
Elk uur kijken we hoopvol naar onze plantenbak vol aarde. Er gebeurt nog helemaal niets. Ik weet dat ik nog minstens een week moet wachten voor er wat gaat groeien, maar toch. We bespuiten de aarde elke twee uur met de nieuwe plantenspuit. Ik ga met de was naar de wasserette en hang een uurtje op de kant rond. Bij de watersportzaak zitten alle boeken helaas in plastic ingepakt. Even lekker bladeren in allerlei pilots is er niet bij. Dan maar een broodje en een koel drankje uit de supermarkt om ergens in de schaduw op te eten. Dennis legt intussen de laatste hand aan de ankerlier. We zijn blij dat hij het weer goed doet. Ben je vier dagen verder ….

Dinsdag 31 Mei 2011 St. Lucia, Rodney Bay: Kruidentuin aan boord

Kruidentuintje aan boord: peterselie, selderij, basilicum en rucola

Sinds Las Palmas hebben we niet meer in een haven gelegen. Wij varen echter rond alsof we elk moment een drukke marina in gaan. Ons achterschip is behangen met stootwillen. Het ziet er niet uit en ze gaan er ook niet van op vooruit met al die uv-straling. Dennis heeft een tooltje op zijn duikfles gemaakt, zodat we de stootwillen weer kunnen oppompen. We durven er nu vier van de zes met een gerust hart leeg te laten lopen. Ons schip wordt er een stuk fotogenieker van. In navolging van Simon beginnen we een kruidentuin. We zaaien peterselie, selderij, rucola en basilicum. Bij Simon was dat zo heerlijk: verse rucola en basilicum terwijl je op Tobago Cays ligt. We hopen dat de plantjes bij ons ook zo goed groeien. Dennis besprenkelt ze alvast liefdevol op het achterdek.

Maandag 30 Mei 2011 St. Lucia, Rodney Bay: Yoga
Om negen uur staan acht mensen met hun matjes klaar voor de yoga op het strand bij de yachtclub. Zes vrouwen en twee mannen van verschillende nationaliteiten. Zes komen er van een boot, een Engelse vrouw is hier komen wonen en een vrouw van St Lucia hebben hun ochtend in het teken van de yoga gezet. Iemand komt vertellen dat de yogadocente ziek is. De les wordt verschoven naar donderdag. Ik hoor mezelf zeggen: “If you want, I can do the yogaclass.” Iedereen is meteen enthousiast. In het gras onder een boom leggen we onze matjes, handdoeken of kleedjes neer. Na jarenlang yoga kan ik wel een opening verzinnen, maar als de les vordert , krijg ik het af en toe flink warm. Wat zijn je billen in het Engels? En waarom gaat de tijd op eens zo langzaam? Tijdens de ontspanningsoefening vertaal ik onderbeen en bovenbeen letterlijk: underleg en upperleg. Na afloop krijg ik van iedereen een bedankje en een hand. Iemand vraagt of ik een tweede keer in de week de yoga kan verzorgen. Het lijkt me wel leuk en dan kan ik de oefeningen ook voorbereiden, maar na donderdag hopen wij echt weg te zijn. De Zeevonk biedt ons thee en koffie aan. Wij gaan met hun kano, zij met onze dinghy. Het is leuk om zo samen te peddelen. Tijdens de thee duwt Joke me een Engelstalig yogaboek in de handen. ‘Buttocks’ is Engels voor billen. En teen is geen ‘tone’ maar ‘toose’. ‘Carf’ staat voor onderbeen. Dennis gaat verder met de ankerliermotor. Ik wissel met Zeevonk wat digitale boeken uit.

Zondag 29 Mei 2011 St. Lucia, Rodney Bay: Rustdag

Repareren van ankerliermotor

We namen gisterenavond nog een afzakkertje op de Horta op de jachtwerf. Dat was erg gezellig en voor we het wisten was het half twaalf. Zo laat zijn wij al lang niet meer naar bed gegaan. Op de Canarische eilanden kon je om negen uur ’s avonds nog bij mensen aan boord klimmen voor een bezoekje. Hier in de Carieb gaat bij de meeste boten het licht rond negen uur/half tien uit. Dennis gaat aan de slag met de ankerlier. Sinds onze tweede keer in Bequia heeft de ankerlier kuren bij het zakken. Om hem te repareren moet de ankermotor van de lier af en de motor helemaal uit elkaar. Het relais is gelukkig repareerbaar en Dennis besluit de motor meteen goed te conserveren voor de toekomst en begint hem in een primer te zetten. De ankerlieris destijds als blank aluminium geleverd. In een zoute ankerbak is dat geen goede oplossing. Tegen de tijd de je momenteel bij ons aan boord al je gereedschap hebt opgezocht, ben je een halve dag verder. Dat is wel eens frustrerend. We hebben bijna alles aan boord, maar om iets te pakken, moet je vaak een hele kast of bakkist uitruimen en daarna uiteraard weer inruimen. Ik vermaak met intussen met de ‘pink jobs’ als de was en boodschappen doen. ’s Middags ruil ik wat boeken met de Horta.

Zaterdag 28 Mei 2011 St. Lucia, Rodney Bay: Winnaars marifoonquiz

Prijsuitreiking

Om half negen is er in onze baai op kanaal 68 op de marifoon een radionetje. We krijgen de hoofdlijnen van het wereldnieuws te horen, het weerbericht en verder kun je zaken aankondigen of medereizigers voor een taxirit zoeken. Op zaterdag is er ook een quiz. Dennis vindt dat stom, maar ik grijp de microfoon. Hoeveel stoelen staan er in bar H2O? Is de eerste vraag. Geen idee maar mijn 15 zit er heel dichtbij. Ik mag mee naar de tweede ronde. Hoeveel ligstoelen staan er bij het zwembad? Mijn elf zit dichter bij de zes die het werkelijk zijn dan het veel hogere aantal van de andere boot. Bodyguard en Happy Morning strijden om de hoofdprijs: een gratis etentje voor twee.

Genieten van ons gewonnen etentje

We mogen allebei een categorie kiezen. Happy Morning kiest ‘Colourful Speaking’. Ik kies ‘Initially Speaking’, omdat ik weinig van de andere categorie ‘planten’ af weet. Happy Morning scoort een punt door een juist antwoord op: Hoeveel kleuren heeft de regenboog? Ik moet vertellen waar de afkorting van UNICEF voor staat. Dankzij internetspecialist Dennis die zoals altijd online achter zijn PC zit, kan ik het juiste antwoord nog net op tijd doorgeven. 1-1. Happy Morning antwoord fout op Wat is de kleur van de Rose of Texas. Wij moeten zeggen wie de baas van 007 is. Geen idee. Mr. Q was het in elk geval niet. Dennis drukt koortsachtig op de zoekresultaten van Google, maar we vinden het niet. Plotseling roept een vrouw door de marifoon: “M, the boss is M.” “Right answer,” zegt de rondeleider en Bodyguard heeft twee punten. Wij zijn zeer verbaasd, maar zeggen niets. Happy Bird weet welke basiskleur er is naast wit en rood. Dennis vindt net op tijd wat SWALK op de achterkant van een liefdesenvelop betekent. Helaas zeg ik without in plaats van with. We scoren een halve punt en winnen daarmee het diner. ’s Avonds schuiven we bij Zeevonk en Horta aan, zij vieren toevallig een verjaardag, bij Captain Mike. We genieten van een heerlijke (zoutloze) biefstuk. Dat zijn nog eens leuke dingen!

Vrijdag 27 Mei 2011 St. Lucia, Rodney Bay: Wandeling in het regenwoud

Bord bij begin van de wandeling

Uitzicht over noordkant van St Lucia

In St. Lucia moet je van te voren bellen als je een wandeling door het regenwoud wilt maken. Wij kregen zowaar gisteren om zes uur ’s avonds nog iemand aan de lijn. Het valt ook niet mee om een pad hier te onderhouden. De planten en bomen groeien als kool en tijdens het orkaanseizoen spoelen regelmatig delen van het pad weg. We betalen een vergoeding (25 E$ = 6,30 euro pp) en krijgen een geplastificeerd A4-tje mee met uitleg over de verschillende planten en bomen.

Dennis op pad

Hevige regen spoelt deel berg weg

Planten die in Nederland op de vensterbank staan, groeien hier in het woud en zijn tien keer zo groot als in ons thuisland. De bomen zijn hier veel hoger. Het pad gaat flink op en neer en af en toe hebben we mooie vergezichten over het eiland. Na drie heerlijke uren lopen, eten, drinken en fotograferen zijn we weer bij de start. We hebben al snel een bus terug naar Castries en naar de boot.

Donderdag 26 Mei 2011 St. Lucia, Rodney Bay: Wandeling over Pigeon Island

Pigeon Island

Aan de noordkant van onze baai is Pigeon Island. Pigeon Islan kreeg zijn naam, omdat admiraal Rodney een voorliefde had voor het fokken van duiven. Het eilandje speelde een grote rol in de oorlogen tussen Egeland en Frankrijk. Van hier voer de Engelse admiraal Rodney weg in 1782, waarna hij in de ‘Battle of the Saints’ de Franse vloot verwoestte. Daarmee maakte hij een einde aan de Franse overheersing in de Carieb. Twee heuvels nodigen uit om beklommen te worden. We varen met het bijbootje er naar toe.

Pigeon Island vanaf de hoogste heuvel

De verbinding tussen Pigeon Island en St Lucia

Vroeger was Pigeon Island een eiland. Sinds 1970 is het met St. Lucia verbonden.

De mast wordt gebruikt bij het ophijsen van de kanonnen, zeemannen krijgen een extra grog voor het zware werk

Het eilandje is nu een nationaal park. Het is heerlijk wandelen in de schaduw van de bomen en vanaf het fort op de laagste heuvel en de top van de hoogste heuvel hebben we een prachtig uitzicht over Rodney Bay, St Lucia en we zien zelfs Martinique liggen. Hier en daar staan wat borden en kunnen we lezen over de oorlog tussen de Fransen en de Engelsen en krijgen we uitgelegd hoe de zware kannonnen naar boven gebracht werden. De zeemannen gebruikten de mast om de kannonnen op te hijsen.

Op het terras bij Jambe de Bois

We maken er een echt dagje uit van door te lunchen op het gezellige terras van Jambe de Bois aan de rand van het water. We raken aan de praat met een Zwitsers stel. Zij vragen hoe wij terugvliegen. “We are here with our own boat.” Op dat antwoord volgen allerlei vragen als: Kan dat dan? Is dat niet gevaarlijk? En missen jullie je douche niet erg? Ja het kan, anders waren wij niet hier. Met een goed schip is het niet gevaarlijker dan op de snelweg. En onze douche hebben we met veel liefde ingeruild voor een heel groot bad, ter grootte van de oceaan. Terug bij de boot gaan we onmiddellijk weer in ons bad.

Woensdag 25 Mei 2011 St. Lucia, Rodney Bay: Winkelen

Bodyguard met boegbeeld

In de ochtend doen we wat administratieve klusjes. Aan het eind van de ochtend varen we met de dinghy naar de shopping mall. Leuk is dat winkelen met de bijboot. Achterin de haven is vlakbij het winkelcentrum een steiger voor de bijbootjes gemaakt. We beginnen met een belegd stokbroodje in de schaduw. Een schoolklas is op excursie en doet hetzelfde als wij. Een tienjarig jongetje maakt mij in gebarentaal duidelijk dat er een klodder mayonaise op mijn wang zit. Na enig vegen gebaart hij dat het er nog steeds zit. Dat voelt wel erg oenig. Ik dacht dat wij hier kwamen om van alles te bekijken. Sinds vertrek uit Nederland, negen maanden geleden, loop ik vrijwel altijd op mijn teva’s (sandalen). Sinds enkele weken zit er een flinke scheur in beide zolen. Tot nu toe heb ik nergens een winkel gezien waar ze iets dergelijks verkopen. Teenslippers zijn er in allerlei soorten en maten, maar ik heb graag wat stevigere schoenen. Bij elke wandeling die we maken, maak ik me zorgen over mijn schoenen. Hier komen we een sportwinkel met soortgelijke schoenen tegen. Dennis vindt een laatste paar teva’s en ze zijn toevallig zijn maat. Voor mij zijn ze er helaas niet. Ik koop een paar Columbia’s, lijken er wel wat op. Van Dennis krijg ik (eindelijk) mijn verjaardagscadeau: een bikini. Een bikini heb ik al zo'n dertig jaar niet aangehad. Zonder bikini hoor je er hier in de Carieb niet bij. Mijn buik steekt wit af tegen mijn bruine armen en benen.

Dinsdag 24 Mei 2011 Van St. Lucia, Rodney Bay: naar drive-invulcano

La Sourfrièrekrater

Al snel hebben we een minibus naar de hoofdstad Castries te pakken. Het verschil met de luxe en westers aandoende omgeving van Rodney Bay is groot. Hier lopen we weer in een derde wereld land met veel armoedige mensen en bedelaars. De mensen zijn niet opdringerig, maar we vragen toch maar even aan een politieagent naar de tourist information. Bij de VVV krijgen we de één na de ander glossy folder in de handen gedrukt, maar een simpel lijstje met welke bus waarheen gaat, hebben ze niet. Wel kunnen ze vertellen dat we bus 3F moeten hebben naar Sourfrière voor een bezoek aan de vulkaan. De vulkaan heet hier gekscherend de ‘drive-invulcano’, omdat cruiseschepen hun gasten vanaf de pier in Soufrière zo in een taxi naar de vulkaan kunnen laten rijden. Het is de enige drive-invulkaan ter wereld. Waarom wij dan gaan lopen? In Soufrière moeten we nog een stukje verder met een andere bus en dan nog een stuk heuvel op en heuvel af lopen. We kunnen vanachter een hekje naar de borrelende, sissende en naar zwavel ruikende gaten kijken. De gids vertelt dat sinds er een gids vanaf een afbrokkelend stuk grond in de borrelende prut is gevallen, het hek er omheen staat. Het stinkende goedje schijnt als een antibioticum te werken De man heeft het wel overleefd. Een vriendelijke taxichauffeur vertelt ons dat we over de met modder bedekte weg naar de snelweg kunnen lopen. Na een mooi wandelingetje staan we inderdaad weer op de snelweg. We wachten samen met een oud vouwtje dat bessen gaat verkopen en een jongeman op de bus. In Soufrière informeren we bij de tourist information hoe we bij de watervallen en de botanische tuin kunnen komen. Tevens vragen we hoe laat de laatste bus naar Castries gaat. “At three o’clock,” luidt het antwoord. Ahum, het is nu kwart voor drie.

Weg vol bochten op St. Lucia

We gaan op zoek naar de bus. De bus zit half vol en wij stappen in en wachten een uur tevergeefs op meer passagiers. In tegenstelling tot onze eerdere ervaringen met minibussen, rijdt de bus hier pas als hij helemaal vol zit. In de bus is het heel gezellig. Met tien lokalen wordt de politiek van St. Lucia besproken en wij concluderen dat het overal hetzelfde is. Mooie verkiezingsbeloften maar als ze aan de macht zijn … Ondanks de gezelligheid is iedereen het wachten in de warme bus zat. Een oudere vrouw kiest voor een op en neertje naar View Fort. Het kost wat tijd en geld maar dan zit je in een bus die wel doorrijdt. Wij proberen onze chauffeur te vermurwen om te gaan rijden. Tevergeefs. Tot slot gaan we muiten en stappen we met z’n allen in de bus die achter ons staat te wachten. Deze man gaat wel rijden. We laten buschauffeur no 1 beteuterd achter. We kronkelen opnieuw vijf kwartier naar het 37 km verderop gelegen Castries. Mèn wat een diepe dalen en steile bergen op St. Lucia. Het uitzicht op al dat groen en de kust is prachtig. In Castries snacken we bij gebrek aan een Mac bij de Burger King en net na zonsondergang zijn we weer aan boord. Om acht uur liggen we allebei moe in ons bed.

Maandag 23 Mei 2011 Van St. Lucia, Marigot Bay naar Rodney Bay

Ingang Rodney Bay Lagune met marina

Opnieuw een heerlijk zeiltochtje naar het 13 mijl noordelijker gelegen Rodney Bay op St. Lucia. We varen met een windje 4 bft hoog aan de wind. In de beschutting van het eiland is het heerlijk varen. Dit is zeilen zoals het in de folder staat. Ook niet te gek lang, eerder een beetje aan de korte kant, want 2,5 uur later zijn we er al.

Rodney Bay Marina

Leuke optrekjes aan de andere kant van de marina

We doen nog een slag de baai in en spelen dan even voor rondvaartboot voor een rondje in de lagune waar een enorme marina gebouwd is. We zijn nu op de plek waar de Atlantic Rally voor Cruisers (ARC) in december is aangekomen. In november hebben we de boten uit Las Palmas zien vertrekken en in deze luxe marina zijn ze dus aangekomen. We herkennen één van de deelnemers, de Nederlandse boot Heren XVII. De meeste boten in de haven zijn verlaten. De marina en de omgeving stralen luxe uit en er hangt een mondaine sfeer.

De mensen die de marina niet kunnen of willen betalen, zoals wij, liggen heerlijk buiten in de baai

Wij gaan in de baai voor anker. We willen tegenwoordig niets anders meer. Heerlijk de vrijheid en een groot zwembad om ons heen. Een eenzaam bestaan is het cruisen niet. We liggen nog maar net of twee Nederlanders van de Zeevonk [www.zeevonk.nl] nodigen ons uit voor een borrel bij hen aan boord. Eerst even de kant op en eten en dan op bezoek. Henk en Joke charteren met hun catamaran. Aan boord zijn dan ook twaalf kooien voor de gasten. Je kunt een reis al dan niet met textiel bij hen boeken.

Zondag 22 Mei 2011 St. Lucia, Marigot Bay: Op bezoek bij Waterman

Marigot Bay ingenomen door de commercie

We voelen ons een beetje illegaal als we met onze dinghy vol lege flessen de marina in varen en aan de steiger water tanken. We verstoppen ons achter een grote zeilboot en Dennis geeft in snel tempo de flessen aan die ik horizontaal aan de kraan houdt. Terwijl ik naar de supermarkt loop, brengt Dennis het water naar de boot. We zijn verrukt over verse champignons in het winkeltje. Samen met peterselie en varkensvlees wordt dat een heerlijke pastamaaltijd vanavond. Het plan was om in de loop van de ochtend naar Rodney Bay, 15 mijl noordelijker, te gaan varen. Op het dinghy dock komen we een Nederlander tegen. Hij nodigt ons voor een borrel uit op hun Waterman, een Hallberg Rassy 54. In Nederland vertelde Annette van de Aventyr dat zij altijd even, liefst Nederlands, moest praten met andere mensen. Ik zei haar dat ik daar niet zo’n behoefte aan had. Hoe anders is het nu. We blijven er zelfs een dag voor liggen.

Zaterdag 21 Mei 2011 St. Lucia, Marigot Bay: Wandeling

Marigot Bay, rode ovaal omcirkelt Bodyguard

We zijn vroeg in actie, zeven uur, nemen een bad en gaan de omgeving verkennen. In de binnenbaai is een marina gebouwd. Er ligt een handjevol cruisers, het merendeel is huurboten. Op de kant is het restaurantjes, boekingskantoren en een klein supermarktje. Het is een beetje als bij de Kabbelaarsbank op de Grevelingen. Vroeger een prachtige baai, waar je gratis kon liggen. Nu zit er een Port Zélande. Er is van alles te koop, maar de rust en de vrijheid zijn verdwenen. We wandelen een enorm steile weg naar boven. We lopen een rondje van twee uur over de steile wegen en bedenken dat St. Lucia leuker is om per auto of bus te verkennen. Het ziet er allemaal mooi en zeer groen uit. We hebben een prachtig uitzicht op Marigot Bay.

Vrijdag 20 Mei 2011 Van St. Vincent, Cumberland Bay naar St. Lucia, Marigot Bay

de Pitons, twee ruim 700 m hoge vulkanen op St. Lucia

Om zeven uur ’s ochtends staat één van de boatboys te gebaren of onze lijn los kan. Hij maakt de lijn van de palmboom los en komt met een joint tussen zijn lippen op een surfplank naar ons toe peddelen. Of we nog even willen betalen voor het losmaken van de lijn. Toen ik gisteren 15 EC$ aan een boatboy gaf voor het vastmaken van onze lijn, was dat volgens mij inclusief het losmaken vanochtend. Hij vroeg namelijk nog hoe laat de lijn vanochtend los kon. Een milliseconde nadat ik het geld had gegeven bedacht ik dat ik beter 10 EC$ had kunnen geven en de vijf voor vanochtend had moeten bewaren. “I paid already to your friend,” zeg ik tegen de knul op de surfplank. Ja nu durf ik wel aan het roer van onze Bodyguard. Als ik even gas geef, kan hij ons nooit bijhouden. De man begint zielig te doen en jammert dat hij niet weet aan wie wij het geld hebben gegeven. Ik twijfel tussen zeggen dat dat zijn probleem is of nogmaals mijn portemonnee trekken. Dennis maakt er korte metten mee. “Go away, we paid already!” En daarmee is het klaar. De pilot waarschuwt voor een flinke windtoename aan de kop van het eiland. Een gewaarschuwd mens telt voor twee reven, geen genua en de motor bij. Zo varen wij onder de beschutting van het eiland in afwachting van het venturi-effect. De wind neemt van 12 knopen toe tot 25 knopen. Het valt gelukkig allemaal mee. Als de wind afneemt, zetten we de genua er bij en spoedig halen we er een rif uit. Het gaat snel. Met dik zeven knopen varen we naar St. Lucia. Zo’n tien mijl tevoren zien we de Pitons door de wolken heen. De Pitons zijn twee vulkanen van 700 meter hoog en markeren daarmee St. Lucia. Nu niet meer zo belangrijk in het tijdperk van de GPS, maar vroeger een handig herkenningspunt. Het laatste uur leggen we motorzeilend af.

Grootzeil droogt bij ondergaande zon

Om drie uur zijn we in Marigot Bay, op tijd voor het inklaren bij de douane en de immigratie. Marigot Bay is een kleine prachtige baai. In de baai is als het ware een tweede baai. Hier lig je heerlijk beschut. Een Engelse admiraal heeft hier ooit zijn vloot voor de Fransen verstopt door de boten te bedekken met palmbladeren en kokosnoten in de mast te hangen. Inmiddels is de baai ontdekt door charteraars. Er ligt hier een vloot charterschepen in de haven en de hele binnenbaai en een deel van de buitenbaai ligt vol met moorings. Onze boatboy blijft ons een mooring aanbieden, maar Dennis weigert categorisch. We ankeren heel eigenwijs in de buitenbaai, brengen een achteranker uit, zodat we niet in de vaargeul drijven. Ik verwacht elk moment iemand die komt zeggen dat we te dicht bij een mooring liggen, namelijk twee meter naast ons. 80% van de moorings is momenteel vrij. Het seizoen is hier duidelijk afgelopen. Hoe verder wij naar het noorden varen hoe rustiger het wordt. Het voelt een beetje alsof we in september in Nederland op vakantie zijn. Er is nog wel wat leven, maar alles is op een laag pitje. Wij zijn momenteel de enige eigenwijze ankeraar. Ervaring leert dat dat niet lang zo blijft en als snel ankert er een catamaran achter ons.

Donderdag 19 Mei 2011 Van Bequia, Admiralty Bay naar St. Vincent, Cumberland Bay

Wallilabou Bay St Vincent, het decor van Pirates of the Caribbean

We checken uit, halen nog wat vers spul en varen dan naar St. Vincent. Officieel mogen we niet meer naar St. Vincent, want we zijn uitgeklaard voor St. Vincent en de Grenadines. Inmiddels zijn we comfortzeilers geworden en halverwege St. Vincent is een mooie baai om even een tussenstop voor de nacht te doen op onze reis naar St. Lucia. Hier kun je echter moeilijk uitklaren, dus dat hebben we alvast in Bequia gedaan. Over St. Vincent horen we alleen maar slechte verhalen. De Canadezen raadden het eiland ons af, te crimineel. Nederlanders die er geweest zijn, vonden het mooi, maar voelden zich niet echt veilig. De lokale man van het watertanken zei ook dat het daar een stuk crimineler was dan hier in ‘zijn Bequia’. We gaan het beleven en als we het echt niks vinden, gaan we alsnog een nachtje door naar St. Lucia. We varen Wallilabou voorbij. In deze baai is de film ‘The Pirates of the Caribbean’ opgenomen. Een speedboot komt ons tegemoet en biedt ons een mooring aan.

Cumberland Bay, St Vincent

Wij gaan een baai verder naar Cumberland Bay. De kust van St. Vincent is prachtig en lijkt wel een schilderij. Steile rotskusten en zeer groene bergen. Cumberland Bay is een pittoreske baai. De boatboys vliegen ons om de oren, wij wijzen ze allemaal af. De baai is diep en Chris Doyle, de schrijver van de pilot, raadt aan te ankeren met een achterlijn aan een palmboom op het strand. Om de boatboys te vriend te houden laten we een achterlijn om een palm binden. Bakboord naast ons ligt een gehuurde catamaran met een vijftal Franse mannen. Aan stuurboord liggen twee kleine visbootjes en daarnaast ligt een Canadees op een Van de Stadt 34. Het baaitje nodigt uit om te gaan snorkelen. In de baai komt een zoetwater riviertje uit. Het zoete water in het zoute baaitje geeft een ‘mist’ onder water, waardoor we weinig zien tijden het zwemmen. Chris Doyle schrijft dat er langs deze kust dinghies gestolen zijn en er heel af en toe gewapende overvallen gepleegd zijn. Onze gids is van 2005-2006 en met dit soort berichten hebben we spijt dat we de nieuwste niet hebben aangeschaft; verkeerde zuinigheid. We slapen ’s nachts met de deur dicht en slapen wonderwel heerlijk.

Woensdag 18 Mei 2011 Bequia, Admiralty: Boodschappen doen, water halen en internetten
We kennen Bequia al van de vorige keer en hoeven van ons zelf niet het hele eiland over te sjouwen. We halen boodschappen en water en verder zitten we de hele dag te internetten. Af en toe even zwemmen. We vragen ons af waarom we eigenlijk verder moeten. De baai is mooi: groene heuvels met een groot wit strand. Er liggen wat boten, maar het is helemaal niet druk. Het zwemwater is helder en heerlijk. Winkels zijn onder handbereik alleen wat aan de dure kant. We hebben gratis internet vanaf de boot, al valt de verbinding af en toe even weg. Er staat nauwelijks deining in de haven. In de middag komt een vlotte Nederlandse meid van de Finse boot voor ons naar ons toe geroeid. Haar vriend is in Finland aan het werk en zij zeilt momenteel solo op hun 40voeter. We hebben dus ook een leuke buurvrouw, maar toch gaan we morgen verder. Waarom…..? Eigenlijk weten we dat niet goed, maar er staan nog zoveel leuke plaatjes in de pilot van de overige eilanden.

Dinsdag 17 Mei 2011 Van Tobago Cays naar Bequia, Admiralty Bay

Dennis aan het roer

We laten Simon en Shelley achter op Tobago Cays. Simon en Shelley, wij vonden het gezellig met jullie en zijn benieuwd naar jullie verdere plannen. We zeilen opnieuw van Tobago Cays naar Bequia. En weer is het heerlijk zeilen en ook dit keer kruis ik de baai in. We komen niet vaak ergens twee keer. We zijn twee keer in Cascais geweest en twee keer in Domburg, gedurende de bijna negen maanden dat we nu weg zijn. Maar als we ergens voor de tweede keer komen, voelt het wel een beetje als thuiskomen. We weten waar de markt is, welke supermarkt vlees en brood heeft en waar we onze dinghy kunnen afmeren. Best eens lekker!

Maandag 16 Mei 2011 Tobago Cays: Snorkelen en eten met en bij Simon en Shelley

Een idyllisch ankerplekje

In de ochtend rommelen we wat aan. Dennis bekijkt volgende bestemmingen op de computer. Ik ben in het keukentje in de weer met ‘boardmade’ erwtensoep. In Nederland had ik een ruime keuken en heb ik één keer zelf erwtensoep gemaakt. Hier heb ik nog geen kwart van de ruimte thuis. Qua aanrecht ga ik er helemaal op achteruit. Dat was thuis enkele meters. Hier kan ik net wat groenten snijden. De overige afzetruimte is bovenop de koelkast en daar ligt dan altijd net iets in, de boter bijvoorbeeld, dat je moet hebben als het helemaal volstaat. Maar ik klaag niet. Ik ben op Tobago Cay en met uitzicht op een strandje met azuurblauw water en palmbomen zit ik in de soep te roeren. Zonder knolselderij, vlees en rookworst wordt het een soep waar wij allebei verzot op zijn. Spliterwten verkopen ze hier in overvloed. ’s

Rog, ongeveer 75 cm

Rog, ongeveer 40 cm

Middags varen we met Shelley en Simon in twee dinghies naar de dinghy doorvaart om opnieuw aan de buitenkant van het rif te snorkelen. Er staat opnieuw een flinke stroom en we laten ons weer met de dinghy om de middels van de mannen met de stroom mee drijven. Plotseling zie ik een rog zwemmen. De platte vis van zo’n 75 cm doorsnee zwemt voor me uit en ik volg hem et de camera. Op eens draait hij zich om en zwemt recht op me af. Ik schrik me rot en bedenk dat zijn lange staart giftig is. In grote aquariums halen ze die er voor de toeristen af en kun je ze aaien. Deze is niet aaibaar. De rog gaat op en paar meter langs mij gaat naar de bodem en gaat liggen wapperen zodat hij onder het zand komt te liggen. Ik bedenk at ik niet meer zo enthousiast met de camera achter alle vissen aan moet zwemmen. Het is hier geen speeltuin.

Charteraars ankeren veel te dichtbij

’s Avonds zijn we voor het eten uitgenodigd bij Simon en Shelley. Net als we in de dinghy willen stappen komt er een grote charteraar heel dicht bij ons ankeren. Dennis vaart met het bijbootje naar hem toe en zegt dat wij op twee ankers liggen omdat we anders met het draaien van de stroom op het strand belanden. Als hij op één anker ligt, gaat hij ons ongetwijfeld raken als de stroom draait. De charteraar is niet van plan te verkassen. Als Charteraar nummer twee net zo dicht bij komt liggen, is voor mij het idyllische ankerplekje verstoord met zoveel luidruchtige mensen. Ik wil weg. Dennis vindt dat zij weg moeten. “Maar als zij dat niet doen….,” vraag ik. We gaan ankerop en de sfeer op de Bodyguard is niet om te genieten. We moeten onszelf even herladen om gezellig bij Simon en Shelley te doen, maar dat is niet moeilijk want ze hebben zich enorm uitgesloofd. Een borrel met zelf gebakken brood op de Northwind en een heerlijke pastamaaltijd met van alles er op en er aan op de Colombe.

Zondag 15 Mei 2011 Tobago Cays: Snorkelen buitenkant rif

Vogel op bezoek

Aan achterkant van eilandje

In de ochtend krijgen we bezoek. Een vogel komt de kruimels van onze aanrecht pikken. Dennis geeft hem wat water, wat hij dankbaar opdrinkt. De vuilniszak uit de dinghy van de barbecue van gisteren doen we in een extra vuilniszak die we goed dicht knopen. We wanen ons veilig voor de mieren. Op Tobago Cays zijn geen prullenbakken. De pilot waarschuwt dat je geen vuil moet meegeven aan boatboys. Zij dumpen het vaak ergens in de oceaan. We vinden het geen probleem om een tijdje met een vuilniszak rond te varen als de mieren er maar netjes in blijven. We checken ook de barbecueplek nog even. Daarna lopen we naar de andere kant van het eilandje. Hier lig je heerlijk rustig met de boot tussen twee eilandjes in.

Vis (40 cm) aan buitenkant rif

Veel fel gekleurde vissen onder water

’s Middags gaan we snorkelen bij de dinghy doorvaart aan de buitenkant van het rif. Terwijl links en rechts de golven op het rif breken, pakken wij één van de moorings aan de zijkant van de doorvaart. Met mijn snorkel in het water ben ik betoverd door de schoonheid. Wow! Wat een vissen, wat een koraal, wat een dieptes. Ik laat me een beetje met de stroom mee drijven en geniet van het onderwaterschouwspel. Als ik mijn hoofd weer boven water steek, schrik ik van de afstand die ik ongemerkt heb afgelegd. Het stroomt een stuk harder dan ik dacht. De dinghy is een behoorlijk eind weg. Met grote moeite zwem ik tegen stroom terug. We snorkelen nog wat rondom de dinghy maar door de stroom moet je al flink je best doen om op één plek te blijven.

Heel veel vissen om ons heen

Dennis knoopt de lijn van de dinghy om zijn middel en we laten ons met de stroom over het rif heen drijven zonder ons zorgen te hoeven maken hoe we weer bij het bootje komen. Plotseling zie ik een grote vis, groter dan ik, rond de 170 cm, zwemmen. Een grote slanke vis. Dit is een haai! Ik herken hem uit de dierentuin. Hij zwemt prachtig en behoorlijk snel. Gelukkig zwemt hij van ons af. Het is een erg indrukwekkend gezicht. Volgens de boeken vallen haaien zelden mensen aan. Ik had geen haai aan de binnenkant van het rif verwacht. Ik ging wel eens voor het slapen even in het water om af te koelen, maar nu ga ik in het donker het water niet meer in. Vlak voor zonsondergang varen we naar het idyllisch plekje tussen de eilandjes en gaan daar voor anker. De golven zijn weg, we liggen stil en we horen de vogels tjilpen. ’s Avonds spelen we een potje schaak met op de achtergrond een concert van insecten. Een heel ander geluid dan het continue breken van golven op het rif op de ankerplek aan de andere kant van het eilandje.

Zaterdag 14 Mei 2011 Tobago Cays: Barbecue op strand

Onze barbecueman

Een stokbroodje en een koud biertje terwijl de barbecue op temperatuur komt

In de ochtend gaan we genieten van het onderwater leven: de prachtige vissen, het koraal en de schildpadden. ’s Middags bakken we het voorgebakken stokbrood van de bakker uit Bequia af en rijgen we vlees, uien, paprika’s en bleekselderij aan spiesen. Dit vergezeld met een zelfgemaakte aardappelsalade zijn onze ingrediënten voor een heerlijke barbecue. Simon heeft een groentetuintje aan boord. Hij heeft overheerlijke superverse onbespoten rucola en basilicum. Shelley heeft een heerlijk knoflooksausje gemaakt en samen hebben zij spiesen van sojabrokken, gepofte aardappels, bosuien en van zelf gebakken brood worden geroosterde broodjes met tomaat en basilicum gemaakt. Wie zegt dat barbecueën niet leuk is voor vegetariërs?

Barbecue onder de palmboom; het goede leven

Dinghies wachten op barbecueënde baasjes

Samen met de heerlijke ingrediënten maakt de locatie de barbecue helemaal top. We zitten op een hagelwit strand onder een palmboom. Om het geheel net iets comfortabeler te maken, staat er een houten tafel met banken. We gebruiken een standaard barbecue waar we ons eigen rooster en onze eigen kooltjes in doen. We kijken uit over de oceaan en onze voor ankerliggende boten. De temperatuur is heerlijk. Blote voeten in het zand. Ik maakte me zorgen over de muggen, maar ze zijn er niet. En dan de wetenschap dat het zaterdagavond is, ik weet dat het zaterdag is, de rest heeft geen enkel benul van wat voor dag het is, en we morgen niet naar huis hoeven om maandag weer te werken. Paradijselijk! Heerlijk! O ja, we hebben ook een redelijk volle maan, zodat we gewoon kunnen blijven zien wat we doen. Om tien uur breken we op. We laten de spullen in de dinghy staan, want hier en daar zitten er wat mieren op. Morgen met daglicht zullen we alles schoonmaken.

Vrijdag 13 Mei 2011 Van Bequia naar Tobago Cays: Verjaardag Dennis

Northwind verlaat Bequia

Al bijna drie weken geleden heb ik een Grenada een boek voor Dennis gekocht: ‘Ocean passages & Landfalls: Crossing routes of the world’. Het lag in de watersportzaak en ik had er al een paar keer in gebladerd. Dennis ging even naar Bodyguard terug om zijn aankopen te droppen voor we met de bus naar de stad zouden gaan. Ik hielp hem in de bijboot en rende snel terug naar de watersportzaak om het boek te kopen. We hadden net gepind, maar ik had net niet genoeg geld. Ik vertelde de vrouw dat ik bij die lange man hoorde die net zoveel gekocht had en dat dit zijn verjaardagscadeau was. Met wat korting kon ik het boek betalen. Ik deed de bekende plastic tas van Budget Marine binnenste buiten en stopte het boek in mijn rugzak. Dennis was spullen naar de boot brengen en ik ging met een zwaar boek in mijn tas de stad in. “Gefeliciteerd schat,” en ik geef Dennis het boek. “Dit is het mooiste cadeau wat een zeilersman van zijn vrouw kan krijgen,” voeg ik er aan toe. We kijken samen in bed naar de uitnodigende foto’s in het boek. “Weet je wanneer ik het boek gekocht heb?” vraag ik aan Dennis. Maar hij weet het niet. Hij zag het niet toen hij die dag wat in mijn tas stopte en het was hem ook niet opgevallen dat ik al zo snel weer door mijn geld heen was. Om negen uur zijn wij klaar voor vertrek maar Shelley en Simon hebben nog even tijd nodig. Uiteindelijk vertrekken we rond half elf. We zeilen de baai uit en kunnen dan aan de wind naar Tobago Cays. Simon vaart hard voorop.

Colombe kruist naar Tobago Cays

Aan de wind, vijf beaufort, is hét windje voor onze zware Bodyguard. Langzaam maar zeker lopen we de Colombe in. Shelley blijft ver achter en haalt de hoogte niet. Wij bieden aan haar bijbootje te slepen. We varen een stuk terug, verliezen daarbij veel hoogte en denken even snel het bootje op de pikken. We varen achter Shelley en rollen de genua in. Shelley laat haar bootje los en Dennis pikt hem met de pikhaak op. Opeens zit de lange lijn ergens aan vast. We krijgen hem niet los. Zit hij nu al om de schroef? De motor is niet aan. We laten het grootzeil ook zakken en Dennis gaat heel stoer te water. In de lijn zit een heel grote lus die precies om onze kiel was gegaan. Heel hoog aan de wind kunnen we ons waypoint net wel/net niet bezeilen. Het wordt nu geconcentreerd varen. Vlakbij het waypoint kruist Simon voor ons langs. De volgende slag liggen wij voor. Het blijft toch altijd een beetje wedstrijdje met een andere boot opzeilen. We kruisen tussen de riffen naar de ankerplek bij de eilandjes van Tobago Cays. Dat durfden we de eerste keer niet. Simon gaat in z’n eentje op een nog gevaarlijkere plek tussen de riffen door. We zijn weer in ons paradijs! Simon ankert al snel een stukje verderop. Op Shelley moeten we nog ruim twee uur wachten. Het is inmiddels half zes en we besluiten morgen te gaan barbecueën. Vanavond eten we met z’n vieren nasi op Bodyguard. Een aangeklede nasi, dat wil zeggen met zelfgemaakte pindasaus, komkommer en gebakken eieren.

Donderdag 12 Mei 2011 Bequia, Admiralty Bay: Voorbereiden voor vertrek

Was op de Colombe van Simon

Was op de Northwind van Shelley

Op de drie Nederlandse boten: Bodyguard, Northwind en Colombe, wordt hard gewerkt aan de barbecue van morgen en het vertrek naar Tobago Cays. Op alle boten hangt de was te wapperen. Ik zat ’s ochtends met mijn wasemmer in de kuip. Een paar hemdjes en shirtjes in de week, toen er een vrouw met een klein speedbootje langskwam. Miranda’s Laundry Service stond er op de romp. Snel heb ik de lakens van het bed getrokken en de was aan haar meegegeven. ’s Middags kreeg ik het keurig gewassen, gedroogd en opgevouwen weer terug. Die boatboys met moorings en t-shirts en fruit slaan we allemaal af, maar deze ‘boatgirl’ biedt een prima service. Het valt nog niet mee om een cadeau voor je partner te kopen als je bijna altijd samen bent of in elk geval weet wat de ander aan het doen is. Dat klinkt wellicht erg saai dat wij vrijwel altijd samen zijn, maar ik vind de omgeving hier vaak al indrukwekkend genoeg, dat ik blij ben dat Dennis er altijd is. Daarnaast valt op dat wij kleine irritaties naar elkaar toe minder breed uitmeten dan in Nederland. Blijkbaar denken we hier allebei: “Ik kan nog een half uur doorgaan over alle oenige dingen die hij of zij doet en dan allebei een chagrijnige halve dag hebben. Of ik zeg het één keer en klaar en we gaan weer genieten.” We kiezen nu allebei heel snel voor de laatste optie, gelukkig. Dennis gaat zijn duikflessen vullen en daarna met het bijbootje naar de markt. Het is sneller als ik ook met het bootje mee ga, maar ik ‘moet’ absoluut even wandelen, lees: een t-shirt voor mijn lief kopen.

Woensdag 11 Mei 2011 Bequia, Admiralty Bay: Wandeling naar Fort Hamilton

Uitzicht op de ingang van de baai vanaf Fort Hamilton

Uitzicht Admiralty Bay vanaf Fort Hamilton

We wandelen langs de noordkant van de baai naar boven naar Fort Hamilton. Veel meer dan een vijftal kanonnen is er niet over van dit in de 18de eeuw door de Engelse neergezette fort. Het gaat ons ook meer om het uitzicht en de wandeling er naar toe. Het uitzicht is de moeite waard. We overzien de gehele baai. Op de terugweg komt een gemeen keffend hondje achter ons aan. Dennis moet razendsnel zijn been wegtrekken, anders was er een hap uit zijn kuit geweest. Nu is er een klein schaafwondje. Alleen door hard roepen en op de grond stampen krijgen we het hondje op afstand. Telkens als we weer verder lopen, komt hij weer gemeen blaffend achter ons aan. Ook de eigenaresse roept naar het beestje vanaf het balkon, maar de hond luistert totaal niet. Na een vijftal keer op ons af rennen geeft hij het gelukkig op. Dennis had al plannen om hem met een steen op z’n kop te slaan, maar dat geeft altijd weer zo’n hoop gedoe. We zijn blii dat hij afhaakt en we niet echt gebeten zijn. “Waar wil je vrijdag je verjaardag vieren?” vraag ik Dennis als we weer in de dinghy zitten. “Tobago Cays, met een barbecue op het strand,” krijg ik meteen als antwoord. We vragen of Simon en Shelley op Dennis’ feestje komen. Ze hebben net een oceaanoversteek achter de rug en zijn bovendien vegetariërs, maar ze zijn direct enthousiast en komen met allerlei ideeën voor de barbecue.

Dinsdag 10 Mei 2011 Bequia, Admiralty Bay: Klusdag

Windscope zorgt voor koel briesje in boot

Dennis vult de vetpot en maakt met perslucht op zijn rug de kiel, het roer en de schroef schoon. Ik ruim een paar kastjes op en graaf mijn naaimachine op om de scheur in onze windscope te repareren. De windscope is een klein ‘spinakertje’ dat we boven het luik hangen en zo creëren we een soort ventilator. Het heerlijkst vind ik dat we tussen de bedrijven door zo in het water kunnen plonzen. Aan het eind van de middag gaan we met de dinghy vol lege flessen water halen, maar dat is vergeefse moeite. Tanken kan van negen tot drie.

Maandag 9 Mei 2011 Bequia, Admiralty Bay: Sociaal dagje

Lunch bij Captain Mack’s Bar & Galley

Twee Nederlandse solozeilers: links Northwind, rechts Colombe

We zwemmen naar de Happy Bird voor een bakje koffie en thee. Dit keer heb ik mijn bril in een druk en sluitzakje in mijn zwempak gedaan, zodat ik niet net als gisteren als een blinde kip aan boord zit. Op de een of andere manier kan ik minder goed luisteren als ik geen bril op heb. Thuis moest ik ook altijd eerst mijn bril opzetten voor ik de telefoon op nam. Daarna varen we langs Shelley en Simon en nodigen hen uit voor het avondeten bij ons aan boord. We gaan naar de kant voor boodschappen en strijken neer bij Captain Mack’s Bar & Galley. Een restaurantje met een leuk balkon van waar we over de baai, de straat en de markt uitkijken. Al snel zit de bemanning van de Happy Bird bij ons en even later komen Shelley en Simon ook naar boven. Ik kook een pasta bolognese waarvan zelfs de tomatensaus van verse tomaten gemaakt is. Het toetje is mango, zuurzak met een beetje yoghurt en een scheutje door de gasten meegebrachte rum. Simon en Shelley zullen geen scheurbuik meer krijgen. Het is een erg gezellige avond en voor het eerst in tijden liggen we niet al om tien uur op bed, maar pas om kwart voor twaalf.

Zondag 8 Mei 2011 Bequia, Admiralty Bay: Wandeling naar schildpaddenopvang

Plattegrond Bequia met de villa's hebben we niets, gewandeld van Port Elisabeth naar Turtle santuary in Noordoosten

Wandeling langs noordoostkust Bequia

We zijn vroeg op pad en gaan op zoek naar een steiger voor de dinghy. De eerste lijkt bij een restaurant te horen, aan de tweede liggen meer dinghies, allemaal Amerikanen en Canadezen aan de grootte van de boten en motoren te zien. We klimmen direct de weg op naar boven en zien daardoor niet het veel leukere en makkelijkere wandelpad langs het water. In Port Elisabeth is de tourist information nog dicht. We hebben hen ook niet echt nodig, want in Carriacou hebben we van de Mindemoya een plattegrond van Bequia gekregen. We wandelen over de hoofdweg, er rijden nauwelijks auto’s, naar de turtle sanctuary: een Pieterburen maar dan voor schildpadden. We lopen heuvel op, heuvel af en aan de andere kant van het eiland wordt het heel mooi. We lopen met uitzicht op de kust. Schitterend vinden we de kleur van het water hier die helemaal turkoois wordt als het wat ondieper is.

Hawks turtle van een paar jaar oud

Baby schildpadden van een paar maanden oud

Bij de schildpaddenopvang is het nog rustig. Schildpadden van een paar weken tot vijf jaar zwemmen hier rond. De Hawksbill schildpad eet vis. Deze kun je beter niet aanraken. De green turtles hebben we bij Tobago Cays zien zwemmen. Dit zijn vegetariërs en daardoor aaibaar, voor zover je een schildpad kunt aaien. Als we vertrekken, komt de hausse aan toeristen van het cruiseschip binnen. Het is vreemd dat de vrijwilliger en eigenaar van de schildpadden geen enkele medewerking van de overheid krijgt, terwijl zijn bezigheid een toeristische attractie is. Aan het begin van de avond heeft Dennis voor het eerst marifooncontact met Shelley. Ze zijn nog tien mijl verwijderd van Bequia en hebben heel weinig wind. En nee ze hoeven geen sleepje. Na 32 dagen op zee kan een 33ste dag er ook nog wel bij. Dennis zegt dat hij de Northwind op AIS ziet (een driehoekje op onze elektronische kaart op de laptop). Hij praat hen wel naar binnen. Simon met de Colombe zit 3 mijl achter haar. ’s Nachts vaart Dennis met de dinghy en twee koude biertjes naar de ingang van de baai. Hij begeleidt Shelley en Simon naar de ankerplek. Ik merk hier allemaal niets van en word pas wakker als Dennis het bijbootje aan de val ophijst.

Zaterdag 7 Mei 2011 Van Tobago Cays naar Bequia, Admirality Bay: Heerlijke zeiltocht

Halve bimini geeft roerganger schaduw

Genieten van uitzicht

We nemen afscheid van onze paradijselijke ankerplek en navigeren tussen de riffen door. Daarna hebben we een halve windse koers van 10 tot 12 knopen naar Bequia (spreek uit: Bek-wee). We varen enigszins in de beschutting achter de Grenadines. In elk geval staat de oceaandeining hier niet door. Het is alsof we op de Grevelingen zeilen. We zien het mosseleiland (Canouan) en Archipel (Mustique). De eilanden zijn wat groter, groener en vooral hoger dan in de Grevelingen. Voor een zomerse dag met wind is het erg rustig. We zien vijf andere boten zeilen. We varen vandaag met de bimini half ingeklapt. De stuurman heeft zowel schaduw als goed zicht. Het zeilen gaat zoals zeilen bedoeld is. Voor het mooi had er iets meer wind mogen staan, maar daar hoor je ons niet over klagen. Ook de afstand is leuk: 27 mijl. Admirality Bay ligt in de wind. Achter de heuvel zitten veel valwinden. Door geconcentreerd te zeilen en bij elke vlaag op te loeven, lukt het zonder overstag te gaan de baai in te varen. We gaan af en toe maar 2,5 knoop, maar het is heerlijk zo aan de wind zeilen en intussen genieten we van de heuvels, de rosten en de huizen die steeds beter zichtbaar worden. We gaan voor anker, plonzen in het water, zien dat ons anker slecht ligt en ankeren opnieuw vlakbij de Nederlandse Happy Bird.

Vrijdag 6 Mei 2011 Tobago Cays: Heuveltje op en snorkelen

Bodyguard is vierde van links

Genieten van uitzicht

Uitzicht vanaf  45 meter hoogte

In de ochtend varen we naar het onbewoonde eilandje Petit Bateau. We klimmen de 45 meter hoge heuvel op. Een geitenpaadje met veel kruipdoor en sluipdoor leidt naar de top. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht op Tobago Cays.

Dennis zes meter onder water

Dennis nog net onder het wateroppervlak

Ragfijne bladeren wuiven onder water

Daarna snorkelen we aan de kopse kant van het eilandje. Grote ragfijne bladeren staan onder water te wuiven. Als we hier nog dagen zouden blijven, zou ik ’s middags een boekje zijn gaan lezen, maar er is nog veel meer moois in de Carieb en het orkaanseizoen zit ons op de hielen. Daarnaast lopen de twee solozeilers Shelly met de Northwind en Simon van de Colombe binnenkort Bequia aan en wij vinden het leuk hen daar op te vangen. Morgen gaan we richting Bequia (spreek uit bekwee) en dus ga ik niet in een boek zitten lezen, wat overal ter wereld kan, maar nogmaals met de schildpadden zwemmen. Dit keer zien we een schildpad van 1,5 meter doorsnee. Op zijn rug liggen twee dwerghaaien. Als de schildpad naar de oppervlakte gaat, gaan de haaitjes onder de schildpad, zodra hij weer op de bodem zit, liggen ze weer voor oud vuil op zijn rug. Ook zien we een school van tienduizenden vissen die perfect bij elkaar blijven. Als er een roofvis of Dennis door de school heen zwemt, vormen ze direct een nieuwe ‘muur’ en geen enkele vis valt uit de toom. ’s Avonds eten we mee van de dorade op de barbecue van de Minor. Wij brengen een aardappelsalade in. It was again a beautiful day in paradise.

Donderdag 5 Mei 2011 Van Union Island naar Tobago Cays: Snorkelparadijs

Bodyguard voor anker bij Tobago Cays

Zonder een voet op Union Island gezet te hebben, verlaten we het eiland weer. Dennis is nog naar het vliegveldje gelopen om in te klaren. Ik ben niet op de kant geweest. Volgens de boeken kun je heerlijk wandelen op dit eiland, maar wij willen het rustige weer benutten voor Tobago Cays. Het is geen straf om de haven te verlaten. Door het vliegveld zijn hier veel charterschepen die komen en gaan en dat maakt het met de boatboys erbij erg onrustig. Boatboys zijn lokale mannen in snelle boten die je een mooring aanbieden. Onze boatboy bleef na ons beleefd: “No thanks” irritant naast ons varen, totdat Dennis zo dicht achter een groot schip langs voer dat hij wel moest afhaken. Tijdens het ankeren was hij er weer. “To deep,” volgens hem, maar wij worden niet meer koud of warm van ankeren in 12 meter water. Tobago Cays liggen in de wind. We varen de vijf mijl op de motor. Tussen de riffen is het even opletten, maar de elektronische kaart klopt goed. Tussen twee eilandjes gaan we bij een tiental boten, waaronder drie Nederlanders, voor anker. We liggen in 3,5 meter diep water. Het water is superhelder en azuurblauw. Terwijl Dennis naar de schildpadden zit te kijken, spring ik er in. Zulk helder water heb ik nog niet eerder gezien. De man van de Nederlandse boot Flying Swan komt ons voor vanmiddag uitnodigen voor een borrel bij hen aan boord.

Schildpad

Zwemmende schildpad

Paradijselijk snorkelen

Rif met op achtergrond Petit Tabac

Vissen op rif

Hersenkoraal

Met de dinghy varen we naar het rif. Achter het rif is de oceaan tot aan Afrika. Het water komt over het rif heen, maar de swel wordt door het rif tegengehouden. We zien prachtige stukken koraal en veel vissen. We onderbreken het snorkelen even voor een kopje soep met brood. Daarna zwemmen we naar het eilandje. Voor het eerst durven we onze camera mee onder water te nemen. Het moet goed gaan tot 15, meter diepte. Vlak voor het eiland ligt zand met een soort gras. Hier grazen de schildpadden. Ik denk dat ik echt geluk heb als ik een schildpad zie zwemmen, maar later zien we altijd wel ergens een schildpad. Ze grazen van het gras en je kunt ze tot een paar meter afstand rustig naderen. Af en toe zwemmen ze even naar boven en steken ze heel even hun kopje boven het water uit. Ze zwemmen echt schattig door met hun voorpoten te fladderen. Daar kunnen ze overigens heel erg snel mee. We lopen even over het strand van het mini eilandje, snorkelen nog even boven het rif en komen dan doorweekt uit het water. Na een uurtje rust gaan we borrelen bij de buren. Ook de andere Nederlanders van Minor zijn er. Wat een topdag!

Woensdag 4 Mei 2011 Van Carriacou via Sandy Island en Hillsborough naar Union Island

Dinghy opgehesen aan een val op de achtergrond Sandy Island

Sinds we in Grenada te dicht bij de kant geankerd hebben, zoemen de muggen ’s avonds en ’s nachts rondom onze hoofden. Elke avond wapperen zowel Dennis als ik de hele boot door met de elektrische vliegenmepper en elke nacht worden we wakker van het gezoem en geprik van de muggen. Ik vraag aan iedereen die we spreken of zij last hebben van muggen. Niemand heeft er zo’n last van als wij. Allen zeggen ze dat zover als wij vanaf de kant liggen, er geen muggen zouden moeten zijn. We hebben het al geprobeerd met alle horren en zonder horren met citronella kaars, met licht, zonder licht. Tot we gisteren op de Mindemoya van Sara hoorden dat zij altijd wat azijn in het doucheputje doet, omdat de muggen stilstaand zoet water nodig hebben. Opeens weet ik waar onze muggen vandaan komen. Onze wc! Na twintig jaar kolibrizeilen zijn we een emmer als wc gewend. Op deze boot hebben we een heuse wc, maar tijdens het varen, word ik daar altijd zo zeeziek en sinds de oceaanoversteek hebben wij daar onze voorraad bronwater en wc-papier staan. Als we voor langere tijd bezoek krijgen, ruimen we de wc op. Onze laatste bezoek voor langere tijd was in Suriname. In de wc staat dus nog zoet water. Zodra ik gisterenavond aan boord kwam, ging ik naar de wc kijken. Toen ik de deur open deed, vlogen er direct vijf muggen uit. Snel de deur weer dicht, dat komt morgen wel en morgen is nu. Ik haal de flessen bronwater weg, verwijder de rollen wc-papier, open het deksel en doe het meteen weer dicht. Wat ik daar zag, staat voorgoed op mijn netvlies gebrand. De hele pot vol met muggen, honderden. Ik bedenk hardop hoe ik ze daar weg krijg: emmer water over gieten? Maar Dennis komt met de meest simpele en doeltreffende oplossing: gewoon pompen. We pompen, pompen en pompen, gooien wat olijfolie er bij om de pomp te smeren en eindigen met azijn. Daarna haal ik de kasten leeg, klop de zeilpakken uit, terwijl Dennis staat de wapperen met de vliegenmepper. De knallen nemen langzaam maar zeker af. Blij dat we weten waar de muggen vandaan kwamen en we er nu langzaam maar zeker van verlost worden, halen we het anker op en zetten we koers naar Sandy Island. Een Zweedse boot passert ons. Ze zeggen dat ze ons in augustus in Middelburg gezien hebben.

Union Island

Tobago Cays

Sandy Island is niets meer dan een zandplaat voor Hillsborough met wat palmen, maar volgens de gids zijn de snorkelcondities hier perfect. Om de voorkomen dat je het koraal beschadigt, liggen hier een twintigtal moorings. Wij liggen er nu samen met een catamaran. We duiken het water in en verbazen ons over de helderheid. We zwemmen naar het strand en lopen naar het rif aan de kop van het eilandje. Hier kijken we onze ogen uit naar de vele koraalformaties. Alles wat we tot nu toe gezien hebben valt in het niet ten opzichte van dit aquarium. Het water is zo helder dat het lijkt alsof er helemaal geen water is. Alles is zo helder als het in Nederland is na een fikse regebui en de zon weer schijnt. Schitterend! Na het snorkelen varen we direct weer verder. We klaren in Hillsborugh uit en zijn nog tijdens kantoortijd in Union Island om zonder overtime-fee in te klaren. De komende dagen wordt licht weer voorspeld, dat willen we benutten om naar Tobago Cays te gaan. Tobago Cays is een waar snorkelparadijs waarbij je achter een hoefijzervormig rif ligt. Verder is er alleen de oceaan en wat zand. We zijn benieuwd...

Dinsdag 3 Mei 2011 Carriacou, Tyrrel Bay: Leuk weerzien Mindemoya
Het klimaat is hier ook aan het veranderen. Het hoort nu de droge tijd te zijn, maar het regent opnieuw de hele ochtend. Tussen de buien door halen we de was op. Het plan is om naar Sandy Island voor Hillsborough te gaan. Je moet daar perfect kunnen snorkelen. Als we ankerop willen, ontdek ik dat mijn pet nog in de ‘waswinkel’ ligt. Met het bijbootje scheur ik even op en neer. Opeens zie ik een bekende boot liggen: Mindemoy met Doug en Sara. We hebben hen in Las Palmas ontmoet. Ik stop even en maak een praatje. We vinden het leuk elkaar weer te zien. Dennis wil hen ook graag even zien en we besluiten morgen naar Sandy Island te gaan. We hebben een paar gezellige uurtje op de Mindemoya. Twaalf jaar hebben Doug en Sara met hun boot op de Middellandse Zee vertoeft. Morgen is hun laatste zeildag. De boot gaat in Grenada voor een half jaar de kant op. Daarna worden ze parttimers.

Maandag 2 Mei 2011 Carriacou, Tyrrel Bay: Bijbootexpeditie in de mangroven

met bijboot in de mangroven

Wortels in de mangroven

Het regent flink in de ochtend. We vinden het niet erg, we hadden na alle muziekactiviteiten toch al een rustdag ingepland. Vooral met internet vanuit de boot is een dagje aan boord geen straf. We werken onze e-mails bij en vernemen het wereldnieuws over Osama Bin Laden. Ik verwen mezelf door opnieuw een was naar de laundryservice te brengen. Voor 6,50 euro krijg je 5 kilo keurig droog en opgevouwen terug. In de middag gaan we met de bijboot op mangrove-expeditie. Aan de noordkant van de baai zijn mangroven. Je mag hier niet met je boot in, behalve als er een orkaan met een naam op komst is. Met je bijbootje mag je er wel in, als je maar langzaam vaart en niets vervuilt. We varen het water tussen de bomen op en het voelt alsof we in de Biesbosch zijn. We zien wat gestrande schepen.

Oesters groeien aan bomen

Dieper de mangroven in zien we inderdaad de mosselen aan de bomen groeien. Ik pluk er een paar en bedenk dat ik een paar dagen geleden flink afgezet ben, maar nu weet ik wel hoe het moet. Op de terugweg zien we pelikanen samen jagen. Ze laten zich van een flinke hoogte in het water vallen en stoppen de gevangen vis meteen in de grote zak onder hun snavel. We maken nog een praatje met een paar Zuid-Afrikanen die we eerder in de bus ontmoet hebben. De vrouw is twee maanden geleden geopereerd aan een hersentumor. Wij bewonderen haar omdat ze nu al weer aan het zeilen is.

Zondag 1 Mei 2011 Carriacou, Tyrrel Bay: Bijboot passen en tweede dag Maroonfestival

Onze droom dinghy, AB 9,5 AL met bowlocker

Hier in de Carieb varen de Amerikanen en Canadezen met dinghy’s met harde bodem: polyester of aluminium. Ook hun motoren zijn wat groter dan onze ‘european sized’ engines: meestal 15 pk. De baaien zijn hier groot en de golven zijn hoger dan aan de andere kant van de oceaan. Ook wij hebben ons oog laten vallen op een bijboot met aluminium bodem, een AB 9,5 Al, om precies te zijn. Ons huidige bijbootje heeft als voordeel dat we hem helemaal leeg kunnen laten lopen en onderdeks kunnen opbergen. Een aluminium bodem zullen we op het voordek moeten vervoeren. We willen dan wel dat de kotterstag nog gezet kan worden en dat we er nog enigszins langs kunnen lopen. Onze Amerikaanse achterburen met een catamaran hebben ‘onze droomdinghy’ en stemmen zowaar met ons plan in om hun bijbootje op ons voordek te takelen en leeg te laten lopen. We mogen er eerst een rondje in varen. Zelfs met een 8 pk zitten we al meteen in plané. Wow wat gaat dit hard en wat blijven we heerlijk droog. Dennis ziet het al helemaal zitten met zijn duikflessen. We halen bij de catamaran de motor er vast af en roeien tegen de wind naar de Bodyguard. Dit bootje roeit een stuk zwaarder dan ons bootje. Ploing! Het rubbertje van de roeidol schiet uit zijn huisje. Einde roeien. We drijven terug naar de catamaran en gebruiken onze dingy als sleepboot. We schamen ons diep dat we van zulke aardige mensen nu al iets kapot gemaakt hebben, maar we hebben nu nog goede hoop dat we het op ons voordek kunnen repareren. We takelen het bootje op het voordek. De stemming slaat bij mij meteen om. Dit is veel te groot. Ik ga naar binnen. Als ik terugkom heeft Dennis de voorste tube leeg laten lopen. De kotterstag is bereikbaar en met alleen de aluminium neus is het voordek weer begaanbaar. Hier worden we weer blij van. Van het roeidolletje repareren worden we helemaal niet blij. Op internet is er niets over te vinden, terwijl het onderdeel dat er uitgesprongen is wel als reserve onderdeel te koop is. Maar hoe krijg je zo’n t-stukje dat veel te groot voor de opening is, er weer in en een halve slag gedraaid. We proberen het met schroevendraaiers, maar geven de moed op als we merken dat we meer beschadigen dan goed doen. De buren gaan uit het water bij een winkel waar ze deze bootjes verkopen. We spreken af dat ze hem daar laten repareren en als er kosten aanverbonden zijn, zullen wij dat betalen. Waarschijnlijk heeft de dealer een tooltje om dit klusje in een handomdraai te fixen. Ik maak het bootje schoner dan het was en enigszins bedrukt geven we het weer terug. Onze achterburen zeggen dat we het goed kunnen maken door vanmiddag op een biertje te trakteren bij het muziekfestival.

Maroonfestival

Paradise Beach

We zwemmen een rondje om de boot, houden siësta en volgen dan onze buren naar de tweede dag van het Maroonfestival ditmaal op Paradise Beach. Dennis en ik krijgen een lift van twee meiden in een oude 4 wheel drive. We trakteren de meiden en onze buren op bier en genieten van de muziek. Onze ‘groentevrouw’ van de haven, komt ons enthousiast begroeten. Waarschijnlijk omdat het festival nu overdag is en aan de kust, zijn er veel meer cruisers dan zaterdagavond. Geweldig zo’n muziekfestival tussen wat bomen aan het strand. Voor wat rust, loop je het strand op en veel mensen nemen een duik. Heel relaxed allemaal. Bij de strandtent waar we vrijdag geluncht hebben, herkent de verkoopster ons. Voor mij weer hetzelfde recept, vraagt ze met een knipoog. Dat is nog eens service. Normaal zijn we niet zo buiten-de-deur-eeterig: te duur en vaak moeilijk omdat het zoutloos moet. Maar hier eten we samen voor acht euro en dan is het erg leuk met andere cruisers: twee Amerikanen, een Engelsman en een Duitse. Naast ‘cruisers’, ‘vertrekkers’ en ‘yachties’ zijn we nu ook ‘fulltimers’. Parttimers varen alleen in de winter hier en zetten ’s zomers de boot op de kant: de meerderheid hier in de Carieb. Met de Amerikanen nemen we een bus terug. We lopen een stukje, waarbij de Amerikaanse vrouw, journalist van Blue Water Magazin, het hardst loopt en het hoogste woord voert. We zijn dan ook zeer verbaasd als we horen dat ze al 68 jaar is. Blijkbaar is cruisen goed voor de gezondheid, maar dat merken we zelf ook al.

Zaterdag 30 April 2011 Carriacou, Tyrrel Bay: Maroon festival

Maroon festival

In de ochtend komt er een bootje naar ons roeien. De man is armoedig gekleed en het bootje ziet er oud en verwaarloosd uit. Hij vraagt of ik wat oesters wil. In de pilot heb ik gelezen dat de oesters hier aan de bomen groeien. Ik zeg dat ik er eerst één wil proberen. Met mijn mes, maakt de man een paar oesters voor me open. Er zitten maar kleine eetbare stukjes in. Hij legt er drie op een schelp, flink wat limoensap erover, smaakt heerlijk. Of ik er meer wil. In no time heeft deze handige verkoper een dozijn oesters geopend en heb ik totaal geen kans meer om over de prijs te onderhandelen. 15 EC$ wil hij hebben voor de schelpen die hij waarschijnlijk zo kan pakken. Ik vind bijna vier euro wel wat veel, maar dan had ik eerder moeten ingrijpen. Ik heb 10 of 20 EC$ in mijn portemonnee en geef de tien. Met een blikje worst of iets dergelijks er bij is de roeier ook tevreden. Ik scharrel een blikje leverpastei op. De man trekt het meteen open en begint het op te eten. Is dit toneel of echt? Ik bezwijk en geef onze laatste boterham, wat toastjes en een blikje bier erbij. De oesters waren lekker, maar ik voel me ook een domme geplukte toerist. (Helemaal als ik maandag in de mangroven zie dat je ze inderdaad zo kunt pakken.) We gaan met de bus naar Hillsborough naar het Maroonfestival. Er treden in een tent verschillende bands op. Het is een opwarmertje voor vanavond, dan spelen ze op een podium in het park in de bergen. De muziek swingt enorm en wij kopen kaarten voor zaterdagavond en zondagmiddag.

Groep uit Grenada; veruit de beste

In de middag snorkelen we in de baai en ’s avonds gaan we met onze achterburen en overburen naar het festival. Onder tromgeroffel en met grote fakkels lopen we in een optocht naar een podium met stoelen. We moeten ons eerst door het formele deel worstelen. De baas van de touristinformation, de senator en drie ministers krijgen eerst de gelegenheid om iets te zeggen. Elk heten ze uitgebreid elkaar met naam, toenaam en functie welkom. Keer op keer worden de sponsors bedankt. In Nederland zou er allang veel boegeroep geweest zijn. Hier blijft iedereen netjes zitten en doet alsof hij luistert. En dan begint het. Vanaf de omringende eilanden zijn muziekbands naar Carriacou gekomen. De ene band is wat professioneler dan de andere. De groep uit Grenada swingt enorm. Een meid slaat enthousiast op een grote trommel en de mannen roffelen zo ongelofelijk snel met hun handen op hun trommels. Af en toe blaast er iemand op een schelp. Het is geweldig leuk om hier bij te zijn. De blanken zijn ver in de minderheid, de sfeer is erg gemoedelijk. Als het gaat regenen, gaat iedereen even schuilen onder een tent. Daarna wordt het podium gedweild en gaat de show verder. Bij de tweede regenbui haken wij af en kunnen we gewoon met de bus naar huis.

Vrijdag 29 April 2011 Carriacou, Tyrrel Bay: Wandelen van Hillsborough naar Tyrrel Bay

Plattegrond Carriacou

Zeilend vrachtschip aan de pier bij Hillsborough

We zijn onze dinghy nog aan het vastknopen als het minibusje de pier op komt rijden. Kom daar maar eens om in Nederland: een buschauffeur die je tegemoet komt en gewoon even wacht als je nog bezig bent. Ik wil hem niet nog langer laten wachten en stap met vuilniszakje en al het busje in. We crossen eerst alle straatjes in de omgeving af op zoek naar meer klanten en rijden dan naar de hoofdplaats Hillsborough. Hillsborough is een vissersdorp met 600 inwoners en een handjevol winkels. Op de pier treffen we een zeilend vrachtschip. Het plaatsje is vooral warm.

Weg oost van Hillsborough

Door de mangroven

We lopen een stukje naar het oosten. Het is een leuke weg langs het water, er rijden nauwelijks auto’s. We besluiten terug naar Tyrrel Bay te lopen. Onderweg moeten we het vliegveldje over. Volgens onze toerist information-kaart van 2011 loopt de weg daar door. In werkelijkheid is de weg al vijf jaar afgesloten, “but in Grenada they don’t know.” In Grenada wordt de kaart gemaakt. We moeten een stukje terug en kunnen met een kleine omweg over het strand langs het vliegveld komen. Het strand is prachtig wit, azuurblauw water en er zit gewoon helemaal niemand op. We zien wat vogeltjes over het strand scharrelen. De eilandjes voor de kust liggen te schitteren in de zon. Het is prachtig om hier te lopen. Bij de bocht moeten we door het water waden om de mangrovebomen heen. Als het te diep wordt, blijkt er ook een pad door de mangroven te zijn. We onderbreken de wandeling even op Paradise Beach in L’ Esterre Bay; een baai met strand dat zijn naam waarmaakt. We eten wat in een strandtentje en kijken samen met de lokale bevolking naar het huwelijk van Prins William en Kate. Na Paradise Beach nemen we de asfaltweg en zijn we in een half uur, exclusief kwartier schuilen voor de regen, weer bij de boot.

Donderdag 28 April 2011 Carriacou, Tyrrel Bay: schoon schip maken en verkennen

 Tyrrel Bay, meer bij uitgang, rondje is Bodyguard

Tyrrel Bay, voorkant

In de ochtend maken we schoon schip. Gisteren hadden we geen zin meer in de huik. Vannacht heeft het flink geregend. We hijsen het zeil weer op, laten het even drogen en doen dan de huik er over. We zwemmen wat rondjes om de boot, houden siësta en ’s middags gaan we de omgeving verkennen. We hebben nog geen idee waar we met het bijbootje de kant op kunnen. We zien een pier en gaan het daar eens proberen. We hebben nu het ankertje nodig om het bootje van het beton af te houden. Dennis scheurt in plané even op en neer. We leggen achter het ankertje uit en leggen het bijbootje voor op slot aan de reling. Ligt prima zo en is veel makkelijker dan het strand opsleuren.

Internetten bij yachtclub

Na vijftig meter lopen, komt er een dikke korte vrouw op Dennis af. Ze gaat naast hem staan en wrijft met haar schouder over Dennis heup. De mensen aan de kant moeten hard lachen om het lengteverschil tussen Dennis en de vrouw. Wij lachen wat schaapachtig mee. Zoveel lichamelijk contact zijn wij niet gewend. We beloven om op de terugweg eieren te kopen. We lopen om de baai heen en komen uit bij de yachtclub. Waar is iedereen? De baai ligt vol boten, maar de yachtclub is uitgestorven. Op een idyllisch balkon kunnen we internetten. We checken onze mail en skypen met vrienden in Nederland die al lang moeten slapen, terwijl wij nog moeten eten. We lopen over het strand terug.

Woensdag 27 April 2011 Van Grenada naar Carriacou, Tyrrel Bay

Kust in Mt Hartman Bay

Calivigny Island; privé bezit, strand is publiekelijk

We klappen de bimini in, doen de cover er om heen, hijsen de dinghy op en binden hem vast op het voordek en we halen de huik van het grootzeil. We zeilen de baai uit en varen daarbij langs Calivigny Island, het privé eiland van één van de rijken der aarde. Het eiland is privé bezit, de politie bewaakt het gebied, maar zoals overal in Grenada blijft het strand volgens de wet van iedereen. Je kunt dus gewoon met je dinghy naar het strand en er gaan zwemmen volgens de pilot. Grenada is prachtig vanaf de oceaan. We varen via de oostkant en zien golven op de rotsen beuken, op de achtgrond groene bergen. De stroom is tegen en de wind wat meer noordoost dan de voorspelde oost. De hele weg motorzeilen we. Het is heerlijk om de wereld te verkennen vanuit je drijvende huisje met een eindeloos groot zwembad vol helder water om je heen, maar dat varen wordt zo langzamerhand een noodzakelijk kwaad. Als ik denk aan lekker zeilen dan denk ik aan de Grevelingen, het Haringvliet of het IJsselmeer. De oceaan heeft te veel swel om het leven aan boord aangenaam te houden. Aan de noordkant van Grenada liggen een paar eilandjes voor de kust. Hier is het helemaal prachtig. Er staat een sterke weststroom. We moeten zover corrigeren dat we tegen de wind in varen. We doen het zeil omlaag. We lopen met het laatste stukje schemer de baai in. We hadden nooit verwacht dat we er zo lang over zouden doen. Als we net in de baai zijn, is de diepte al vijf meter. Zo ondiep hebben we al tijden niet meer geankerd. We laten het anker vallen. Morgen gaan we met daglicht wel op zoek naar een plek wat meer in de baai. Nu eerst een snelle warme hap (bloemkool: het moet wel gezond blijven) en slapen.

Dinsdag 26 April 2011 Grenada, Mt Hartman Bay: Nieuwe slaapkamer

Voorpunt leegruimen

We hebben vannacht slecht geslapen. Omdat we gisteren overdag met de motor gevaren hebben, is het erg warm in de achterhut. De motor straalt warmte uit en de boiler onder het bed maakt het nog warmer. In Nederland is dat meestal lekker. Hier is het zonder motorwarmte al warm genoeg. We hebben vannacht op de langsbanken in de kajuit gelegen en zelfs onder de klamboe zat een mug. Het plan was om vandaag naar Carriacou, een eilandje noord van Grenada 40 mijl verder, te varen. We voelen ons allebei brak. “Carriacou ligt er morgen ook nog wel,” zeggen we tegen elkaar. Vol enthousiasme beginnen we vervolgens de voorpunt uit te ruimen. We willen net als veel andere cruisers in de voorpunt gaan slapen. Daar hebben we een groot luik dat we open kunnen zetten. Het is onvoorstelbaar hoeveel spullen we in de voorpunt hebben liggen. In Nederland konden daar zonder problemen onze gasten slapen, nu liggen daar: een naaimachine, rollen stof, reserve bladen voor de windvaan, stukken rioolbuis om water op te gaan vangen, slaapzakken, dekbedden die we hier niet nodig hebben, een gitaar en boeken. We verzamelen het allemaal in de kajuit en ruimen dan de achterhut er mee in. We zijn als kinderen die een nieuwe slaapkamer krijgen, zo enthousiast over onze opgeruimde voorpunt. Tussen het opruimen door springen we af en toe even in het water.

Mt Hartman Bay

Whisper Cove Marina, achtergrond topje mast Bodyguard

In de middag varen we naar de oostkant van de baai. We gaan ver van de kant liggen in de hoop dat de muggen dan niet naar onze boot komen vliegen. In het radionetje hoorde ik Whisper Cove Marina aan de oostkant van onze baai reclame maken voor hun winkeltje. We varen met het bijbootje naar iets dat op een haventje lijkt. Om de hoek is een idyllisch baaitje met een steiger en wat boten. ‘Meat and meet’ heet het hier: een cafeetje en een slagerij. Wow! We lopen de steile weg naar boven. Vanaf de waterkant zagen we allemaal dure huizen in de bergen staan. Boven aan de weg, schrikken wij van de bouwvallige, kleine, houten huisjes. Er hangt was en er spelen kinderen. In Nederland zou zo’n huis bij een volkstuintje nog commentaar opleveren. Hier wonen er mensen in en honderd meter verder staat achter een groot hek een enorme villa. Het uitzicht over de baai is schitterend. Helaas zitten er nog genoeg muggen aan boord van gisteren en hebben we weer een nacht vol gezoem en geprik.

Maandag 25 April 2011 Grenada, Van Mount Hartman Bay naar Clarkes Court Bay

Oostpunt van Mt Hartman Bay

Eyeball-navigation azuurblauw is ondiep

In de ochtend doe ik neem ik wat lichaamsbeweging door vier rondjes rond de boot te zwemmen. Deze baai is wat natuurlijker dan Prickly Bay en er liggen veel minder boten. Heerlijk om zo weer over boord te kunnen plonzen. Dennis is serieus voor zijn baas aan het werk. Ik maak van spliterwten erwtensoep in de snelkookpan. Bij gebrek aan prei doe ik er bosuitjes in. Knolselderij hebben ze hier ook niet. Bleekselderij lijkt er wel wat op. Om hem aan te passen aan de warmte hier gaat er wat knoflook en een vers pepertje bij. Heerlijk! Het is ongelooflijk dat we vrij internet in dit baaitje hebben. Dennis stuurt zijn werk op en we gaan ankerop naar een baai, twee baaien verderop. De direct naastgelegen baai is ook erg mooi, maar daar horen we muziek en het is er erg druk. We slalommen weer tussen de ondieptes door. Eenmaal in de baai ontspannen we weer wat en schenken we wat te drinken in terwijl we nog een rondvaart door de grote baai maken. Plotseling een schrapend geluid onder de kiel. Snel in zijn achteruit. Op de kaart staat een gemeen klein ondiep rondje van 1,8 m. De kaart klopt goed. Wel blijven opletten!

De oever van Hog Island vanaf Clarkes Court Bay

We kiezen een inham bij Hog Island uit. Er ligt één andere boot. We snorkelen rond de punt van de inham. Het water is wat troebel, maar we zien toch nog mooie stukjes koraal en prachtige vissen. Met de Teva’s in de hand zwemmen we naar de kant. We maken een wandeling over een wandelpaadje naar de drukke baai. Terwijl we lopen zien we vanaf de heuvel het stuk dat we gevaren hebben. Ook vanaf hier zijn de riffen duidelijk zichtbaar. Als we terug aan boord komen, horen we binnen de muggen zoemen. De elektrisch vliegenmepper maakt overuren. We liggen misschien een beetje te dicht bij de kant. Alle ramen worden voor het eerst sinds Suriname weer voorzien van horren.

Zondag 24 April 2011 Grenada, Van Prickly Bay naar Mount Hartman Bay

Paasontbijt

We worden pas om negen uur wakker, meestal zijn we tussen zeven en acht wakker. Buiten is het grijs en het gaat regenen. Dat duurt hier nooit lang. Als het droog is, komt Frank van de African Seawing trots vertellen dat hij een kleindochter heeft. Minstens zo blij is hij met zijn vrienden die zojuist hebben gemeld dat ze meegaan met zijn wereldreis. Het is een bijzonder verhaal. Drie dienstmaten gaan veertig jaar later samen een wereldreis maken. Onderweg zullen ze af en toe voor langere tijd stil liggen. De vrouwen kunnen dan overkomen, of de mannen gaan naar huis.

Bodyguard valt in het niet naast deze grote jongen

We gaan water tanken. Er ligt een enorm motorschip langs de tanksteiger. De pompbediende klaagt dat niemand komt tanken. Woensdag zal het motorschip vertrekken en zal het erg druk worden. De meeste cruisers hier meren alleen af als ze onder de kraan varen. Voor ons is het geen probleem om voor een anker te laten vallen en dan met de kont bij de steiger uit te komen voor water. We tanken eerst onze grote wasemmer vol. Het water uit de slang is heet door de zon. Dit willen we niet in de tank hebben. Daarna vullen we onze lege flessen van het bronwater. Dennis monteert het filter tussen deze slang en onze eigen slang en zo vullen we onze tanks. Met een scheutje ‘Aquafris’ er bij houden we het water goed.

Bodyguard verlaat Prickly Bay

We varen de baai uit op weg naar de volgende baai. Dennis stapt in het bijbootje met het fototoestel. Op de oceaan staan af en toe witte koppen op de golven. Al snel zie ik van Dennis af en toe alleen zijn gele t-shirt.

Nerves breaking ondieptes

Blijft triest zo hoog en droog gestrand

Tijdens het tanken heb ik op de computer naar de route naar de volgende baai gekeken. Gewoon de hoek om en dan de boeienlijn volgen. Maar als de boeien er niet liggen en de dieptemeter terugloopt van vijftien meter naar drie meter dan vind ik dat nerves breaking. We zullen nu zelf moeten kijken hoe we tussen de ondiepten door komen. Je kunt de ondiepe plekken als azuurblauwe vlekken goed zien. Links van ons staat een zeilboot of althans wat daar van over is, hoog op de rotsen. “Dat krijg je er van als je te hard vaart,” ik wijs Dennis de boot op de rotsen aan als hij op het voordek bewegingen met zijn hand maakt die duiden op: Geef nou eens gas. In een groene baai met vijftien geankerde schepen laten wij ons anker vallen. Achterin is een kleine marina en wat appartementen. Verder is het groen. De stilte en de vogelgeluiden vallen direct op. Eindelijk verlost van die herriemakende windgeneratoren van onze buren uit de vorige baai. Met het bijbootje gaan we snorkelen boven de ondiepte. Aan de achterkant zwemmen we boven een groot grasveld dat nodig gemaaid moet worden. Aan de voorkant is het rif mooi. Hier en daar wat koraal en weer veel vissen. Hier zitten ook knalrode vissen. We komen ze altijd in paartjes tegen. Als je een tijdje stil in het water blijft liggen, zie je steeds meer. Lange dunne grassprieten blijken dan opeens ook vissen te zijn en die steen op de bodem kan ook zwemmen. Het Paasdiné schaft biefstukreepjes in een champignonroomsausje met pasta, heerlijk! 's Avonds blijft het rustig in de baai; er worden geen agregaten of motoren gestart. Ook de sterren zijn hier veel duidelijker te zien.

Zaterdag 23 April 2011 Grenada, Prickly Bay: Shoppen
Klinkt leuk: taxfree shoppen bij Budget Marine, maar het geld vliegt er uit. We hebben een nieuwe waterpomp gekocht. Inmiddels weten we dat je tien procent korting krijgt als je contant betaalt. We moeten voor voldoende cash naar de hoofdstad, maar mijn dollars uit 1993 volstaan ook. In het winkelcentrum strijken we neer voor een pizzapunt, twee voor de prijs van één op zaterdagochtend, en wat te drinken. Bij het winkelcentrum is een kapper. Ik kan zowaar terecht. Dennis ziet er na mijn scheeractie van gisteren weer netjes uit. Tijdens het wachten spreekt een Amerikaanse medicijnen student ons aan. Hij vindt het strand- en studentenleven hier geweldig, maar mist home. Dat herken ik. Morgen is het Pasen. In Nederland is het mooi weer. Dit is de tijd dat iedereen weer uit zijn winterslaap ontwaakt. Mensen gaan weer fietsen en de boten worden klaargemaakt voor het seizoen: een mooie tijd. Ik wil nu absoluut niet terug naar Nederland, maar toch mis ik Nederland en het voorjaarsgevoel daar. Ik laat er na mijn slechte ervaring in Las Palmas maar een klein stukje afhalen. Als je haar maar goed zit, het scheelt echt … In de supermarkt kopen we biefstuk en champignons: het is bijna Pasen. Aan het eind van de middag gaan we nog even zwemmen. Op de terugweg varen we langs een Duits stel met kind op een Dehler 31. We kwamen hen in Tobago tegen en de Inish is hen al vaker tegengekomen.

Vrijdag 22 April 2011 Grenada, Prickly Bay: Goede Vrijdag
Goede Vrijdag is op Grenada een feestdag. De winkels zijn gesloten. Wij doen het vandaag rustig aan. We hebben internet op de boot, valt af en toe weg als we draaien, maar e-mailen lukt. We varen langs de Orion, vrienden van Peter en Catherine, zij verkopen hun boot en stoppen ivm hun leeftijd met het varen. Enthousiast wijzen ze ons mooie ankerplekken op hun kaarten aan. De Gerandinen ... we krijgen er steeds meer zin in. ’s Middags snorkelen we op de ondiepte bij de ingang van de baai. We zwemmen in een ondiep aquarium en af en toe is het water zo warm als badwater.

Donderdag 21 April 2011 Grenada, Prickly Bay: Grand Anse Beach

Grand Anse Beach

St. George’s vanaf Grand Anse Beach

Op de Kind of Blue zit in de vaste buiskap en klapraam in het dak. Hierdoor waait er een heerlijk koel briesje in de kuip. Wij moeten de ramen uit de buiskap schroeven voor wat wind. Iets wat we tot nu toe nog niet gedaan hebben. Een klapraam is een veel betere oplossing. Dennis zit ’s ochtends de catalogus van Budget Marine te bestuderen. In de middag koopt hij het luik. Daarna gaan we naar Grand Anse Beach, een 3 km lang zandstrand. Volgens de boeken is het één van de mooiste stranden van het Caribisch gebied. Het is inderdaad mooi. Het zand is fijn, hier en daar staat en boom voor wat schaduw en het uitzicht op St. George’s en de achterliggende bergen is prachtig. We lopen een stuk langs de vloedlijn en daarna zijn we als kleine kinderen zo enthousiast in de Spiceland supermarkt bij het zien van champignons en rundergehakt. Een totaal aangeklede pasta bolognese hebben we al heel lang niet gegeten.

Woensdag 20 April 2011 Grenada, Prickly Bay: eilandrondrit met bezoek aan nootmuskaatfabriek

Sauteurs Bay

Ik wil graag een nootmuskaatfabriek bezoeken; Grenada is het eiland van de nootmuskaat. Dennis wil een eilandrondrit. We gaan proberen of we dit met lokale busjes kunnen doen. De bus naar St. George’s is ’s ochtends zo op zoek naar klanten dat ze zelfs naar het restaurant aan de haven komen. Op de terugweg moet je het dubbele betalen om je daar te laten afzetten, op de heenweg is dit bij service inbegrepen. De bijrijder doet van alles om zijn busje vol te krijgen. Mensen worden geroepen en als er iemand in een zijstraatje wuift, gaat het busje achteruit het straatje in om zo snel mogelijk de klant op te pikken. In St. George’s stappen we over op bus vijf naar Sauteurs. Dit keer zitten we twintig minuten te wachten tot het busje vol is en vertrekt. We gaan langs de westkant van het eiland naar het noorden. Meestal rijden we langs de kust. Soms zitten we honderd meter boven de kust, dan rijden we net twee meter boven het water. Het eiland is prachtig groen. In Sauteurs stappen we uit. Op een pier genieten we van het uitzicht op het strand met daarachter palmbomen en de eilandjes voor de kust. Een moment voor een foto. Ware het niet dat … ons fototoestel nog aan boord ligt.

Op de achtergrond Carib’s Leap

De twee andere toeristen, Amerikanen, maken een foto van ons en beloven deze bij thuiskomst aan ons te e-mailen. De plekken die wij bezoeken zijn niet zo exotisch dat daar nooit iemand komt. Even googlen en er zijn tientallen foto’s op internet te vinden. Deze heb ik nu gebruikt bij de tekst van vandaag. We klimmen een steile weg op naar een kerkje. In de bocht zie ik een restaurantje, ‘Oceanview.’ “Zullen we wat drinken?”, roep ik naar Dennis, honderd meter voor en boven mij. Aan de achterzijde is een leuk balkon in de schaduw meters boven het water met een schitterend uitzicht op de baai. Het is bijna lunchtijd. Er zitten een paar netjes geklede lokalen te eten, waarschijnlijk zakenlunches. Wij bestellen ook een lunch. Even later zitten we aan een heerlijk varkenslapje en een vis met wat salade. Inclusief drinken rekenen we samen omgerekend nog geen tien euro af.

Carib’s Leap

Na het kerkje komen we uit op een begraafplaatsje. Voor de medisch geïnteresseerden: hier liggen de overblijfselen van Walter Clement Noel, geboren 1884, overleden 1916, bij hem is voor het eerst de sikkelcelziekte geregistreerd. Vlak voor onze reis, had ik van mijn werk een symposium, waarbij mijn schoonzus Désirée een lezing over sikkelcellen hield. Achteraan de begraafplaats staat een monument voor de Caribindianen die hier van de dertig meter hoge klif sprongen in plaats van zich over te geven aan de Franse bezetter. We hebben geen wachttijd voor de bus naar Grenville aan de oostkant van het eiland. We genieten weer volop van het uitzicht op de groene bergen en de diepe kloven.

Nootmuskaat en foelie

Nootmuskaat ligt te drogen

In Grenville lopen we een klein stukje naar de nootmuskaatfabriek. We krijgen een privégids voor een rondleiding door de fabriek. Sinds Ivan veel nootmuskaatbomen heeft omgeblazen is de productie in deze fabriek nog slechts een tiende van die van voorheen. Grenada leverde vroeger 30% van de wereldnootmuskaatbehoefte. Een nootmuskaatboom heeft tien jaar nodig om vruchten te produceren. Ze hopen over enkele jaren weer vol in productie te zijn. We zien boeren die hun nootmuskaat komen leveren. De vruchten moeten helemaal gaaf zijn. Een gaatje duidt op vocht. Boven liggen de nootmuskaten in grote bakken twee maanden te drogen. Twee maal daags worden ze omgeharkt. “You use nutmeg in the kitchen?” Als ik bevestigend antwoord, gooit hij met een grote grijns op zijn gezicht een grote schep nootmuskaten zomaar in mijn rugzak. Ik vind het prima. Het ruikt heerlijk en in Nederland betaal ik dik een euro voor drie van die bolletjes. We lopen verder naar de machine die de schillen kraakt, waarna vrouwen beneden de nootmuskaatbolletjes van de schillen scheiden. In de vrucht zit ook iets roods. Als je dit aan de lucht laat drogen, wordt het bruin; foelie. Ik voel me altijd zo oenig dat ik niet wist dat nootmuskaat en foelie uit dezelfde vrucht komen. Weer een stukje basiskennis opgedaan tijdens deze excursie. Tot slot wordt in een bak met water de kwaliteit van de nootmuskaten bepaalt. Premium quality nootmuskaat zinkt. Na tien minuten wachten vertrekt de bus uit Grenvillen naar St. Geroge’s. Vlak voor St. Geroge’s stappen we direct over in de vijfde bus naar Prickly Bay. We zijn voor omgerekend tien euro samen het hele eiland rondgereden. Moe van alle indrukken stappen we aan boord. Ik ga even slapen. Daarna barbecueën we sateetjes op de Cobb-barbecue op de Kind of Blue. Heerlijk en erg gezellig. De barbecue staat gewoon op tafel en het lijkt zo een soort gourmetten.

Dinsdag 19 April 2011 Grenada, Prickly Bay: elektronica op True Blue en afscheid Peter en Catherine
Dennis is vrijwel de gehele dag bezig met de elektronica op de Kind of Blue. Ik vermaak me met de was. In een haven is wassen met de hand een klus, maar op het anker betekent het nog meer werk. Ik ga eerst met de dinghy vol lege waterflessen en jerrycans water halen. Voor 5 EC (1,30 euro) haal ik 75 liter water. Aan het eind van de middag wandelen we naar de naastgelegen baai True Blue Bay. In een sjiek restaurant aan het water nemen we afscheid van Peter en Catherine. Zij vliegen morgen naar huis (Nova Scotia) Wij drinken alleen wat, want ons cruising budget laat geen maaltijden van vijftien euro per stuk meer toe.

Maandag 18 April 2011 Grenada, Prickly Bay: naar Grand Etang

Apen op pad Grand Etang

Meer bij Grand Etang

In een heerlijk schone en droge! dinghy varen we naar de dinghydog. Dennis en Graida zijn er al. We gaan vandaag in het regenwoud lopen op het midden van het eiland. Dennis moet erg lachen om mijn hoge bergwandelschoenen. Hij is zelf op zijn teenslippers en Raiga op een paar plastic waterschoentjes. Tot nu toe hebben we altijd chauffeurs gehad die rustig reden, maar deze scheurt werkelijk de bergen op als een achttien jarige jongen in de sportauto van z’n pa. De banden piepen in de bocht. Bij elke bocht luid geclaxonneer en telkens op een haar langs de tegemoetkomende wagen. Ik vind het doodeng en overweeg uit te stappen, maar dan sta ik op een weg waar alleen maar auto’s naar boven en beneden racen. Als we uitstappen zijn we het er alle vier over eens: met deze man gaan we niet terug. Bij het natuurpark is een informatiecentrum. Het meisje laat wel tien verschillende kaarten van Grenada zien en wijst ons waar we nu zijn. Wij vragen om een kaart met de wandelroutes, maar die is er niet. Gewoon het pad volgen is de uitleg. We klimmen een stuk een berg op en genieten van het uitzicht. Onderweg zien we de takken flink op en neer zwiepen en komen er een paar apen naar ons toe.

Ank, Dennis en Graida op wandelpad rondom meer

Even uitrusten na de wandeling

De wandeling gaat verder rondom een meer. Dit pad is wat onbegaanbaar. Regelmatige klimmen we door diepe kuilen en hinkstap springen we door kleine stroompjes. Ditmaal is het mijn beurt om te lachen als Dennis zijn teenslipper uit de modder moet graven. Hij gaat op blote voeten verder.

31 voet stalen schip van Dennis en Graida zeilde al 2x de wereld rond

’s Avonds mogen we bij Dennis en Graida komen eten. Ze hebben een lokale grote schelp klaargemaakt. Hun boot is een stalen 31 voeter, een bakdekker. Binnen is één ruimte ook de wc staat zonder afscheiding in de boot. Het is het erg gezellig met souvenirs van de hele wereld. Op deze boot wonen zij al twaalf jaar.

Zondag 17 April 2011 Grenada, Prickly Bay: dinghy repareren en bezoekers

Boardmade erwtensoep eten op Bodyguard

Onze dinghy is lek. Elke dag zit er meer water in het bootje en elke dag gaan we hem ‘morgen’ repareren. Vandaag sluiten we onszelf aan boord op en gaan we aan de slag met het bijbootje. Om niet te vereenzamen hebben we de Franse Dennis en zijn Panamese vrouw Graida uitgenodigd voor de lunch. Ze hebben de pilot van de San Blas eilanden meegenomen. Graida wijst het eiland Corazon de Jésus aan. Hier komt zij vandaan en wij zijn er van harte welkom. De pilot laat een archipel van prachtige eilanden zien. ’s Avonds komen Lorie en Fred van de Kind of Blue een enorme stapel boeken brengen. Heerlijk we begonnen door ons leesvoer heen te raken. Wij kunnen hen er maar een paar teruggeven. Het is een eenzaam bestaan dat cruisen …Het bijbootje heeft achterin een afsluitbaar openingetje. Als je het bootje optilt kun je daardoor het water laten weglopen. De O-ring is beschadigd en daar lekt het water door. We hoeven gelukkig niets te plakken.

Zaterdag 16 April 2011 Grenada, Prickly Bay: naar de markt

Cruise schip in St. George’s

We gaan opnieuw naar St. George’s. Ditmaal voor de markt. Vandaag is het minder leuk om door St. George’s te lopen. Er is een cruise schip afgemeerd en continu spreekt iedereen ons aan. Taxi? To the waterfall? To the forest? To the beach? Pas als we op de markt groenten gekocht hebben en de bosui en selderij uit onze boodschappentas laten steken, neemt het aanroepen wat af.

Heel veel rubberboten

Terug bij de dinghy-steiger moeten we onze dinghy uitgraven uit de vele rubberbootjes. Eenmaal aan boord maak ik een heerlijke tomatensoep van alle verse ingrediënten. ’s Middags varen we met de dinghy naar de uitgang van de baai. Hier gaan we snorkelen. Echt in de baai vinden wij te vies met de restaurants en alle boten. Het zicht is hier weer prima en mijn uv-snorkelshirt is goedgekeurd. ’s Avonds verzamelen we met het vriendenclubje van Peter en Catherine bij restaurant De Big Fish. We spreken met: Canadezen, Amerikanen en Ieren. Zij zeilen allemaal in de winter in de Carieb en zetten ’s zomers de boot op de kant en gaan dan naar de zon thuis. Van een zoutloze maaltijd hebben ze hier geen verstand. Verder dan een kale vis, een aardappel en wat niet aangemaakte sla komen ze niet. Ook zit iedereen al lang te eten, terwijl ik nog niets heb. De Dog Adams life band speelt blues met het volume op zeer hard. Als ik om me heen kijk, zit iedereen te genieten en mee te bewegen op de muziek. Ik hoop op een pauze. Als ik m’n eten op heb, vraag ik twee cruisers om een lift naar Bodyguard. Ik gok er op dat ze onze boot gezien hebben. We zijn met ons azuurblauw en de naam groot op de zijkant een opvallend schip tussen de merendeels witte polyester schepen. ‘No problem, we ‘ll take you there!” Bodyguard verwelkomt me zacht wiegend. Heerlijk even alleen op de boot met de life muziek op de achtergrond op het juiste volume.

Vrijdag 15 April 2011 Grenada, Prickly Bay: Steelband

Charlotte D in de botenlift

Nog voor half acht klimmen we op de Charlotte D. We helpen Peter en Catherine bij het afmeren onder de botenlift. Ze gaan vandaag voor een half jaar de kant op. Peter en Catherine zien nog al op tegen het afmeren. Afmeren doen ze namelijk één keer per jaar als ze de kant op gaan, verder liggen ze altijd achter hun anker. Dennis speelt bij de betonnen inham waar de boot achteruit in moet voor boegschroef met ons bijbootje. Ik help bij het opgooien van de landvasten naar de mannen op de kant. Het stelt eigenlijk niets voor, maar Peter is opgelucht dat het allemaal goed gegaan is en hij komt ons allebei een hug geven. Met een stem vol emotie zegt hij: ”thanks!” Wat mij dan weer ontroert en op eens zijn deze mensen zo oud en kwetsbaar en zijn onze ouders dat ook en hoop ik dat ze nog lang van hun boten kunnen genieten. Op de terugweg naar onze boot varen we langs het zusterschip van onze Forna, de Van de Stadt Madeira. De Nederlanders, Lorie en Fred nodigen ons meteen aan boord uit op hun Kind of Blue. Hun boot lijkt enorm op de onze, maar alles is net een beetje opgeblazen. Wat een ruimte! Aan het eind van de middag gaan we naar het restaurantje op de kant. Er komt vanavond een steelband spelen. We hebben daar al veel over gehoord en zijn erg benieuwd. We strijken neer aan een tafel met een man alleen. Tot onze verrassing kunnen we gewoon Nederlands praten. We zitten tegenover een Belg, Frank van een catamaran genaamd African Seawing. Terwijl we gezellig zitten te praten, komt er een rokende man rustig bij ons zitten. Zijn uiterlijk is enigszins onverzorgd en zijn kleding is versleten. Zo ongeveer als wij er ook bij lopen, behalve als we uitgaan. Hij vraagt netjes of hij er bij mag komen zitten en wij zeggen uiteraard gaan nee, maar veel zin hebben we er niet in. Tot we aan de praat raken. Deze 'Dennis' is een Fransman, hij is van de kleine rode boot, 31 ft in de baai. Hij is 46 jaar en cruist al 20 jaar. Toen hij voor het eerst op de San Blas eilanden kwam, ontmoette hij zijn vrouw. Ze zeilden samen een rondje om de wereld, trouwden en deden nog een rondje. Ik stel Dennis voor om samen een pizza te delen, maar dat vindt hij maar een slecht plan; een halve pizza. Ik deel mijn pizza met de Fransman en de Kuna-vrouw. Ondertussen worden de instrumenten van de steelband opgesteld. We zien vaten, waar normaal olie in zit. We zien halve en kwart glimmende vaten. Ze beginnen met ‘The winner takes it all’ van Abba. Het klinkt prachtig. Onvoorstelbaar dat ze zulke mooie tonen kunnen produceren met alleen wat vaten. In het begin denk ik dat er een keyboard bij is, maar het zijn werkelijk alleen acht mensen, zes mannen en twee vrouwen die met stokken op staal slaan. Heel indrukwekkend en heel mooi. In Nederland moet je voor zoiets in een theater 20 tot 40 euro betalen en reizen om er te komen. Wij varen nu nog geen vijf minuten met ons bijbootje en voor de prijs van een drankje kunnen we hiervan genieten. We hadden zo onze vooroordelen over de Carieb …

Donderdag 14 April 2011 Grenada, Prickly Bay: naar hoofdstad St George’s

Steile klim in St. George naar kerk

Fort George

Ditmaal melden we ons wel in als nieuwkomers bij het radionetje. We wachten bij iets dat lijkt op een bushalte op de bus naar St. George’s, de hoofdstad. De minibusjes spreken ons keer op keer aan en vragen waar we heen willen. Wij voelen ons inmiddels ervaren reizigers en slaan hun aanbod af. “Dat zijn dure taxi’s,” zeggen we tegen elkaar. Wij gaan met de normale bus. Na een kwartier is één busje wat vasthoudender. De bijrijder vraagt waarom we niet meewillen. Oké, we vragen hoe duur hij is. Voor vijf dollar brengt hij ons beiden naar St. George. Ongelovig staren wij hem aan. “You are not a taxi?” Nee hij is de bus en ja er zijn erg veel busjes. Snel stappen we in en met nog twee andere passagiers staan we een kwartier later in St. George.

St George’s vanaf fort George

Heerlijk uit eten bij de museum bistro

We wandelen steil omhoog naar een kerkje en bezoeken Fort George. In het fort is nu een politieacademie. Vanaf de opstelplaats van de kanonnen hebben we een mooi uitzicht over de baai en over de stad. Het ziet er mooi uit. Van de volgende kerk heeft Ivan in 2004 het dak afgeblazen. We komen nog veel niet gerepareerde gebouwen tegen na de orkaan. Naast het Nationaal Museum zit de Museum Bistro met een leuke binnentuin. We strijken neer en zitten even later aan een verrukkelijke biefstuk en een perfect klaargemaakte vis. Hier is echt een goede kok aan het werk. Voldaan bezoeken we de buren en zien de ontwikkeling van Grenada vanaf Indianen via Franse en Engelse bezetters naar een democratie.

Standbeeld Titanic van Carieb

In 1961 is de Caribische Titanic in de baai van St. George door brand vergaan. De Italiaanse opvarenden zijn heel gastvrij opgevangen door de lokale bevolking. Als dank hebben zij een standbeeld aan de stad geschonken. We zien dit beeld later aan de haven staan. In de watersportzaak bij de haven koop ik een strak zittend shirt om mee te snorkelen. Het beschermt tegen uv-straling en geeft ook wat warmte.

Woensdag 13 April 2011 Grenada, Prickly Bay: Inklaren

Bodyguard voor anker in Prickly Bay

Om half acht luisteren we vanuit bed naar het radionetje van Grenada op kanaal 68. In rustig Engels wordt gevraagd of er emergency traffic is. De highlights van de BBC worldservice worden voorgelezen, het weer voor de komende dagen krijgen we te horen en informatie over orkanen, die er gelukkig nog niet zijn. Nieuw gearriveerde schepen kunnen zich inmelden. Dat doen we nog maar even niet. Eerst officieel inklaren bij de customs en immigration. Je weet maar nooit of ze meeluisteren. Naast de zeilers melden zich ook restaurants met life Music, happy hours en een taxichauffeur. Het radionet eindigt met ‘treasures of the bilge’: een aanbod van tweedehands spullen. Om net te doen alsof we vanochtend binnen kantoortijden zijn aangekomen, moeten we nog even wachten met inklaren. We ontbijten uitgebreid, drinken koffie, geven Catherine de zonnebril terug. Peter vraagt of we al Eastern Caribbean Dollars hebben. We hebben wat gekregen van Dan en Cindy maar dat blijkt niet genoeg om in te klaren. We krijgen er nog een briefje van 100 bij. (1 euro = 3,90 EC$). Het inklaren bij de douane verloopt soepel. De immigratie ambtenaar is er even niet. We besluiten te wachten en zitten samen met de man van de douane op het balkon. De douanier vertelt over orkaan Ivan die in 2004 over Grenada kwam. Daarna waren alle bomen kaal, daken vlogen van huizen, maar de boten in de ankerbaai hadden nauwelijks schade. Het radionetje werd vanochtend geleid door een man op een witte catamaran in onze baai. Ik ben nieuwsgierig naar de man en de boot en vraag aan de douanier of hij weet vanaf welke boot het radionet vanochtend gedaan werd. “Foute vraag”, schiet het door mijn hoofd heen. We waren hier nog niet om half acht. De man heeft mijn vraag niet goed begrepen en snel toon ik hem de plattegrond van het eiland en vraag wat mooi is om te gaan zien. Als ik ooit iets crimineels zou gaan doen, mag ik wel eerst een cursus liegen gaan volgen. Na ongeveer een uur komt de ambtenaar van de immigratie met een pakje sap en een rol kaakjes terug. We krijgen de nodige stempels in onze paspoorten en rekenen omgerekend 17 euro af. ’s Middags varen we naar het einde van de baai. Hier is een drijvende steiger voor je bijbootje. Het doel is natuurlijk om je in het restaurant De Big Fish of in de watersportzaak Budget Marine te lokken. Wij vallen na ruim drie maanden voor de watersportzaak. We kopen een klein ankertje met stukje ketting voor het bijbootje, wat lijntjes voor de stuurautomaat en een veel te klein vlaggetje van Grenada. Als we onze bootpapieren laten zien, kunnen we taxfree shoppen(scheelt 15%); erg leuk. Na het radiocontact met het thuisfront gaan onze vrienden en familie in Nederland slapen, wij gaan naar het happy hour en krijgen twee alcoholische drankjes als je er één bestelt en afrekent. Een beetje oenig als je dan jus d’orange gaat drinken. We komen aan tafel bij ene Mike zitten. Hij was vanochtend de rondeleider van het radionet.

Dinsdag 12 April 2011 Van Man O ‘ War Bay, Tobago naar Prickly Bay, Grenada

Prickly Bay

Ik lig te stuiteren in mijn bed. Af en toe zweef ik even boven de bank en dan lig ik met een klap weer op het kussen. Meer dan een beetje doezelen wordt dit niet. Om vier uur neem ik de wacht van Dennis over. Ik stel me in op een lange ochtend. Op de oceaanoversteek werd het pas om half acht licht, maar tot mijn verrassing is het nu al om half zes licht. De wereld is toch altijd een stuk vriendelijker bij daglicht. We hadden ons ingesteld op een rustig tochtje met weinig wind en wat stroom mee. In werkelijkheid doen we tijdens het wisselen van de wacht een rif in het grootzeil en halveren we de genua. We hebben 25 knopen ware wind schuin van achteren. Normaal gaat onze Bodyguard dan zes tot zeven knopen, nu halen we af en toe de vijf niet. Op de één of andere manier hebben we stroom tegen en daar komen ook die steile golven van. We voelen ons de hele reis brak en zitten tegen overgeven aan. In de middag slapen we om de beurt even echt en daar knappen we van op. Om vier uur lopen we de baai binnen. We zijn niet alleen naar een nieuw land gevaren, Grenada, maar ook naar een nieuw continent. Trinidad en Tobago horen bij Zuid Amerika. Grenada hoort bij Noord Amerika. Voor veel cruisers is Trinidad of Tobago een stap te ver en dat merken we. Prickly Bay ligt stampvol boten. Catamarans zijn in grote getale aanwezig en een 37 voeter behoort hier tot de kleinere schepen. We zien Charlotte D van Peter en Catherine bij de ingang liggen en wij gaan naast hen, nog net in de baai voor anker. Links is het druk met boten. Voor ons is een hagelwit strand met palmbomen en rechts van ons is de oceaan met een eiland voor de kust. Ik maak nasi en om kwart over acht liggen we allebei op bed. We slapen meteen in en als we een beltoon horen, komen wij van ver. Ik mompel wat over de wekker en dat het nog donker is. Even later hoor ik: “Met Dennis.” Het blijkt Dick van de Sally Lightfoot te zijn. Ik zeg tegen Dennis: “Wat slim van jou om de telefoon op te nemen.” Dennis vindt dat niet meer dan logisch, maar het geeft aan hoe diep ik in slaap was.

Maandag 11 April 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: Klaar maken voor vertrek

Oversteek naar Grenada

Voor ons gevoel hebben we de hele dag om de boot klaar te maken voor vertrek. Dennis heeft kort na aankomst in Tobago de lier gerepareerd. We hebben niet veel op de to-do-lijst staan. Alleen de laatste boodschappen, laatste was (hier is water), jerrycans met water vullen en jerrycans met spotgoedkope benzine tanken. Dennis klaart uit. We willen niet weer de enige oenen zijn die overtime fee betalen en Dennis beaamt dat we voor vieren vertrekken. Eerlijk als hij is, kost dat flink wat moeite. We willen het in Grenada netjes doen en timen dat we daar om 12:00 uur ’s middags aankomen. Dat je beter anders kunt timen, daarover morgen meer. Ons geplande vertrek staat op 22:00 uur ’s avonds. De koers is bezeild, de stroom mee dus in 13 uur moeten we de 82 mijl naar Grenada kunnen overbruggen. Voor een paar activiteiten hebben we de hele dag de tijd. We houden geen rekening met een tropische bui waarbij de regen zo hard valt dat je nog net tien meter voor je uit kunt kijken. We rekenen er ook niet op de het water op de pier is afgesloten, waardoor we een stuk verder moeten lopen naar een kraan bij een restaurantje. Ook hadden we niet verwacht dat de man van het tankstation even boodschappen zou gaan doen. En al helemaal ongepland valt Dennis zonnebril in het water, die hij na het halen van de duikspullen weer opdiept. En dat gebeurde allemaal wel. We overwegen even om morgen te vertrekken, maar we zijn al uitgeklaard. Dat geeft geheid een hoopt troubles. Echt vrij voelt het niet met al dat gedoe rond in- en uitklaren. We nemen afscheid van Dan en Cindy. Cindy is een korte tijd een vriendin van mij geworden. Als we met het bijbootje terugvaren, bedenk dat we hen waarschijnlijk nooit meer zien and that hurts. “Mèn wat zit dat ding vast!” Dennis probeert ons achteranker er uit te trekken. We hebben op twee ankers gelegen om de antenne juist uitgericht te houden voor het WIFI signaal. Na drie kwartier hebben we het anker boven water. Om tien voor twaalf varen we de baai uit. Blijft vreemd dat zeilen in de nacht in je t-shirt.

Zondag 10 April 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: snorkelen bij Booby Island en genieten van kuiptafel

Ontbijt op nieuwe kuiptafel

Rummycup op nieuwe kuiptafel

We hebben hier gratis water op de pier en omdat dat niet overal zo is, besluit ik om hier nog de lakens te wassen. Morgenavond gaan we naar Grenada. Annette van Aventyr tipte ons, na het verhaal over samen worsten draaien in de kuip, dat je ook het laken om een scepter kan doen en dan alleen kunt wringen. Ik sla een laken om de hekstoel en met een heel geduldige Bodyguard is dit een prima centrifuge. Aan het eind van de middag gaan we snorkelen bij Booby Island. We vinden dit de mooiste locatie van Man O' War Bay. Er zwemmen hier grotere vissen, tot wel 80 centimeter lang en vooral het koraal is hier schitterend. We zien hele bloemen van koraal. Prachtig! ’s Avonds testen we of onze kuiptafel geschikt is voor het spelen van spelletjes. We spelen Rummycup met Dan en Cindy. We zijn alle vier vol lof over onze nieuwe installatie.

Zaterdag 9 April 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: eten bij Dan en Cindy

Sitatunga

Dan en Cindy

Peter en Catherine van de Charlotte D zijn vanochtend vroeg naar Grenada vertrokken. Wij zullen binnen enkele dagen volgen, alleen denken wij erover de 85 mijl in de nacht te overbruggen, zodat we zeker met licht aankomen. We krijgen een e-mail van Catherine dat haar zonnebril op sterkte nog in de internetshop ligt. We pikken hem op en doen meteen wat boodschappen. Daarna monteert Dennis onze kuiptafel. Ja pa en ma, jullie lezen het goed: jullie cadeau is eindelijk gemonteerd! We drinken een glaasje van onze nieuwe tafel en bedenken dat we hier een hoop lol van gaan hebben. Maar vandaag nog niet, we zijn voor het eten uitgenodigd bij Dan en Cindy, de Canadezen op de Sitatonga. Ze hebben een enorme tonijn van een visser op de barbecue liggen en daarnaast serveren ze een heerlijke pastamaaltijd, waar zelfs de gember vers van geraspt is. Verrukkelijk!

Vrijdag 8 April 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: Scarborough

De boot in Charlotteville, met de bus naar Scarborough

Zuidwestkust vanuit de bus

De buskaarten koop je hier in de supermarkt. De buschauffeur heeft geen geld bij zich, zodat hij niet overvallen wordt onderweg. In het supermarktje zijn de buskaarten uitverkocht, maar bij het tankstation hebben ze nog wel kaartjes. Voor 8 TT$ per persoon (nog geen euro) zitten we ruim anderhalf uur in de bus naar Scarborough. We hebben een goede chauffeur en we zijn daar erg blij mee. We rijden langs de zuidwestkust. Af en toe klimt de bus als een slak omhoog door de vele haarspeldbochten. Het uitzicht op de baaien langs de kust is schitterend.

Strijd tussen Nederlanders en Fransen in 1677

Kannonen uit de strijd tussen de Nederlanders en Fransen in 1677

Scarborough zelf is niet veel. Het is een enigszins rommelig stadje. Wel hebben ze drie kannonen als overblijfselen aan de strijd tussen de Nederlanders en de Fransen in de baai bij Scarborough in 1677. We lezen dat van 1628 tot 1678 Tobago een Nederlandse kolonie was, nooit geweten. Bij de apotheek gaan we op zoek naar nieuwe antibiotica voor een blaasontsteking. Het is erg fijn om dat spul aan boord te hebben als de nood aan de man is. Ik moet er niet aan denken om zo’n busreis te ondernemen als je niet helemaal lekker bent. Op basis van de oude verpakking kunnen we nieuwe pillen kopen. Je koopt ze hier per stuk, samen voor zeven dagen voor vier euro. Om de bijsluiter moet je vragen. Volgens de Canadezen is er een grote markt en grote supermarkt in Scarborough. Bij grote markten denken wij tegenwoordig aan de honderden kleurrijke kramen uit Marokko, maar meer dan twintig niet zo erg kleurrijke kramen is het hier niet. We zijn blij met een bloemkool voor de afwisseling en we bedenken dat in vergelijking tot de twee kraampjes in Charlotteville twintig kramen een grote markt genoemd kan worden. Ook de supermarkt hadden we ons groter voorgesteld, maar omdat het kleine gebouwtje propvol staat, hebben ze er wel van alles. In de gangpaden kun je elkaar niet passeren, zeker niet met een rugzak op. Ik installeer me aan de kust in de schaduw. Dennis komt terug met zeven liter lampolie. Dat kost hier nog geen anderhalve euro. Op Gran Canaría hebben we eens 4,5 euro voor een liter betaald. De kerosine wordt hier in een rode jerrycan getankt (Jerrycan kost acht euro). Om half drie houden we het voor gezien en nemen we de bus terug.

Donderdag 7 April 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: Water halen en wassen

Alle lege flessen verzamelen…!

We verzamelen alle lege flessen om water te gaan halen op de pier. We hebben de lege flessen van het bronwater uit Gran Canaría bewaard en samen met onze jerrycans kunnen we in één keer honderd liter water tanken. Ik loop naar de vismarkt voor een stuk vis. De vismarkt is niet meer dan een gebouw met aanrechten en water waar zo’n vijf mannen tegelijk de vis schoonmaken. Ze doen hier erg moeilijk over het verkopen van een stuk vis. Liever verkopen ze hele vissen. Ik koop een kleine tonijn van ongeveer twee kilo en betaal daar omgerekend nog geen tweeënhalve euro voor. Daarna koop ik twee mango’s en wat grapefuits voor anderhalve euro. This is paradise! Ik mis hier alleen de karnemelk. Dennis mist vlees, varkensvlees en rundvlees, dat hebben we hier nog niet kunnen ontdekken. Aan boord ga ik aan de slag met de was. We skypen met het thuisfront. Het blijft een raar idee dat het daar al dik avond is en bij ons nog volop middag. We hebben inmiddels zes uur tijdverschil met Nederland. Later in de middag gaan we met de bijboot naar het rif naast onze boot. We knopen het bijbootje onder water aan een grote steen. We genieten weer van het koraal en de vissen. We zien braincoral in drie verschillende kleuren; koraal in de vorm van hersenen. Er zwemmen prachtig gekleurde vissen en Dennis wijst mij op een beest dat niet mee geëvolueerd is. Een heel lelijk uitziende grote tor van zo’n dertig centimeter groot. Als hij stilzit is hij net een steen. Zo’n beest hebben we nog nooit eerder gezien, ook niet in de boeken in de bibliotheek.

Woensdag 6 April 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: Bird watching hike in the rainforest

Regenwoud, luchtwortels

Waterval

We trekken ons bijbootje hoog het strand op en leggen hem met een lange kabel op slot aan een stuk beton. Als we op de pier het zand van onze voeten wassen, staat de auto al klaar. De schoonzoon van onze gids brengt ons naar het beginpunt van de wandeling. De jongen is trots op zijn eiland. Hij wijst ons van alles aan en tot onze opluchting rijdt hij rustig. Shurland, onze gids, een vrouw van 45, stapt na een uur rijden bij ons in en een paar minuten later zijn we bij de start van de bird watching trail, de Gilpin Trail. Het pad is helemaal met een kapmes (gilpin) gehakt. Shurland vertelt dat er nauwelijks oude bomen in het regenwoud staan. In 1963 werd Tobago getroffen door een orkaan. Daarna waren vrijwel alle bomen geveld. Haar ouders en opa en oma hebben dit meegemaakt en zij spraken er verbijsterd en vol ontzag over. Ongelooflijk wat een kracht er in een orkaan zit. Net een paar stappen in het regenwoud, overrompelt de schoonheid Dennis en mij. We lopen over een wandelpad op een berghelling. Overal om ons heen is het groen.

Ank en Shurland op pad

Mot mot

Reusachtig grote bomen en varens die bij ons thuis hooguit anderhalve meter worden, zijn hier tientallen meters hoog. Prachtig. Shurland ziet al meteen een piepklein vogeltje op een tak en roept ons er bij. Wij komen er bij en zien na enig turen een vogeltje rustig op een takje zitten. Wij zijn nog te veel onder de indruk van de grootsheid van het woud om bewondering voor dit beestje te kunnen opbrengen. We lopen verder en Shurland begint te fluiten. Eén voor één roept ze de vogels. We horen ze antwoorden en ze komen dichterbij, zodat wij ze kunnen zien. Wow, wat is dit gaaf. We zien de blue crown mot mot heel vaak. Een prachtige vogel die zijn eieren in gaatjes in de blubberwand maakt. Hier noemen ze dat de bank en daarmee is hij de rijkste vogel van het woud. Hij woont in de bank.

Humming bird

Collared trogon

Het meest indrukwekkend vinden wij de kolibri. Dit kleine vogeltje kan door razendsnel met zijn vleugels te bewegen op één plek blijven hangen en zo nectar uit een bloem halen. We zien hem een paar keer vlak voor ons in de lucht hangen. Prachtig! Omdat ons vorige bootje een kolibri was, hebben we sowieso al wat met dit vogeltje. Volgens de gids zijn wij erg Lucky als we de collared trogon zien: een prachtige forse tropisch vogel, rode buik met wit streepje. Shurland is een licensed tour gide. Wij vragen of zij het nadoen van de vogels tijdens haar opleiding geleerd heeft. Shurand vertelt dat ze als middelste van twee broers is opgegroeid in het regenwoud. Ze heeft spelenderwijs het nabootsen van vogels geleerd. In Nederland ga je in groene kleding naar vogels kijken. Onze gids heeft een rood shirt aan. De vogels denken dat daar een bloem is en ze komen er op af. Shurland laat ons het beekje zien waar vroeger de hele familie de was deed en het overwoekerde huis van haar overgrootmoeder. Na vier uur lopen over een prachtig natuurpad, onderweg vijf mensen gezien, zijn we weer bij de weg. De auto brengt ons naar het huis van Shurland. Zij neemt een douche en wij mogen in haar tuin rondkijken en peterselie en selderij plukken. Tijdens de hike was Shurland sportief gekleed in een driekwart spijkerbroek met t-shirt en een netje over haar haar. Na de douche staat er een compleet andere vrouw voor ons. Ze heeft heel mooi haar en een prachtige jurk aan. Ze rijdt nog een stukje met ons mee naar een festiviteit op de school van haar kleinzoon. Helemaal onder de indruk zitten wij later in de middag weer aan boord. We genieten na van één van de mooiste wandelingen ooit. Voor geïnteresseerden, "Eagle Eye Tours", Shurland James, +1868-2943740

Dinsdag 5 April 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: Heerlijk dagje aan boord
Terwijl radio twee uit de speakers klinkt, zitten wij te klussen. Dennis haalt een lier uit elkaar en vervangt een kapot veertje. Ik ga verder met de schermen voor de buiskap-ramen. Uiteraard wisselen we dat af met kopjes koffie, koppen verse tomatensoep en voor de nodige verkoeling gaan we snorkelen.

Nout, wat een schatje hè

We hebben een leuke skype sessie met mijn pasgeboren neefje Nout. Ik weet niet of hij zich bewust is van zijn tante en oom aan de andere kant van de oceaan, maar volgens zijn ouders ligt hij anders ’s avonds nooit zo zoet te slapen. In de avond hebben we het druk. We hebben voor morgen een gids geregeld voor een bird watching excursie. Dennis gaat nog even snel brood en geld op de kant halen. Ik kook en pak de tassen in.

Maandag 4 April 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: Argyle Waterfall

Argyle Waterfall

Lunch bij Argyle Waterfall

Diepe ravijnen schieten langs me. We schieten links door een haarspeldbocht en dan hup naar rechts. Onze chauffeur rijdt als een dolle. Dennis ziet groen en geel en ik zit te bedenken dat ik het beste naar beneden kan duiken als de bus van de weg raakt. Samen met de vier Canadezen zijn we onderweg naar de Argyle Waterfall. We rijden langs Speyside aan de noordwest kant van het eiland. We hebben een prachtig uitzicht op de eilanden voor de kust. Catherine wijst mij King’s Bay aan. Hier kun je ook leuk ankeren. Na Roxborough zien we het bordje van de waterval. We roepen naar de buschauffeur dat we er uit willen. De bus stopt echter niet tot de hele bus zit te roepen dat wij er uit willen. We moeten twintig minuten terug lopen en denken dat de chauffeur erg gefrustreerd is. Eenmaal bij het bord lopen we langs het gebouw waar we 40 TT$ per persoon toegang moeten betalen om de weg naar de waterval te onderhouden. We lopen langs een prachtige weg naar de waterval. Het laatste stukje klimmen we over stenen. Al snel heeft iedereen zijn kleren uit en liggen we in het heerlijk koele water. We lunchen met onze eigen boterhammen. Mijn gekookte eieren vinden gretige aftrek.

 Argyle Waterfall na een flinke klim

Dennis zwemt in ketel

De waterval is indrukwekkend groot. Hoe groot zien we pas als Dennis, Dan en Cindy naar boven klimmen en vanaf het eerste plateau als kleine poppetjes naar ons beneden wuiven. Ze komen helemaal verkwikt door heerlijke massagestralen weer terug. Eenmaal terug bij de boot blijven Dan en Cindy hutspot met rookworst eten.

Zondag 3 April 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: Wandelen naar Fort Cambleton en muziek maken

Bodyguard in Man O’ War Bay vanaf zuidkant

Dennis in prieeltje Fort Cambleton

We wandelen de weg aan de zuidkant van de baai een stuk op. Met veel haarspeldbochten gaat de weg steil naar boven. Het is dan ook flink klimmen. Het uitzicht op de baai is prachtig. Na een uurtje zien we een bordje: Ford Cambleton rechtsaf. We gaan naar rechts en hebben het idee dat we door de achtertuinen van andere mensen verder lopen. Na een draaihekje komen we uit bij een klein puntig afdakje. Vanaf de boot hadden we dat gebouwtje ook al zien staan. Wij fantaseerden over erg rijke mensen met een theehuisje op een fantastisch punt. Maar het is gewoon publiekelijk en van het fort zijn alleen nog een paar kanonnen over. We zitten hier heerlijk in de schaduw in de wind met een fantastisch uitzicht. We zien Booby Island, een klein eilandje in de baai. Het nodigt uit om daar te gaan snorkelen. We lopen nog een stukje verder de weg op. Het is een goed onderhouden asfaltweg, maar er is nauwelijks verkeer. We genieten van het doorkijkjes naar de kust beneden, de enorme bomen, planten en de vogels.

Life Music op Bodyguard

Suhsirimi aan boord Bodyguard

Na de lunch moeten we ernstig opruimen. Vanmiddag komen Peter en Catherine op bezoek. Catherine heeft haar viool meegenomen en samen spelen we de liedjes uit mijn gitaarboeken. Catherine speelt moeiteloos de stukjes die ik al vaak geoefend heb en samen klinkt het best aardig. Het is erg leuk om te doen en we kunnen er met maar moeite mee stoppen. Als het donker wordt proberen we het nog even met de mijnwerkerszaklampjes op ons hoofd. Peter en Catherine zijn de betere bezoekers. Ze hebben Calalou gemaakt, een lokaal gerecht, en sushi. Het smaakt heerlijk maar als ze weg zijn nemen we nog een boterham, want na een dagje wandelen, zwemmen en muziek maken zijn zulke kleine hapjes voor ons niet genoeg.

Zaterdag 2 April 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: Water tanken

Pier in Charlotteville

“Kijk uit! Dadelijk knapt die lijn.” “Die lijn knapt niet.” Klim nou gewoon de kant op en zet de kraan open.” De vissersboten zijn op zee en wij maken van de gelegenheid gebruik om de watertankken te vullen. Op het anker merk je weinig van de swell maar hier aan de pier gaat het flink te keer. Ik maak me ernstige zorgen over de lijnen. Telkens neemt onze tien ton zware Bodyguard een aanloop en trekt de lijnen dan met een flinke ruk helemaal strak. Bij de volgende golf klim ik op de autoband en trek met dan aan de bolder omhoog de betonnen steiger op. Dennis geeft de gardena aansluiting aan. Ik schroef deze zo goed mogelijk op de kraan, niet meer dan twee slagen en koppel de slag aan. Dennis heeft intussen het filter aangesloten en we vullen onze tanks. Ik duw tegen de stagen de boot van het beton af. Dennis waakt bij de achterbolder. Met driehonderd liter water in de tanks verlaten we de steiger. De jerrycans en lege waterflessen doen we later wel met de dinghy. Het water in de tanks gebruiken we voor alles behalve om te drinken. We drinken mineraalwater dat we kopen. Hiervan zetten we ook koffie en thee, omdat we dat lekkerder vinden. We varen de baai uit om buiten even bij een duiklocatie te kijken. Net buiten de baai staat er een enorme swel. We keren snel weer om. Wat liggen we toch heerlijk rustig in de baai. We gaan boodschappen doen. Vijf liter benzine kost hier minder dan vijf liter bronwater; 13 TT versus 15 TT. Een TT (één Trinidad en Tobago Dollar) is elf eurocent.

Vrijdag 1 April 2011 Tobago: Man O ‘ War Bay: Barbecue bij Canadezen

Mahi mahi met salade

De vissersboten hebben vandaag een rustdag. Wij doen het ook rustig aan. Ik dobber wat rond de boot en ga dan aan de slag met de koolsalade. We gaan barbecuen bij de Canadezen. Wij zorgen voor de salade, de Canadezen die ons uitnodigen (Peter en Catherine) voor de vis en de andere uitgenodigde Canadezen (Dan en Cindy) hebben ook een soort salade van iets lokaals gemaakt. Wij zijn de jongsten. Dan, Peter en Catherine zijn begin zestig, Cindy begin vijftig. We drinken eerst een glaasje kruidenbitter. Onze borrelglaasjes van de Nederlandse Vereniging van Toerzeilers vinden ze zo ‘cute’. Ze moeten absoluut op de foto. Grote hilariteit als ze kruidenbitter proberen uit te spreken. Ze vinden het lekker, maar onze blikjes Palmbier zijn helemaal favoriet. De vis is heerlijk en we hebben een erg gezellige middag. Beide stellen Canadezen varen in de winter in de Carieb. In de zomer zetten zij hun boot op de kant in Granada en Trinidad waarna zij de zomer in Canada doorbrengen.

Donderdag 31 Maart 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: Start viswedstrijd

Lokale vissersboten

’Biministart’

Om zeven uur is de start van de visboten. Kwart voor zeven zitten wij in onze dinghy en varen we naar de startlijn wat meer richting uitgang van de baai. Op onze handheld marifoon horen we het aftellen. De grote visboten liggen keurig in een lijn te wachten. De kleine open lokale vissersboten liggen er iets achter. Zij starten echter net wat eerder en spuiten tussen de groten die langzaam op gang komen door. De schone lucht in Charlotsville is even wat minder schoon en wij moeten alle zeilen bijzetten om onze dinghy niet te laten kapseizen in de enorme golven. Het was een leuke start maar doe mij toch maar een start van een zeilwedstrijd. Die is al lang van te voren spannend en blijft spannend tot de eerste boei. Dit is gewoon een kwestie van gas geven. We zijn meteen vroeg uit de veren. Ik ga aan de slag met de was; we hebben nu genoeg water. Ook maak ik twee mallen om onze peperdure buiskap-ramen straks met een stuk doek te kunnen beschermen voor het overmaat aan uv-straling hier. Dennis doet de administratie op het internet. Hij klaagt over het gedraai van de boot. Bij elke windschifting is zijn richtantenne de weg kwijt. Tenslotte doen we alsof we in de Biesbosch voor anker liggen en brengen we een achteranker uit. Dit tot grote verbazing van de Canadezen. Als we terugvaren van de steiger met vers brood zien we een rog van anderhalve meter zwemmen. We roeien voorzichtig naar hem toe en zie dit indrukwekkende zwemmende tapijt minuten lang rondjes draaien voor het strand. Ik ben blij dat ik in het bootje zit en niet in het water lig.

Yellow fin tuna weegt ongeveer 20 kg

Aan het eind van de middag komen de vissersboten terug. Vissen die onder een bepaalde maat zijn, moesten ze terugzetten. Deze tellen wel mee voor de punten, ze hebben daar een foto van moeten maken. Er worden grote vissen binnengebracht. Telkens vraag ik een omstander wat voor vis het is. We zien: tonijn, tonijn met gele vinnen, kingfish en mahi mahi. De vissen worden gewogen en gemeten. 20 tot 30 kilo wegen de enorme joekels en ze zijn één tot anderhalve meter lang.

Woensdag 30 Maart 2011 Tobago, Man O ‘ War Bay: Op bezoek bij Canadezen

Vissersboten in Man O’ War Bay voor de wedstrijd

Het water op de steiger doet het weer. We tanken al onze jerrycans en lege flessen mineraalwater vol. De laundryservice stelt hier niet zoveel voor. De wasmachines zijn klein en wassen met koud water. Voor het eerst wassen we de lakens zelf. We zitten samen in de kuip grote worsten te draaien van de lakens bij gebrek aan een centrifuge. En ach in een omgeving als deze is dat geen straf. Met de zon en een flink briesje zijn ze zo droog. Met mijn blaasontsteking gaat het gelukkig steeds beter. We gaan op bezoek bij de Canadezen. Zij varen al zes jaar telkens een half jaar in de Carieb rond. Van hen horen we dat de Man O’ war Bay één van de veiligste plekken van de Carieb is. Zij gaan hier de hele dag de kant op zonder de boot af te sluiten. Ook hun roeibootje leggen ze niet op slot, wel de roeispanen. Ze laten een RVS traliewerk zien waarmee zij normaal de toegang afsluiten. Dan blijft het enigszins koel binnen. Zoiets moeten wij ook nog hebben. We praten over piraterij en tot onze opluchting hebben zowel zij als hun directe vrienden en kennissen daar nooit mee te maken gehad. Inmiddels begint de baai behoorlijk vol te stromen met visboten. Geen beroepsviskotters maar van die polyesther hoog opgebouwde grote speedboten. Ik noem ze ‘patsboten.’ De patsboten komen in plané aangescheurd om zich in te schrijven voor het vistoernooi dat morgen start. Aan het begin van de avond gaan we even op de kant kijken. Er zijn tenten opgebouwd. De briefing voor morgen wordt gegeven. De start is morgen om zeven uur. Er loopt indrukwekkend veel politie rond, maar de sfeer is dorpsachtig en goed.

Dinsdag 29 Maart 2011 Tobago, Man O' War Bay: Rustdag
Wat een wonderspul is antibiotica. Al na één capsule is de pijn bij het plassen zo goed als verdwenen, heb ik niet meer het gevoel alsof ik continu naar de wc moet en ziet mijn urine er weer helder uit. Nu nog vijf dagen lang vier keer per dag zo’n pil wegwerken om alle bacteriën te doden. Ik houd een dagje rust en bedenk dat dit helemaal geen foute plek is om even rustig aan te moeten doen. De baai is prachtig en we liggen hier heerlijk rustig.

Ondergaande zon Man O' War Bay

Ik ga even met Dennis mee naar de kant voor verse groenten en om even de benen te strekken. We komen uit bij de bibliotheek. Ook een geweldige plek. Er is airco, we kunnen aan een tafel zitten op comfortabele stoelen en er is gratis WIFI. Dennis zit al snel achter zijn laptop. Ik blader wat in een tijdschrift en we wijzen elkaar de vissen aan die we gezien hebben tijdens het snorkelen in een duikboek van Tobago. Dennis helpt Curtis, de eigenaar van het internetcafé en de wasserette, met zijn elektronica aan boord. In ruil daarvoor mogen wij gratis internetten vanaf de boot. De zon gaat prachtig onder, terwijl ik sinds weken mijn gitaar weer eens tevoorschijn heb gehaald. De hoes zit onder de schimmel, de gitaar zelf gelukkig niet.

Maandag 28 Maart 2011 Tobago, Man O' War Bay: Snorkelen

Pirates Bay

In de ochtend snorkelen we langs de rotsen vanaf de boot naar Pirates Bay. In Pirates Bay is de grond van zand. Hier zien we een wolk van hele kleine visjes die veiligheid zoeken door met miljoenen in de rondte te zwemmen. We landen op het strand en rusten even in de zon uit. “Wat een leven hè en wat is het hier paradijselijk!” zeggen we tegen elkaar. We zijn de enigen op het strand. Het water voor ons is azuurblauw. De kleine baai is aan beide kanten begrensd door rotsen en groene bergen. Iets buiten de baai ligt Bodyguard rustig te wiegen achter zijn anker. In de middag zet ik Dennis met de laptop bij de steiger af. Hij gaat naar het internetcafé. In het internetcafé boekt hij samen met de Canadezen een hike met natuurgids voor morgen. Tevens helpt hij de eigenaar met zijn marifoon aan boord van zijn motorbootje. Het scheepje ligt op de kant en er wordt hard aan gewerkt om het op tijd in de vaart te hebben voor het vistoernooi dat donderdag begint. Bij het inchecken wees de douane ons al op de viswedstrijd en verder wees iedereen die we spraken ons op het toernooi. Het hele dorp is er mee bezig. De steiger wordt geschilderd en men belooft ons dat vlak voor het evenement het water weer functioneert. Dat lijkt ons geweldig. Inmiddels begint het bij mij pijn te doen als ik moet plassen. Ik vrees een blaasontsteking en sla mijn aantekeningen van de huisarts er op na. Ik heb er een antibioticum voor, maar ik kan het ook eerst een halve dag aankijken en wat meer drinken. Een blaasontsteking is niet echt dramatisch maar het is niet verstandig om een lange wandeling in de natuur te gaan maken. Balend varen we naar de Canadezen en leggen we uit waarom we niet meekunnen. In de avond lijkt het alsof het vele waterdrinken helpt. ’s Nachts kan ik niet slapen van de pijn en zit ik bijna huilend op de wc. Ik mag van mezelf niet vaker dan eens per half uur naar de wc. Om half twee ’s nachts geef ik het op dat het met water drinken over gaat. Ik pak uit het kastje boven Dennis hoofd onze voorraad antibiotica. “Ja ja,” denk ik bij mezelf, “hij zegt dat hij wel wakker wordt van een insluiper. Mooi niet.” Ik doe zachtjes, maar kan enig geritsel niet voorkomen. Dennis merkt er niets van. Op de bijsluiter staat dat ik het beste eerst wat kan eten. Ik werk twee crackers naar binnen en neem dan met een glas melk de pil in. Ik geloof nooit dat het zo snel werkt, maar psychisch doet het heel veel want nu ben ik binnen een minuut in slaap.

Zondag 27 Maart 2011 Tobago, Man O' War Bay: Wandelen en snorkelen

Ank wandelt op pad om Pirates Bay

Ik werk eerst een stapel onderbroeken weg in mijn wasemmer en dan is het tijd voor het zondagochtendwandelingetje. We gaan noordwaarts over de asfaltweg die al snel een onverharde weg wordt. We kijken uit over de baai. Vanaf de boot heb ik het idee dat we redelijk dicht bij de kant liggen, maar zo van boven zit daar toch wel een dikke honderd meter tussen. De verharde weg verandert in een wandelpad. Vanaf hier ziet de Pirates Bay er prachtig uit. Azuurblauw water, wit strand en veel groen. Het wandelpad wordt steeds smaller en als we ons een weg moeten banen door het groen, moeten we eigenlijk onze shirts met lange mouwen aantrekken en onze pijpen aanritsen. Veel zin hebben we daar allebei niet in en we gaan terug en wandelen nog een rondje om het dorp. Dat klinkt meer dan het is, want in twintig minuten zijn we daar mee klaar. Na de lunch gaan we weer snorkelen. Heerlijk in het koele water. Veel beter dan wandelen. Dennis ontdekt een geul tussen de rotsen, waar we hand in hand tussendoor snorkelen. Niks zo mooi en romantisch als hand in hand snorkelen en elkaar de mooie vissen aanwijzen. Ik zet Dennis op het strand af bij de Canadezen en ga zelf even slapen. Een uur later voeg ik me bij hen en we drinken wat in de yachtclub waar we ook een Nederlands stel ontmoeten dat hun boot al jaren op de kant in Trinidad heeft staan. Ze zijn nu hier in Tobago op vakantie om uit te rusten van het klussen. Zij zijn erg positief over de service in Trinidad en melden dat het qua criminaliteit op trinidad het laatste jaar weer een stuk verbeterd is.

Zaterdag 26 Maart 2011 Tobago, Man O' War Bay: Snorkelen
Plons! We zijn net opgestaan en liggen alweer in het water. Dat is voor mij absoluut de meerwaarde van de boot. Dat je zo overboord kunt springen om te jezelf wassen. Daarna gaan we naar de kant en haalt Dennis 30 liter water bij een restaurantje. We kunnen weer wassen. Maar dat wassen, daar kom ik vandaag niet meer aan toe. Het moet aan de noordkant van de baai wat ondieper zijn. We gaan ankerop in de buurt van de Pirates Bay. De Man O' War Bay heeft aan beide zijkant nog een kleinere baai. Aan de zuidkant heet het de Lovers Bay. Qua naam kunnen we beter naar het zuiden gaan. Tijdens het ankeren vaar ik met Bodyguard tot een acceptabele diepte. Dennis vaart voor me in de dinghy. Hij heeft zijn duikbril op en steekt af en toe zijn gezicht in het water om de ankergrond te inspecteren. Er moet hier koraal liggen en dat willen we niet beschadigen. We willen ook niet te dicht bij rotsen ankeren.

Man O' War Bay, kruisje is oude ankerplaats

Op zeven meter diepte laten we het anker vallen. Op het strand staan een man druk te gebaren. Door de hoge bergen achter het strand, heb ik het idee dat we vlakbij de kant liggen. Als Dennis in de bijboot naar de man vaart om te vragen wat hij bedoelt, zie ik Dennis almaar kleiner worden, tot hij zo groot is als mijn nagel. Het strand is wel degelijk een behoorlijk stuk weg. Ik zie Dennis druk gebarend met de man praten, plotseling rent hij terug naar zijn bootje dat door de golven is opgetild en dreigt weg te spoelen. Even later is Dennis weer bij de Bodyguard. We liggen in de weg voor het enorme net waar de manen mee aan het vissen zijn. Wij schuiven iets naar buiten. Zes meter water onder de boot voelt een stuk beter om te ankeren dan twintig meter. Onder water is het hier of op de vorige ankerplek een wereld van verschil Zagen we op de vorige plek alleen maar water met af en toe een paar kleine vissen. Hier zwemmen we in een groot aquarium. Richting rotsen zijn grote diepte verschillen. We zien onderneer blauwe vissen, regenboogvissen, zwart-rode vissen en lange dunne vissen die door openingen in de rotsen zwemmen. Vanaf de boot zien we een schilpad nieuwsgierig naar ons opkijken. Wow! In de middag hebben we onszelf uitgenodigd bij Canadezen. Zij varen als zes jaar in de Carieb. Met koude blikjes bier gaan we hun kant op voor tips over goede ankerplekken. Na Suriname is mijn Engels weer wat weggezakt en af en toe moet ik zoeken naar het juiste woord. Het is erg gezellig.

Vrijdag 25 Maart 2011 Tobago, Man O' War Bay: Inklaren

Bodyguard in Man O'War Bay

We zijn aangenaam verrast als we 's ochtends wakker worden en de Man O' War Bay bij daglicht zien. Prachtig groene bergen omgeven ons. Voor ons ligt een klein stadje met links en rechts van het plaatsje een strand. Er liggen veel kleine onbemande vissersboten met grote sprieten aan de zijkant. Bij ons liggen drie zeilboten voor anker en aan de noordkant liggen er nog twee. Na het ontbijt plonzen we in het water en zwemmen een paar rondjes om de boot. We zien ontelbare kleine visjes zwemmen, maar het water is niet zo helder dat we twintig meter lager ons anker kunnen zien. Heerlijk dat zwemmen zo vanuit de boot! Na een kop koffie gaat Dennis de dinghy oppompen. Ik verwacht een heftige landing op het strand en pak de bootpapieren en droge kleren in een vuilniszak. Terwijl we naar de kant roeien, stappen de Duitsers in hun dinghy. "Wo kann mann hier landen mit die dinghy?" vragen we. Ze wijzen naar een kleine steigers. Daar stapen zij af en slepen dan hun bijbootje het strand op. Droog komen we aan wal.

Dennis op het strand van Man O'War Bay

We lopen een klein stukje naar de Immigration en de Customs. We vullen de nodige papieren in. We worden geconfronteerd met een toeslag van 204 TT$ (Trinidad en Tobago dollar, ongeveer 20 euro), omdat we buiten kantoortijden de baai binnengevaren zijn. Dennis zat gisterenavond nog te twijfelen of hij direct moest gaan inklaren. Ik verklaarde hem voor gek en we gingen slapen. Maar daar gaat het niet om. Je mag binnen kantooruren inklaren, maar je betaalt de toeslag afhankelijk van het moment dat je de baai binnen vaart. En ze hebben ons gezien. We vertellen dat op Noonsite staat dat deze regel onlangs is veranderd. De chief is wel bereid te luisteren. Hij print de informatie uit en belooft het te zullen uitzoeken. We moeten nu wel betalen. "Heb jij vannacht lekker geslapen?" vraag ik aan Dennis. Dat beaamt hij. "Dat heeft ons tien euro per persoon gekost." Ik vind het de moeite waard. Al blijft het natuurlijk een idiote regel in onze ogen. We lopen aan de noordkant van het plaatsje een weggetje naar boven. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht over de baai. Dit gaan we later nog wel eens verder beklimmen. Bij een klein supermarktje halen we wat te drinken. De mevrouw van de tourist information overstelpt ons met plattegronden en folders. We kunnen met de bus of een huurauto het eiland verkennen. Er zijn watervallen. Het is hier goed toeven. Heerlijk zwemwater en een prachtig eiland om te verkennen.

Donderdag 24 Maart 2011 Van Suriname naar Tobago dag_4: Aankomst

Tobago in zicht

Om half zes 's ochtends is het nog 96 mijl tot ons waypoint bij Tobago. Om 9:00 uur zakt de wind wat in. Bodyguard en ik ruiken stal. Ik rol de genua weer helemaal uit en met dik zeven knopen spurten we naar Tobago. Gaan we het vandaag voor het donker halen of moeten we nog een nacht op zee blijven? De eerste dag hebben we wat conservatief gezeild: een rif in het grootzeil en de genua op 70% waarmee we comfortabel 4,5 to 5 knopen liepen. Moeten we daar nu de tol voor betalen? Om 17:30 uur boordtijd (onze klok staat op de Surinaamse tijd in Tobago is het nu 16:30 uur en in Nederland is het 21:30 uur) zien we Tobago. We varen het continentaal plat op. De diepte loopt op van 2 kilometer naar onder de 200 meter. De zee wordt flink hobbelig. De zee wordt een heksenketel. Ik had gewokte groenten met rijst en pindasaus, ook wel gado gado genaamd, op het menu staan. De rijst, boontjes en de eieren zitten al in één pan te koken. Ik geloof dat we het wat simpeler moeten houden. Ik fruit nog een ui in een pan, doe de bonen daarbij en in plaats van pindasaus doe ik ook een theelepel sambal en een flinke eetlepel pindakaas bij de groenten. Scheelt een hoop werk en is zeker zo lekker. Misschien denk je als lezer wat een geneuzel over dat eten, maar op de oceaan is de warme maaltijd het hoogtepunt van de dag. Om de noordpunt van het eiland staat een flinke noordwaartse stroom. Als een krab varen we op ons waypoint af. Ten noorden van Toboga ligt een klein eilandje waar we ook nog om heen moeten.

Zonsondergang bij Tobago

De zon gaat prachtig onder. Als we de Man O' War Bay in varen is het helemaal donker, maar het ziet er op de kaart niet moeilijk uit en Dennis kan heel goed in het donker kijken. Ik kan dat wat minder goed en vaar tergend langzaam op de drie ankerlichtjes van geankerde schepen af. Dennis staat op het voordek op de uitkijk en spoort mij telkens aan wat harder te varen. Ik vind drie knopen hard genoeg. We laten het anker vallen in twintig meter diep water. TWINTIG meter! Wat nou uw ankerketting moet vier tot vijf maal de diepte bedragen. Wij doen het twee keer en slapen heerlijk. Geen horren, geen muggen, wel een heerlijk koel briesje in de boot.

Woensdag 23 Maart 2011 Van Suriname naar Tobago dag_3
We voelen ons allebei niet helemaal yin yang. Bodyguard zeilt prima. We varen halve wind, een rif in het grootzeil en de genua volledig. De snelheid bedraagt dik zes knopen. Lang iets anders doen dan simpel over het water staren eindigt in zeeziekte. Niet te lang lezen dus. Dennis wijst mij op een artikel in het blad Zeilen van november 2010. Anneke en Jasper Daams zeilden vroeger in een kolibri en daar kennen wij hen van. Ze hebben een mooie sfeerbeschrijving van een weekend op de Loosdrechtse Plassen gegeven. Wij idealiseren de Biesbosch. Daar konden we buiten het seizoen ook altijd wel een rustig plekje vinden. Geen golven en de hele nacht slapen. Heerlijk! Het hoogtepunt van de dag is weer de warme hap. Dit keer aardappelen met verse boontjes en varkensvlees uit blik van de lekkerste slager van Nederland. Tijdens mijn avondwacht laat ik me voorlezen door mijn I-pod. Ik luister naar de Passievrucht van Karel Glastra van Loon. Een weduwnaar ontdekt dat hij onvruchtbaar is, terwijl hij een zoon denkt te hebben. Ik heb maar één oordopje in. Uit ervaring weet ik dat ik anders te veel in mijn eigen wereld ga zitten en het dan eng vind in het donker als ik de I-pod stop. Maar ook met dat ene oordopje schrik ik van een vogel die krijsend langs vliegt. 24:00 UTC, nog 154 Mijl te gaan.

Dinsdag 22 Maart 2011 Van Suriname naar Tobago dag_2
Na vijf uur slapen gaat mijn wacht weer in. Tot het licht wordt, doe ik nog wat hazenslaapjes op de kajuitvloer. Daarna ga ik de website bijwerken. Na een half uur achter de computer breekt het zweet me uit. Ik ga even naar buiten. Ik voel me helemaal niet lekker. Meestal moet ik dan wat eten. Ik smeer twee boterhammen en ga weer in de kuip zitten. Mijn lijf schreeuwt om eten, maar mijn maag begint na een hap resoluut te protesteren. Heftige slikbewegingen volgen en na een paar minuten kots ik het nog niet verwerkte beetje brinta van twee uur geleden er uit. Dat lucht op. Ik eet één van de twee boterhammen op. Hij blijft er gelukkig in. Ik koppel de laptop los van alle draden en ga er mee onder de buiskap zitten. zo gaat het wel goed. 's Avonds hoor ik Dennis tijdens het radiocontact met de Sally Lightfoot zeggen dat we allebei zeeziek waren en overgegeven hebben. Ik wil protesteren. IK NIET. Maar inderdaad IK vanochtend ook. De rest van de dag voelde ik me kiplekker en dan lijkt dat al weer zo onwaarschijnlijk en lang geleden. 24:00 UTC, nog 302 Mijl te gaan.

Maandag 21 Maart 2011 Van Suriname naar Tobago dag_1
Vannacht heeft zich een eiland van gras, lianen, boomtakken, lege plastic flessen en een grote dode vissenkop rond onze ankerketting geformeerd. Met de pikhaak pak ik enkele malen een pluk en Dennis vaart met de dinghy een stuk stroomopwaarts. Daar laat ik de pluk los en drijft het eiland in stukken langs onze boot. Na het halen van twee verse broden, hijsen we de dinghy uit het water en varen we weg. We nemen afscheid van een leuk land met heel vriendelijke mensen. Een land dat met een flinke navelstreng aan Nederland vast zit. De meeste Nederlanders zijn zich daar niet van bewust, maar hier in Suriname is Nederland erg belangrijk. De krant besteedt minstens twee pagina's aan het Nederlandse nieuws. Het Nederlandse journaal wordt hier uitgezonden. Vrijwel iedereen heeft hier familie in Nederland wonen. Het was heerlijk om tegen iedereen Nederlands te kunnen praten. We moesten wennen aan het links rijdende verkeer. We verbaasden ons over de vele auto's die in Paramaribo gewoon op de stoep geparkeerd staan, zodat er voor voetgangers geen doorkomen meer aan is. De geluiden van krekels en sprinkhanen uit de natuur waren indrukwekkend, het gebrul van de apen soms angstaanjagend. Het eten bij Rita's eetcafé was heerlijk en goedkoper dan zelf koken. Waarom willen hier eigenlijk weg? Als de temperatuur vijf graden kouder, de vochtigheid 20% lager zou zijn en het rivierwater helder dan zouden we best nog even kunnen blijven. Maar we snakken naar helder zwemwater en iets koeler weer. Bovenal begint de reislust te kriebelen. We willen weer nieuwe plekken zien, nieuwe mensen ontmoeten en nieuwe avonturen beleven. Zaterdag was het volle maan. De ebstroom is hard en met dik twee knopen stroom mee vliegen we Suriname uit. Tropische buien begeleiden ons. Zelfs onder de bimini word ik drijfnat en later zelfs koud. Dennis lost mij in zwembroek met regenjas af. Eenmaal buiten kunnen we heerlijk halve wind zeilen. Een maand stil liggen op de rivier heeft landrotten van ons gemaakt. We zijn allebei wat katterig. Dennis ligt aan de lage kant op de kajuitbank. Hij heeft het luik openstaan zodat er een fris windje door de boot waait. "Zo jij durft," zeg ik, als ik binnen kom. Bodyguard zeilt als een paard dat na lange tijd op stal weer eens over het strand mag galopperen. Ik doe het luik dicht. "Een klein kiertje kan toch wel,"smeekt Dennis. Ik zet het luik in de tochtstand. Nog geen tien seconden later: Pats! Een flinke golf werpt zich op de boot. Een paar liter zout water persen zich door het kiertje. Lakens nat, tafel nat, Dennis nat, dweilen met handdoek, handdoek nat en de kussens gelukkig maar een klein beetje nat. Ik doe het luik beslist dicht. Ik ben blij dat ik gisteren pasta vooruit gekookt heb. Het opwarmen binnen is al moeilijk genoeg. Met een gevulde maag voelen we ons direct wat beter.

Zondag 20 Maart 2011 Domburg, Suriname: Klaar maken voor vertrek II

Bodyguard vanuit de mast

De Tulip is nog niet open als Dick en Petra ons er af zetten. Dick en Petra gaan naar de kerk in Paramaribo en wij gaan voor de laatste keer shopppen bij de winkel vol Nederlandse producten. We dachten niet veel nodig te hebben, maar stappen met de inhoud van twee volle winkelwagens in de taxi. Dat vind ik zo bijzonder. Met de taxi boodschappen doen, vreselijk decadent, en al twee maanden niet meer onder een warme douche gestaan te hebben. Boodschappen doen, vind ik tegenwoordig best leuk, maar waar laten we het allemaal? Ook daar worden we steeds handiger in. Er passen pakken sap tussen de dieseltank en het schot en blikjes tomatensap passen prima onderin de hangkast. Ik hijs Dennis de mast in voor controle en om het ankerlicht te vervangen door een energiezuinige led. Dennis neemt het fototoestel mee. Op de foto zijn de zonnepanelen goed te zien. Deze houden sinds de Kaapverden onze energiebehoefte prima bij. Hij maakt meteen de tweede genua boven los. We kunnen hem nu zo laten zakken, zonder dat we de andere moeten laten zakken en weer ophijsen. Het is klaar met de passaatzeilen. Toboga is halve wind; grootzeil en genua.

Rita en haar man in het midden

's Avonds eten wij voor de laatse keer bij Rita. Dick en Petra blijven nog hier. We nemen hartelijk afscheid van elkaar.

Zaterdag 19 Maart 2011 Domburg, Suriname: Klaar maken voor vertrek I

Domburg genomen uit de mast

Tijdens onze fietstocht afgelopen woensdag kwamen we langs twee mannen die een huis aan het bouwen waren. Wij vroegen hen of ze iemand wisten die ons geschaafde latjes kon leveren. We willen daar horren voor in de toegangsdeur van maken. Eén van de mannen belde met zijn zwager, meubelmaker, en de volgende dag zou het afgeleverd worden. De volgende dag niets, de dag daarop niets. Omdat het een zeer schappelijk prijsje is, fietst Dennis er nogmaals langs. Vanmiddag zullen ze het afgeven bij Rita's eetcafé. Ik vermaak me intussen met de was en het opruimen van de boot. Aan het eind van de middag gaan Dick en Petra naar de kathedraal voor een concert van de volksmuziekschool in samenwerking met het Nederlandse Metropool concert. Wij hebben de komende week een mooi weergaatje om naar Tobago te varen en gezien onze waslijst aan klussen voor vertrek gaan wij niet mee. 's Avonds eten we zonder andere zeilers bij Rita. Het smaakt er niet minder om. Ik zal dit zomaar aanschuiven enorm gaan missen.

Vrijdag 18 Maart 2011 Domburg, Suriname: Met huurauto naar Brokopondomeer

Brokopondo krachtcentrale

Huurauto van Dick en Petra

Bovenop stuwdam

"Goedemorgen mijnheer, wij zijn vier Nederlanders die met de boot in Domburg liggen. We hebben gehoord dat het mogelijk is om een rondleiding door de waterkrachtcentrale te krijgen," Dick spreekt door de telefoon bij het gesloten toegangshek van de waterkrachtcentrale bij het Brokopondostuwmeer. "Helaas is dat niet mogelijk meneer." We kunnen het vanuit de auto horen. Er nadert een auto het hek. Petra doet een tweede poging door het open raam. Dit keer hebben we iets meer geluk. Er is een schoolklas onderweg voor een excursie en mogelijk kunnen we aansluiten. Terwijl we staan te wachten lees ik uit het ANWB-reisgidsje voor over het stuwmeer en de dam. In 1964 is het meer ontstaan door de bouw van een 54 meter hoge dam in de Suriname Rivier. Het meer is 1.560 km2 groot en dat is vergelijkbaar met de provincie Flevoland. De stuwdam werd gebouwd om de voor de verwerking van bauxiet gebouwde aluminiumsmelter bij Paranam van de benodigde elektriciteit te kunnen voorzien. Professor Doctor Ingenieur W.J. van Blommestein ontwierp de 1913 meter lange Afobakadam. Als de bus met scholieren door de poort rijdt, gaan wij er achteraan. We mogen meedoen. We worden ontvangen in een vergaderzaal en ter introductie worden vragen gesteld over het meer. Tot onze verbazing vragen ze aan de studenten met welke Nederlandse provincie de oppervlakte van het meer te vergelijken is. Ik moet bekennen dat ik tot voor kort niet eens wist dat Suriname een stuwmeer had. De scholieren weten slechts weinig vragen te beantwoorden. Wij zijn met het beetje feitenkennis uit het reisgidsje de beste jongetjes en meisjes van de klas. Na een flimpje over de bouw van de dam zit de excurie er op. Alleen de docenten krijgen een rondleiding. We kijken nog even bovenop de stuwdam naar het meer. Destijds zijn dertig bosnegerdorpen onder water verdwenen. Voor hen zijn transitiedorpen gebouwd. De bomen zijn gewoon blijven staan en deze steken hier en daar boven het water uit.

Mooie bloem op trail bij Paranamomschrijving foto

We rijden door naar de voet van de Brownsberg. De berg is alleen per terreinwagen of lopend te beklimmen. De vele Braziliaanse goudzoekers zorgen voor een grimmige sfeer en wij gaan terug. Bij Paranam drinken we wat en maken we een mooie wandeling over een trail. We zien prachtige bloemen. In Domburg eten we met alle zeilers Surinaamse erwtensoep bij Fred van de snackbar naast Rita's eetcafé. Lekker en erg gezellig.

Donderdag 17 Maart 2011 Domburg, Suriname: Fietstocht naar Peperpot

Op de fiets naar Peperpot

Directeurswoning Peperpot

Voor 30 SRD laten we onszelf en onze vier huurfietsen bij Meerzorg naar de overkant van de Suriname Rivier brengen. We willen naar de oude koffieplantage Peperpot fietsen. We fietsen over een zandweg vol kuilen en diepe plassen. Af en toe is het flink trappen in het zachte zand en een hele kunst om te blijven sturen. We slagen er allemaal in om zonder vallen de Peperpot te bereiken. De oude directeurswoning is nog in redelijke staat en er staan ook nog 19de eeuwse woningen en fabrieksgebouwen. Op een verlaten overdekt terras eten we onze eigen boterhammen met gekookte eieren.

oTrail

We fietsen een stukje terug en vervolgen onze route over een trail; een prachtig bospad met hier en daar uitleg over de planten en de dieren. We weten nu dat de vogel met gele borst die we in Domburg zo vaak horen de Grietjebie is. Hij zegt dat ook zelf. Grietjebie grietjebie. De meer Engelsgeoriënteerde vogel zegt Kiskadee kiskadee. Terug aan boord bespreken we onze plannen voor de komende tijd. We willen zondag richting Tobago vertrekken. Dan zullen we morgen moeten uitchecken, maar we willen ook graag morgenvroeg met Dick en Petra naar het Brokopondostuwmeer. Dilemma. Dennis vindt op internet het telefoonnummer van de vreemdelingenpolitie en legt de situatie uit. We kunnen vanavond tot 21:00 uur officieel uitchecken, maar ze adviseren ons voor 20:00 er te zijn. Vrijdag zijn ze ook tot 21:00 uur open, maar dan adviseren ze ons er toch vooral voor 14:00 uur te zijn. Dick en Petra zijn bereid met hun huurauto ons naar Paramaribo te rijden en zo checken wij razendsnel uit.

Woensdag 16 Maart 2011 Domburg, Suriname: Fietstocht rondom Domburg

Weg naar Little Paradise

Weg bij White Beach

"Ja daar is het bordje Litlle Paradise", we zitten op de vouwfiets iets ten noorden van Domburg. In Boxel moet een botanische tuin zijn en daar zijn we naar op zoek. We slaan het blubberige pad in en stuiten op twee huizen met woest blaffende honden. Een overwoekerd pad leidt waarschijnlijk naar de tuin, maar we zien geen mens en het geheel ziet er niet uitnodigend uit. We fietsen verder over de Boxel-paraweg en komen uit bij de highway. De highway klinkt onaangenaam om langs te fietsen, maar het is veel minder druk dan het klinkt. Integendeel het is erg rustig op de weg. Er staan geen strepen op de weg. Wij fietsen op een parallelweggetje met veel plassen. In een plas zien we een slang liggen. We komen uit bij Paranam, schuilen even bij een cafeetje. Met veel bombarie komen zes mensen van de overheid het café controleren. Ze kijken naar de datum van de frisdrank en ze vragen hoe duur een ei is. Wij checken meteen ons koude flesjes limonade. Ze zijn nog net houdbaar.

Duur uitziend huis

Minder duur uitziend huis

Via White Beach fietsen we over de weg langs de Suriname Rivier terug. Huizen met golfplaat worden afgewisseld met heel dure huizen en na elke tien huizen zien we een klein supermarktje. Alle supermarktjes zijn in handen van Chinezen. Wij vragen ons af hoe al die kleine supermarktjes kunnen blijven bestaan. We trakteren onszelf op broodjes kroket bij Rita.

Dinsdag 15 Maart 2011 Domburg, Suriname: Rondvaart op Surinamerivier met Mette en Wieke

Spelletje Rummy cup in kuip

Donderdag een week geleden ontmoetten we Mette bij Fort Zelandia. Haar zus zou binnenkort naar Suriname komen voor vakantie en was bereid onze in Nederland gerepareerde radiozender en ontvanger mee te nemen. Wij zijn hier ontzettend blij mee en bieden de twee zussen een rondvaart op de Suriname Rivier met Bodyguard aan. We laten Mette en Wieke met de taxi uit Paramaribo op halen. Na een bakje koffie en thee hebben we stroom mee naar boven. We varen twintig minuten naar Laarwijk en gaan op deze oude plantage even de benen strekken. Een uur stroomopwaarts ligt Waterland. Hier worden nieuwe huizen gebouwd en een drijvende steiger moet in de toekomst een ligplaats bieden aan tien tot twaalf boten. We hebben in Domburg een advertentie van een dinghy met aluminium bodem gezien. We willen kijken of dit bootje bij ons op het voordek past. Het bootje ligt in Waterland. De eigenaar wacht ons op het strand op en tussen de nieuwe huizen lopen we een stuk naar achteren. Het bootje is totaal niet wat we er van verwachten. De aluminium bodem blijkt een aluminium vloer en ook de opgegeven maten kloppen niet. We zijn snel klaar, maar blijven de tropische regenbui nog even onder het afdakje afwachten. Halverwege het tochtje met de bijboot naar Bodyguard is Mette zo stoer om het laatste stuk te zwemmen. Wij kijken haar bewonderend en een tikje jaloers na. Wij durven niet te zwemmen in het troebele water met piranha's. Een stukje verderop kun je tegen betaling achter de netten van White Beach zwemmen. Inmiddels is het door de regen zo ver afgekoeld dat niemand van ons daar nog behoefte aan heeft. We spelen Rummy Cup. Ik geef Mette en Wieke een glaasje sap en biedt Dennis een biertje aan. Ik realiseer me dat ik dat niet aan Mette en Wieke heb aan geboden en vis later drie koude blikjes bier uit de koelkast. Met een zak chips en wat toastjes is het erg gezellig. Alsof we het helemaal zo gepland hebben, varen we met de ebstroom weer terug naar Domburg, waar Mette en Wieke direct in de taxi kunnen stappen. Het was een gezellige dag! Mette en Wieke, nogmaals bedankt voor het meenemen van de zender.

Maandag 14 Maart 2011 Domburg, Suriname: Op de fiets
Om kwart over negen gaat de telefoon. Sally Lightfoot. Of wij ook 'Tweemaal Mariënburg' van Cynthia Mc Leod willen hebben. We hebben inmiddels allebei haar bestseller 'Hoe duur was de suiker?' gelezen. En "ja" dat boek willen wij ook graag hebben. Dick en Petra zijn vanochtend al met hun dinghy naar de kant gevaren. Met de Amerikanen en hun huurauto naar de immigratie geweest en staan nu bij de boekhandel. Wij liggen nog in bed en waren waarschijnlijk nog lang niet wakker geworden als zij niet gebeld hadden. Het is opnieuw een prachtige droge dag. We geven de briesend zoute hoezen van de kuipkussens ook een wasbeurt. Na de siësta gaan we met de vouwfietsjes op stap. Bij een ijzerwarenzaak kopen we vier meter rioolbuis. We gaan hier regenopvanggoten van maken. Alle Surinamers schieten in de lach als ze die twee toeristen op die malle kleine fietsjes voorbij zien rijden. Dennis trappend voorop met de rioolbuis in een hand. Ik volg op een constante vier meter afstand en 'vergeet' af en toe te trappen. Vanochtend heb ik bij een groentekraampje een tiental tomaten, bosje selderij en een komkommer gekocht. Dat kostte 15 SRD. Vanavond eten we bij Rita allebei een bord friet met groente en vlees en drinken daarbij limonade. Hier betalen we 21 SRD voor. Geen idee hoe ze het voor dat geld kunnen maken.

Zondag 13 Maart 2011 Domburg, Suriname: Was- en leesdag

Voor anker bij Domburg

Suriname is een mooi land. Ik vind het alleen vijf graden te warm, vooral 's middags, en zeker 10% te vochtig. In Suriname begint het klimaat ook te veranderen. Van half februari tot half april hoort het de kleine droge tijd te zijn. Sinds anderhalve week heeft het elke dag geregend. Nu is het droog, de hemel zonder donkere wolken en er waait een lekker windje. In Suriname dragen wij weinig kleding. Zelfs 's avonds hebben we nog nooit een trui aangedaan. Tegen de muggen doen we na zonsondergang een lange broek en een shirt met lange mouwen aan, qua temperatuur zou dat niet hoeven. Je zou dus denken dat we ook weinig was hebben, integendeel. Je kunt hier elke dag schone kleren aandoen en soms twee keer per dag. Ik ga op deze droge dag dan ook aan de slag om de was in het regenwater te wassen. Tussen het weken en ophangen zitten we ongegeneerd lang te lezen. 's Avonds gaan we met Petra en Dick een kijkje op de kermis nemen. Op het voetbalveld is het opgebouwd. Je loopt er te soppen in je slippers. Het ruikt er naar pies en poep en als ik met mijn slipper in de blubber zak dat mijn tenen onder de stinkende derrie zitten, heb ik het gehad. Ik schreeuw boven de veel te harde muziek dat ik terug naar de boot wil. Petra is gelijk voor koffie en thee op Bodyguard en we vluchten van de kermis af.

Route naar Tobago

Met de olielamp en de citronella kaarsen buigen we ons in de kuip over de kaarten van de Carieb. Voor Dennis en mij is het volgende doel Tobago, zo'n 450 mijl naar het noordwesten. We snakken naar kristalhelder zwemwater. Over ongeveer een week zullen we daarheen gaan. Sally Lightfoot blijft nog langer in Suriname.

Zaterdag 12 Maart 2011 Domburg, Suriname: Rondvaart op de Suriname rivier

Rondvaart op de Suriname rivier

Om half twee laten onze gasten hun aluminiumvisboot te water en koersen ze naar de Bodyguard. De broer van de oma van Dennis, Robbie, en zijn vrouw, Lucia, varen met hun zoon, Clyde, en zijn gezin een middag met ons mee. Ongeduldig willen ze allemaal zo snel mogelijk op de Bodyguard stappen, waardoor Lucia bijna in het water belandt. Ik maan ze rustig even te wachten totdat de boot met twee lijnen aan de Bodyguard afgemeerd ligt. Ik laat de dochters aan de andere kant van de boot zitten, zodat de zijkant wat omhoog komt en Lucia als oudste wat gemakkelijker aan boord kan klimmen. Ik krijg bloemen uit eigen tuin overhandigd en voor het eerst heeft Bodyguard een bos bloemen op tafel staan. Staat erg leuk en op de Surinamerivier staan gelukkig geen hoge golven. Met acht man, lees: drie mannen en vijf vrouwen, in de kuip en twee bijboten varen we de Surinamerivier op. De bimini gebruiken we als grote paraplu. Als het droog is, klappen we hem in voor meer uitzicht, als het gaat spetteren klappen we hem weer uit. We willen naar White Beach, maar tegen de stroom in schieten we maar langzaam op. Bij een idyllisch uitziend strandje gaan we voor anker. Het strandje is met een woest blaffende hond al snel wat minder idyllisch. Robbie en Clyde gaan vissen. Dennis blijft met de vrouwen aan boord. Ik ga soep maken. De vrouw van Clyde komt helpen. De twee dochters vinden het erg gezellig binnen en spoedig zitten alle vrouwen iets te snijden en hanteer ik onder toeziend oog van vier dames de staafmixer om tomatensoep te maken. Iets dat ze hier alleen uit een pakje kennen. Iedereen vindt het, aan de lege kommetjes te zien, heerlijk. Met een ondergaande zon varen we terug naar Domburg. Vooral de jongste dochter vindt het geweldig aan het roer van onze boot. We zullen niet verrast zijn als zij ooit ergens op een boot belandt. Het was een gezellige dag.

Vrijdag 11 Maart 2011 Domburg, Suriname: met ferry naar Laarwijk

Veerboot naar Laarwijk

Veerboot in Laarwijk

Om half acht zitten Petra, Dick, Dennis en ik klaar om met de tentboot naar Laarwijk te gaan. Op deze voormalige plantage kun je leuk wandelen. Er is een hoofdweg van twee kilometer en verschillende zijwegen van 750 meter lang, vertelt een oudere man ons in Laarwijk.

Lychees

We lopen de hoofdweg helemaal uit en bewonderen de bloemen en planten langs de weg. Zowel links als rechts gaan we een zijweg in. De laatste zijweg eindigt bij een boerderij waar een hond ons luid blaffend welkom heet of juist niet. Een oudere Javaanse man vindt het duidelijk wel leuk om met ons te praten. Hij laat ons zijn tuin zien, waar hij van alles verbouwt voor de handel. Trots laat hij zijn varken, kippen en schildpadden zien. We zien ananasplanten, grote knollen en rode pepertjes. We zien ook grote bladeren, maar de namen daarvan klinken zo exotisch dat we die niet kunnen reproduceren. Terug bij de veerboot gaat het hard regenen. Het duurt nog een uur voordat de boot terug gaat. In een warung zitten we droog onder een afdak aan een drankje. Intussen zien we op de televisie dat Japan hard getroffen is door een aardbeving.

Donderdag 10 Maart 2011 Domburg, Suriname: Wandeling bij Domburg

Zandweg langs de rivier

Vandaag is het twintig jaar geleden dat we elkaar na een bezoek aan de HISWA een kusje gaven. Op de Sally Lightfoot weten ze dit en als we met de dinghy langsvaren zingen ze "Lang zullen ze leven" en we krijgen een fotocollage. Om het te vieren maken we een prachtige wandeling over een weggetje langs de rivier. De onverharde weg gaat na een sluisje over in een bospad. We zijn in de hitte met een flinke donkere wolk vertrokken. Als het gaat regenen wordt het lekkerder om te lopen en soppen we met onze Tefa's over het pad. Plotseling ziet Dennis apen van een meter hoog in de boom zitten. Ik zie ze alleen nog wegschieten. Met een gids er bij loopt toch wat geruster dan zo met z'n tweeën terwijl we niet eens weten waar deze weg uitkomt. Maar in het reisboekje staat dat er slechts een paar gevaarlijke slangen in Suriname voorkomen.

Op het bospad

Ik vind het spannend. Dennis zegt van niet, maar hij loopt wel met een grote bamboestok in de hand. Na een uur lopen, komen we bij een bouwvallig huis en houdt het pad op. We lopen terug en op de zandweg raken we aan de praat met een vrouw die langs de kant van de weg haar aubergines aan het plukken is. We krijgen er één en als we niet hard "zo hebben we genoeg" zeggen, krijgen we er nog veel meer. Ze stopt ons ook een paar rode pepertjes toe. We lunchen met een broodje kroket bij Rita's eetcafé. Gerben van het visbedrijf zit er met een zakenrelatie; een Japanner. Ze eten iets heerlijks met rundvlees en aardappelen. Ik vraag of Rita dit vanavond voor mij kan maken. "Geen probleem." Na een middagdutje en wat lezen krijg ik mijn heerlijke maaltijd bij Rita. We hebben het er met Sally Lightfoot en een lokaal stel over hoe heerlijk het hier is en hoe moeilijk het is om deze plek weer te verlaten.

Woensdag 9 Maart 2011 Domburg, Suriname: naar Paramaribo

Monumentale panden langs Waterkant

Om 8:15 uur zijn we met de bus in Paramaribo. Na een half uur lopen zijn we bij het gehuurde appartementje van Mette en Wieke. Dennis is dolblij dat hij zijn zender weer terug heeft en straks weer contact kan maken met boten onderweg. We spreken af dat we dinsdag een tochtje over de Suriname rivier gaan maken. We lopen via 'Waterkant' terug naar het centrum. De prachtige houten huizen staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. We gaan shoppen bij Kirpalani. Dennis koopt twee korte broeken en een poloshirt. Ik sta in een pashokje en pas allerlei shirtjes. Dat leven op de boot is goed voor mijn figuur. Sind augustus vorig jaar ben ik vijf kilo afgevallen, mijn spieren zijn verstevigd en ik ben nog nooit zo bruin geweest als nu. Ik geef mezelf een goedkeurend knikje in de spiegel van het pashokje. Ik koop het blauwe shirt, slechts 4,5 euro. Kleding kopen was niet eerder zo leuk.

In de achtertuin bij Robbie en Lucia

De opa van Dennis is lang geleden hertrouwd met een Surinaamse vrouw. Dennis heeft haar gisteren gebeld. We hebben het nummer van haar broer gekregen en daar gaan we nu heen. Na een half uur tevergeefs op de bus te hebben gewacht, bellen we een taxi. En natuurlijk komt direct daarna de bus aanrijden. Achterin de taxi trek ik mijn nieuwe shirt aan, Dennis doet het als we uitgestapt zijn. Robbie en Lucia heten ons van harte welkom. Uiteraard kunnen we mee-eten en 's avonds rijden we naar hun zoon. De zoon woont met zijn gezin vlakbij Lelydorp. Hij is pluimveehouder. We krijgen een rondleiding en horen de kuikens in de eieren piepen. Morgen zullen de eerste uitkomen. Naast kippen zijn er eenden die hier 'kwa kwa' heten. Na een broodje ei, hoe kan het anders, worden we heel luxe voor de boot afgezet.

Dinsdag 8 Maart 2011 Domburg, Suriname: Opruimdag

Pleintje Domburg vanaf ankerplaats

Door alle bezoekjes gisteren is er van opruimen weinig terecht gekomen. Vandaag beginnen we daar direct aan. Van Dick en Petra leen ik 'Rondom Afrika' van Edo Ankum. Edo beschrijft in dit boek de reis die hij met zijn gezin gemaakt heeft met de Sally Lightfoot. Het is erg leuk om 200 meter voor anker voor de Sally Lightfoot dit boek te lezen. 's Avonds smaken de frietjes erg goed bij Rita. Bier wordt hier met literflessen besteld. Afhankelijk van het aantal mensen dat je met jouw fles wil laten delen, bestel je er een aantal cups, bekertjes, bij. Terug aan boord belt Mette. Haar zus en de radiozender/ontvanger zijn gearriveerd! We spreken voor morgen af.

Maandag 7 Maart 2011 Domburg, Suriname: Relaxed dagje op en rondom de boot

Flesseneiland

We gaan gedag zeggen bij de Inish. Zij vliegen vandaag naar huis. Al sinds Muros komen we deze mensen tegen in Las Palmas, Mindelo en nu in Suriname. We praten met elkaar, maar we zijn nog niet bij elkaar aan boord geweest. Ze zijn druk aan het inpakken. We spreken voor vanmiddag af. We nemen een kijkje bij twee Nederlanders, Ed en Sophie, die van lege flessen een eiland hebben gemaakt. Heel gezellig hebben ze hier een veranda met zitjes en een tuintje. We krijgen koffie en thee en bewonderen de fotoreportage van the making of the island. Er komt een Braziliaan langs. Hij is een boot aan het vaarklaar maken die hier in 2008 overvaren is. We brengen hem en zijn nieuwe anker met de dinghy terug. De overvaren boot is in 2008 met toestemming van de Surinaamse havenautoriteiten iets na de brug geankerd. Ankerlichtje aan en aan wal gegaan. Zandschuit zag door de vele lichten van de stad het lichtje niet en voer bovenop de aluminium zeilboot. De romp en de opbouw zijn enorm ingedeukt. Het hele interieur is er inmiddels uit. Dit werd opgevreten door termieten. Wat een nachtmerrie! Ben je blij dat je in Suriname bent en van het één op het andere moment is je droom over. Een glaasje fris op de Sally en het is alweer lunchtijd. Van Ad, Dennis vader, ontvangen we een sms-je dat de radiozender is afgeleverd bij de zus van Mette. Na de lunch ga ik aan de slag met het opruimen van de boodschappen. Het is warm en vochtig. Het zweet drupt van mijn voorhoofd op de grond. Ik geloof dat ik beter eerst kan gaan slapen. Om af te koelen spring ik van de punt van de boot in het water. Het is momenteel rond springtij en het stroomt hard. Ik moet hard zwemmen om op tijd het trapje te kunnen grijpen. 's Avonds eten we bij Rita's eetcafé. Ik laat Rita wat zonder zout maken en laat aan haar over wat het wordt. Een feestelijk opgemaakt bord met een keurig hoopje rijst, een groenteprutje en een gebakken ei, wordt voor me neus geserveerd. Heerlijk!

Zondag 6 Maart 2011 Domburg, Suriname: hoogmis en supermarkt
!! Onze zender komt dinsdag naar Suriname. Wieke, de zus van Mette, neemt hem voor ons mee. Alvast super bedankt. We zullen dinsdag nog niet gelijk actief zijn, maar zodra de dames tijd hebben voor hun arrangement aan boord van de Bodyguard, kunnen we de boel weer optuigen.

Rooms Katholieke Kathedraal

De dingies van de Bodyguard en Sally Lightfoot liggen gebroederlijk naast elkaar. Achter is een dubbele lijn door een paar ankerboeitjes. De ankerboeitjes liggen zo'n twintig meter uit de kant. Met de dubbele lijn trekken we het eiland van dingies naar de boeitjes en knopen de lijnen aan de boom. Bij laag water blijven de dingies in het water liggen en ook moet men wat moeite doen om in onze dingies te klimmen. Met de taxi laten we ons naar Suriname brengen. We willen de hoogmis in de houten kathedraal bijwonen. We zijn vroeg genoeg en we laten ons afzetten op het onafhankelijkheidsplein. Op zondagochtend zijn daar zangvogelwedstrijden. We zien in Suriname veel (stoere) mannen met een vogelkooitje lopen. Ze zitten er mee in de bus, ze hangen op de veranda bij een huis of gaan mee naar het werk. De wedstrijden zijn net afgelopen, maar we horen nog wel een paar vogeltjes prachtig fluiten. We wonen een katholieke mis bij. Er wordt veel gezongen en ook de priester heeft een erg mooie zangstem. Aanstaande woensdag is het aswoensdag en begint het veertig dagen vasten tot de Pasen. De priester roept vooral de jongelui op om het snoep eens te laten staan. Aanstaande woensdag mag er geen vlees of vis op het menu staan. Ik overweeg om veertig dagen geen chips, geen chocola, geen koek, geen frisdrank en geen alcohol te nemen.

Supermarkt vol Nederlandse producten

Met dit goede voornemen staan we na een rondleiding door het Fort Zelandia (dit keer met gids) en een half uur lopen in een megasupermarkt. Ze verkopen hier allerlei Nederlandse produkten. Blij laten we elkaar Calvé pindakaas, hagelslag, Pickwick rooibosthee, Unox soep en Koopmans broodmix zien. This is paradise. Na twee uur shoppen heeft iedereen een volle kar. De winkel gaat sluiten en met een gebelde taxi gaan we weer naar huis. De kofferbak zit stampvol en de volle boodschappentassen staan op ieders schoot. In Domburg is de kermis door het ontbreken van een vergunning niet doorgegaan, maar de lokale bevolking en een handjevol toeristen heeft zich massaal op het pleintje verzameld en met grote belangstelling worden wij aanschouwd. Al die boodschappen in die twee kleine bootjes geeft de nodige hilariteit. Via de sms hebben we contact met Mette. Haar zus is bereid de zender mee te nemen. Wij bieden een rondvaart met Bodyguard op de rivier aan.

Zaterdag 5 Maart 2011 Domburg, Suriname: Carnaval

Carnaval in Paramaribo

Bij de Chinees

In de ochtend zijn Dennis en Dick in de achterhut van de Sally Lightfoot bezig met de accu's. Petra en ik zitten in de kuip, beiden achter een laptop, foto's uit te wisselen. Aan het eind van de middag gaan we in Paramaribo naar de carnavalsoptocht kijken. Paramaribo is not the place to be voor carnaval. Als we bij het Onafhankelijkheidsplein zijn, zien we nauwelijks mensen. Ik had langs de wegen drommen mensen verwacht, maar Paramaribo lijkt wel uitgestorven. Na enig gevraag wordt de route ons duidelijk en jawel er rijden drie versierde wagens voorbij. Het wandelingetje is leuk en het einde op het Onafhankelijkheidsplein is prettig om mee te maken. Er is een zang- en danswedstrijd voor de jeugd. Het geheel doet erg dorps aan. We eindigen de dag bij een heerlijke Chinees.

Vrijdag 4 Maart 2011 Domburg, Suriname: stadswandeling en accujacht

St. Petrus en Paulus-Kathedraal

Dennis op fiets

Om de hitte voor te zijn, staan we opnieuw vroeg bij de bushalte. Dick en Petra gaan met ons mee. Bij de toeristen informatie halen we een stadswandeling die Petra, Dick en ik gaan lopen. Dennis gaat met een gehuurde fiets alle technische winkels af. We lopen door de palmentuin, langs prachtige koloniale huizen, door winkelstraten, langs de kathedraal en de moskee en synagoge die hier gezellig naast elkaar staan. De kathedraal zie ik dit keer ook van binnen. Prachtig opgeschilderd houten interieur. We zien Dennis een keer aan de linkerkant van de weg voorbij fietsen. We lunchen met elkaar in de Waag aan de waterkant. Dennis meldt dat hij een zaak met goede accu's voor de Sally Lightfoot heeft gevonden.

bus naar Domburg

Ik ga met de bus naar huis. De rest volgt later met de taxi en een kofferbak vol accu's en geknepen draden.

Donderdag 3 Maart 2011 Domburg, Suriname: Fort Zelandia

Prachtig huis

Om zeven uur staan we bij de bushalte om naar Paramaribo te gaan. Dit keer gaan we niet shoppen, niet inklaren, maar de toerist uithangen. Ik wil sowieso Fort Zelandia en de kathedraal zien. Maar eerst gaan we een postadres regelen om de gerepareerde set heen te kunnen laten sturen. Dat kan bij de jeugdherberg. We lopen via het Onafhankelijkheidsplein naar het fort.

Fort Zelandia

In 1613 stichtten twee Hollanders een handelsnederzetting aan de rivier. Die plek werd in 1644 verder versterkt door Franse kolonisten. Dit fortje werd door de Engelsen in 1650 als landingsplaats gebruikt. Zij waren op zoek naar nieuwe gebieden om in te pikken. Dankzij de Engelse kolonisten rijdt het verkeer in Suriname links. In 1667 veroverden Zeeuwen onder leiding van Abraham Crijnssen het fort. Ze doopten het om tot Zeelandia. In het fort konden plantagehouders hun slaven laten straffen. Veel recenter, in december 1982, zijn vijftien tegenstanders van het militaire regime van Bouterse hier gemarteld en vermoord. We kunnen de kogelgaten nog in de muur zien zitten. We praten een tijdje met een oudere Surinaamse man, suppoost van het museum dat nu in het Fort gevestigd is, over de veranderingen in Paramaribo. "Früher war alles besser." We gaan wat drinken op het terras. Een meisje alleen vraagt of wij een foto van haar willen maken. We raken aan de praat en ze vertelt dat haar zus volgende week naar Suriname komt. "Wij durven het bijna niet te vragen, maar heeft jouw zus nog een klein plekje van twee kilo in haar koffer over?" Mette zal het aan haar zus vragen en we spreken af dat we elkaar zondag bellen. Het blijft maar regenen. We zitten hier leuk op het terras aan het water en bestellen ook een (dure) lunch. Meestal zijn de buien in Suriname in deze tijd van het jaar kort, maar nu blijft het maar regenen. We lopen in de regen naar de kathedraal. De kathedraal werd rond 1883 gebouwd en is helemaal van hout. De kathedraal is inmiddels gesloten, maar morgen is er weer een dag.

Woensdag 2 Maart 2011 Terug naar Domburg, Suriname
In de ochtendzon halen we twee ankers omhoog. We gaan weer terug naar Domburg. Het gaat hard met de ebstroom en rivierwater dat naar zee stroomt. Na vier dagen achter het anker op de rivier in de natuur, vinden we het druk hier in Domburg. Ik haal de was op bij Irene. Alles is keurig schoon en netjes opgevouwen. Je kunt hier in Domburg wat groenten kopen, maar er is niet heel veel keuze. Bananen zijn er meestal in overvloed. Toen we vorige week vrijdag hier wegvoeren, was ik op zoek naar kousenband of iets anders vers, maar ik kwam niet verder dan een trosje banaantjes en een zakje tomaten en rode pepers. De afgelopen dagen waren creatief met: ui. knoflook en rode peper. De variatie was of je er bami, pasta of aardappelen met boontjes uit blik bij at. Vanavond gaan we weer naar Rita's eetcafé. Rita zelf is terug uit Nederland. Ü heeft de groeten van Henk en Angela van de Mi Dushi. Zij waren hier in 2008. Ze moet even nadenken maar wijst dan lachend op hun vlaggetje aan het plafond. Wij zien dat nu voor het eerst. Alle bemanningen van alle boten en de mannen van het visbedrijf drinken en of eten bij het cafeetje. Het is erg gezellig. De Inish is met de Bag End terug van een paar dagen varen op de Commewijne. Ze zijn heel enthousiast over het varen op deze prachtige steeds smallere rivier.

Dinsdag 1 Maart 2011 Suriname rivier
!! Onze zender is in Nederland gerepareerd. We zoeken nu naar een betaalbare en veilige oplossing om hem hier in Suriname te krijgen. Komt er binnenkort iemand vanuit NL naar Suriname of heeft iemand een kennis die deze kant op komt, laat het ons weten via +597 7168193 of per mail.

Oever Surinamerivier bij ankerplek

'Hoe duur was de suiker?' van Cynthia McLoed is erg leuk om hier te lezen. Ik lees over mensen die op de plantges wonen en wachten op de vloed om naar een verdere plantage te gaan. Hun schepen werden door slaven geroeid, wij doen het met de motor. Heel veel uit het boek is herkenbaar, maar wat een gedachten hielden mensen er vroeger op na dat zwarte mensen door god geschapen waren om de blanke mens te dienen. Dat is nu onvoorstelbaar. In de ochtend komen er te veel donkere wolken aan om de bijgewerkte plek op de romp af te lakken. In de middag durven we het aan en het is net stofdroog als het volgende buitje valt. We ontvangen van Dennis vader een sms dat de set gerepareerd is. Hier zijn we uiteraard heel erg blij mee. Nu nog zien hoe we hem weer veilig in Suriname krijgen. In de avond vaart de Sally Lightfoot terug naar Domburg. Wij blijven nog een nacht liggen om de verf goed te laten uitharden.

Maandag 28 Februari 2011 Suriname rivier

Sally Lightfoot achter ons op de Surinamerivier

We blijven nog een dag hier op de rivier. Het is hier rustiger met de scheepvaart en het stroomt hier minder dan in Domburg, zodat Dennis de romp kan aflakken. Daarnaast is het heerlijk om zo in de natuur te liggen en te genieten van de geluiden uit het oerwoud. ’s Ochtends regent het en kan er niet gelakt worden. ’s Middags regent het nog harder en kan er niet gelakt worden. In Nederland zijn we meestal niet blij als het regent. Hier is het heerlijk. We vangen het water op. We gaan in de regen douchen en boenen het dek. Daarnaast blijft de temperatuur aangenaam. Ik ruim een paar kastjes leeg en weer in en neem de voorpunt onder handen. Dennis houdt zich bezig met de dynamo. In 2008 is onze dynamo op de Golf van Biskaje kapot gegaan. Er is toen een nieuw ingegaan, maar de nieuwe is minder zwaar. Als Dennis de oude teruggeplaatst heeft, blijkt deze meer kapot dan hij dacht. Het geheel werkt niet en hij kan hem weer terugvervangen. Je kunt je zijn humeur voorstellen. We gunnen ons een happy hour en roeien met blikjes bier, pak sap en zakken chips naar de Sally Lightfoot.

Zondag 27 Februari 2011 Suriname rivier

Groene oever Surinamerivier

Als ik ’s nachts naar de wc ga, check ik ook altijd of we nog goed liggen, vooral als we voor anker liggen. Ik steek mijn hoofd naar buiten en schrik me rot van de fladderende vleermuizen onder onze buiskap. Ik besluit dat we goed liggen en ga weer naar binnen. Ik kijk op de telefoon hoe laat het is. Vier uur. Plotseling voel ik een enorme wind langs mijn naakte lijf. Ik hap naar adem. Ik gil niet, maar haal meer schrikachtig adem. Zo van huh. Fight or flight? Was dat een vleermuis? Ik kies voor flight en duik snel weer onder mijn klamboe op de langsbank en stop hem extra goed dicht. Dennis is in de achterhut wakker geworden van mijn huh. We slapen voor het eerst gescheiden, omdat Dennis de klamboe te warm vond en ik de muggen te irritant en wel in de klamboe wilde. “Ik schrok van een vleermuis,” zeg ik. “Hier in de boot?” vraagt Dennis. “Ik weet het niet,” antwoord ik, “het leek binnen. Het lijkt me niet waarschijnlijk. Ik denk dat het buiten was en ik de wind voelde.” “Wat eten vleermuizen eigenlijk?” “Mensenvlees,” zeg ik plagerig. “Als ze bijten, kun je Rabiës krijgen en moet je naar het ziekenhuis,” merkt Dennis op. “O ja shit, dat hebben we gelezen in de folder van de GGD.” Ik ga niet meer onder mijn klamboe vandaan.

Bodyguard voor anker op Surinamerivier

Anderhalf uur later word ik wakker van Dennis. Hij loopt met zijn zaklamp en een kussen door de boot en dirigeert daarmee een vleermuis naar buiten. Ik zie hem zo naar buiten fladderen. “Na drie rondjes boven mijn hoofd was ik het zat, “ zegt Dennis. Ze kunnen fantastisch vliegen. In de ochtend smeert Dennis de kale plekken nogmaals. Ik werk de journaals voor op de website bij. Sally Lightfoot komt achter ons voor anker liggen. Ze hebben van een visser een grote vis gekocht. Wij mogen vanavond komen eten.

Zaterdag 26 Februari 2011 Suriname rivier: Van White Beach de rivier op tot brug

Suriname rivier

We varen de rivier verder stroomopwaarts. Het is het meest te vergelijken met de Nieuwe Merwede langs Dordrecht. De bomen zijn alleen veel hoger en exotischer en de diepte is hier rond de twintig meter. Na vijf kwartier kunnen we niet verder. Er ligt een nieuwe brug. ‘Under construction’ staat er bij ons op de kaart bij de twee streepjes. Aan de oever is het twaalf meter diep. Dicht onder de kant gaan we voor anker. We brengen achter ook een anker uit, zodat onze kale plek aan bakboord richting kant wijst en bij golven van de weinige langsvarende schepen droog blijft. We gaan samen met het schuursponsje aan de slag om alle roest weg te poetsen. Eerder had ik al vijftien plekken op het dek met een plakbandje gemarkeerd.

Vertroetelen van Bodyguard

Dennis smeert er deoxidant op. Daarna wordt de boel geschuurd en smeert Dennis er een primer op. Ondertussen is het een herrie van jewelste uit het oerwoud. Ook horen we een zwaar brullend geluid. Dennis denkt dat dit van een groot dier is. Ik denk meer aan iets mechanisch. Als techneut verzekert Dennis me dat dit geen geluid van een machine is. ’s Middags ga ik vanuit de dinghy wat foto’s van de boot maken. Zo eens in het uur vaart er een zandschip voorbij. We zien een visbootje en een speedboot met waterski. Eén van de waterskiërs, die op zijn beurt wacht, drijft met de stroom onze kant op. Ik vraag hem wat het zware geluid is. “Apen,” krijg ik als antwoord. Maar ik hoef niet bang te zijn, ze vallen ons niet aan. Wow, ik hoor vanaf mijn eigen bootje apen brullen. 's Avonds doen we een kaaimannentocht met onze dinghy. Dennis stuurt langs de oever stroomopwaarts. Ik schijn met de zaklamp op de scheidslijn van water en land. We zien geen rode oogjes van een kaaiman. Misschien is dat maar goed ook. Met een gids en tien man in een snelle korjaal is toch anders dan met z’n tweeën in een kleine langzame dinghy. Wel zien we vleermuizen en een vuurvliegje, maar het getjilp en gesis uit het bos is het meest indrukwekkend. Wij wanen ons veilig op onze boot met twintig meter water tussen ons en de kant, maar we vergeten dat er dieren zijn die kunnen vliegen, en dan bedoel ik geen insecten en vogels.

Vrijdag 25 Februari 2011 Domburg, Suriname: Van Domburg naar White Beach

Bodyguard en Sally Lightfoot bij White Beach

In de ochtend tanken we water bij het visbedrijf. Zij maken dit water zelf voor het invriezen van de vis. Goede kwaliteit dus. Water dat je echt kunt drinken hebben we al lange tijd niet meer getankt. Ik was meteen al onze vuile shirts en broeken uit de jungle. In de middag varen we de Sally Lightfoot achterna naar White Beach, ongeveer anderhalf uur stroomopwaarts. Dick en Petra zetten hun bezoek op het vliegtuig naar huis. Wij plonzen in het rivierwater dat hier met netten is afgezet, zodat piranha’s en dergelijke niet bij je kunnen komen. Je kunt hier een hut huren, wat veel lokalen op deze feestdag doen. Hele families zitten in de hut spelletjes te spelen. Enorme koelboxen en zelfs magnetrons zijn mee om ook op het strand lekker te kunnen eten. Je kunt het hier ook kopen. Wij moeten liggeld betalen en telkens na zeven uur (’s ochtends en ’s avonds) moet je opnieuw liggeld betalen. Tegen zevenen gaan wij dan ook op het anker liggen. Dick en Petra komen chili con carne eten.

Donderdag 24 Februari 2011 Domburg, Suriname: Met de bus naar Paramaribo

Kwakoe beeld

We gaan met de bus naar Paramaribo. We lopen langs het Kwakoebeeld: een negerslaaf die zijn ketenen heeft verbroken. Het beeld is in 1963 onthuld ter herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863. Dat was op een woensdag en naar West-Afrikaanse gewoonte krijgen jongetjes die op woensdag geboren worden de naam Kwakoe. We nemen opnieuw een taxi naar de Vreemdelingenpolitie. Al snel hebben we de laatste stempel op onze crewlist en zijn we helemaal ingeklaard. We zitten nu vlakbij een shopping mall en vragen de taxichauffeur om ons daar af te zetten. Alle winkels hebben de deur dicht in verband met de airconditioning. Ze lijken daardoor gesloten. We verlaten het ongezellige winkelcentrum met een historische roman over het leven op de plantages (Hoe duur was de suiker), een set lakens van Egyptisch katoen, oplader voor de telefoon via 12 Volt, vuilniszakken en een afwasborstel. Met lijn 1 gaan we voor 1,25 SRD (22 eurocent) naar het centrum. Hier scoren we een paar ventilators. We hoeven slechts tien minuten in een snikheet busje te wachten en dan is hij vol en gaan we rijden. Heerlijk verkoelend die rijwind. Na het droppen van onze nieuwe aanwinsten op de boot, willen bij Rita’s eetcafé gaan eten. Als we er zijn, valt pas op dat alles in Domburg donker is. De stroom is uitgevallen. Er wordt niet meer gekookt. Op de Sally Lightfoot bakt Barbara een omelet voor ons. Erg lekker! We geven onze kapotte set aan Jeroen en Barbara. Zij vliegen morgen naar Nederland.

Woensdag 23 Februari 2011 Domburg, Suriname dag: Van Anaula naar Domburg

Kostgrondje

In de ochtend bezoeken we een kostgrondje. Op een kostgrondje verbouwen de Saramaccaners hun groenten en fruit. Met de korjaal varen we er naar toe. We lopen een stukje en dan zijn we er volgens de gids. Volgens mij zijn we nog steeds in de jungle, want ik zie niets dat op een groentetuintje lijkt. De gids vertelt de het kostgrondje zo groot is als waar de bomen weer beginnen. We staan op een plek waar de hoge bomen weggekapt zijn, ongeveer 150 bij 100 meter. Het wegkappen doet de man. Het verbouwen van groenten doet de vrouw. Polygamie komt hier nog steeds voor. Maar dan moet de man voor elke vrouw een kostgrond kaal kappen. Dit duurt ongeveer twee maanden. De gids wijst ons ananassen, casaves en suikerriet aan. Ook het kruidje-roer-me-niet-plantje groeit hier. Van deze plant vouwen de bladeren zich dubbel als je hem aanraakt. In het Surinaams heet hij Sjeng Sjeng en nog veel meer wat vertaald neerkomt op: vrouw doe je rok omlaag, want je man komt thuis. We proeven basilicum en ruiken aan de gemberwortel. Ongelooflijk wat de jungle allemaal te bieden heeft.

Stroomversnelling

We kijken vanuit de korjaal nog even bij de stroomversnelling, genieten nog van een heerlijke lunch en dan gaat de reis huiswaarts. Terug in Domburg zijn we blij Bodyguard op zijn ankerplek aan te treffen. We horen dat het hier flink gestormd heeft. De dinghy heeft zo tegen de boot liggen schuren dat we een kale plek hebben.

Dinsdag 22 Februari 2011 Domburg, Suriname: Nature resort Anaula

Bruine aap

Zwarte aap

We zitten nog aan het laatste stukje ontbijt als we achteraan de open plek apen in de bomen zien zitten. Met het fototoestel en een tros bananen gaan we er op af. Sommige apen zijn al zo gecultiveerd dat ze een stukje banaan uit de hand weggrissen en dan snel weer de bomen in gaan. Er is één aap met een kleintje op de rug. Leuk om te zien. Per korjaal gaan we naar het dorpje Nieuw Aurora. We moeten door een stroomversnelling en bewonderen de stuurmanskunst van de bootsman.

Nieuw Aurora

Korjaal in aanbouw

Bij het strandje van Nieuw Aurora doen de vrouwen de was en de kleine kinderen spelen in het water. In het dorp wonen ongeveer 2000 Saramaccaners. Vroeger hebben weggelopen slaven (Marrons) dit dorp gesticht. We komen het hoofd van de school tegen en mogen even op de school kijken. Bijzonder om te zien en te horen hoe pikzwarte kindertjes de tafels opzeggen. We lopen door het dorpje. Nergens is de weg verhard. Er zijn geen fietsen, geen auto’s. Uitgedoste jagers en vrouwen met wasmanden op hun hoofd komen we tegen. De gids groet iedereen. Het is uitermate onbeschoft hier om mensen niet te groeten. Daarnaast moet je ’s ochtends vragen hoe ze geslapen hebben. We zien cassave groeien, hoe ze gepeld worden, hoe in een grote rieten pers cassave olie gemaakt wordt en we zien vrouwen er brood van bakken. Smaakt goed. De korjalen zijn gemaakt van een uitgeholde boomstam, waar de fik in gestookt is. Op de zijkanten wordt van lichter hout een verhoging aangebracht. Daarna worden de zittingen er in gemaakt. Een dikke buitenboordmotor er achter en klaar ben je. We verlaten het christelijk deel van het dorp. Hier mochten we foto’s van de mensen maken als we het eerst vroegen. In het traditionele deel vraagt de gids ons de fototoestellen op te bergen. De mensen hier geloven dat hun ziel wordt weggenomen als wij hen op de foto zetten.

Wit spul uit een boom brandt goed

Aan het eind van de middag maken we een wandeling over het eilandje waar Anaula op ligt. De gids laat ons bittere kinine proeven. We zien de jodiumboom en een boom die aanmaakblokjes produceert. Dennis slingert aan een luchtwortel, niet aan een liaan die is veel te dik om aan te slingeren. Het avondeten is iets later, zodat we nog even op kaaimannenjacht kunnen. We varen met de korjaal langs de oevers. Ondertussen schijnen we met de zaklamp op de scheidslijn van oever en water. Twee keer zien we de rode ogen van een kaaiman reflecteren. Eén keer zie ik kop van een kleine kaaiman. De tweede springt net in het water als ik hem ontdek tussen de takken.

Bonte avond met band

Na het diner komen jonge mannen uit een naburig dorp met hun muziekinstrumenten: trommels, rammelaars en iets wat lijkt op een houtenbankje met trommelstokjes. Met hun stemmen erbij klinkt en swingt het erg goed. Twee Afrikaanse meiden laten zien hoe soepel zij hun heupen kunnen bewegen. Dat kunnen wij nooit. De meeste van ons genieten van dansbewegingen op blote voeten. Als de band weggaat, zingt een Surinaamse vrouw voor ons, terwijl ze zichzelf begeleid op de gitaar. Hierna durven steeds meer mensen een lied te zingen. Wij zingen samen met de gids Het is een nacht. Dennis doet het ritme, ik ken de tekst.

Maandag 21 Februari 2011 Domburg, Suriname: naar Nature Resort Anaula

Weg naar Atjoni

Einde van de weg

Al voor zeven uur zitten we op de bus te wachten. We moeten om 9:15 uur bij het Krasnapolski hotel staan voor de bus naar Atjoni. De eerste bus is vol en rijdt door. We nemen de volgende bus in de tegenovergestelde richting. Uiteindelijk zijn we om 9:20 uur bij het hotel. Er staan meer mensen te wachten. De bus is gelukkig iets te laat. De busreis is mooi. De asfaltweg houdt op een gegeven moment op en we hobbelen flink over een onverharde weg vol kuilen. Bij atjoni stappen we in een korjaal. Met een veertig pk buitenboordmotor gaan we hard over het water. Het is hier prachtig in allerlei kleuren groen. Het is gelukkig mooi weer. Af en toe varen we langs grote rotsen. Na een uur komen we aan bij het resort. Het ziet er mooi uit. Na een prima lunch krijgen we een huisje aan het water. We houden even siësta.

In de korjaal

Huisje Anaula

Ferulasi-stroomversnelling

Met de korjaal gaan we naar de Ferulasi-stroomversnelling (sula). Hier gaan we pootjebaden, onze rug laten masseren door het stromende water en later ons laten meedrijven met de stroomversnelling. Dit doen we op de rug liggend met de voeten naar voren. Zolang je geen bloedende wonden hebt en geen eten mee in het water neemt, hoef je niet bang te zijn voor piranha’s (roofvissen). Het water is heerlijk.

Huisje Anaula binnen

Uitzicht vanuit huisje Anaula

’s Avonds regent het hard en gaat de kaaimannentocht niet door. We zitten met ongeveer dertig Nederlanders in dit resort. Ik heb lang getwijfeld of ik malaria tabletten zou slikken. De GGD adviseert het in het binnenland, maar de touroperator en veel lokalen zeggen dat het niet nodig is. Geen enkele zeiler die wij kennen slikt ze. Ik bedenk dat voor mij de gevolgen van malaria veel groter zijn dan de schade die ik oploop om pillen te slikken. Ik neem ze en Dennis doet het niet. Eenmaal in het resort gaat het gesprek uiteraard ook over de malariapillen. Hier blijkt Dennis een uitzondering. De meeste mensen zijn anderhalve tot twee weken in Suriname op vakantie. Wij zijn een bijzonderheid. “Helemaal vanuit Nederland hier naar toe gezeild? Hoe lang doe je daar dan over? Hoe doen jullie dat met jullie werk?” Inmiddels leven wij in een gemeenschap waar niet meer over werk gepraat wordt. En als je een half jaar van huis bent, ben je eigenlijk pas net vertrokken. Al spoedig zijn wij de ‘dat stel van de zeilboot’.

Zondag 20 Februari 2011 Domburg, Suriname: Regenwater opvangen

Naderend onweer

Ik doe de was. De watertank is nu echt helemaal leeg. Mijn moeder is vandaag jarig en ik probeer haar vanuit het internetgebouw te skypen. Skype doet het niet. De beheerder en de medewerker gaan hard aan het werk om skype wel te laten functioneren. Uiteindelijk spreek in mijn moeder terwijl het zaaltje tjokvol zit met gamende kinderen. Het is ongelooflijk warm en drukkend buiten. In de middag trekt een giga onweersbui over ons. We ritsen de zijflapjes aan de bimini en rollen die op tot regengoten. We vangen ongeveer 75 liter regenwater op. Zelf zijn we in onze onderbroeken bezig het water vanuit de emmers in jerrycans te gieten. Wij zijn gelijk gedoucht. ’s Avonds pakken we onze tas in voor de jungletocht. De inhoud van onze koelkast mag in de koelkast van Sally Lightfoot. Onze plastic tas verdwijnt hier zo ongeveer in.

Zaterdag 19 Februari 2011 Domburg, Suriname: Wandelingetje

Begraafplaatsje bij Domburg

We maken met Dick en Petra een wandelingetje in en rondom Domburg. We komen uit bij een begraafplaatsje. “Ze liggen hier tussen tegeltjes.” We kijken rond bij een timmerbedrijf waar Dick en Petra wat plankjes voor de dinghy hebben laten zagen. Het timmerbedrijf heeft alleen een dak. De machines doen ouderwets aan. Van bomen worden hier planken gezaagd. Bij de marktkraampjes haal ik wat groenten en fruit. Bij het eerste kraampje doet Irene de was van de boten voor acht SRD per kilo. “Maar geen slipjes en onderbroeken.” Want dat vindt ze vies. Maar goed die kan ik zelf. Het gaat mij om de lakens en het dekbedovertrek en spijkerbroeken. Aan het eind van de middag brengen we tien kilo was naar Irene.

Dingies bij laag water op achtergrond Bodyguard

We nemen een drankje bij Rita’s eetcafé. We raken aan de praat met de mannen van het visbedrijf. We doen hen de groeten van Henk en Angela van de Mi Dushi. Met Henk en Angela zijn we in 2008 de Golf van Biskaje overgestoken. Zij hebben een hele tijd bij het visbedrijf gelegen om hun motor te repareren. Ik spreek twee wat oudere Amerikanen. Zij combineren al 22 jaar het reizen rond de wereld met hier en daar wat werken. We besluiten hier te blijven eten. Dit keer krijg ik gebakken casave bij de patat met het ei. Smaakt prima.

Vrijdag 18 Februari 2011 Domburg, Suriname: Inklaren in Paramaribo

Bodyguard voor anker bij Domburg

Omdat we moeten inchecken bij diverse instanties die alleen in de ochtend open zijn en die op diverse locaties in de stad zitten, gaan we vroeg op pad. Ik heb het alarm van mijn telefoon op half zeven gezet en ben drie kwartier later bezig met het bijbootje. “Het is nog aardedonker,” zegt Dennis als hij naar buiten komt. “Ja,” antwoord ik kort en ik ga verder met het lanceren van de dinghy. “Weet je wel hoe laat het is?” vraagt Dennis. “Kwart over zeven,” antwoord ik. “Nee mens, het is tien over vijf.” TIEN OVER VIJF mijn telefoon stond nog op Kaapverdiaanse tijd. Ik laat de dinghy voor wat hij is en duik nog anderhalf uur mijn bed in. Er komt een bus uit de tegenovergestelde richting. Wij stappen in, want we hebben van alle kanten gehoord dat de bus na twintig minuten de verkeerde kant oprijden omkeert en dan propvol langs Domburg rijdt. Meestal letterlijk langs, want als hij vol zit, rijdt hij door. Na drie kwartier zien we Bodyguard trouw achter zijn anker liggen en beginnen we aan de rit naar Domburg. Het Isuzu busje zit vol. In het gangpad zijn klapstoeltjes. Deze zijn allemaal bezet. De deur kan niet meer dicht en op de treeplank hangen een paar mannen. Met de taxi gaan we naar de vreemdelingenpolitie. We stappen een zaal in waar veel Chinezen zitten te wachten en een handje vol stagiaires. De ambtenaren, meest dikke vrouwen, zijn ijverig met krant lezen en nagels vijlen. Eén vrouw handelt de rij af en wij sluiten achteraan. “Met de boot, dan moet je door die deur.” We komen in een klein kantoortje. Alles is oud en het ziet er rommelig uit. Eén man zit onderuit gezakt op een stoel achter een PC. De andere man zit tv te kijken en komt zuchtend overeind. Hij loopt weg en Once upon a time in China gaat zeer luidruchtig verder. We krijgen stempels op onze crewlist en moeten later met de visa terug komen. Hup met de taxi naar het consulaat voor het visum. Het lijkt het landenspel wel dat je vroeger tijdens schoolkampen speelde. Verzamel zoveel mogelijk stempels in je paspoort en ontvang wat lekkers. Maar dan in het echt. Bij het consulaat leveren we de enorme vragenlijsten in die we in Domburg al gekopieerd en ingevuld hadden. Ook geven we één pasfoto per persoon af. Om te betalen moeten we naar de centrale bank. Bij de bank moeten we veertig euro per persoon storten voor het visum. Dennis krijgt zijn kwitantie na twintig minuten. De mijne zijn ze nog tien minuten kwijt. De taxichauffeur begon om meer geld te vragen. We hebben hem voor de bank weggestuurd. We lopen met onze betalingsbewijzen naar het consulaat. Daar zeggen ze dat het visum vandaag niet meer gaat lukken. We vragen hoe laat ze sluiten. “We sluiten om half drie.” “Dan komen wij om twee uur nog even langs voor het geval het gelukt is,” antwoorden wij. In de tussentijd gaan wij naar de toeristeninformatie voor onze trip in de jungle. We komen uit bij een driedaagse trip via that’s it (www.thatittours.com) . We gaan naar het Nature Resort Anaula. Bij het consulaat is ons visum zowaar gereed. De vreemdelingenpolitie is nu echter dicht, maar dat komt later wel weer. We hebben bij de jeugdherberg Auberge Auberge met Erna van That’s it afgesproken om de trip rond te maken en te betalen. In de jeugherberg slaan we drie vliegen in één klap. We mogen gebruik maken van WIFI, ik rust even op een ligstoel en we gaan maandag, dinsdag en woensdag de jungle in.

Donderdag 17 Februari 2011 Domburg, Suriname: bijkomen
!! In verband met een defecte SSB zender zijn de updates van de site onregelmatig en geheel afhankelijk van lokaal internet. Ook de communicatie met andere schepen via de zogenaamde 'sceds' zijn tot nader order niet meer mogelijk. Op de de pagina "SSB sced", te bereiken via het linker menu, staat de meest actuele info.

Eten in Rita’s eetcafé

Ik heb van negen tot negen liggen slapen. De Kaapverden was voor ons alsof we in een andere wereld stapten, hier is het opnieuw anders. In Suriname is het vooral warm en vochtig. We maken een wandelingetje door domburg. Er is een leuk pleintje met wat eettentjes en een supermarkt. Ook is er een gebouwtje waar je kunt internetten tussen de kinderen die hun huiswerk op de computer maken. In het Chinese supermarktje kopen we brood en blikjes paté. We vinden dat ze hier veel hebben na de Kaapverden. Als je direct uit Nederland vanaf de AH hier komt, is het karig, maar wij vinden het nu veel. Eén van de eettentjes is Rita’s eetcafé, erg populair onder de zeilers. “Kunt u vanavond voor mij iets zonder zout koken,” vraag ik aan één van de medewerkers. “Ja hoor geen probleem, kiest u maar iets van het menu.” De bami en de nassi zijn moeilijk, maar een gekookt ei met patat en kousenband moet lukken. Ik ben enigszins teleurgesteld, maar een keer niet koken en afwassen is wel fijn. Kousenband klinkt in mijn oren ouderwets en het plaatje dat ik er bij heb is: iets vaags met weinig smaak. In de avond gaan we samen met Sally Lightfoot en nog veel meer andere zeilers eten. Het is druk en rommelig. Dennis bestelt als laatste en krijgt als eerste. Een bemanningslid van de Sally zit bij Rita de patat met kip van de buren op te eten. Je wordt immers ook naar de naastgelegen snackbar gestuurd als het bier op is. Ik heb als eerste mijn eten besteld en zit pas te eten als iedereen allang klaar is. En kousenband zijn lange dunne sperziebonen, niks mis mee. Voor vijf euro met z’n tweeën inclusief drank is uit eten hier bijnaa goedkoper dan zelf koken. Nederlanders die hier al drie jaar liggen en hun boot hebben uitgebreid met een vlot van petflessen, geven ons een informatieboekje. In dit boekje hebben ze het inklaringsproces, want het is een heel proces, beschreven. Erg handig.

Woensdag 16 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 15: Aankomst!

Bodyguard voor anker bij Domburg

In de vroege ochtend is de zee erg rustig. Het is onwerkelijk dat we bijna in Suriname zijn. Gevoelsmatig klopt het meer dat ik vroeg opgestaan ben en ergens over de Oosterschelde alvast naar de volgende haven vaar terwijl Dennis nog op bed lig, iets wat vroeger met de kolibri wel gebeurde, dan dat we na twee weken oceaanoversteek bijna in Suriname zijn. Om 8:00 uur utc heeft Dennis voor het laatst radiocontact met de Rumrunners. Als ik weer opsta, ruik ik een verbrande elektronica lucht. Het ruikt in Suriname naar verbrande transistor radio’s. Maar het is bij ons aan boord. Tijdens het melden van onze positie is de radiozender ontploft en in brand gevlogen. Terwijl ik lag te slapen heeft Dennis het grootzeil gehesen. We zijn de uiterton inmiddels gepasseerd. Op vlak water scheren we hoog aan de wind de Surinamerivier op. Het is een cadeautje dat we nog even echt kunnen zeilen. Opnieuw klopt mijn gevoel niet met de werkelijkheid. Ik geloof eerder dat we op het Veerse meer zeilen dan in Suriname. En we zijn op weg naar Domburg. De Surinamerivier is zo’n 500 tot 700 meter breed. Links is het groen, rechts staan huizen. Alleen die palmbomen en vrachtschepen met zeer zwarte mensen verraden dat we in Suriname zijn. We varen hoog aan de wind en gaan zelfs twee keer overstag. Twee keer overstag binnen vijf minuten, terwijl we de afgelopen twee weken geen enkele keer overstag zijn gegaan. Daarna kunnen we afvallen en varen we onder de brug door. Er vallen een paar flinke tropische regenbuien. We vangen het water in emmers bij de mast op. Dennis gaat meteen het dek boenen in zijn zwembroek. We varen langs een groot wrak. We zien boten voor anker liggen. Daar moet Domburg zijn. De rivier is prachtig groen en met stroom mee gaan we hard. We moeten opnieuw kruisen, maar nu houden we het voor gezien en doen het laatste stukje op de motor. We zijn met het gebruik van ongeveer één liter diesel de hele oceaan overgestoken, de baai van Mindelo uitgevaren en de Suriname rivier opgevaren. De zonnepanelen hebben ons de gehele weg van stroom voorzien. We laten het anker net achter de Sally Lightfoot vallen. We herkennen ook de Inish uit Noord Spanje en Mindelo. We zijn er! We geven elkaar een zoen en gaan aan de slag met de huik en de bimini.

Dick en Petra heten ons welkom

Dick en Petra van de Sally Lightfoot komen ons welkom heten. Ik vraag Dick waar hij zijn dinghy laat. Hij wijst naar de kant en begint te vertellen. Ik zie een paar gebouwtjes, een grote boomstamkano met buitenboordmotor en palmbomen. Dick zit nog steeds te praten. Waar heeft hij het over? O ja, de dinghy landplaats. Ik geloof dat dit te ingewikkeld voor mij is. Ik zie Dennis begrijpend knikken en laat het verder aan hem over. Ik voel nu pas hoe moe ik ben. Een normaal gesprek is niet meer mogelijk. Terwijl Dennis met Dick en Petra praat, duik ik mijn bed in. Ik kom er nog even uit om te eten. Daarna slaap ik twaalf uur achter elkaar op een heerlijk stil liggend bed. Zelfs een laken is hier nog te warm.
PS: We hebben een Surinaams mobiel telefoonnummer: +597 7168193 Via een Carrier Preselect of Skype-Out schijn je dit telefoonnummer vanuit NL redelijk betaalbaar te kunnen bellen.

Dinsdag 15 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 14:

Eten uit weckpot

De wind is flink afgenomen en wat geruimd. We hebben de genua’s beiden aan één kant gezet, zodat het lijkt alsof we maar één genua hebben. We zeilen nu halve wiind. Nog 100 mijl tot aan het begin van de Suriname rivier. Het water verandert; het wordt wat meer groen en de hoge golven zijn verdwenen. Ook de dieptemeter geeft 57 meter aan, ipv twee sgtreepjes omdat 5000 m te ver is om te meten. Het is ook meteen wat drukker. Aan stuurboord de lichten van een groot schip en achter ons zit ook iets. Overdag is het warm en zitten we liefst binnen in het koele windje van het openstaande luik. Ik houd een flinke siesta na een verkoelende koude douche in de kuip. In Las Palmas heb ik een weckpotje nassi ingemaakt voor het geval het een keer te heftig is om te koken. Zulke omstandigheden hebben we gelukkig niet gehad. Daarom mag ik vanavond het weckpotje proberen. Als ik de beugel los maak, blijft het potje hermetisch gesloten. Dat is alvast goed. Ik zet het potje in de pan bij de kokende rijst. De inhoud warmt dan vast op en als het goed is gaat hij straks gemakkelijker open. Door aan het rubberen lipje te trekken, opent Dennis het potje. Even opbakken met de rijst en smullen maar. Maar dat valt tegen. Het smaakt net als ander eten uit een potje. Doodgekookt, geen smaak meer aan. Met een likje sambal, een klodder totmatenketchup en wat komkommer is het best te doen. Het is handig voor ruwe omstandigheden, maar van een gerimpelde paprika en een droog preitje maak ik lekkerder eten. ‘s Avonds zijn mijn ouders met Ton naar de Dordtse Elektronika Club gekomen. Ook Joke is er bij. De radioverbinding is super goed. We hebben een gezellig halfuurtje waarbij het lijkt alsof we samen in de tuin zitten, zo goed kunnen we elkaar verstaan. Ik hoor de stem van mijn moeder. “Hoe was het om twee weken op de oceaan te zitten en alleen maar water te zien. Over.” “Hoi ma, ”antwoord ik, “het was lang en eentonig. Het was af en toe oncomfortabel maar nooit eng. Ik kijk uit naar het bevaren van de rivier morgen en meer te zien dan alleen maar water. Over.” “Smaakt het naar meer?” vraagt Ton. “Het is voor ons echt een noodzakelijk kwaad om aan de overkant ons eigen drijvende huisje en vervoermiddel te hebben. Wij zijn geen Henk de Veldes die het liefst ons hele leven op de oceaan blijven.” ‘s Avonds geniet ik tijdens een bijna volle maan en rustige zee van mijn laatste avondwacht. Ik overdenk de afgelopen twee weken. Voor mijn gevoel is het heel lang geleden dat we uit Mindelo vertrokken. Twee weken hebben we alleen maar water gezien. In totaal hebben we, vandaag niet meegerekend, twee vrachtschepen gezien. Vaak heb ik aan de tijd moeten denken dat ik ziek was. Niet alleen omdat ik blij ben dat ons de tijd nog is gegund dat we samen deze reis mogen maken. Ik heb genoten van Dennis die op zijn beurt weer genoot dat alles wat hij uitgedacht en gemaakt heeft, zo goed werkt. De twee genua’s die hij getekend heeft met de tweede boom zodat we comfortabel de oceaan over kunnen, de windvaan met stuurautomaatje zodat we zelf niet hoeven te sturen en de twee extra zonnepanelen die hij in Mindelo heeft geplaatst met stukjes buis uit een plaatselijk oud ijzerwinkeltje. Dankzij deze zonnepanelen hebben we de hele reis niet hoeven stroomdraaien met de motor of de aggregaat. Maar ik moest ook vaak aan het ziekenhuis denken, omdat er zoveel parallelen zijn. De vermoeidheid door de gebroken nachten. In het ziekenhuis slaap je nooit de hele nacht. Als er met jou niets aan de hand is, dan is het wel je buurvrouw waar herrie of licht voor nodig is. Het een beetje misselijk voelen van de zeeziekte in het begin. Daarnaast kost elke handeling veel energie. Als je net geopereerd bent of ligt bij te komen van een chemokuur is het inschenken van een glas water al een hele toer. Zo ook op een slingerend schip. Het is inmiddels 0:15 uur utc. snel mijn tandenpoetsen en Dennis wakker maken. Mijn laatse nacht op zee (voorlopig). 24:00 uur utc: nog 42 mijl te gaan.

Maandag 14 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 13:
De wind neemt vandaag een flink stuk af. Onze ingerolde genua’s zouden qua oppervlak prima op een kolibri 560 passen. Toch gaan we met deze beperkte zeilvoering nog steeds dik vijf knopen. We hebben flink wat stroom mee. Hadden we het dan toch kunnen halen? Drie dagen van tevoren al zeil gaan minderen is toch niet zo’n goed idee. Wel is de zee nu lekker rustig en af en toe kun je even zonder handen staan. Naar voren lopen of even iets pakken is in elk geval een stuk gemakkelijker. We krijgen een lange e-mail van onze vriendin Hélène. Heerlijk zo midden op de oceaan. Tegelijkertijd zijn dat de dingen die ik het meeste mis: het contact met familie en vrienden. Daarnaast snak ik naar een koud glas, nee heel pak, karnemelk. Maar ik betwijfel of ze dat ergens op onze route hebben. Boven alles kijk ik nu uit naar een hele nacht doorslapen. Nog één hele dag en twee nachten op zee. Mijn avondwacht is onrustig. De ene bui na de andere. Raampjes dicht doen en weer open maken, anders wordt het veel te warm binnen. 24:00 uur utc: nog 143 mijl te gaan.

Zondag 13 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 12:

Ernstig ingerolde genua’s

De Suriname rivier is een getijde rivier. We moeten met laagwater bij de monding zijn en spoelen dan met de vloed mee naar binnen naar Domburg; the place to be. Laagwater is het dinsdag om 14:00 uur utc. Dennis heeft dit opgezocht. Het is nu aan mij om uit te rekenen of we dit gaan halen. Om het te halen moeten we vanaf nu 6,3 knopen gemiddeld varen oftewel dik 150 mijl per etmaal. De voorspelling is dat de wind vanaf maandag minder wordt. Het zal dus enorm pezen worden om daar op tijd te zijn. Ik hak de knoop door. We doen het niet, het wordt woensdag. Qua stroom zouden we ook ’s nachts de rivier op kunnen, maar wij prefereren het daglicht. Ai ai ai dit doet zeer. We waanden ons bijna aangekomen en nu komt er opeens 24 uur bij. Ik reken uit dat we nu 4,4 knoop moeten varen. Ik rol de genua’s een heel eind in. Het zeilen is direct niet leuk meer. De golven halen ons nu allemaal in en spelen met Bodyguard. Het is alsof ik vroeger weer met mijn ouders op de platbodem vaar en mijn vader beslist dat we alleen op de fok gaan, terwijl ik zo graag ‘echt’ wilde zeilen met het grootzeil er bij. Elk uur tot elke twee uur schrijven we onze positie in het logboek. We rekenen dan ook uit wat we de afgelopen 24 uur afgelegd hebben. Trots vertellen we aan elkaar dat ‘ons kind’ een goed rapportcijfer gehaald heeft, wel 145 mijl. Nu is de lol daar vanaf. 24:00 uur utc: nog 264 mijl te gaan.

Zaterdag 12 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 11:
Een heerlijk rustige nacht gehad. Sinds vanochtend vroeg zitten we onder de 500 mijl naar het begin van de Suriname rivier. Voor ons gevoel zijn we er bijna. In 2009 gingen we in de vakantie naar Noorwegen. We legden toen een afstand van 480 mijl af om er te komen. Destijds een heel eind en nu zijn we er voor ons gevoel bijna. We hebben een boekje van Suriname van de ANWB. We lezen er om de beurt in en er is veel te beleven in dat land: schildpadden kijken, relaxen onder één van de vele watervallen, tocht door de jungle met uitgeholde boomstam en langs de kust schijn je ook prima te kunnen fietsen. We kijken er allebei naar uit. Het meest snak ik er naar om weer eens een eind rechtdoor te lopen zonder mijn handen te hoeven gebuiken. Niet dat ik de afgelopen anderhalve week te weinig lichaamsbeweging heb gehad. De uren dat ik op was, heb ik continu lichte fitnessbewegingen gemaakt. Telkens even de spieren aanspannen om niet uit je evenwicht te raken. Bij Dennis zie ik enorme schouderspieren ontstaan. Bij mezelf merk ik dat ik in het begin bij een grote golf snel ging zitten. Nu houd ik me goed vast aan hetgeen ik beet heb, handgreep of aanrechtrand, en blijf ik gewoon staan. Mijn handen beginnen steeds meer op bankschroeven te lijken. Wel handig bij het opendraaien van potjes en bij het kneden van brooddeeg.

Zonnepaneel aan zeereling

We zitten hier ook in erg schone lucht. Je kunt hier heel diep inademen. Het valt me telkens op dat ik dan niets ruik. Als je in Nederland naar de kust gaat, dan ruik je op een gegeven moment de zee. Hier ruik je helemaal niets. Verder wordt het hier steeds warmer. Overdag lopen we in ons ondergoed en ‘s middags is het in de zon echt te warm. ‘s Nachts sta ik in mijn hemd buiten en is het lekker. Het zeewater is inmiddels 25,8 graden Celsius. We vinden allebei de golven te hoog om er in te duiken. De zon laat onze zonnepanelen goed werken. Met de twee extra zonnepanelen aan de reling houden we tot nu toe onze stroomvoorraad op peil. We hebben deze tocht nog geen enkele keer de hoofdmotor gebruikt en ook het aggregaat is de bakskist nog niet uit geweest. Ons stroomverbruik bestaat uit: toplicht gedurende twaalf uur (in verband met de betere zichtbaarheid hebben wij geen led), AIS zenden gedurende de nacht, koelkast drie uur per dag, navigatie-instrumenten één uur per dag, zender twee uur per dag, computer drie uur per dag. 24:00 uur utc: nog 383 mijl te gaan.

Vrijdag 11 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 10:

Oceanmade visitekaartjes

“Als je wilt, mag je nog wel iets reven hoor!” Met deze woorden maakt Dennis me om half vier ’s ochtends wakker. Ongelooflijk dat ik met deze G-krachten in slaap ben gevallen. Ik ga mijn bed uit en ga buiten poolshoogte nemen. Flats! De eerste achterop komende golf spat uiteen en ik krijg een scheut water in mijn gezicht. Ook goedemorgen! Tijdens mijn avondwacht heb ik gezelschap van de maan, maar zo in de ochtend is het aardedonker, behalve waar de golven breken, daar zijn witte vlekken van het fosfor. Ik zet de GPS aan. 10,1 knopen is onze snelheid. Oeps. Ik vind het eng. Het liefst haal ik Dennis weer uit zijn bed. Maar wat kan hij doen? De snelheid loopt terug naar 6,5 knoop. We waren duidelijk even aan het surfen. Op zulke momenten is de overtocht meer een strijd tegen mijn eigen angst. ‘Men lijdt het meest door het lijden dat men vreest.’ De boot is hiervoor gebouwd. De genua’s zijn voor meer dan 50% ingerold. Het enige wat ik moet doen is regelmatig checken of er geen scheepvaart is en of we nog op koers liggen. Ik probeer een halt toe te roepen aan de scenario’s die door mijn hoofd spoken. Wat als de windvaan het begeeft? De mast er af valt? We zinken? Ik weet de antwoorden. Ik heb dit al vaak met Dennis besproken. Naast de windvaan hebben we nog twee stuurautomaten. Als de mast er af valt kunnen we altijd nog wel een noodtuigje maken en we hebben nog genoeg eten en drinken aan boord voor weken. En als we zinken. Tja tijd voor het reddingsvlot. Dennis geniet er van dat zijn eigen gebouwde schip het zo goed doet. En inderdaad de boot doet het heel erg goed. Maar ik kan niet genieten van zoveel geweld. Net zoals ik ook niet kan genieten van actiefilms. Ik ben meer type romantische komedie. Overdag neemt de wind wat af en worden de golven wat langer. “Kijk, dit vind ik nou genieten,” zeg ik tegen Dennis. We hebben een uitbundige zon en het wordt heet: 28 graden. Ik plaats de zonneschermpjes tegen de ramen aan bakboordzijde om de zon uit de kajuit te houden. Dennis zit met zijn zoveelste boek in de kuip. Hij haalt jarenlang lezen in. Ik ben al vier keer in een ander boek begonnen, maar de leuke zijn op. “Ik ga visitekaartjes maken,” zeg ik tegen Dennis. “Welk programma ga je er voor gebruiken. Ik zou Coreldraw nemen als ik jou was.” “Ik dacht meer aan een schaar en kleurpotloden.” Veel zeilers hebben visitekaartjes met daarop een foto van de boot en hun e-mailadres, eventueel aangevuld met telefoonnummers en dergelijke. Het is altijd een beetje oenig als je zo’n kaartje krijgt en je moet zelf op de achterkant van een bonnetje jouw e-mailadres krabbelen. Bodyguard schrijdt zowaar als een dame voort en ik kan gerust alles op het anti slip matje op tafel leggen en beginnen aan mijn knutselproject. Na een uurtje heb ik elf visitekaartjes en ik vind het resultaat niet onaardig. 24:00 uur utc: nog 528 mijl te gaan.

Donderdag 10 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 9:

Vliegende vis

Gisterenavond vroeg Ton vanaf de Dordtse Elektronica Club of we het Zuiderkruis al gezien hadden. Ik had me nog helemaal niet gerealiseerd dat we nu zover zuidelijk zijn, dat we het Zuiderkruis zouden moeten kunnen zien. Vroeg in de ochtend, als ik de wacht van Dennis overneem, is er een prachtige sterrenhemel vrijwel zonder wolken. Ik ga op zoek naar het Zuiderkruis en vind het zowaar in het zuiden. Dus ja Ton, we kunnen het Zuiderkruis zien. Als het licht word tel ik vijf dode kleine vliegende visjes op ons blokrooster; arme beestjes. In de nacht waren de golven heftig. Slapen werd telkens onderbroken door flinke versnellingen van het schip. Het is alsof je in de achtbaan probeert te slapen. Overdag gaan de wind en de golven iets liggen en haal ik mijn slaaptekort in. Dennis nestelt zich met een boek in het zonnetje in de kuip en voelt zich helemaal yin yang. Je leest wel eens verhalen van oceaanzeilers die helemaal in hun element zijn op de oceaan en eigenlijk niet willen stoppen als ze er zijn. Ik behoor daar deze reis niet toe. Ik ben het gerol behoorlijk zat. Ik wil wel weer eens niet wijdbeens achter het aanrecht staan en genieten van een glaasje drinken in plaats van het meteen naar binnen te moeten klokken, omdat het anders of omvalt of over de rand gaat. We hebben vandaag een nieuw 24 uurs record. Van gisterenavond 19:00 tot vanavond 19:00 uur hebben we 154 mijl afgelegd. ‘s Avonds hebben we voor het eerst een mooie zonsondergang. Telkens zaten er wolken voor. Hopelijk is er mogen ook een mooie zonsopkomst. 24:00 uur utc: nog 683 mijl te gaan.

Woensdag 9 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 8: over de helft

Zuurkool met worst

’s Ochtends om 6:30 uur utc: nog 944 mijl te gaan. We zijn over de helft! (totale afstand 1890 mijl). Tijdens een oceaanoversteek is zoiets een heugelijk moment. Tijdens het radionetje van de Rumrunners worden we gefeliciteerd. Ook de Gruffalo viert vandaag the half way point. We spreken af om om 16:00 uur utc het feestje samen via de zender te vieren. Ik trakteer mezelf op een warme douche in de kuip en presteer het om met ongeveer vier liter water zowel mijn lijf als mijn haar te wassen. Heerlijk! Als lunch hebben we vers brood van Bakker Ank. Op deze heugelijke dag is het tijd om mijn kaas open te maken. In Las Palmas heb ik een stuk vacuüm verpakte kaas gekocht. Ik heb deze onderin de boot gelegd. Het zeewater heeft inmiddels een temperatuur van 24,8 graden en de kaas zal zeker niet koeler zijn dan dat. Hij zit een beetje onder het stof, maar is verder nog helemaal goed. Zelden zo’n lekkere boterham met kaas gegeten. Voor de party vanmiddag heb ik een lied gecomponeerd op de wijs van O Champs Elysee. Het gaat nergens over maar het refrein wil ik jullie niet onthouden. O Haaalf way The distance ahead Is the distance behind Gruffalo north Bodyguard south The waves are high And we are not We are talking by the radio O oo oooo oooooh Op de Gruffalo hebben ze er een echt feest van gemaakt met de kinderen. Zij hebben geen lied gemaakt, maar ze kennen liedjes genoeg om er zo maar één te zingen. Emma kondigt het lied aan. Dennis denkt dat zij klaar is en vraagt haar wat. Waarop Emma, vijf jaar, antwoordt. “We are talking at the same time, Dennis, you have to repeat your question.” En dan in dat echte bekakte Engels. Wij lagen dubbel. Het feestje was even leuk. We zijn over de helft. Maar dat we na een week zeilen pas op de helft zijn, betekent wel dat we een serieuze afstand aan het overbruggen zijn. Als moderne mensen zijn we dat niet meer gewend. In Marokko kwamen we nog wel een bord tegen met Tinboektoe 42 dagen en een plaatje van een man op een kameel. Wij mogen met onze etmalen van 140 mijl (260 km per dag) nog helemaal niet klagen, maar ik vind de overkant erg ver weg. ’s Avonds gaat het feest nog even door. Een echte feestmaaltijd staat op het programma. Zuurkool (zonder zout, waar Dennis direct echte zuurkool van maakt) met een rookworst. Smaakt prima bij 28 graden en helemaal als er vier dolfijnen naast de boot komen jagen. Vijf vliegende vissen kiezen spontaan het luchtruim. ’s Avonds feliciteren mensen van de Dordtse Elektronica club ons met deze mijlpaal. Het was erg leuk dat jij daar ook was, pa. 24:00 uur utc: nog 839 mijl te gaan.

Dinsdag 8 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 7

Windvaanstuurinrichting in gebruik

Dennis heeft me vannacht tot half zes laten slapen. Dank je lieverd, het was heerlijk! Gedurende de dag nam de wind steeds verder af, maar de hoge golven maakten het leven aan boord oncomfortabel. Het is net na lunchtijd. Dennis ligt op bed. Ik sta in de kuip en doe mijn checkrondje. Opeens hoor ik bakboord achter Bodyguard een enorme golf breken. Een muur van water stroomt over het achterdek de kuip in. “Raam dicht, Dennis, raam dicht!” schreeuw ik naar Dennis. Ontzet zie ik de kuip zich vullen met water. Alle schoten beginnen te drijven. We hebben geen brugdek, maar een hoge rand bij de kajuitingang. Het water stroomt er net niet overheen. Ik sta tot mijn enkels in het water en ben tot mijn hemd nat. Nou heb ik niet veel meer aan dan een hemd, dus dat is snel gebeurd. Dennis hoorde vanuit zijn bed de breker aankomen en was al bezig het raampje te sluiten toen ik begon te roepen. Wat ben ik blij dat hij op tijd was. Feitelijk is er niets aan de hand. Gewoon één gekke golf die op een heel slecht moment brak, maar ik sta nog een heel poosje te trillen op mijn benen van de schrik. Ik trakteer mezelf vervolgens op een koude douche van zoet water. In de middag nemen de golven af en monteert Dennis het blad op de windvaan. Als ik wakker wordt stuurt de windvaan de boot en het gaat fantastisch! Waarom hebben we dat niet eerder uitgeprobeerd? De boot is mooi in evenwicht en het op koers houden kost nu geen stroom meer. Net na het avondeten is het minder dan 1000 mijl naar de aanloopton van de Surinamerivier. Het aftellen is begonnen! Morgen hopen we op de helft te zijn. 24:00 uur utc: nog 982 mijl te gaan.

Maandag 7 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 6

Water en golven, ons uitzicht gedurende twee weken

Vanochtend hebben we uitgerekend dat we, met de huidige snelheid, woensdag halverwege zijn. En opeens vond ik het een heel eind. Voor mijn gevoel zit ik al een eeuwigheid op zee, zie ik niets anders dan water en we zijn nog niet eens op de helft. Eigenlijk is het hier best saai. Maar constateerden we er gelijk achteraan: op de oceaan is saai goed. Hoe saaier hoe beter. Vervolgens bedacht ik dat ik er maar gewoon van moet genieten dat ik niets hoef. Ik vind het heerlijk om nieuwe plaatsen te ontdekken, maar soms (lees: vaak) schiet ik daar in door. Dan zit ik net heerlijk op een terrasje of op het strand en dan moet ik weer verder, want ik heb dat mooie kerkje nog niet gezien en ik ben er nu zo dicht bij …. Nu kan ik niets en hoef ik niets, behalve dan die drie R-en van gisteren. Ik hoef geen boodschappen te doen. We zijn zuinig met water, ik kan en hoef dus niet te wassen. En het tijdverslindende internet is hier niet aanwezig. Twee weken lang met zeer weinig prikkels is wel goed om de afgelopen vijf maanden te laten bezinken. We hebben in die tijd ongeveer net zoveel nieuwe indrukken opgedaan en leuke, lieve aardige mensen ontmoet als anders in vijf jaar. Als ik terugdenk aan de afgelopen vijf maanden dan komen de volgende hoogtepunten naar boven:
• Ons op het laatste moment geregelde vertrekfeestje in Vlissingen. Zo geweldig dat zoveel mensen zich in zo’n kort tijdbestek hebben weten vrij te maken om ons uit te zwaaien.
• Bodyguard en Aventyr samen in Duinkerken. In 2008 zeilden we samen met Bert en Annette naar Noord Spanje. Wij keerden na zes weken om. Bert is nu op weg naar huis na twee jaar op de Canarische eilanden en de Middellandse Zee. Voor hem wacht een nieuw avontuur: een dochter.
• De oostenwind in het kanaal waardoor we in 2,5 etmaal in Falmouth aankwamen.
• De ontmoeting met Ellen Mac Arthur in Falmouth en het signeren van haar boek.
• Onverwacht naar Camaret met een spectaculaire wandeling en een gezellige barbecue bij Erik en Ernie op de Gabber.
• Henk en Jacqueline die ons met de camper komen opzoeken in La Coruña en meevoeren naar Camariñas.
• Voor anker bij het schilderij Islas Cíes en de prachtige wandelingen op dat eiland.
• Een bezoek aan de indrukwekkende stad Porto.
• De ontmoeting met de eerste andere Nederlandse boten in Lagos en Joke die spontaan een ticket boekt om een week mee te varen.
• Aankomst in Marokko. De oproep voor het gebed van de moskee vanaf het voordek horen. De indrukwekkende ervaring met Joke voor het eerst in een Medina. Wat voelde ik me naakt en wat was de wereld anders.
• Het samen opvaren met de Sally Lightfoot langs de Marokkaanse kust.
• De tocht en overnachting in de woestijn.
• Voor anker bij het paradijselijke Isla Graciosa met kristalhelder water, de sundowns en de wandelingen.
• Het samen met andere boten voorbereiden van de oceaanoversteek in Las Palmas. Kerst en Oud en Nieuw aan boord, op het strand en in de zon.
• Sao Vicente. Ook Afrika maar heel anders dan Marokko. De ontmoeting met Hanny op de Oosterschelde en de spectaculaire wandeling op Santo Antão.
• Het optrekken met de Gruffalo.
• De veranderingen bij mezelf: Insha’Allah of Deo volente bevatten meer wijsheid dan ik ooit voor mogelijk heb gehouden. Onze plannen worden steeds flexibeler. Our plans are written in sand at low tide.

Deze lijst is zomaar een greep uit de hoogtepunten. Ongetwijfeld doe ik mensen te kort door hun ontmoeting hier niet te noemen, maar dan wordt het echt veel te lang. Even wat bezinningstijd op de oceaan is zo gek niet, voor we ons in een nieuw land op een heel nieuw continent in nieuwe avonturen gaan storten. 24:00 uur utc: nog 1123 mijl te gaan.

Zondag 6 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 5

Ank’s zelfgebakken boterhammen

Het brood uit Mindelo begint nu ernstig oud en beschimmeld te raken. Ik ga weer aan de slag met mijn Koopmans mix voor wit brood. De gesealde pakjes ham uit Las Palmas hebben drieënhalve week in de koelkast goed doorstaan. Tijdens de lunch genieten we van een feestmaal: verse boterhammen met ham, likje mayonaise en de ringetjes van de laatste bosui. Dit is onze vijfde dag op zee. In dit tempo hebben we er nog zo’n tien te gaan. Ik was altijd al benieuwd wat zo’n lange oceaanreis met je zou doen. Tot nu toe merk ik dat tijd steeds minder belangrijk wordt. Tot in Mindelo wist ik nog wel welke dag het was, maar nu weet ik alleen nog maar dankzij dit journaal dat het zondag is en onze vijfde dag op de oceaan. Voor mijn gevoel hadden het er ook al wel tien kunnen zijn. Voor mij is het belangrijk om genoeg rust te krijgen. Daarnaast voel ik me prettig bij goed, gezond eten op regelmatige tijdstippen. Twee van de drie R-en (Rust, Regelmaat en Reinheid) hebben we dan al te pakken. Vandaag ook de derde R toegepast. Ik heb een pan water een beetje verwarmd en een heerlijke warme douche in de kuip genomen. In de middag heb ik een doekje door de kuip en de kajuit gehaald. Op het moment dat ik op een slingerend schip op mijn knieën met een doekje over de vloer kruip, verklaar ik mezelf helemaal zeeziektevrij. Het leven op de oceaan vraagt enige discipline om je aan de drie R-en te houden, maar is verder vrij simpel. Om zelf niet helemaal te versimpelen ben ik begonnen in Getallen ontraadseld: Alles wat je moet weten over wiskunde van Alex Bellos. Een boek waarin wiskunde op een heldere manier wordt uitgelegd, maar ook hoe andere volken getallen zien en ermee rekenen. Zo leven er in de jungle in Brazilië Indianen die één, twee, veel tellen en hebben Aziatisch kinderen bij het tellen een voorsprong op Nederlandse kinderen omdat hun taal qua tellen veel eenvoudiger is. Wij zouden het onze kinderen een stuk gemakkelijker maken als we na tien geen elf-twaalf-dertien, maar tien één-tien twee-tien drie en twintig één in plaats van eenentwintig zouden zeggen. We schijnen een tientallig stelsel te hebben omdat we tien vingers hebben, maar in het dagelijks leven zou een twaalftallig stelsel eenvoudiger zijn, omdat tien alleen door vijf en twee en twaalf zowel door drie en vier als door zes en twee gedeeld kan worden. Hoe de tafels van vermenigvuldiging er dan uitzien, daar moeten mijn hersens toch best even op kraken. Dennis meldt zich ’s avonds in bij het radionetjes van Herb. Herb doet al jaren het weer en de routering voor zeilers in de Atlantische Oceaan. In boeken en op internetsites heb ik vaak over de adviezen van Herb gelezen. Ik vind het leuk dat wij nu ook kunnen luisteren naar de adviezen van Southbound two. Herb adviseert ons wat zuidelijker te gaan varen, omdat er dinsdag wat meer wind aankomt. Wij aarzelen nog om dat advies op te volgen. Weegt een paar dagen omvaren op tegen een paar dagen wat minder comfortabel? De wind die verwacht wordt, hadden we ook tijdens ons vertrek uit Mindelo. We kunnen het aan, het is alleen wat minder comfortabel. 24:00 uur utc: nog 1265 mijl te gaan.

Zaterdag 5 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 4

Dennis maakt zijn dagelijkse checkrondje over het dek

Om half viijf ‘s ochtends als mijn wacht weer begint, is het bewolkt en aardedonker. Binnen heb ik het licht aan gehad om mijn kleren bij elkaar te zoeken. Nu buiten kijk ik tegen een zwarte muur aan. Ik zie werkelijk helemaal niets. Om te constateren dat ik nog wel degelijk kan kijken, kijk ik even naar boven en zie ons toplichtje geruststellend branden. Eventuele schepen met licht zal ik dus wel zien, maar iets zonder licht absouut niet. Nou is er hier nauwelijks scheepvaart. Tijdens de afgelopen drie dagen heb ik twee schepen gezien. Eén alleen op AIS als een driehoekje op het computerscherm en van de ander kon ik heel in de verte de lichten zien. TWEE SCHEPEN en daar kom ik elk kwartier mijn bed voor uit? Ik ga tegenwoordig tijdens mijn wacht op de kajuitbank liggen. Elk kwartier gaat de kookwekker en dan klim ik de trap op om buiten 360 graden om mij heen te kijken. Als ik solo zou zeilen, zou ik een interval van een slaapperiode van 40 minuten nemen. Maar zo met zijn tweeën is het best te doen. Gedurende de dag nemen de golven wat af en zitten we allebei weer lekker in ons vel. Om 17:00 uur hebben we ons fruitmomentje. We delen dan een mandarijn en een appel. Dat wil zeggen: Ik schil het spul en geef drie partjes mandarijn aan Dennis. Van de appel eet Dennis een kwart in de tijd dat ik de rest op eet. Maar voor iemand die voorheen nauwelijks fruit at, is dit al heel wat. Echt veel te vertellen hebben we elkaar niet en na een kwartier happy hour, zitten we allebei weer in ons boek. Ik heb vandaag een echt happy hour, want een restje hutspot van eergisteren en wat overgebleven macaroni van gisteren, maken dat het avondeten alleen maar hoeft te worden opgewarmd. Om acht uur ‘s avonds hebben we een etmaal van 148 mijl gedraaid. Een record voor ons. Dat we dit record niet eerder hebben gehaald ligt helemaal aan mij. Ik ben namelijk een fanatiek rever. Als ik maar enigszins denk dat de wind gaat toenemen, sta ik al met de lierhandle klaar. Het is dat ik niet zoveel energie heb, anders zou ik de gehele dag aan het reven zijn en Dennis de gehele dag aan het ontreven. Maar na vierduizend mijl in de afgelopen vijf maanden begin ik steeds meer vertrouwen in de boot te krijgen. En dat is maar goed ook, want als je hier op de oceaan geen vertrouwen in je schip hebt en continu gaat zitten bedenken wat er allemaal mis kan gaan, wordt je gek: ik in elk geval wel. Vandaag heb ik een vliegende vis op twee meter afstand voorbij zien vliegen. Hij maakt heel snelle bewegingen met zijn vleugels. Vlak voor de zon onderging kwam er een school vliegende vissen langs vliegen. Of is het een zwerm als ze vliegen? Dat soort dingen ga je denken als je te veel tijd hebt om na te denken. Is het een school walvissen of een kudde? Omdat walvissen in tegenstelling tot wat hun naam doet vermoeden, geen vissen maar zoogdieren zijn. 24:00 uur utc: nog 1400 mijl te gaan.

Vrijdag 4 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 3
We voelen ons allebei beter dan gisteren, maar nog niet helemaal yin yang. Onze lijven schreeuwen om meer voedsel. Je continu schrap zetten op een hobbelpaard kost veel energie. Onze magen zijn echter in staking voor betere arbeidsomstandigheden en zijn bezig met een langzaam-aan-actie. Eten mag alleen in kleine beetjes heel langzaam naar binnen. Als wij maar even denken deze hap kan er ook nog wel bij, dan beginnen ze beneden heftig te protesteren en sturen ze eten via dezelfde weg als het gekomen is, weer terug en schroeven ze de kraan nog verder dicht. Wij zitten in de kuip tergend langzaam een kop tomatensoep met een boterham te eten. En ach als dat de tol is die we moeten betalen om tijdens de lunch naar een paar kleine walvissen te mogen kijken die telkens statig langs de boot zwemmen, dan heb ik dat er wel voor over. Wie zit er nou tijdens zijn lunch naar walvissen te kijken? Het is vandaag bewolkt en er vallen een paar buitjes. Het is niet koud, 25 graden, maar wel 75% vochtigheidsgraad. Bodyguard loopt goed en heeft afgelopen etmaal 140 mijl afgelegd. Dennis doet zelf weer de radiorande van 20:00 uur utc (19:00 uur op mijn horloge). Op de Gruffalo voelt Darren zich weer iets beter en op het Zeebeest, een stuk zuidelijker dan wij, wordt zelfs geklust. 24:00 utc: nog 1549 mijl te gaan.

Donderdag 3 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 2
Half zeven ’s ochtends: Kloiing spartel spartel. Volgens mij is er zojuist een vliegende vis tegen onze mast gevlogen en op het dek geland. Ik neem buiten een kijkje. Inderdaad in het gangboord ligt een 15 cm lang slank visje. De vliegende vis doet wanhopige pogingen om via de gaatjes in de voetrail het water weer te bereiken. Het beestje kan zowel zwemmen als vliegen maar eenmaal op ‘land’ is hij niets meer waard. Wacht ik ga je redden. Eerst mijn zwemvest aan. Met mijn zwemvest aan en één hand in een rubberhandschoen schuifel ik naar de vis. Hij leeft nog. Hij heeft lange slanke vleugels. Voorzichtig laat ik hem weer in het water glijden. Hij leeft nog, maar of hij het straks nog doet is een groot vraagteken. Ik voel me beter dan gisteren. Ik ontbijt, lunch en avondeet, maar het gaat wel moeizaam. Dennis geeft twee keer over. Telkens nadat hij aan de zender heeft gezeten. De hele dag varen we achter onze half gereefde fokjes aan. ’s Middags zouden we ze iets hebben kunnen uitrollen, maar geen van ons heeft daar energie in gestoken. ’s Avonds leid ik de ronde van de “Dutchies at sea and Gruffalo”. Ook ik moet er op een gegeven moment een eind aan breien. Zou dat ingespannen luisteren funest zijn voor je gezondheid aan boord. Als ik sta te koken of afwassen heb ik vrijwel geen last van zeeziekte, maar zo achter de zender breekt het zweet me uit. 24:00 utc: nog 1690 mijl te gaan.

Woensdag 2 Februari 2011 Van Mindelo, Sao Vicente naar Suriname dag 1

Gruffalo klaar voor vertrek

Oké vandaag gaan we dan echt vertrekken voor de grote oceaanoversteek. 1890 mijl naar Suriname. Dit wilde ik zo graag: tenminste één keer in mijn leven de oceaan oversteken. Maar waarom heb ik dan zo’n knoop in mijn buik en krijg ik geen hap meer door mijn keel? Gruffalo is het eerst klaar voor vertrek. Darren heeft de fokkenbomen alvast klaargezet en als een soort vissersboot verlaten zij de ankerplaats. Wij volgen een uurtje en een kop koffie later. Tussen de eilanden staat een flinke swell. Eenmaal vrij van de eilanden hebben we 25 knopen wind van achteren en 3 meter hoge golven schuin van achteren. We gaan hard, rond de zeven knopen. Leuk joh dat oceaanzeilen. Ik lig als een dood vogeltje op de kajuitbank binnen en Dennis hangt kotsend over de relingdraad. Bodyguard trekt zich niets van de wind en golven aan en zeilt gestaag verder. Het is alsof de boot zegt: ”Jongens gaan jullie nou maar lekker zitten of liggen. Jullie hebben mij met zoveel liefde en aandacht gebouwd. Ik ben hier voor gemaakt. Ik ben in topconditie. Neem lekker wat te eten en te drinken, want ik voel me een beetje zwaar met al die voorraden en geniet van de reis. Ik breng jullie veilig naar de overkant.” En hij heeft gelijk de boot is er klaar voor. Net op de ankerplaats heb ik nog eens om mij heen gekeken, maar ik ga het liefst met onze Bodyguard de oceaan over. Tientallen jagende dolfijnen zorgen voor een prachtige show en doen ons even onze zeeziekte vergeten. Middernacht: nog 1825 mijl te gaan.

Dinsdag 1 Februari 2011 Mindelo, Sao Vicente: Allerlaatste voorbereidingen en nog één nacht lekker slapen
Vandaag hoef ik alleen nog maar vers brood en vers vlees te halen en twee maaltijden voor onderweg te koken. Dennis hoeft alleen nog maar de zonnepanelen aan te sluiten. We vergeten voor het gemak dat we de dinghy moeten schoonmaken en opruimen, alles zeevast moeten zetten, etc. De dames gaan met de dinghy van de Gruffalo naar de kant. Ik ben eerder klaar dan Ami en krijg van haar de sleutel om vast terug te varen. De bijboot van de Gruffalo is een serieus mannenspeeltje. Hij is iets groter dan de onze, heeft een aluminiumbodem en er hangt een 15 pk Yamaha achter. De motor start gemakkelijker dan ons 5 pk-tje. In de Biesbosch verafschuwde ik altijd de mensen die met een speedboot hard door de kreekjes varen. Maar het varen in zo’n klein snel bootje is leuker dan ik dacht. Ik geef gas en binnen één seconde zoef ik in plané naar de ankerplaats. Een vrouw van een boot in de marina gebaart met haar hand dat het zachter moet. Sorry. Om vijf uur zijn we bijna klaar. Maar we stellen het vertrek uit tot morgenochtend. Liever slingeren we in het daglicht in. Nog één nacht heerlijk slapen. De Gruffalo heeft dit ook al bedacht.

Maandag 31 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: Laatste voorbereidingen en uitchecken

Berg ‘Sleeping man’

De mannen gaan uitchecken. De vrouwen gaan de verse boodschappen aan boord halen. Verse eieren zinken in een bak met water. Oude bedorven eieren drijven. Aan een paprika kan ik wel zien of deze vers is, maar bij een ei niet. Ik kom dan ook met een bakje water op de markt. De marktkoopvrouw is niet verbaasd als ik het bakje laat zien en ze laat alsof het de normaalste zaak van de wereld is, een ei in het water zakken. Het ligt keurig op de bodem. Wel heeft ze snel een paar stapels eieren opzij gezet en komt mijn ei ergens van onder af. Van deze tree koop ik er dertig en stop ze in mijn eigen eierdoosjes van Las Palmas. Vervolgens koop ik nog twee kooltjes, wortelen, paprika’s, komkommers en tomaten. De prijzen zijn vergelijkbaar met die in Nederland. We tanken 300 liter water dat je niet kunt drinken voor 6 euro. Dennis besteedt de middag aan het draden trekken voor de zonnepanelen en de stuurautomaat. ’s Avonds stap ik opnieuw met mijn rokje in de bijboot. Blijft vreemd aanvoelen. Dit keer vieren we wel de verjaardag van Darren met de barbecue bij Rob en Sue. Van Rob horen we dat Kaapverdianen niet ver vooruit kunnen kijken. Zo slachten ze met Kerst alle kippen voor het Kerstdiner en is er vervolgens tot half januari op de gehele Kaapverden geen ei te krijgen. Ook wijst hij ons dat de berg achter onze boot ook wel de ‘Sleeping man’ genoemd wordt. Inderdaad kun je een liggend mannengezicht in de bergtop zien.

Zondag 30 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: Verjaardagen

Gruffalo

Het plan is om vandaag de verjaardag van Darren van de Gruffalo uitgebreid te vieren. We gaan ergens lunchen met een Engels stel, Rob en Sue, dat Darren en Ami in een supermarkt hebben leren kennen. En vanavond zullen we barbecuen in de tuin van Rob en Sue. De lunch is in Santa Barbara, een gemoedelijk restaurantje met een soort kinderboerderij in het groen. We zitten met een hoop nationaliteiten aan tafel: een Schot, een Engelse, een Zuid-Afrikaanse, een Hongaarse, een Australiër, een Deense en wij als twee Nederlanders. Er is geen enkele Kaapverdiaan bij, maar dat komt vanavond wel goed. Het eten is heerlijk. Rob ontdekt ’s avonds dat een Kaapverdiaanse vriend van hen ook jarig is en dat zij daar verwacht worden. Wij gaan gewoon mee.

Verjaardag Veronica

Ami ziet er altijd leuk uit in een rok en voor de verandering heb ik vanavond ook mijn rokje aangedaan. Jawel beste familie en vrienden, jullie lezen het goed. ANK HEEFT EEN ROK AANGEDAAN. Het moet niet veel gekker worden, eerst koopt ze een naaimachine en nu doet ze een rok aan. Het is de goede invloed van Ami zullen we maar zeggen. Ik vond een rok altijd erg truttig, maar Ami is absoluut niet truttig en zij vaart met het grootste gemak met een wapperende rok in plané in hun dinghy. Afijn ik heb dus een rok aan en nu we onverwacht naar een Kaapverdiaanse familie gaan, ben ik daar extra blij om. Ik zie geen enkele vrouw in een korte broek. We stappen in een huis met een groot balkon met een pracht uitzicht op onze ankerbaai. Ik stel me voor aan de mensen op het balkon. “Hello, my name is Ank and I am from Holland.” De mensen kijken mij niet begrijpend aan. De jarige Veronica komt naar ons toe. Ik zeg dat hij een mooi huis heeft. Maar we blijken in een jeugdherberg te zijn. Ik snap er nu helemaal niets meer van, maar Rob legt uit dat Veronica de beheerder van de jeugdherberg is. De mensen op het balkon zijn gasten. Het feest zal van zeven tot tien uur zijn. Iedereen wordt rijkelijk voorzien van eten en om half tien horen we dat het feest nog lang niet afgelopen is. Alle gasten zijn uitgenodigd voor het feest en niemand heeft problemen met harde muziek tot diep in de nacht. Wij haken echter om tien uur af. Later horen we dat je nooit voor de cake mag vertrekken, maar ons nieuwelingen is dat niet kwalijk genomen.

Zaterdag 29 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: San Pedro

Baai San Pedro

We gaan vandaag met de minibus naar San Pedro. Voor één euro per persoon stappen we twintig minuten later uit bij een paar huizen en kijken we uit over een prachtige baai. We gaan eerst op het centrale pleintje in de schaduw onze broodjes opeten. Drie jongetjes komen ons nieuwsgierig gadeslaan. Op het strand zien we tien meter verder in zee een vis ter grootte van een dolfijn zwemmen, maar hij blijft net onder water. Een vissersboot stopt net voor de branding. Vier mannen springen elk met een flinke duikfles overboord en zwemmen naar het strand.

Vissersboten

Even later landt de vissersboot op het strand en slepen een tiental mannen hem snel naar boven. De buitenboordmotor gaat op de nek van één van de mannen naar veiliger oorden. De vis wordt in een paar kratten gesorteerd. De enige andere toeristen op dit ruim een kilometer brede strand zijn een man en een vrouw die een stuk verderop zitten. We lopen langs hen en maken een praatje. Het blijken Noren te zijn die hier een appartement gekocht hebben. Dennis gaat zwemmen en ik ga een stukje verderop op de strand zitten. De Noren wenken mij al snel om bij hen te komen zitten. Ik pak de rugzakken en loop een stukje terug. Plotseling sta ik tot mijn enkels in het water en drijven de schoenen en de matjes van de Noren in een onverwacht hoge golf. We zien Dennis heerlijk in de golven zwemmen, we zetten onze spullen wat hoger op het strand en gaan ook het water in. Ik sta als een angsthaas naar de golven te kijken. Dennis komt mij bijstaan. Hij houdt mijn hand vast en we lopen het water in. “Zwem!” zegt Dennis, maar ik weiger. De volgende twee golven zijn zo groot dat wij beiden omver spoelen. Ik moet Dennis loslaten. Ik buitel om en weet niet meer wat onder of boven is. Mèn wat een geweld. Het zand is gelukkig niet hard en met drie kilo zand in mijn badpad kruip ik beduusd het strand op.

Was hangt dwars over de straat

De Noren nodigen ons uit voor een glaasje wijn op hun dakterras. We lopen terug door het vissersdorpje. Alleen de hoofdweg is geasfalteerd, alle anders straatjes zijn zand en de was hangt gewoon dwars over de straat. Het appartement is splinternieuw. Er staat nog geen meubilair in, alleen een bed. Het contrast met de wereld buiten is groot. De Noor vertelt dat de huisjes in de omgeving geen wc hebben. De mensen doen hun behoefte in de bosjes. Het appartement is strak afgewerkt en heeft twee badkamers. Boven op het dakterras hebben we een prachtig uitzicht op de baai.

Wijn drinken met de Noren op het dakterras

We drinken wijn met een piloot van begin 50 en een directeur van een Mac Donalds. Het aanbod om een douche te nemen, slaan we niet af en ik was opnieuw een halve kilo zand tussen mijn billen vandaan. De Noren zijn benieuwd naar onze boot. We nemen met z’n vieren een taxi naar Mindelo. We eten in het licht van de olielamp het restant chili con carne van gisteren met z’n allen en hebben een geweldige avond.

Vrijdag 28 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: zonnenpanelen plaatsen

Dennis monteert zonnepanelen

Dennis gaat verder met het monteren van de zonnepanelen. Ik ga met Ami de stad in voor de dagelijkse boodschappen en een cadeau voor Darren. Darren is morgen jarig. Ik wil een mouwloos shirt van de Kaapverden voor hem kopen. Hij loopt vrijwel altijd in zo’n hemdje zonder mouwen rond. Het enige t-shirt winkeltje dat ik ken, heeft geen shirtjes zonder mouwen. Op de markt zie ik ook alleen maar t-shirts. Uiteindelijk vind ik bij het laatste kraampje een mouwloos shirt met de Kaapverdische vlag er op. Het hangt er waarschijnlijk al een tijdje want het is een beetje smoezelig. Acht euro moet het shirtje kosten en ach als ik het was is het weer helemaal schoon, volgens de Senegalese verkoper. Ik kan echt helemaal niet goed afdingen. Ik bied zes euro. De man zegt: “Nee.” Ik loop weg en dan mag ik het voor zeven euro kopen. Wat ik doe want ik heb geen zin om nog langer te zoeken. We lopen terug richting haven en komen langs een winkeltje dat we nog nooit eerder gezien hebben. En ze verkopen daar …t-shirts. Prachtige shirts met en zonder mouwen. Je hoeft ze niet te wassen en ze kosten maximaal vier euro. Wat voel ik me een domme domme toerist. ’s Avonds gaan we met de Gruffalo Risk spelen. We waren alleen vergeten dat zij de Nederlandse opdrachtkaartjes, uiterst geheim, niet kunnen lezen, maar Google translate biedt uitkomst. Darren en Ami pakken het spel snel op en Darren wint zelfs door alle zwarte legers te vernietigen (mij), nadat Dennis mij uit Afrika had weggevaagd.

Donderdag 27 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: Baia das Gatas

Baia Gatast

‘Rumrunners this is the Bodyguard still in Mindelo, is there any boat underway who wants to check in?’ Dennis doet vandaag voor de tweede keer als rondeleider het Engelstalige radionet leiden. Het aantal inmeldende schepen is al lang niet meer zo groot als tijdens onze eerste kennismaking op Isla Graciosa. Veel boten zijn al in de Carieb en schakelen dan over op het nieuwe intercarieb-net op een voor hen wat gunstiger tijdstip. Dennis vraagt naast de positie en de zeecondities ook naar het waypoint en het aantal miles to go. Daardoor kun je de boten beter plaatsen. Ik heb nu eenmaal een beter beeld bij nog 25 mijl tot aan Barbedos dan bij 13 graden 28 minuten Noord en 59 graden 11 minuten West. Na de ronde stappen we met twee rugzakjes vol zwemspulllen in de dinghy. We lopen door de stad op zoek naar de opstapplaats van de minibus naar Baia das Gatas. Bij deze baai aan de noordkant van het grote strand moet een rif de golven tegenhouden zodat je er heerlijk kunt zwemmen. Na een paar keer vragen zijn we op de oppikplaats van de minibus. Na twintig minuten stopt er zowaar een busje. Wij wurmen ons voor 300 escudo’s tussen de locals en met een flinke discobeat scheurt het busje over de bergwegen. De vering heeft z’n beste tijd gehad. Het busje stopt onderweg nog een paar keer voor meer passagiers. Eenmaal bij Baia das Gatas duurt het even voor ik over een meisje, twee Kaapverdianen en een grote boodschappentas ben geklommen om uit te kunnen stappen.

Ank zwemt in Baia das Gatas op de achtgrond breken de golven

We zien het strand waar we vorige week waren en een idyllisch baaitje met een rif zodat het zwemwater heerlijk vlak blijft. We lopen langs het strand de pier op. Aan het eind van de pier is een aantal jongens van de pier aan het duiken en er liggen twee mannen te zonnen. Ik vraag de mannen naar de bekende weg: “Is het lekker water?” Het blijken Italianen te zijn. We praten wat in een combinatie van Italiaans en Spaans en duiken dan het heerlijke water in. Boven het rif zien we vissen zwemmen. Na een broodje ei, loopt Dennis met de tassen naar het strand en ik zwem de baai over. Onderweg zie ik een grote paarse vis met een flinke snuit. Ik hoop niet dat hij aan mij wil proeven … We wandelen door het plaatsje vol half afgebouwde vakantiewoningen en beginnen bij de bergweg te liften. De eerste grote fourwheeldrive stopt zowaar. Het blijken de Italianen te zijn en we worden heel luxe voor de deur van de marina afgezet. Terug aan boord gaat Dennis aan de slag met het monteren van onze tweede paar zonnepanelen. Deze stonden tot nu toe werkloos ruimte in te nemen bij de wc.

Woensdag 26 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: nieuwe look kap buitenboordmotor

Cruising-look voor buitenboordmotor

Ons ontbijt bestaat uit pannenkoeken op de Gruffalo. In de marina van Mindelo geldt voor dinghys een tarief van 4 euro per dag en 30 euro voor twee weken. Een week geleden bedachten wij dat we met een paar dagen hier wel weer weg zouden zijn. We kozen dan ook voor het dagtarief. Maar nu we nog een week blijven, is het twee weken tarief veel interessanter. Bij het havenkantoor doen ze niet moeilijk als we vragen of we onze dagpassen kunnen inruilen. We hebben inmiddels bijna een tweeweekstarief aan dagpassen betaald en met een klein beetje bijbetalen krijgen we allebei een pasje voor twee weken. Erg vriendelijk hier! We halen meteen wat brood en vlees. We ontdekken steeds betere slagers en bakkers. ’s Middags loop ik met Dennis naar het strand en ’s avonds borrelen we aan boord van de Gruffalo. Ami en de kinderen showen trots de motorkap van onze buitenboordmotor. Het is prachtig geworden en wij voelen ons veel meer cruisers met deze motorkap dan met onze erg populaire Yamaha-kap.

Dinsdag 25 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: nog meer spierpijn
Met Amy ga ik naar het stadje voor brood, vlees en even i n het internetcafé. Darren ontfermt zich intussen over onze buitenboordmotor. In ruil voor Dennis geklus aan de SSB-zender heeft hij aangeboden onze buitenboordmotor weer zo te maken dat hij weer licht stuurt en dat we hem weer kunnen opklappen. Tevens hebben we hem en de kinderen gevraagd onze buitenboordmotor een ‘ugly-look’ te geven. ’s Avonds spelen voor het eerst sinds ons vertrek samen een spelletje. Dennis wint twee keer met Rummicup.

Maandag 24 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente:spierpijn

Oosterschelde verlaat baai Mindelo

Met twee dinghy’s zwaaien we de Oosterschelde uit. Een prachtig gezicht zo’n grote statige driemaster met op de achtergrond de bergen van Sao Vicente en Santo Antão. Wij checken de weerberichten. Voor de komende week is de wind erg zwak tot zelfs wind tegen. Inmiddels weten wij dat wachten op goede wind beloond wordt en we stellen ons vertrek voorlopig nog even uit. En dan zijn we weer in Afrika. Toen we kennismaakten met de groep van de Oosterschelde was het voor Dennis en voor mij wennen om Nederlands te praten tegen andere mensen dan je partner. Na verloop van tijd voelden we ons helemaal opgenomen in de groep en was het besef dat we in Afrika zijn, naar de achtgrond verschoven. We hadden ook met z’n allen op de Grevelingen kunnen zeilen, alleen was de Stampersplaat dan veranderd in een eiland met hoge bergen. Maar nu al boodschappen doend in Mindelo zijn we weer in Afrika en zien we de vrouwen weer met manden vol fruit op hun hoofd lopen. De wandeling van gisteren zit nog goed in mijn benen. Dennis lacht zich elke keer rot als ik achterste voren de stoep af stap. De spierpijn is echt te heftig om nog gewoon omlaag te kunnen stappen. ‘s Middags wandel ik alleen nog even naar het strand op en neer. Ik heb wel eens gehoord dat spierpijn eerder over gaat als je rustig blijft bewegen. Het valt me op dat 80% van de mensen op de boulevard aan het joggen of hardlopen is. Gewone wandelaars zijn in de minderheid. Dennis repareert ‘s avonds tot grote vreugde van de Gruffalo hun SSB zender.

Zondag 23 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: met ferry naar Santo Antão

Hanny en Ank op de ferry

Nog voor de zon opkomt, zitten wij in de dinghy. Om 8:00 uur zitten we samen met de bemanning en passagiers van de Oosterschelde op de ferry naar het naastgelegen eiland Santo Antão. Het moet het mooiste eiland van de Kaapverden zijn. Het weer ziet er goed uit. We kunnen het eiland zien en dat is ook wel anders geweest. Halverwege deze week was het gehuld in een stofnevel. Na de overtocht van een uur (77 euro pp enkele reis) is de taxi op zijn Kaapverdiaans geregeld. De groep van de Oosterschelde bestaat uit 15 man. In het gereserveerde busje passen er elf. Een tweede busje kan natuurlijk niet het eerste het beste busje zijn, maar moet via vriendje van vriendje geregeld worden en duurt dus de nodige tijd. Uiteindelijk rijden twee busjes achter elkaar aan op wegen van kinderhoofdjes. We slingeren omhoog en het uitzicht op Sao Vicente wordt steeds mooier.

Krater

We stoppen aan de rand van een krater van een paar kilometer doosnee. We rijden nog een klein stukje langs de krater en dan moeten we 200 m omhoog om uiteindelijk over de kraterrand te klimmen en aan de andere kant zo’n 1000 m te gaan afdalen. Naar boven is voor mij nooit makkelijk en al spoedig sleept Dennis mij aan m’n nordic walking stokken naar boven. Eenmaal boven komen de wolken over de rand drijven en zien we weinig van het uitzicht dat volgens de bemanning van de Oosterschelde adembenemend moet zijn. Wel kunnen we vlak langs de berg omlaag kijken en dat ziet er diep en erg steil uit.

Pad in haarspeldbochten naar beneden

Ank op het bergpad

Ank en Dennis op bergpad

steil pad

We zien een goed pad naar beneden cirkelen. Als we ongeveer een kwart gedaald zijn, trekt de mist plotseling op. Het is alsof iemand even het gordijn openschuift. Wauw! Een prachtig groen en erg diep dal ligt onder ons. Het is echt een cadeautje dat de mist even optrekt. De wandelaars beginnen inmiddels aardig uit één te vallen. Er is een kopgroep al heel ver beneden. Hanny en en Tineke lopen steeds iets verder voor ons en Dennis en ik sukkelen met Kees achteraan. Voor Kees is het geen enkel probleem dat ik zo langzaam ga. Het zet zo ongeveer elke bloem op de foto en zorgt er zo voor dat ik me wat minder schuldig voel over mijn trage tempo. De wandeling is prachtig maar mijn beenspieren ..... Misschien is het maar goed dat het in het begin zo mistig was. Anders was ik er waarschijnlijk niet aan begonnen. Nu zeg ik: “I made it!” als ik de lunchlokatie gehaald heb. De lunch is volgens mij bij een vriendje van een vriendje en de familie hier heeft een slaapkamer leeggehaald om ons te laten eten. We passen niet allemaal aan de grote tafel in de kleine kamer met een bonenschotel. Om half vier gaan we met de taxi richting ferry en we moeten nog flink doorrijden om de boot van vijf uur te halen. De route is prachtig en Sao vicente is vanaf hier een echt schilderij. We kunnen het grote strand waar we geweest zijn, zien schitteren in de zon. Van de ferry maak ik niet veel mee en na het opwarmen van de nassi gaat bij mij het kaarsje uit. Dennis gaat nog even naar de Oosterschelde.

Zaterdag 22 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: Oosterschelde ankert achter Bodyguard

Bodyguard en Oosterschelde voor anker

Dennis is inmiddels helemaal uitgerust. Al om zeven uur ’s ochtends gaat hij met een cracker in de kuip zitten. De zon komt op en toevallig komt dan ook net de Oosterschelde met Dennis tante de baai invaren. Zij heeft als passagier een trip rond de eilanden van de Kaap Verden met de historische driemasttopzeilschoener "De Oosterschelde" geboekt. Aanvankelijk hadden we gedacht elkaar net niet te treffen in de Kaap Verden, maar ons flexibele reisschema heeft ook zo zijn voordelen. “Dag Hanny”, roept Dennis naar zijn tante die hoog op het voordek van de Oosterschelde boven het water uittorent. Hanny zwaait en roept enthousiast terug. We zien elkaar in de stad en gaan daarna op de Oosterschelde kijken. Een prachtig schip met een heel sfeervolle eetzaal. Veel prachtig hout en mooie leren banken. Er staat zelfs een piano. Het is gewoon al heerlijk om op dit schip te zijn.

Lunch in sfeervolle eetzaal Oosterschelde

We doen mee met de lunch en gaan weer naar Bodyguard als de passagiers naar het strand gaan, waar wij al geweest zijn. Rond happy hour zijn we weer op de Oosterschelde en Hanny regelt dat wij mee kunnen eten. Morgen gaat de groep van de Oosterschelde naar Santo Antão. Wij willen ook graag op dat eiland kijken en besluiten met hen mee te gaan. Als we in hun busje passen gaan we met hen mee en anders huren we zelf iets.

Vrijdag 21 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: naar het grote strand

Vrouwen verkopen groenten en fruit langs weg

Met Dennis gaat het gelukkig weer een stuk beter. Hij heeft genoeg energie om Ami en mij met het bijbootje bij de marina af te zetten, maar nog niet genoeg om mee te gaan lopen. Wij kopen even wat fruit en brood en houden het verder ook voor gezien. ’s Middags haal ik opnieuw een doekje door de boot. Ongelooflijk wat een stof hier de boot in waait. Onze genua en schoten zien gewoon bruin van al het fijne zand. Darren heeft samen met de kinderen truffels gemaakt. Dennis gaat direct na het eten weer naar bed en ik vermaak me prima met een kop thee, een zak vol truffels en een boek. Het verdwenen leven van Esme Lennox. Een vrouw die zestig jaar in een psychiatrische inrichting heeft gezeten, terwijl er eigenlijk niets met haar aan de hand was. Wat een contrast met mijn leven nu.

Donderdag 20 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: wasdag

Straat in Mindelo

Ik lig nog te slapen als ik Dennis zijn bed uit hoor stormen. Even later hoor ik hem kotsen in de kuip. Hij heeft net op tijd de emmer te pakken. Ik ga mijn bed uit en geef hem brood, water en een rol wc-papier. Ik vind dat maar niks: mijn grote stoere vent die zijn hele maaginhoud er uit gooit en even later als een dood vogeltje in bed ligt. Dennis geeft mijn pasta van gisterenavond de schuld. “Onzin,” antwoord ik, “dan had ik het ook moeten hebben.” Ik denk meer aan de hamburger gisteren bij Club Nautico of die enorme fles bier. “Gruffalo Gruffalo … Bodyguard!” roep ik op kanaal 77 dat overdag altijd aan staat.“ Bij de Gruffalo is iedereen nog op de been. En ja Ami gaat mee naar de laundry service. Met enorme boodschappentassen vol vuile was lopen wij door de stad. Onderweg zie ik een kapper in het donker iemand knippen. Pas bij de wasserette aangekomen, merken wij dat er in dit deel van de stad geen elektriciteit is. Wanneer er weer elektriciteit is? Niemand schijnt dat te weten en ook geen van de lokale mensen met nog grotere tassen was dan wij, schijnt zich daar zorgen over te maken. Wij lopen zeulend met onze waszakken naar een internetcafé. Internet doet het en ik vraag of zij in de ochtend ook geen elektriciteit hadden. Inderdaad. Dan moet de wasserette het ook weer doen. Eénmaal weer bij de wasserette is het een stuk drukker geworden en is de stroom weer uitgevallen. Tien minuten geef ik mezelf nog en dan geef ik het op. Vijf minuten later is er weer stroom en nog vijf minuten later zijn er twee machines vrij waar Ami en ik snel onze was in proppen. Nu nog 40 minuten op een terrasje zitten en dan lopen we met nog zwaardere tassen weer naar de haven. Why is washing a pink job? De wasmachine doet er ruim een half uur over, maar wij zijn meer dan een halve dag bezig geweest met onze was. En de story is nog niet afgelopen. Na de lunch ga ik de was ophangen. Het waait knetterhard en met veel moeite heb ik mijn dekbedovertrek met tien knijpers op de waslijn gekregen. Als ik vijf minuten later kijk, ligt het tegen de verstaging aan gewaaid. Gelukkig niet in het water. Oké wind, je hebt gewonnen. Ik span waslijnen onder bimini en hang de was daar uit de wind achter de buiskap. De lakens gaan op lijnen in de kajuit. Van die vijf minuten aan de lijn is de dekbedovertrek al bijna helemaal droog. Ik ga zelf tussen de lakens in even een dutje doen. Aan het eind van de siesta ga ik nog even met de onderlakens op het voordek staan vliegeren. Tien minuten wapperen en ze zijn droog. Met Dennis gaat het de goede kant op. Zijn lunch is er in gebleven en het kleine beetje avondeten ook. Nu nog energie op doen.

Woensdag 19 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: Praia grande

Praia Grande

Volgens de Zweden van gisteren in Club Nautico is Praia Grande (het grote strand) leuk om naar toe te gaan. Gewapend met eten, drinken en schepjes gaan we samen met de Gruffalo naar het bijzondere strand. Voor 1000 escudo’s (10 euro) rijdt een minibus, grote taxi, ons dwars over het eiland. We krijgen meteen een indruk van het eiland. In de vallei wil af en toe nog wat groeien; het ziet daar zo hier en daar een beetje groen. Maar verder is het hier een zeer droge en dorre bedoeling. Net voor we weer een dorpje inrijden, stopt de chauffeur. We zijn er. Verbaasd kijken wij om ons heen. We bevinden ons werkelijk in the middle of nowhere. “Where is the beach?” De chauffeur wijst ergens naar links en daar ligt inderdaad wat wit zand op een vulkaanachtige berg. We lopen het landweggetje af en twintig minuten later kijken we inderdaad naar een prachtig strand, bergen op de achtergrond en brekende golven. En wij zijn de enige bezoekers. Het strand is tien kilometer lang, maar het is helemaal leeg. De kinderen vinden het geweldig. Zij gaan enthousiast met hun schepjes aan de slag. De volwassenen gaan zwemmen. Het water is heerlijk en het is leuk om in de golven te duiken. Om 14:00 uur wordt het te warm in de zon en beginnen we aan de terugtocht. Ik heb er een hard hoofd in dat we snel weer aan boord zijn. Het is het begin van de siësta en over de weg rijden nauwelijks auto’s. Bij het eerste huis na het landweggetje stopt een auto. De mensen stappen weliswaar uit, maar ik ga toch maar even vragen hoe wij weer in Mindelo kunnen komen. En dan gebeurt er iets heel wonderlijks. We staan in the middle of nowhere: alles dor en droog en een paar huizen, geen mensen behalve deze auto. En dan opeens antwoordt de man die uit de auto stapt, mij in het Nederlands. Het gebouw blijkt een restaurantje te zijn en we drinken binnen een koel drankje en binnen een kwartier staat er een taxi die ons terug naar de boot brengt. We nemen een drankje en hapje bij Club Nautico en om de beurt verdwijnen er een paar van ons onder de douche. Dennis zegt tegen mij en Ami dat we niet al het warme water moeten opmaken. We moeten onze ‘mind nog even resetten’, want warm water is hier niet. Maar goed het zand en zout wegspoelen met een koude douche is al heel erg lekker.

Dinsdag 18 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: wasdag en internetcafé

Cube Nautico

Het water is schaars op dit eiland. Met een tankwagen is gisteren de watervoorraad van de marina weer bijgevuld. Wij hebben in jerrycans, lege waterflessen en een grote wasemmer honderd liter water (twee euro) met de dinghy naar Bodyguard gebracht. En dat water gebruiken wij ook goed. Ik doe een handwas en Dennis gebruikt het waswater daarna om het dek te spoelen. Heerlijk dat al het zout er weer van af is. Rond lunchtijd stappen we in de dinghy en even later sjokken we door een snikhete stad op zoek naar een internetcafé. Uiteindelijk vraag ik het aan een vrouw die zich heel vriendelijk omdraait en ons tien minuten voor gaat naar een internetcafé. Het internetcafé gaat over twintig minuten weer open en wij doden de tijd met een hapje en drankje in Clube Nautico. Clube Nautico is een gezellige tent waar voornamelijk zeilers komen. Er hangen allerlei vlaggen en t-shirts. Wij herkennen de vlag van de Laaxum; een boot die wij in 2008 op internet gevolgd hebben. Na het binnenhalen van onze e-mail gaan we de Sally Lightfoot uitzwaaien. Zij beginnen vandaag aan hun eerste oceaanoversteek: 1900 mijl naar Suriname. Wij zullen later volgen. ’s Avonds gaan we wat drinken bij John, Kim en Hanna op de Naia uit de USA. Zij zijn al zo’n vijftien jaar aan het cruisen. Hun dochter is aan boord geboren (in het ziekenhuis geboren maar direct daarna aan boord gekomen) en is inmiddels een heel wijs en leuk meisje van tien jaar oud. Zij is degene die ons voorziet van koffie en thee.

Maandag 17 Januari 2011 Mindelo, Sao Vicente: Inklaren

De Gruffalo’s in de dinghy

Na een kop koffie op Bodyguard crossen we met twee dinghy’s naar de marina om in te klaren. We hebben van een Amerikaan uit het radionetje gehoord waar we moeten zijn. Achteraf vragen we in een kantoortje náást de waterpolitie waar we kunnen inklaren. We worden helemaal naar een ander deel van de stad gestuurd en komen bij de ‘normale’ politie uit. Deze verwijst ons weer naar de plaats waar we net vandaan komen. We kloppen nu één deur verder aan en behulpzaam worden we nog vlak voor de siësta door zowel de waterpolitie als de immigration geholpen. Wonderlijk dat je niet weet wat je buren doen. ’s Middags gaat Dennis met de bemanning van een aantal boten met voornamelijk kinderen naar het strand om te zwemmen. Ik houd siësta op Bodyguard en ga vlak voor sluitingstijd alleen met de dinghy naar de stad voor vlees. Ik vind dat altijd weer leuk alleen in dat kleine bootje. Ik voel me meteen weer tien jaar oud. Met mijn bescheiden 63 kilo, tegenwoordig, ben ik snel in plané. Ook als vrouw alleen kun je prima door Mindelo lopen.

Zondag 16 Januari 2011 Van Las Palmas, naar Mindelo, Sao Vicente dag 7: Bijkomen

Bodyguard voor anker in Mindelo

We hebben heerlijk geslapen. Bij daglicht liggen we toch wel erg dichtbij de grote vissersboten en de mensen op de jachten hier zijn ook hun privacy kwijt. We willen wat meer reserve ruimte. We besluiten wat meer buitenop te gaan liggen. Het zal daar wat meer bewegen en we moeten dan ook een grotere afstand afleggen met de dinghy, maar we krijgen er wel vrijheid en meer zwaairuimte voor terug. De ankergrond is hier voortreffelijk. We varen langs de Felice: een aluminium Forna. Zij zijn zaterdag uit Las Palmas vertrokken. Een dag vóór ons. Hà! “You are much younger than I thought,” zegt de vrouw van John op de Naja. Dennis heeft al vaak via de SSB-zender contact gehad met John. Ook ik had het idee met een oudere man van doen te hebben, maar ze hebben onze leeftijd en een dochtertje van tien. We gaan bij de Naja in de buurt voor anker. Een schildpad komt ons gedag zeggen. Zwemt hier gewoon in de ankerbaai! We zijn duidelijk een stuk zuidelijker, want het is hier warm. We klappen de bimini uit en ik doe de screens voor de ramen.

Uitzicht vanaf de ankerplaats in Mindelo

Een heerlijke lunch in de kuip met uitzicht op prachtige bergen. Na de siësta gaan we de kant op. Voor Escudo’s moet je je creditcard meenemen. Geen enkele bank slikt onze normale bankpas. We zijn hier duidelijk weer de toeristen en voelen ons erg blank. De mensen hier zijn groot; langer dan in de Canarisch, en lopen fier rechtop. Een groep jongetjes wil blijkbaar iets van ons maar wij lopen door en negeren hen min of meer. Een meisje alleen kunnen we wel aan. Eline is elf jaar en loopt een stuk met ons mee, terwijl we moeizaam communiceren in Engels, Portugees en Spaans. De uitnodiging om bij haar moeder te gaan kijken slaan we af. We borrelen aan boord van de Sally Lightfoot. Hun zoon gaat met hen mee de oceaan over naar Suriname. We proberen nog twee flessen water te vullen, maar zowel op de steiger als in de douches doet het water het niet. Is het op of is er nooit water als het donker is? We begrijpen de bewaker maar half. ’s Avonds laat praten we via de marifoon de Gruffalo naar binnen en seinen we met ons dek- en toplicht om aan te geven waar de ankerplek is. We liggen in een compleet nieuwe wereld, maar we kennen hier zoveel mensen dat het als een thuis voelt.

Zaterdag 15 Januari 2011 Van Las Palmas, Gran Canaria naar Mindelo, Sao Vicente Cape Verde dag 7: Aankomst Mindelo

Kaapverdische vlag in het want

Als ik iets over twaalven in mijn bed duik, is de zee erg onrustig. De boot maakt af en toe kurkentrekker bewegingen. We surfen van een golf af, waarbij de bootsnelheid behoorlijk toeneemt en omdat de golf schuin van achteren komt, maken we daarbij flinke zijwaartse bewegingen. Dit gebeurt telkens onverwachts. In je bed kun je niet vallen, maar je rolt wel het hele bed door en in het begin word je er wakker van maar ook dat blijkt te wennen. Om 5:00 uur ’s ochtends is het minder dan 100 mijl naar ons waypoint bij Mindelo. Het aftellen is begonnen. De zee is vlak geworden en we zeilen heerlijk de laatste mijlen. 100 mijl is nog steeds een afstand van de Nederlandse kust naar Lowestoft, maar bij een afstand van 865 mijl, is nog 100 mijl alsof je er bijna bent. De baai van Mindelo is zelfs volgens de pilot goed in het donker aan te lopen. Als alles goed gaat, liggen we vannacht achter ons anker. Op dag één en twee van deze oversteek vond ik 865 mijl erg ver weg. Nu is het erg onwezenlijk dat we er bijna zijn. Het is zelfs zo dat we er nu voor mij te vroeg zijn. Ik ben zo verdiept in Stieg Larsson en nu is het boek nog niet uit als we er zijn. Volgens Dennis is dat goed anders val ik in een gat en hij kan het weten, want hij heeft hem al gelezen. Pas op 20 mijl afstand kunnen we de contouren van het eiland naarst Sao Vicente Santa Antáo onderscheiden. Het gaat een beetje verscholen in de wolken. Wolken van mist of stof? Dennis hangt de gastenvlag van de Kaapverden in het want. Gewaarschuwd voor het venturi effect (flinke toename van wind) tussen de eilanden, rollen we de genua’s een stuk in als we het kanaal tussen de eilanden in varen. De wind neemt niet fors toe, maar de golven wel. De golven duwen ons flink de goede kant op. Voor het eerst in 850 mijl zitten Dennis en ik allebei even achter het roer. De stuurautomaat doet dit beter dan wij en we laten de grote stuurautomaat het van ons overnemen en ruimen ons geweldige stuurteam op. Het stuurautomaatje ontdoen we van al het zout en mag in de punt gaan uitrusten. De windvaan klappen we op. In het donker zoeken we waar de boten liggen. We rollen de genua’s in en ruimen de bomen op. Inmiddels heb ik een rood knipperlichtje gezien. “Daar is het volgens mij”, zeg ik tegen Dennis. “Ja antwoord hij,”pas je op voor dat onverlichte schip.” Er ligt een zeeschip onverlicht voor anker parallel aan de breakwater. We zien boten voor anker liggen. We kruipen zo ver mogelijk naar voren. Nu voel ik pas hoe moe ik ben. De boot ligt, ik poets mijn tanden en verheug me op het vooruitzicht een hele nacht en desnoods een groot deel van de ochtend te mogen slapen. We hebben het snel gedaan. 865 mijl in zes dagen en 8,5 uur betekent 136 mijl per etmaal of 5,7 knopen. En.. alles gezeild!

Vrijdag 14 Januari 2011 Van Las Palmas, Gran Canaria naar Mindelo, Sao Vincente Cape Verde dag 6

Dennis luistert naar radionetje op kortegolfradio

Ik zal vandaag eens beschrijven wat wij op een oceaandag zoal doen. Om 0:00 uur kruip ik mijn bed in en neemt Dennis de wacht van mij over. Afhankelijk van de golven slaap ik de gehele vijf uur of kom ik me beklagen dat we te veel rollen. Om vijf uur kruipt Dennis in bed en ik ga een poosje naar de sterren zitten kijken om een beetje wakker te worden. Daarna blijf ik zo lang het donker is in de kajuit op de bank liggen. Het beste kun je een beetje doezelen en niet in slaap vallen. Elk kwartier gaat de kookwekker: kookwekker uitdrukken, koplampje op het hoofd, trap op naar buiten, snel naar voren kijken en twee langzame rondjes om me heen, terug naar binnen, kookwekker zetten en weer even liggen. Een beetje doezelen is het lekkerst als je echt ga slapen word je erg brak, ik althans wel. Als het een heel uur is, moet de gps en de windmeter aan om de positiegegevens in het logboek te schrijven. Rond half acht word het licht. Eerder schreef ik half zeven, maar het is half acht. Met een banaan en een mandarijn ga ik in de kuip zitten en kijken hoe de zon opkomt. Rond 8:15 uur is de zon op. Ik neem een bak muesli met yoghurt en heb dan ruim een uur om te lezen. Iets voor tienen gaat de wekker van Dennis. Hij doet mee met het radionetje van de Rumrunners. IJverig schrijft Dennis van elke boot de positie en de voortgang op. Hier en daar bemoeit hij zich er mee als de rondeleider een ander schip niet kan verstaan. De Bodyguard is dan met zijn sterke signalen een relaisstation. Ik zet ondertussen koffie en thee en smeer een boterham. Van half elf tot half één ga ik slapen en zit Dennis … tja wat doet hij dan? Lezen waarschijnlijk, gezien de snelheid waarmee hij boeken uit heeft. Rond één uur gaan we lunchen. Dennis slaapt van 14:00 tot de sked van 15:00 uur. Ons leven wordt bepaald door de zendafspraken. Dennis spreekt met zijn vader en andere zeilers. Ad houdt ons op de hoogte van berichten in het gastenboek. Erg leuk! Van 15:30 tot 17:00 uur slaap ik. Daarna hebben we een happy half hour in de kuip met een drankje, stukje fruit en/of zakje chips. Rond een uur of zes begin ik aan het avondeten. Dit keer witte bonen in tomatensaus. Ik weet nu hoe ik de tomatensaus moet maken. Van tomaten! (Ik heb zoutloze witte bonen in een potje). We eten uit een soepkommetje onder de buiskap kijkend naar de ondergaande zon, 19:14 uur. Afwassen. 19:45 uur sked met de Gruffalo. Zij zitten nu 199 mijl achter ons. En de Sally Lightfoot, onderweg naar Mindelo. Om 20:00 uur is de sked die we de Dutchies at Sea noemen. We hebben contact met J&B (nog 300 mijl naar Frans Guyana), Gabber (onderweg naar Canaries), Vrijheid (van Las Palmas naar La Gomera) en de Viskus (Las Palmas). Voor de nacht draaien we de fokken iets in, nu van 70 naar 50%. Dennis gaat slapen. Ik typ dit verhaal en kijk elk kwartier even buiten. Daarna mag ik nog wat lezen en ga ik liggen doezelen op de bank. Om 23:00 uur mag ik nog wat eten: stukje kaas, nootjes, koek of een ei. Om kwart voor twaalf ga ik mijn tanden poetsen. Om vijf voor twaalf zet ik voor de laatste keer vandaag de volgende gegevens in het logboek: positie Nb 023 34,4 Wl koers 215 graden snelheid 6,1 kts wind noordoost 20 kts 1016mbar zeilen dubbele genua 50% gereeft Nog 125 mijl tot Mindelo op de Kaap Verden. Ik maak Dennis wakker en kruip in bed.

Donderdag 13 Januari 2011 Van Las Palmas, Gran Canaria naar Mindelo, Sao Vincente Cape Verde dag 5

Zonsopkomst

Voor het eerst deze oversteek voel ik me helemaal yin yang op ons als maar voortschrijdende hobbelende schip. Ik heb zelfs energie voor wat minder noodzakelijke klussen als een doekje door de kuip halen en de vloer dweilen. Het is ongelooflijk wat een stof daar nog van af komt terwijl wij in zo’n stofarme omgeving zitten. Om 8:05 uur komt de zon als een keurig rond oranjekleurige bal op en klimt snel hoger. Vannacht zijn we overgegaan op een ander wachtsysteem. Dennis had normaal wacht van 0:00 tot 4:00 uur. Dat is nu tot 5:00 uur geworden. En in plaats van dat ik Dennis om 8:00 uur wek, wordt hij nu pas om 10:00 uur wakker. We slapen nu allebei vijf uur. Het was voor mij ook erg onnatuurlijk om om 8:00 uur te gaan slapen. Dat is altijd mijn actieve moment. Nu ga ik om elf uur nog even wat nachtrust inhalen. Dennis is ook blij dat hij niet meer om acht uur op hoeft. Helemaal goed dus. Voor de lunch maak ik zelf tomatensoep. Tot nu toe deed ik dat altijd met een blikje tomatenpuree en voor de vorm deed ik er dan nog een tomaat bij. Het was tenslotte tomatensoep. Nu heb ik zulke grote en lekkere tomaten dat ik denk dat het ook wel zonder de tomatenpuree kan. Ik bak de tomaten met een ui en haal daar de staafmixer door. Daarna voeg ik onze laatste champignon en een wortel toe. De soep is heerlijk. Daar kom je dan midden op de oceaan achter: dat je ook tomatensoep kunt maken van tomaten.

Aggregaat hangt onder de giek

We hebben aan boord alle apparatuur uitgezet: de marifoon, de dieptemeter, windmeter, log, gps en laptop met elektronische kaart. Door continu gebruik van het stuurautomaatje en regelmatig gebruik van de zender beginnen de accu’s leeg te raken. Dennis diept de aggregaat op uit de bakskist en hangt deze 2 kW aan de giek voor de buiskap. Met 80 A worden de accu’s weer gevuld. Gedurende vier uur is de rust en stilte van het zeilen verstoord. In de middag genieten we van een saunaflip: jus d’ orange met een flinke klodder zelfgemaakt yoghurt. De Gruffalo vaart nog steeds zo’n 200 mijl achter ons.

Passerend vrachtschip

Een grote oceaantanker passeert ons op zo’n 100 meter afstand. De zeilhandelingen bestonden uit het ontreven van de genua’s op de dag en weer een fractie inrollen voor de nacht. De bootsnelheid varieerde vandaag tussen de vijf en zes knopen. Het ging heerlijk comfortabel. Helaas zien we geen dierlijk leven en ik ben zo benieuwd naar de vliegende vissen.

Woensdag 12 Januari 2011 Van Las Palmas, Gran Canaria naar Mindelo, Sao Vincente Cape Verde dag 4

Om half twee ’s nachts hoor ik de boot van golven afdenderen. Voor mijn idee is de wind flink toegenomen en varen we nu met een snelheid van minstens tien knopen. Ik verwacht dat Dennis buiten zit en zijn handen vol heeft aan de verzwaarde omstandigheden. Ik ben dan ook totaal verbaasd als ik de deur van mijn achterhut open en Dennis languit op de hoekbank in de kajuit zie hangen met de laptop op schoot. De wind is hetzelfde als de vorige nachten, maar op de één of andere manier loeit hij meer door het openstaande raam onder de buiskap, waardoor het veel harder lijkt. Dennis is lekker aan het programmeren en gunt mij wat meer nachtrust. Pas om kwart voor zes kom ik mijn bed uit. Daar was ik absoluut aan toe, even iets langer slapen dan vier uur. Dennis ligt er om zes uur in en ik laat hem liggen tot tien uur. De broodjes van El Corte Inglés beginnen op te raken en ik ga aan de slag met de Koopmans broodmix voor een extra luchtig witbrood. 125 ml water afmeten op een rollend schip valt niet mee. Daarna vertelt het pak dat je vier minuten moet mixen met deeghaken. Mag ik ook tien minuten met de handen kneden? Ik neem de pan met beslag mee naar buiten en ga bij een opkomende zon een beetje in het deeg zitten graaien. Ik heb uit ervaring niet alle bloem er bij gedaan. Later wat bloem toevoegen gaat makkelijker dan wat water erbij. Inmiddels is het deeg een plakkende massa geworden die vraagt om wat meer bloem. Mijn handen zitten vol deeg en het probleem is dat de bloem binnen in de keuken staat. Ik wacht een grote golf af en ga daarna naar binnen met de leuning op grijpafstand maar ik heb hem gelukkig niet nodig. Net als de boot een tweede schuiver maakt, zit ik weer me schrap zettend met de pan tussen mijn knieën. Met wat meer bakmeel wordt het deeg al snel minder plakkerig. Na tien minuten rijzen, even kneden en weer 45 minuten rijzen en 25 minuten in de oven zet ik een heerlijk geurend brood op tafel. Met een beetje roomboter en hagelslag is het een ware traktatie. Helemaal binnenin is het deeg nog een beetje rauw maar dat mag de pret niet drukken. Om 10:00 uur is het radioskedje van de Rumrunners. Wij dachten vroeger dat het de Rumbline runners waren, omdat ze via de kortste weg de oceaan over willen steken, maar het is ordinair rum, wat ze in de Carieb gaan drinken. De meeste boten uit dit voornamelijk Engels/Amerikaanse radionetje zijn al (bijna) in de Carieb. De Gruffalo meldt zich ook in en wij constateren, als toch nog een beetje wedstrijdzeilers, dat we acht mijl op ze uitgelopen zijn. De wind is vandaag iets afgenomen tot net onder de twintig knopen. Het zeilen is daarmee wat comfortabeler en we rollen de genua’s iets uit. Dat is de enige zeilhandeling die we vandaag doen. En o ja Dennis vervangt het lijntje van de windvaan, dat begon door te schavielen. Elk kwartier kijkt één van ons 360 graden om de boot heen, maar we hebben vandaag geen enkel ander schip gezien. We zijn hier helemaal alleen. Aan het eind van de middag hebben we het halverwege punt bereikt. We zijn nu over de helft. Wellicht vragen jullie je af hoe het is om zo lang op zee te zijn. Als ik het Dennis vraag, antwoordt hij daarop:”Apart.” Ik vind het bijzonder om dit te mogen meemaken. We komen langzaam maar zeker in een soort van zeeritme. Het is niet echt bijzonder leuk, maar ook zeker niet vervelend. Er zijn mooie momenten. Zo vind ik het leuk om een tijdje naar de golven te kijken en te zien hoe goed de Bodyguard met de windvaan en het stuurautomaatje daarop reageren. Eindeloos tilt de Bodyguard zijn kont op en rollen de golven er keurig onder door. Het hoogtepunt van de dag is voor Dennis en mij om samen de warme maaltijd op te eten. Vandaag hebben we een witte koolsalade met aardappelen en het laatste vacuümverpakte varkensfiletje op. Mijn tweede hoogtepunt is om 24:00 uur als ik Dennis wakker maak, de wacht aan hem overdraag en heerlijk mag gaan slapen. Dennis is blij dat het altijd weer licht wordt na een donkere nacht. Om elf uur ’s avonds is het buiten 21,5 graden de hoogstgemeten temperatuur was vandaag 23 graden en de watertemperatuur is gestegen naar 21,8 graden.

Dinsdag 11 Januari 2011 Van Las Palmas, Gran Canaria naar Mindelo, Sao Vincente Cape Verde dag 3

De hele nacht en ochtend heeft het een kleine windkracht zes gewaaid. Onze fokken hebben we om middernacht ingedraaid tot 50%. De snelheid van de boot lag daarmee op een comfortabele 5,5 tot 6 knopen. Op zich kun je daar prima mee slapen, maar eens in de zoveel golven komt er een golf die een stuk hoger en krachtiger is dan de rest. Deze ‘freak wave’ geeft de kont van onze Bodyguard zo’n ernome zet dat de stuurautomaat even tijd nodig heeft om te corrigeren. Hier en daar rammelen dan wat potten en pannen en als je sliep wordt je meestal nu wakker. Ik wel in elk geval. Mijn ochtendwacht heb ik dan ook op de bank doorgebracht met de kookwekker om nog wat uit te rusten. De zeeziekte is inmiddels over, maar het zeilen met dwarsgolven kost mij behoorlijk wat energie. Er zijn mensen die zich gaan vervelen op een lange oversteek. Ik geloof niet dat ik daar last van heb. Vandaag bestond mijn dag voornamelijk uit slapen, eten en anderhalf uur lezen. We hebben één oceaantanker op grote afstand gezien en verder zijn we helemaal alleen op de wereld. De boot loopt goed. Het stuurautomaatje vormt een prima stuurteam samen met de windvaan. De zeilvoering vraagt weinig aandacht. We hebben vandaag één keer de fokken uitgerold naar 80% en voor de nacht weer ingerold naar 50%. Dennis heeft de neerhalers en ophouders van de bomen naar de kuip geleid, zodat we niet meer naar voren hoeven om te reven of te ontreven. Reven gaat tegenwoordig als volgt: Dennis zit bakboord, ik stuurboord. We laten allebei de neerhouder een beetje vieren, zodat de boom iets naar voren kan. Dan laten we allebei de schoot van ieders eigen genua iets vieren. Vervolgens rolt Dennis de genua’s iets in en dan trekken we allebei de schoot en de neerhouder weer iets aan en klaar. Makkelijk hè! Lichamelijk is het vertoeven op een rollend schip intensief. Je moet jezelf constant schrap zetten en goed vasthouden. Koken kost ongeveer drie keer zoveel tijd als normaal. Geestelijk is het wel erg rustgevend. We krijgen erg weinig prikkels. Om elektriciteit te sparen hebben we zelfs de computer en alle instrumenten als GPS en windmeter uitgezet. Eens in het uur doen we ze weer aan, ik iets trouwer dan Dennis, om de positie en andere gegevens in het logboek te schrijven. Ik heb ooit een spreuk gelezen van een zeiler en schrijver. Ik weet hem niet meer precies maar het kwam daar op neer: Zeilen en schrijven lijken op ellkaar. Als je er mee bezig bent, is het niets maar gezeild en geschreven hebbende, er is niets zaliger dan dat. En zo is het maar net. Als ik m’n stukje voor het internet aan het typen ben, vind ik het eigenlijk maar matig, maar wat voelt het heerlijk als het klaar is. Met zeilen is het net zo. Het aankomen vind ik het leukst en hoe langer de tocht duurt hoe leuker het is. Zo weet ik nu al dat ik de Kaapverden helemaal geweldig vind, als de boot er maar rustig ligt en er een stukje grond is om op te wandelen. Meer heb ik niet nodig. Via de kortegolfzender en ontvanger horen we dat de Gruffalo ook vertrokken is. Zij zijn in Mogan op de kant geweest om de schroef goed af te stellen. Inmiddels liggen ze weer in het water en zeilen ze 200 mijl achter ons. Positie om middernacht: 23 56,24 N / 018 59,22 W / 5,8 kts 220 / 21kts NNE 1-2m / 540nM to Mindelo, São Vincente.

Maandag 10 Januari 2011 Van Las Palmas, Gran Canaria naar Mindelo, Sao Vincente Cape Verde dag 2
Gisterenavond heb ik onze journaals op het internet bijgewerkt. Ik ontdek nu dat ik vergeten ben te melden dat de naaimachine het weer goed doet. De winkelier in de Singerwinkel draaide aan dezelfde schroefjes als waar René aan begon, maar omdat hij waarschijnlijk al honderden naaimachines gerepareerd heeft, deed hij dat met wat meer fingerspitzengefühl en de naaimachine loopt weer zo als een naaimachine hoort te lopen. Zaterdagochtend ontgrendelde ik de beugel van het weckpotje en zowaar het deksel bleef dicht. Het wecken is dus gelukt, nu nog kijken hoe het smaakt … straks ergens op de oceaan. Zaterdagavond besloot ik de vacuümverpakte entrecote bij de bloemkool op te eten. Ik heb op internet gelezen dat vacuümverpakt rood vlees één week houdbaar is. En dat klopt. Na acht dagen was de entrecote bedorven. Helaas. De varkensfiletjes zijn nog wel goed. Elke ochtend als ik om 4:00 uur mijn bed uitmoet voor mijn wacht, denk ik:”Waar ben ik mee bezig?” Zo ook nu. Waarom moet ik zo nodig naar de Kaapverden. Waarom kunnen we niet lekker op de Canarische eilanden blijven. Eigenlijk heb ik er geen goed antwoord op. Wel weet ik dat ik altijd een soort drang heb om daar te zijn waar ik niet ben en dus ben ik vaak onderweg. Het zeilen achter de twee fokjes gaat erg goed. Daar hoef ik weinig aan te doen. Met de kookwekker ga ik op de bank in de kajuit liggen. Elke twaalf minuten steek ik mijn hoofd boven de buiskap en kijk ik twee keer 360 graden om mij heen. Het is super rustig, nauwelijks scheepvaart. Om half zeven begint het enigszins licht te worden en om kwart voor acht zijn de wolken waar de zon op gaat komen een prachtig schilderij. Het is alsof iemand langs de wolken met een gouden pen een randje heeft getrokken. En ik weet dit is één van de dingen waar ik het voor doe. De prachtige zonsopkomsten. De wolken kleuren later helemaal goudkleurig. Ik zou er eigenlijk een foto van moeten maken, maar lichte zeeziekte maakt dat ik in zulk soort niet echt noodzakelijke handelingen nog geen zin heb. Om acht uur maak ik Dennis wakker en kruip ik nog even heerlijk in een warm bed. We vinden het met 20 graden best fris ’s nachts. Wat zijn we verwend hè! Voor de lunch maak ik tomatensoep. Altijd lekker op zee: iets warms. Van drie tot vijf slaap ik heel diep en vast en verkwikt als een hoentje kom ik mijn bed uit. Enthousiast begin ik aardappelen te schillen voor de hutspot. Wij vinden hutspot met peen en uien normaal lekker, maar het wordt een koningsmaal als er een paar augurken bij zitten. En de augurken zitten …juist ja onder de kratten groenten bij het voorbed. Dennis gaat ze opdiepen. Onder de buiskap genieten we van de hutspot. Via de zender horen we dat de J&B net als wij achter twee fokken aan vaart. Zij zijn onderweg naar Frans Guyana. De Sally Lightfoot heeft vandaag opnieuw een dag aan boord in de ankerbaai bij Sal doorgebracht omdat het te hard waaide om van boord te gaan. En tja wat hebben we verder nog beleefd? Nog enige consternatie want er kwam een catamaran vlak achter ons langs. Die dingen kunnen moeilijk voor de wind varen en zij waren aan het afkruisen en wilden blijkbaar even zwaaien. Wij hebben liever dat ze op afstand blijven, geeft alleen maar onrust zo’n boot zo dichtbij. Wij hebben momenteel geen internet en kunnen onze site niet raadplegen. Wel kunnen we via de korte golf zender deze berichtjes op de site plaatsen. Berichten van jullie in het gastenboek leest Ad (Dennis vader) ons dagelijks via de zender voor. Hint! ? Het is kwart voor elf. Dennis ligt op bed. De afwas is gedaan het journaal is geschreven. Ik twijfel of ik suf op de bank ga liggen met de kookwekker of buiten naar de sterren ga kijken. Ik kies gelukkig voor het laatste. We hebben een eerste kwartier maan die af en toe achter de wolken vandaan komt en dan is een deel van de oceaan prachtig verlicht. In dat licht zie ik het fluorescerende spoor van een dolfijn die met onze boeg speelt. Ik hoor ook de piepgeluidjes. Plotseling springt er een dolfijn in het maanlicht ongeveer twee meter uit het water. Het gebeurt op nog geen vijf meter bij mij vandaan. Wat een indrukwekkend schouwspel! Positie om middernacht: 25 38,52 N / 017 14,86 W / 6 kts 220 / 22kts NNE 1-2m / 680nM to Mindelo, São Vincente.

Zondag 9 Januari 2011 Van Las Palmas, Gran Canaria naar Mindelo, Sao Vincente Cape Verde dag 1

Het is heerlijk wakker worden in de ankerbaai. Je staat hier dichterbij de natuur dan in de haven. De luxe van water, elektriciteit en zo naar de douche kunnen lopen is ingeleverd, maar daar krijgen we een wijds uitzicht en gevoel van vrijheid voor terug. De Vrijheid en de Viskus hebben samen een auto gehuurd, doen ze wel vaker als het regent, en komen al toeterend afscheid nemen. Nadat alles zeevast is gezet, verlaten we om 13:00 uur met totaal geen wind de ankerbaai. Om twee uur hebben we tien knopen wind, dwars op de boot. We hijsen het grootzeil en zetten onze dubbele genua. Een wedstrijdzeiler zal waarschijnlijk gruwelen van onze dubbele genua, maar wij zijn blij dat hij het zo doet. Voor ons staat tegenwoordig veiligheid op de eerste plaats, dan komt comfort en dan pas snelheid. Om 16:00 uur kunnen we een meer voordewindse koers gaan varen. We doen het grootzeil weer naar beneden. Dennis zet allebei de bomen horizontaal en dan draaien we allebei een genua uit. De fokken staan er mooi bij en Bodyguard loopt er prima bij. “Zo,” zegt Dennis, ”de rest van de week zeilen we achter onze twee fokjes aan.” Hoe groot het voordeel van deze twee fokken is, merk ik des te meer als we eigenlijk moeten gijpen. Dat was normaal een hele handeling met de oceaandeining. Nu maakt het niet uit over welke boeg de wind waait. Als hij maar min of meer van achteren komt. We genieten van een nasimaaltijd die ik alleen nog maar heb hoeven opwarmen. Daarna neemt de wind toe tot 25 knopen (6 bft.) We vieren allebei de schoten iets en draaien de genua’s voor de helft in. De snelheid van de Bodyguard zakt van dik zeven knopen naar een comfortabele tussen de 5,5 en 6 knopen. Af en toe maakt de boot bij een hoge golf een flinke schuiver, die de stuurautomaat weer snel corrigeert maar voor de rest gaat het prima zo. Om middernacht hebben we 60 mijl afgelegd met een gemiddelde snelheid van 5,4 mijl per uur. Nog 800 mijl te gaan naar Sao Vincente. NOG ACHTHONDERDMIJL. Zo lang als je normaal gaat skiën zitten wij nu op zee.

Zaterdag 8 Januari 2011 Las Palmas, Gran Canaria: El Corte Ingles havengeld pfff geen belasting

Voor echt de allerlaatste keer fiets ik naar El Corte Inglés voor vers brood, houdbaar brood en een salade voor Dennis. In de haven gaan allerlei verhalen over een tax voor cruisers die vanaf 1 januari in Las Palmas betaald moet worden. Bedragen variëren van 40 tot 108 euro. Je hoeft dan op de andere Canarische eilanden geen tax meer te betalen. Maar wij gaan niet meer naar andere eilanden en willen geen belasting betalen. Samen gaan we naar het havenkantoor om af te rekenen en samen sterk te staan tegen de tax. “Vamos a los Cabos Verdes en la tarde. Tenemos pagar una semana mas (wij gaan vanmiddag naar de Kaapverden en moeten nog een week betalen),’’ begin ik in mijn beste Spaans. “Nombre del barco?” “Bodyguard.” “Ah Bodigaar.” Typ typ typ. 55 euro havengeld. VIJVENVIJFTIG euro en dat is het. De man rept geen woord over de tax. Inwendig zit ik te juichen. We rekenen snel af en fietsen blij weer terug naar de boot. We zijn opgelucht dat we flink wat euro’s aan iets anders kunnen besteden, zoals een nieuwe zonnebril voor Dennis, maar vinden het oneerlijk dat er met twee maten gemeten wordt. Nu alleen nog even douchen, de klittenbandjes voor de zonneschermpjes op de kajuit plakken en de tweede genua in de rails doen en dan kunnen we vertrekken. De Viskus en de Vrijheid komen telkens vragen of we al weten hoe laat we gaan. Ze willen ons zo graag uitzwaaien. Om 16:00 uur zijn we bijna klaar maar beslissen we dat we vanavond in de ankerbaai overnachten en morgen met daglicht vertrekken. Na het avondeten varen we de box uit. Onze Duitse buren hebben een maand naast ons gelegen. Ze hebben nooit meer gezegd dan Gutemorgen en ze komen ook nu niet uit de kajuit om ons uit te zwaaien. Hele avonden zitten ze te yahtzeeën. Terwijl wij ons uit de naad werkten om de bodyguard klaar te stomen voor een oceaanreis, zaten zij eindeloos de krant te lezen en te dobbelen. Dat is het verschil of je op de Canarisch blijft hangen of verder wilt. Gisterenavond heeft Dennis gezien dat ze als twee kleine kinderen met poppen zaten te spelen en de poppen verkleden. Vandaag hangen de poppen gewassen aan de waslijn.Nou ja? Zo dat moest er even uit.

Vrijdag 7 Januari 2011 Las Palmas, Gran Canaria: laatste boodschappen
We hebben hier in Las Palmas ontzettend veel profijt van onze vouwfietsen. Vanochtend ging ik naar de markt om de groenten en het fruit aan te vullen dat we de afgelopen week gegeten hebben. Gustav is niet verbaasd dat hij me weer ziet. Hij had ons net buiten de haven voor anker zien liggen toen we het onderwaterschip aan het schooinmaken waren. Hij vroeg zich al of of we misschien problemen hadden. Ik stel hem gerust en zeg dat we nog veel te doen hadden en dat daarna de wind verkeerd was, maar dat we nu echt morgen vertrekken. Omdat ik supervers spul wil, vraagt hij me vlak na sluitingstijd terug te komen. Nu is dat tien minuten fietsen, maar lopend ben je al gauw een half uur bezig. In de middag een bezoekje aan Erik en Ella en voor de laatste keer naar de Hyperdino. Lijkt me heerlijk om vanaf morgen minstens een week lang geen boodschappen hoeven en kunnen doen. Dennis legt de laatse hand aan ons stuurautomaatje dat met behulp van de windvaan gaat sturen. ‘s Avonds maak ik een flinke pan nassi. Een deel van de nassi-prut, zonder rijst, doe ik in een weckpot. De weckpot heeft tien minuten liggen steriliseren in kokend water. Daarna gaat het potje veertig minuten onder druk in de snelkookpan. Het spannende is of morgen het potje dicht blijft als ik de beugel los maak. Dan is het wekken gelukt.

Donderdag 6 Januari 2011 Las Palmas, Gran Canaria: aan de slag met de naaimachine
Vandaag wil ik graag mijn zonneschermpjes voor de ramen afronden. Enthousiast begin ik achter mijn naaimachine. Al het malwerk en randjes afzetten is gedaan. Nu alleen nog maar leuk stikken. Ik heb het stikken al redelijk in de vingers. Behendig stuur ik de naald langs het randje. Ook het gasgeven gaat al heel gecontroleerd. Bij het klittenband stikken weet ik inmiddels dat ik na elk stukje klittenband de naald moet schoonmaken met alcohol omdat anders de draad breekt. Dat stikken heeft ook wel iets rustgevends. Je moet je er helemaal op concentreren, dan gaat het goed. Als je maar even denkt:”Heb ik nog wel genoeg brood voor de lunch?” vlieg je al de bocht uit en stik je naast het randje. Het geluid van de naaimachine verandert. Het spoeltje is op. Maar ook een spoeltje wikkelen kan ik inmiddels. Daarna weet ik niet meer precies hoe ik de draad moest laten lopen. Het naaien gaat niet meer goed. Er ontstaan aan de onderkant grote lussen. Ik ga de Viskus om raad vragen. René loopt meteen behulpzaam met me mee. Drie uur laten hebben we zo ongeveer de hele naaimachine uit elkaar gehaald. Ik voel me net zo’n zestienjarige jongen die voor het eerst zijn brommer uit elkaar haalt en daarna niet meer weet hoe het er in moet. René heeft gelukkig meer gesleuteld dan ik, want hij weet het nog wel. Maar aan het eind doet de machine nog steeds niet netjes naaien. Baal! Ik besluit morgen even langs de Singerwinkel te gaan en Paulien is zo lief om mijn laatste anderhalve schermpje af te stikken. ‘s Avonds helpt Dennis de Gruffalo met het monteren van de AIS en het aansluiten van de antenne. En passant ontdekt hij dat hun marifoon nauwelijks functioneert omdat de coaxkabel rot is. In het donker zie ik Darren bovenin de mast zitten en vervangt hij met Dennis de kabel. Ik ben ondertussen bezig met het herstouwen van de voorraden. De verse groenten en fruit gaan in de kratten. De kratten stapel ik in de ruimte voor het bed in de voorpunt op elkaar. Uien en aardappelen mogen niet bij elkaar. De uien zitten in het onderste krat. De aardappelen bevinden zich in een kastje onder het wastafeljte in de wc. Ook appels en sinaasappels moeten gescheiden van elkaar bewaard worden. De appels zitten in één van de kratjes in de punt, de sinaasappels zitten in een krat onder de tafel. Alles staat op antislipmatjes en wordt met touwtjes vastgebonden. Onder de tafel staat ook onze voorraad bronwater (8x8 liter) en frisdrank (ongeveer 40 liter). Goed in het midden van het schip. We kunnen nog net aan een puntje van de tafel zitten om te eten.

Woensdag 5 Januari 2011 Las Palmas, Gran Canaria: optocht Driekoningen

René van de Viskus biedt aan om mijn haar uit te dunnen zodat het een beetje overeind blijft staan. Ik neem het aanbod dankbaar aan. De dames van de Gruffalo staan ook al spoedig in de rij. Ik beklaag me op de markt bij Gustav over de sinaasappels. Vier van de vijftien zijn al aan het rotten. Hij zegt dat dat nog niet zou mogen. Ik krijg nieuwe sinaasappels. Ook vraag ik een paar kratten aan hem. Met een krat op mijn rug, twee voor op mijn fiets en twee achterop de bagagedrager, fiets ik voorzichtig terug naar de boot. Met de bemanning van vier boten vieren we de vijfde verjaardag van Emma op de Gruffalo. Ame verbaast mij telkens weer. In de ochtend vertelt ze dat ze van free diven houdt (15 tot 18 meter onder water zonder perslucht). Stoere meid. ‘s Middags heeft ze als een echte moeder zelf een vruchtentaart gemaakt. Na het kinderfeestje gaan we met de Gruffalo de stad in.

De avond voor Driekoningen komt in Las Palmas een optocht langs. Een Duitse mevrouw vertelde dit eind november al tegen mij. Ik antwoordde toen:”Dan zijn we allang weg.” En dat meende ik serieus. Ja ... ja .... uhm. Op de straat parallel aan de boulevard ziet het zwart van de mensen. Het moet wel iets bijzonders zijn als zoveel mensen er op willen wachten.

Ik heb vandaag hier en daar gevraagd hoe laat de optocht langs komt, maar niemand weet het precies. Meer dan het start om 16:00 uur bij de grote haven, kom ik niet te weten. Dennis ziet aan het eind van de straat iets groots komen. Het komt nauwelijks dichterbij en we besluiten onze plek vooraan op te geven en de optocht een stuk tegemoet te lopen. Dan komt er een grote wagen langs en begrijpen we waar alle kinderen zo geduldig op gewacht hebben. Op de versierde wagen staan kinderen die handenvol snoep het publiek in gooien. Tussen de wagens door komt er af en toe een muziekkorps of mensen op fietsen met grote vissen boven zich langs.

Aan het eind komen de drie Koningen elk op een dromedaris langs. De kinderen geven briefjes aan hen waarop hun wensen staan. Morgen krijgen ze hun cadeaus. Driekoningen is een nationale feestdag in Spanje zodat iedereen van zijn nieuwe cadeaus kan genieten. We eindigen de dag met koffie en thee op de Viskus.

Dinsdag 4 Januari 2011 Las Palmas, Gran Canaria: bad hairday
Vandaag heb ik letterlijk en figuurlijk een badhairday. Ik wil mijn zonneschermpjes voor de ramen afmaken, maar eerst moet ik de boot een beetje opruimen. Gisteren zag ik dat het in de wc veel te warm wordt voor de groenten en het fruit dus dat moet er uit. Ik ontdek dat vier sinaasappels al beginnen te schimmelen. Ook de preien gaan aan de buitenkant rotten. We hebben ze helemaal gewassen, terwijl we alleen het worteltje hadden moeten wassen. Ik geef een paar preien, sinaasappels, bananen en appels aan de Viskus mee. Paulien biedt me wat gel voor mijn haar aan. Is het zo erg?Als ik met haar mee loop naar de Viskus smeert ze het zelfs in mijn haar. Mijn humeur zakt nog verder. Eenmaal terug aan boord wil ik verder met mijn zonneschermpjes, maar de hele boot staat vol mannen. Ik stuur ze allemaal naar buiten, wat wonderwel lukt en ga verder met de schermpjes. Ame van de Gruffalo nodigt ons uit voor de verjaardag van Emma morgen. Ze wordt vijf. Ik fiets naar El Corte Inglés voor een cadeau. Het is stampend druk bij El Corte Inglés. Ik herinner me weer dat het donderdag Driekoningen is en de kinderen hier dan de avond er voor een cadeau krijgen. Toen een Duitse mevrouw eind november vertelde dat Driekoningen hier zo’n groot feest is, zei ik haar dat we dan allang weg waren. Ja … ja … Met een doosje kleurpotloden en een etui sta ik bij de kassa. Eerder heb ik al eens een tekening van Emma gekregen dus ik weet dat ze van tekenen houdt. Inpakken doen ze niet bij de kassa daarvoor moet ik naar de tweede verdieping. Op de tweede verdieping is een hele inpakbalie ingericht. Er staat een rij van ongeveer 200 meter voor. Inpakken doe ik wel met malpapier.

Maandag 3 Januari 2011 Las Palmas, Gran Canaria: onderwaterschip schoonmaken deel 2
Het is weer een werkdag en we zijn nog in Las Palmas. Vrijdag waren we zo onder de indruk van onze bimini dat we helemaal de cover vergeten waren. We bellen Philippe en hij komt vanochtend even langs om de opberghoes op te meten. Nu we nog in Las Palmas zijn, ga ik ook nog even naar de kapper. Bij de eerste kapper kost knippen dertien euro, bij de tweede negen euro en een uur wachten, bij de derde 7,5 euro en ik kan meteen gaan zitten. De kapperszaak oogt als een Chinees familiebedrijf. Ik zet mijn bril af en met min zeven ben ik aan de kapper overgeleverd. Hele plukken vallen naar beneden. Aan het eind is het korter dan ik wilde. Eenmaal terug op de steiger is het commentaar niet van de lucht. Model bloempot, gelukkig gaan we straks de oceaan op. Bij de Hyperdino haal ik nog een keer de laatste boodschappen. In de middag varen we de haven uit, zodat Dennis de tweede helft van het onderwaterschip kan schoonmaken. Als we onderwater helemaal aangroeivrij zijn, doen we nog een rondje op zee om de stuurautomaat te kalibreren. Onze autohelm ST2000+ is geschikt om een kolibri 560 te sturen, maar kan met behulp van de windvaan ook onze Forna sturen en dat gaat in een kaarsrechte lijn. We hebben er een stuurman bij die niet hoeft te slapen, eten of drinken en slechts een fractie van de stroom van de grote stuurautomaat gebruikt. Terug in de haven merk ik dat de wc geen goede groenteopslagplaats is. Het wordt daar dichtbij de motor veel te warm. Voor de komende dagen is de wind licht en uit zuidelijke richting. We vertrekken pas na woensdag.

Zondag 2 Januari 2011 Las Palmas, Gran Canaria: onderwaterschip schoonmaken

Halverwege de ochtend zien we al dat we vandaag niet gaan wegkomen. “Mañana”, besluiten we. Ami van de Gruffalo is daar blij mee. Zij krijgt steeds meer last van haar wisdom kies en wil maandag naar de tandarts. In de middag liggen we buiten de haven voor anker. Heerlijk om weer op de oceaan te zijn. Dennis boent het onderwaterschip. Ik hoor hem binnen flink te keer gaan met zijn schuursponsje afgewisseld door luchtbellen uit de duikfles. Ik boen zwemmend de waterlijn. Dennis is halverwege het boenen helemaal stuk. We gaan morgen verder. We eten een heerlijke pastamaaltijd. Dennis valt in slaap en ik ga nog een paar garnalen proeven op de Gruffalo. Heerlijk om zo met elkaar in de kuip, muziekje er bij, garnalen te eten. Het valt niet mee om deze haven te verlaten.

Zaterdag 1 Januari 2011 Las Palmas, Gran Canaria: Opbergen boodschappen
Vandaag is duidelijk the day after … the day before. We slapen uit en zijn de hele dag niet al te efficiënt bezig met het opbergen van de groenten en het fruit. Ik besluit om de wc ook als groentekelder in te richten. Dennis monteert de grootschootrail op de bimini, zodat we ook tijdens het zeilen de bimini op kunnen zetten. De Gruffalo wil graag met ons mee opzeilen naar de Kaapverden. Niet omdat ze zo graag een Bodyguard naast zich willen, want ze zijn al een keer naar Nieuw Zeeland gezeild, maar meer voor de gezelligheid. Zij vinden dat we veel te snel gaan met onze voorbereidingen. Dennis moet daar erg om lachen. Nog niet eerder heeft iemand tegen hem gezegd dat hij te snel gaat met zijn werk aan de boot. Zij bieden ons een ‘slow-down-mint-tea’ aan. Heerlijk!

For older journals, click here